De val van Plevna. daarvan te bestrijden uit den post voor onvoorziene uitgaven op de gemeentebegrootingen voor 1877 en 1878, ieder voor de helft. Op voorstel van den heer van Berlekom wordt besloten, de beslissing omtrent dit voorstel aan te houden, omdat hij, van terzijde vernomen heb bende dat het rijk de vernieuwing der kadastrale leggers voor zijne rekening zal nemen, het wen- scbelijk acht zich dienaangaande nader te verge wissen alvorens een besluit te nemen. Burgemeester en wethouders stellen voor, aan den kweekeling van de Woestijne eene toelage van f 100 toe te kennen als belooning voor de gedurende vijf maanden tijdelijke waarneming der betrekking van den hulponder wijzer Jongepier, tijdens deze in militairen dienst was. Aldus wordt besloten. Voor de leden wordt ter inzag8 gelegd een ingekomen afschrift van eea adres van dea ge meenteraad van Nieuwleusen aan de regeering, houdende verzoek om wijziging van art. 212 der gemeentewet. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mede- deeling van den voorzitter, dat de overeenkomst met het rijk ten aanzien der op te richten leer school voor de rijks-kweekschool voor onderwijzers alhier geteekend is. Evenzeer wordt voor kennisgeving aangenomen de mededeeling van deri voorzitter, dat de plaat selijke gezondheidscommissie zich op de door burgemeester en wethouders (naar aanleiding der opmerking van den heer van Berlekom in eene vorige zitting) gedane uitnoodiging volgaarne bereid heeft verklaard tot het onderzoeken van levensmiddelen, indien dit gewenscht mocht zijn. Eene nieuwe verordening betreffende het bezich tigen der oudheidskamer wordt goedgekeurd en zal voor eenieder, na gedrukt te zijn, verkrijgbaar gesteld worden. De vernietiging van eenige uitgeloote obligation wordt opgedragen aan de heeren Luteijn en Dronkers, die zich van de hnn opgedragen taak kwijten. (De heer Tak verlaat de vergadering.) Alsnu wordt overgegaan tot de verschillende aan de orde zijnde benoemingen, waarvan de uit slag is dat worden benoemd: Tot leden van het burgerlijk armbestuur-, de aftredende heeren F. Ermerins met 'algemeene en H. Olthof met 15 stemmen. Met hen waren voorgedragen de heeren J. D. Noske en J. Peek, b Tot leden van het bestuur der godshuizen de aftredende heeren mr. J. P. van der Bilt met 14 en Gr. Alberts Lz. met 15 stemmen. Mede waren voorgedragen de heeren jhr. mr. D. G. van Teijlingen en J. J. Ceulen. c Tot commissaris over de wisselbankde aftredende heer Joh. van der Leijé met 15 stemmen. d Tot lid der commissie van toezicht op de scholen voor middelbaar onderwijs: de aftredende heer mr. G. N. de Stoppelaar met algemeene stemmen. Met hem was aanbevolen de heer H. D. Slegt. e Tot gemeente-geneesheer: de aftredende dr. Keyzer met algemeene stemmen. Tot gemeente-heelmeesterde aftredende heer J. E. Risseeuw, met algemeene stemmen. Mede was aanbevolen de beer P. A. F. de Wijs. g Tot leden der commissie om met burgemees ter en wethouders het kohier voor den boofdelijken omslag op te makende heeren van der Harst (in de plaats van den heer Nagtgias, die verzocht had om bijzondere redenen, buiten de personen der commissie gelegen, niet als lid in aanmerking te komen) met 14 stemmenFokker (aftredend lid) met 13 en Snijders (aftredend lid) met 15 stemmen. Tot plaatsvervangende leden dezer commissie werden gekozen de heeren Jeras en Liebert (aftredende plaatsvervangers), respectievelijk met zonder ophouden, 's morgens voor het venster, over dag op de wandeling, 's avonds onder het lezen. Malapeijre had éen lievelingszonde den muscaatwijn of de Spaansche wijnen. Hij kon onder zijn dikken knevel, zoo smakelijk met de lippen smakken als hij wijn van Alicante of Xérès had geproefd. Fougerel verweet hem soms lachend dat hij „sensueel" was. Deze liefde van den kapitein tot den wijn ging trouwens niet verder dan een gril en werd geen misdaadmaar het is zeker dat Malapeyre niet smakelijk zou hebben gegeten indien hij niet, vóór den maaltijd, zijn eetlust had