N°. 300. 120® Jaargang. 1877. Donderdag 20 December. Teiegraphische berichten. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. 1 Adver ten tién 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz. i van'§l—7 regels 1,60 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Hoofdagent voor Belgiè en Frankrijk: de firma Havas, Laffitï C°. te Brussel en Parijs. Zij die zich vóór 1 Januari 1878 op deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nommers gratis. Middelburg, 19 December, Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Landbouw. Ukriffjf Thermometerstand. Tweede kamer. Na de aanneming van eenige kleine wetsontwerpen, w. o. dat tot ver lenging van den termyn van oplevering van het Noordzee-kanaal, kwam het wetsontwerp tot wy- ziging der kiestabel aan do orde. i - i .7 In de heden namiddag gehouden zitting van den gemeenteraad van Middelburg zijn, onder meer, de volgende zaken behandeld. Aan den heer dr. F. Seelheim is op verzoek eervol ontslag verleend als leeraar aan de burger avondschool, en aan den heer J. J. A. Sprenger, mede op verzoek, eervol ontslag als opzichter bij de gemeente-fabricage. Het bedrag der boeten van den directeur der gasfabriek alhier, wegens het niet behoorlijk schoonmaken van lantarens en het niet herstellen van gebroken ruiten, is van 250 tot f 100 teruggebracht. Op het verzoek van den heer J. G. de Zeeuw, om vernieuwing van wachtgeld, is afwijzend beschikt. Omtrent een gelijksoortig verzoek van H. F. Cornet»» werd door burgemeester en wethouders hetzelfde voorstel gedaan. De heer Snijders stelde echter een amendement voor, strekkende om den adressant voor vier jaren wachtgeld te verleenen ad 287 per jaar, onder aftrek van andere in- komsten, of subsidiair ad f 143.50, zijnde de helft van het vroeger genoten wachtgeld. Het eerste gedeelte van dit amendement werd verworpen en omtrent het tweede staakten de stemmen, zoodat de beslissing op het verzoek is verdaagd tot de volgende zitting. Daar de noodzakelijkheid is gebleken om op het stationsplein een urinoir te plaatsen, zijn burg. en weth. gemachtigd tot de daartoe noodige uit gaaf van plus minus f 150. Van het bestuur der afdeeling Middelburg van de vereeniging „Volksonderwijs" is een adres ingekomen, houdende verzoek dat van gemeente wege worde overgegaan tot de oprichting eener herhalingschool. Dit adres is gesteld in handen van burgemeester en wethouders om advies. Bij de benoemingen ter vervulling van door periodieke aftreding te ontstane vacatures ziju al de aftredenden opnieuw gekozen, alleen met deze uitzondering dat in de commissie voor den hoofde- 1 ij ken omslag als lid gekozen is de heer van dei- Harst (thans plaatsvervangend lid) en als plaats vervangend lid de heer Nagtglas (thans lid). Beperkte plaatsruimte noopt ons voor heden tot deze korte vermelding. Morgen geven wij een meer uitvoerig verslag. Door den gemeenteraad te Vlissingen is in de heden gehouden vergadering op het verzoek van den heer van Doeselaar, huurder van het badhuis buiten de gemeente, besloten: den singelweg van af den Middelbnrgscben straatweg naar het duin te verbeteren voor zoover die weg aan de gemeente behoort; alsmede tot het maken van een klinkerweg onder langs den dijk tot aan het badhuis, onder zulke voorwaarden als burgem. en weth. noodig zullen oordeelen en wanneer daarvoor vergunning verkregen wordt van de rechthebbende op dien weg, en om den pachter te ondersteunen in zijn verzoek om vermindering zijner pachtsom. Voorts werd herbenoemd tot regent van het Gasthuis de heer O. L. Domburg, idem Weeshuis F. C. Stewart Schultz. Werd besloten zich tot de regeering te wenden met het