opgewekt met Malaga, en men hem niet, halverwege het diner, zijn glaasje Madera had ingeschonken. Souvenir aan de veldslagen in Spanje en Portugal, zeide hij lachend. Fougerel durfde Malapeijre deze verkwisting niet te verwijten, daar hij zelf zijn spaarpenningen verteerde aan uitheemsche tabak en buitensporige pijpen, die hij naar volgorde in zijn kamer aan een geweerrek ophing dat hij „zijn museum" noemde. Men zou evenwel, zelfs als men goed zocht, niet éene andere verborgen zonde bij hen hebben ge vonden. Reeds bejaard, na honderdmaal hun leven in de waagschaal gesteld te hebben, zonder ooit in hun jeugd zes maanden te hebben gehad van kalmte, van die uren waarin men tot zichzelf zegt dat de mensch toch eigenlijk geboren is om lief te hebben, bemind te worden, vader te zijn, en als hij ouder wordt, kleine wezentjes om zich heen te zien op groeien die mannen zullen worden) na iets van 15 en 14 stemmen, alsmede de beer Nagtgias met 13 stemmen. De zitting wordt gesloten. [Enkele in dit verslag niet vermelde punten heb ben wij gisteren reeds medegedeeld] ii. Achter een dichte rij vrachtwagens, die door ossen werden getrokken, rukten de Turken zoover mogelijk vooruit, om zich op die wijze tegen den verscbrikkelijken hagel van geweerkogels, schroot en granaten te beschermen. Vervolgens kwamen zij van achter hunne bedekking te voorschijn en wierpen zich met stormachtigen aandrang op de verdedigers van eene rechts van den straatweg van Sofia gelegen redoute, die zij na een dappere verdediging met zes zich daarin bevindende ka nonnen veroverden. De eerste insluitingslinie was verbroken, doch daarachter lagen nog twee Russische liniën, die de Turken zouden hebben moeten forceeren. Van de zijde der Russen werd terstond een heftig geweervuur op de verloren redoute en de daar achter staande Turksche troepen geopend en ruim een uur lang onderhouden. Vervolgens rukte de eerste brigade grenadiers tegen het werk op en nu ontstond in de batterij een verschrikkelijk gevecht, waarin de Turken zich met dezelfde dapperheid, waardoor zij zich vroeger hadden onderscheiden, verdedigden. De meesten lieten zich op de plaats dooden, slechts eenigen ontkwamen. Weldra was ook het overige gedeelte der Turksche kolonne van aanval tot den oever der Vid terug gedrongen. Het was intussehen 8£ uur geworden en de uitval der Turken niet gelukt. Zij verza" melden zich evenwel dichter bij den oeverrand der Vid en hervatten het vuren. Onder den onopkou- delijken donder van het geschut duurde de slag nog vier uren voort, doch de verliezen waren thans aan beide zijden minder belangrijk, daar beide legers zich achter bedekkingen bevonden. Intus sehen begonnen de Rumeenen tegen den linkerflank van het Turksche leger op te rukken, terwijl de Russen zich gereed maakten den linkervleugel op te dringen. Van alle zijden ingesloten en met een geheele vernietiging bedreigd, zoodra de oprukkende korp sen voldoende waren genaderd om hun vuur te openen, besloot Osman Paeha de nuttelooze slachting van zijn dappere troepen te vermijden en legde te 12 uren de wapens neder. Zoodra de witte vlag was geheschen kwamen Turksche soldaten met hun geweren in de hand of over den schouder over de brug naar de Russen toe. Deze gingen ook over de brug naar de Turksche zijde, maar het gedrang werd weldra zoo sterk, dat de passage onmogelijk werd. Eenige honderde passen aan gene zijde der brug staat het kleine huis waarin Osman Pacha gewond lag, en het gedrang er voor werd zoo sterk, dat men de deur niet meer kon bereiken. Binnen bevonden zich reeds de generaals Ganetzki, Steukoff en andere» die zich ook naar den Turksehen opperbevelhebber hadden begeven, en weldra was de overgave vastgesteld. Zij was onvoorwaardelijk; zonder aarzelen schikte Osman Pacha zich in het onver mijdelijke. Hoe kon hij ook anaeite, daar hij, om een uitval te beproeven al zijn vaste stellingen had moeten prijs geven, die zich thans in de handen der Russen bevonden. Verdere tegenstand was onmogelijk en