verzoek gelegenheid te verschaffen om de passage over het kanaal mogelijk te maken wan neer de brug over het kanaal open is, hetgeen veelvuldig voorkomt. De Staats courant van heden bevat de wet van 10 dezer (Staatsbl. n° 224) tot wijziging van hoofdstak IV der staatsbegrooting voor het dienst jaar 1876. De tweed© kamer heeft gisteren nog éene avondzitting gehouden, waarin de wet op de middelen eenparig aangenomen werd. De minister van financiën trad daarbij in geen bijzonderheden omtrent zijne belasting-plannen, doch deed daar entegen eenige mededeelingen over den financieelen toestand. De gezamenlijke tekorten bedragen 45 millioen, de nog aanwezige saldo's 15 millioen, blijft 29,9 millioen ongedekt. Hier by tellende 11,6 millioen voor Indische spoorwegen, moet er 41,5 millioen geleend worden. De minister helde tot het denkbeeld over om dat bedrag in eens te dekken en opende daarbij het vooruitzicht dat in het jaar 1877 weder eene Indische bijdrage op de begrooting te voorsehijn zal komen. Vervolgens werd overgegaan tot het maken eener candidatenlijst voor den hoogen raad. Men zal zich herinneren dat door het hoogste rechts college zelf op de nominatie geplaatst waren de heeren Loke, Asser, Feith, Alting Mees, de Eanitz en Heyligers. De uitslag der stemming was alsnu dat gekozen werden: de heeren mr. C. D. Asser, raadsheer te Amsterdam, met 43 van de 55 stem men; J. J. Loke, raadsheer te 's Gravenhage; P. R. Feith, rechter te Amsterdam; J. H. de Laat de Kanter, procureur te Goes, en m'. M. L. de Ranitz, president van de rechtbank te Zwolle. Do kamer heeft dus aan den wensch, uitge sproken in ons nommer van den llen dezer, voldaan door den „politieken gekwetste", den oud-minister Alting Mees, van de lyst af te voeren en een lid der balie daarop te brengen. Bij de uitgevers J. C. W. Altorffer alhier is de 2729' jaargang verschenen van het Neder landsche jaarboekje der Posterijen, zijnde de tweede jaargang welke door onzen stadgenoot den heer P. Keg Cz. bewerkt is. Dit jaarboek bevat, evenals zijne voorgangers, de verschillende bepalingen en administratieve veranderingen welke sedert het jaar 1875 op het gebied van het Nederlandsche postwezen zijn voorgekomen, bene vens onder de rubriek Buitenland een aantal belangrijke regelingen, door vreemde regeeringen op dit gebied in het leven geroepen. Bijzonder verdient daarbij de aandacht de mededeeling der bepalingen, welke in Engeland voor de postspaar banken gemaakt zijn. Men kondigt tegen het volgende jaar de ver schijning aan van een „onafhankelijk" liberaal dagblad te Rotterdam, onder directie van de heeren A. W. Sijthoff en G. G. Frentzen. 't Zal ons benieuwen of hetgeen men met „onafhankelijkheid" bedoelt, in deze blijken zal samen te gaan met levensvatbaarheid. Van geachte zijde verzoekt men ons het volgende verslag op te nemen. Maandag avond werd in St. Joris eene openbare vergadering gehouden van de Middelbnrgsche afdeeling der Vereeniging tot afschaffing van den sterken drank als volksdrank. Voor een talrijk publiek voerden achtereenvolgens de heeren Roozemeijer en Kuiler het woord, die zich beide ten doel stelden het streven der ver eeniging in het ware daglicht te plaatsen. De eerste wee» op haar als eene maatschappe lijke vereeniging, die zich niet voorstelt den dronkaard te bekeeren, maar die alle weldenken- den oproept om door krachtige samenwerking eene publieke opinie te helpen vormen, waardoor van lieverlede het gebruik van den sterken drank, gelijk dat onder ons in alle rangen der maatschappij nog plaats vindt, als eene hoogst verderfelijke gewoonte worde gebrandmerkt. Langs dien weg wenscht zij meer en meer invloed uit te oefenen, niet alleen op het opkomend ge slacht, maar ook op de wetgeving, die in staat is de gelegenheden tot het vervaardigen en verkoopen van dien drank te beperken en daar door een dam op te werpen tegen het kwaad, dat niet het minst in ons vaderland een bron van stoffelijke en geestelijke ellende is geworden, een kwaad dat van jaar tot jaar meer eene onrustba rende hoogte bereikt en duizende gezinnen in het ongeluk stort. "Wat geschieden kan, waar zulke eene publieke opinie is gevestigd, blijkt uit hetgeen thans in den staat Maine (Noord-Amerika) plaats vindt4 Düür heeft de wetgeving alles gedaan wat moge. lgk is om de bevolking tegen den volkskanker te beveiligen, is de verkoop van sterken drank bij de wet geregeld en worden de gestrengste straf bepalingen tegen de overtreding van die wet gehandhaafd. Wanneer men de uitwerking hiervan waarneemt op den algemeenen stoffeiyken en zedelijken toestand van die kleine maatschappij daar ginds, dan kan men niet anders dan met vurig verlangen uitzien naar het tijdstip dat ook in ons vaderland zich eene publieke opinie zal hebben gevormd in alle kringen, die zich krachtig tegen het verderfelijk kwaad uitspreekt en overal handelend optreedt. Hiertoe werkzaam te zgn zeide de spreker is het doel onzer vereeniging, die alle weidenkenden ernstig vraagt om hare nog zoo zwakke pogingen te steunen. Na deze kernachtige rede verklaarde de tweede spreker de heer Kuiler dat hij niet zonder aarzeling gevolg had gegeven aan de uitnoodiging, die door het bestuur tot hem was gekomen om ook iet» te zeggen. En toch deed hij het gaarne omdat hij iets te zeggen had. Hg zou eenvoudig een en ander mededeelen uit zijne ervaring en zijne geschiedenis als afschaffer verhalen. Hierdoor had hij gelegenheid te wijzen op hetgeen hy ten opzichte van het drankgebruik als werk man en als werkgever had ondervonden; wat hem lang had teruggehouden en hoe hy eindelijk be sloten had zich bij den strijd tegen het drankge bruik, als afschaffer, aan te sluiten. Met voorbeelden, aan zijne eigene levensgeschie denis ontleendmaakte hij duidelijk hoe het geheel afstand doen van het drankgebruik wel hier en daar spot en tegenstand had uitgelokt, maar hem was voorgekomen te zijn de eenige ware weg om krachtig in zijne naaste omgeving door woord en voorbeeld beide dien kanker van onze volkswelvaart en ons volksgeluk te bestrijden. Vooral tegenover kinderen en on- derhoorigen moest het voorbeeld het woord steunen, en op grond van menige schoone ervaring door hem opgedaan, gevoelde hy zich gedrongen allen met ernst te noodigen om hierin zijn voorbeeld te volgen. „Het is ons niet te doen, sprak hij aan het slot zgner rede, om dronkaards te bekeeren, maar wel om dronkenschap te voorkomen. „Het is ons niet te doen om leden eener ver eeniging te vormen, maar wel om de maatschappy ten strijde te roepen tegen haren grootsten vijand, die bron van bgna alle maatschappelyke zonden! „Het is ons niet te doen met zedepreken en theoriëen den sterken drank te bannen. Neen, het is ons te doen om ieder, die eenige liefde voor den naaste bezit, door woord en voorbeeld beide op te wekken om het drankgebruik na te laten en de drankgeiegenheden te helpen weren en langs dien weg het kwaad te doen afnemen." Dit woord van een man uit het volk, die langen tijd had geaarzeld, maar eindeiyk uit volle over tuiging was toegetreden en nu sprak uit eigen ervaring, maakte een zeer gunstigen indruk en gaf den heer Sibmacher Zijnenvoorzitter der afileeliug, aanleiding cm hem, evenzeer als den vorigen spreker hartelijk dank te zeggen voor hunne uitnemende woorden, terwyl hij ten slotte alle aanwezigen