daarom gaf hij zich met zijn dapper leger over, waarmede hij de thans beroemd geworden vesting zoo lang had verdedigd, in drie veldslagen de beste troepen van Rusland had geslagen en het geheele plan voor den veldtocht van zijn tegenpartij had verijdeld. Terstond na afloop der korte onderhandeling steeg Osman Pacha in een rijtuig en reed naar hun hart of hun verbeelding, even als een weinig van hun bloed, in het kreupelhout langs den weg te hebben achtergelaten, zagen zij zich zonder kinderen, zonder ander liefde-aandenken dan gar nizoen s-amouretten, zeer vermoeid, vergeten en verlaten in hun schuilhoek en toch gelukkig, kalm, zonder begeerten, zonder berouw, zich be wust den plicht te hebben vervuld dien ieder mensch te vervullen heeft. Zij behoorden, zeiden zij, tot hen die tot familie het vaderland en tot wet de zelfverloochening hebbentoen zij krijgs lieden waren hadden zij als krijgslieden geleefd, en tevreden over hunne opoffering koesterden zij zich in de zon, en zeiden bij zichzelven dat zij voortaan recht hadden om uit te rusten na een wèl volbrachten dag, en zjj bleven gaarne in de schaduw, stil, nederig, onbekend, als eerwaardige wrakken van een groote schipbreuk. Daarenboven bleef hun over een liefde zoo sterk, een troost zoo verheven dat geheel een leven er door bezield kan worden. Toen zij te Waterloo verslagen werden, hadden zij hun loopbaan gesloten door een daad van de hoogste toewijding, die hun krijgsmans- en burgerhart volkomen had bevredigd en hun oogen van trots deden schitteren als zij er aan dachten. Dien dag, den 18sn Juni 1815, toen de kolossale fortuin v»d den man die Frankrijk in zijne hand bad, instortte en als glas verbrijzeld werd in het sauve-qid peut van de nederlaag, hadden die twee mannen, verloren in het gedrang vaD het over wonnen leger, tot het laatste oogenblik toe he' Plevna. Ternauwernood had hij zich verwijderd toen grootvorst Nicolaas aankwam om revue over de troepen te houden. Hij werd met luide toejuichingen ontvangen, die waarlijk stormachtig werden toen de grootvorst een korte aanspraak tot do grenadiers had gehouden. Intussehen was in het tooneel onder de Turksche troepen aan de brug groote verandering gekomen. Bij de ongeveer te 2 uren met Osman Pacha gevoerde onderhandeling was nl. de voorwaarde gemaakt dat de Turken hunne wapens moesten nederleggen. Precies te 3 uren werd deze voor waarde vervuld en wel in letterlijken zin, daar de grond als met wapens bezaaid was en ook de straten er mede bedekt waven zooiat de hoeven der paarden honderden goede Peabodyge- weren vertrapten. Wij reden zoo schrijft de correspondent van Daily News langzaam naar Plevna, terwijl wij de hoogte van Kris- china rechts lieten liggen. Weldra ontmoetten wij een menigte ossenkarren ongeveer 500 a 600 die den tros van het korps van uitval hadden gevormd. Velen moeten aan particulieren hebben toebehoord, want er waren vrouwen en kinderen bij, zoo dat de gedachte alleen dat zij binnen het bereik van het verschrikkelijke kanon- en geweervuur hadden kunnen komen, ons deed huiveren Toen wij een weinig verder waren gereden weer klonk de roep„Osman." Inderdaad kwam in een rijtuig de beroemde veldoverste aan. Osman Pacha had gehoord, dat grootvorst Nicolaas dien weg opkwam en had terstond zijn rijtuig doen keeren om den grootvorst te ontmoeten. Zijn rijtuig werd door 50 kozakken vergezeld en daaraenter reden 2530 Turksche officieren, van welke te nauwer nood een enkele ouder dan 30 jaren was. De grootvorst reed naar het rijtuig, een paar seconden keken de beide opperbevelhebbers eikander aan zonder een woord te spreken. Toen greep de grootvorst de hand van Osman en schudde die hartelijk, terwijl hij zeide: „Ik wensch u geluk met de verdediging van Pievna. Zij behoort tot de schitterendste oorlogsfeiten waarop de geschie denis kan wijzen." Osman Paeha lachte weemoedig, hief zich, in weerwil van zijn pijnlijke wonde op, sprak een paar woorden en ging toen weder zitten. Alle Russische officieren