dringend verzocht de zaak dezer vereeniging toch niet te willen beschouwen als eene lief hebbery van eukeleumaar als eene zoodanige, waartegenover alleen de onverschil lige op den duur onverschillig kan blijven. „Wie onze grootste tegenstanders zijn?" vroeg hij. En het antwoord was: „Niet de onmatigen, niet de dronkaards, niet de spotters, maar zij die, ofschoon zg zeggen dat zy onze pogingen toe juichen, nochtans weigeren zich bij ons aan te sluiten en alzoo onzen arbeid verlammen." bei,astik6e«. Benoemd H. Pél, thans eommies- verificateur der tweede catagorie voor den activen dienst der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Rotterdam, tot commies ter inspectie van de gemelde middelen te Eind hoven, en A. L. van der Niepoort, thans ontvanger der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en aecgnsen te Lobith c. a. tot ontvanger derzelfde middelen te Eindhoven c. a. Tot hulponderwijzer aan de openbare school te Yerseke is benoemd de heer W. K. C. Scbrier, te Domburg. "Volgens de Gron. Ct. zou dr. A. Kuyper een beroep by de N. H. gemeente te Oosthem, in Friesland, op «en traktement van f 6000 aangeno men hebben, op voorwaarde dat er een telegraat- en postkantoor op de plaats gevestigd zon worden; doch zou de minister van financiën (dit zal wel de min. van waterstaat moeten zyn) op het verzoek van het gemeentebestuur afwijzend beschikt hebben. De N. Rott. Ct. bevat heden dit bericht als eigen nieuws. Wij twijfelen niettemin met groote twijfeling. De Nederlandsche landbouwers zijn eindelijk,— laat ons hopen dat het niet te laat is, wakker geschud. De Friesehe maatschappij van landbouw heeft besloten f 800 te schenken aan eene commissie van drie personen, waaronder twee landbouwers, om in Denemarken te gaan leeren hoe men aldaar boter en kaas maakt. Het moge voor een boter- en kaasvolk, als wij zijn, niet aangenaam wézen op zgn ouden dag les te gaan nemen bij anderen, die wij vroegar zelf» niet als onze leerlingen hadden willen erkennen, 't is toch nog minder aangenaam door die anderen geheel verdrongen te worden. Volgens het „Journal des Débats" zullen twee Haarlemsche bloemkweekers eerstdaags beginnen op het Trocadero te Parijs tulpen te zaaien. Niet minder dan 40000 bollen zullen op 1 decimeter afstands van elkander worden geplant en dit bloemperk zal in vorm en kleureu het wapenschild van de stad Haarlem voorstellen met den naam der stad van boven en „Holland" van onderen geschreven. De tulp, die hiervoor zal worden gebruikt, is de uit Tnrksch Azië overge brachte Cessnertulp. Te Kaïro is onlangs een bazar gehouden ten behoeve der Turksche gewonden. De feesten bg die gelegenheid gegeven waren schitterend en de opbrengst bedroeg 50,000 franken, maar in menig Egyptisch hart rees een zucht op over het geld, dat misschien toch nimmer zijne bestemming zal bereiken, terwijl in het eigen land de ambtenaren sedert vijf maanden, sommige zelfs sedert tien maanden, geen betaling ontvingen. Men kan zich den toestand voorstellen van gezinnen van ze» tot acht personen, die hun maandelijksch inkomen van 60 niet ontvangen. Een officier trachtte onlangs f 6 voorschot te verkrijgen, te leenen op 10 maan den achterstand van zijn traktement, om zgn kind te begraven. Het werd hem geweigerd, waarover hij zoo vertoornd werd dat hg zijn degen voor de oogen zgner superieuren verbrak, om daarna naar Opper Egypte te worden verplaatst. 18 Des. 's av. 11 u. 43 gr. 19 's morg. 7 u. 39 gr. 's midd. 1 i. 44 grJ 's av. 6 u. 40 gr. BINNEHLAH». Hierbij werd uitgebracht het rapport over de daartoe betrekkelijke verzoekschriften dergedepu-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1