riepenBravoBravoen groet ten op de meest eerbiedige wijze. Geen hunner die niet met de grootste bewondering en de hartelijkste deelneming den held van Plevna beschouwde. Intussehen was ook prins Karei van Rumenië aangekomen. Ook deze reed naar het rijtuig, herhaalde bijna woordelijk, zonder dat hij er iets van had geweten, de woorden van den grootvorst en schudde eveneens de hand van Osman Pacha. Ook thans hief Osman pacha zich weder op en boog, maar bewaarde een diep stilzwijgen. Hij droeg een wijden blauwen mantel zondereenig teeken van rang en een roode fez. Hij is groot en krachtig van gestalte; uit iederen trek van zijn ernstig gelaat spreekt energie en vastberadenheid en toch tevens zekere afmatting die misschien eerst in de laatste vijf maanden haar invloed heeft doen gelden. Hierbij voegt volkomen de droevige, weemoedige en ernstige blik der zwarte oogen. De neus is gebogenin den kortgehouden, zwarten baard is geen enkel grijs haar. „Wat een indrukwekkend gelaat V riep de overste Gaillard, de Fransehe militaire attaché, uit. „Ik was bijna huiverig het te zien, uit vrees dat mijne verwachtingen zouden worden teleurgesteld maar het overtreft nog het beeld, dat er ik er mij van had gevormd." „Het is het gelaat van een groot legerhoofd," zeide generaal Skobeleff de jonge; „ik verheug mij er over het te hebben gezien. Osman Ghazi heet hij, en Osman de zegevierende zai hij heeten in weerwil van zijn overgave." Er moge in deze waardeering van Osman door de Russen eenige overdrijving heer- vaderlandsch hart voelen kloppen. Zij hadden dien ochtend, het geweer op schouder, dit eerste gedeelte van den slag, dat een overwinning was, bijgewoond, net Engelsche leger, dat gedecimeerd werd, zag verscheidene malen het spooksel der nederlaag voor zich oprijzen. De hardnekkigheid van Wellington, den ijzeren hertog, redde het. Zij maakte dat da soldaten van Bliicher en Bulou op het oorlogsveld konden komen en er de laatste Engelschen staande vonden. De grenadiers van de garde, die van ver den reusachtigen strijd volgden die op de vlakte van Mont-Saint-Jean gevoerd werd, luisterend naar het geknal van 't ge weervuur dat ter linkerzijde, van Hougoum ontkwam, en naar de canonnade die ter rechterzijde, aan de komst van Grouchy deed gelooven, de grenadiers die het oogenblik verbeidden waarop men hen op hunne beurt op den vijand zou werpen om de overwinning te voltooien, de oude, ongeduldige soldaten zeiden bij zichzelven dat de dag heel lang duurde en vroegen zich af hoe het kwam dat Ney de dragonders van Ponsomby de „roode kinderen' van Wellington en de Schotsche hooglanders nog niet weggevaagd had. Eensklaps, tegen het vallen van den avond, toen men dezen zwaren woesten siag nog gewonnen kon rekenen, deed de plotselinge komst van Blücher, dien Lobau niet langer kon tegenhouden, zooals hij het Bulou had gedaan, deze onverwachte inval van frissche troepen op het oorlogsveld, de kans op eens verkeeren en bracht wanorde in de Fransehe gelederen. Van geheel dit dichte, sterke leger bleven alleen de schen, onder den indruk van zijn roemrijke daden stemt ieder in met de woorden van generaal Skobeleff. De in bruine mantels gehulde en met slecht sohoensel voorziene Turksche soldaten, die wij ontmoetten, zagen er slecht gevoed uit en waren met modder bedekt, en toch scheen ons ieder hunner een held als wij aan de vele geduchte gevechten dachten, waarin zij zich hadden onderscheiden. Terwijl de correspondent van Daily News van het westen Plevna naderde kwam de correspondent van de Times van Radenhewo, du3 uit het oosten, naar de vesting. Tegen de berghelling en tusschen genoemde plaats en Plevna lagen honderde geraamten van Russische soldaten, die bij den vergeefschen aanval in September jl. gesneuveld waren. De meeste van deze treurige overblijfselen lagen open en bloot, zelfs in de nabijheid der Turksche schan sen, want hier had de regen de dunne aardlaag weggespoeld. Te midden van deze menschelijke geraamten lagen de graven der Turksche voor posten. 't Was een verschrikkelijk schouwspel, dat hem, die het zezien heeft, nimmer uit de ge dachten gaat. Da Russische soldaten, die achter het Turksche leger, dat den uitval beproefde, op rukten, moesten deze overblijfselen van hun ge vallen kameraden passeereD. Zij toonden echter geen wraak jegens hen, die de beenderen van dappere vijanden niet hadden begraven. Pievna zelf droeg slechts weinig sporen van het bombardement. De Bulgaren stonden voor hunne woningen en groetten alle voorbijgangers beleefd, blijkbaar bereid van hen te profiteeren, zoodra zij er gelegenheid toe zouden krijgen. Terstond na de overgave werden .15,000 gevangenen met ar tillerie en tros naar de stad teruggezonden. Het overige gedeelte der gevangenen werd naar het kamp van de Russische garde en van de Rumeenen gebracht. Volgens den correspondent van de Times waren de Turken goed gevoed, maar slecht gekleed en slechts van sandalen geschoeid. Het blijkt dan ook dat Pievna nog drie weken van levensmidde len voorzien was en men verzekert, dat het uit breken van besmettelg ke ziekten Osman Pacha genoopt heeft het uiterste te wagen, hoewel ook dit motief door anderen niet voor het ware wordt gehouden. T&mtfjU*. Dinsdag had te Amsterdam de veiling plaats van de boeken, nagelaten door deD uitgever P. van Santen te Leiden. Er werd voor ruim f 78,000 aan boeken verhandeldo. a. werd voor het res tant exx. van Jules Verne's werkeuen 't recht tot voortzetting dier reeks door den uitgever Jac. G. Robbers te Rotterdam, ruim 28,200 betaald, ter wijl het recht tot verdere uitgave van J. J. Cre- mer's gezamenlijke romantische werken voor 13J mille overging in handen van den heer D. Noot hoven van Goor, te Leiden. Alle voorname uitgevers uit geheel ons land en Vlaamsch België waren ter veiling tegenwoordig. De gemeenteraad van Amsterdam heeft op het verzoek tot sluiting van de groote koopmans beurs op Nieuwjaarsdag afwijzend beschikt. Wel werd aangevoerd dat er op dien dag volstrekt geen zaken gedaan, maar alleen gelukwenschen gewisseld wordendoch daar de kamer van koop handel en de commissarissen der beurs ongunstig op het verzoek geadviseerd hadden en ieder toch vrij was om te komen of niet, meende men do beurs niet te moeten sluiten. Ook werd afwijzend beschikt op een verzoek om den handel in opzettelijk blind gemaakte vinken te verbieden. Deze handel is trouwens, naar de burgemeester aanvoerde, op de Amsterdamsche markt zeer gering. Men vond wel algemeen deze schandelijke dierenmishandeling zeer betreurens waardig, doch meende den handel niet te moeten belemmeren. grenadiers der oude garde ongedeerd. De andere korpsen, gevoelig geteisterd sedert den ochtend, raakten nu verward door elkander. Infanteristen, cavaleristen, kurassiers van Milhaud,jagers te voet, lansiers van Ney, kanonniers, grenadiers, alles rolt voort, als een menschenstroom, voort onder het zware gedrang der Pruisische colonnen die van Planchenoit aanrukken. Nu formeert de garde zich in carrésde oude garde tracht een onover- winnelijken tegenstand te bieden aan de soldaten van Blücher en aan de Engelsehen van Wellington, die nu onder het uitbulderen van koera's van de bergvlakte neerdalen waar men hen 's morgens slachtte. Ongevoeligmet gekruiste bajonet, aan den grond genageld, wachten de grenadiers van de oude garde onbewegelijk den laatsten aanval van den vijand af. Hunne carrés, menschelijke citadellen, verbrijzeld door het schroot, draaien rond onder het vuur, worden verpletterd door den kogel en verspreiden zich, boopen lijken achterlatend, om de plaats waar zij gestreden hebben, aan te duiden. Vijf zijn er vernietigd, drie bieden nog weerstand! De carrés die de generaals Petit en Poret de Morvan aanvoeren, op hun beurt aangevallen, houden dapper stand onder den kogelregen. Rondom hen hoopen de Engelsche dooden en de Pruisische lijken zich op. Wordt vervolgd.) cedrükt tiu ps gebroeders abrahams ïb middezburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 6