No. 298. 1206 Jaargang. 1877J Dinsdag 18 December. Dit blad verschijnt dagelijks^ met uitzondering van Zon- en Feestdagen.^ Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,1 Advertentiën i 20 Cent per regel.1 Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.! van'gl—7 regels 1,50 iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend, naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk; de firma Havas, Laïfite C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 17 December, Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Kerknieuws. Koloniën. Marine en leger, De motie van orde betrekkelijk de post-over- eenkomst met de stoomvaartmaatschappij Zeeland, door den heer Verniers van der Loeffin de zitting der tweede kamer van Zaterdag jl. voorgesteld, lnidt als volgt: „De kamer, van oordeel dat de overeenkomst op 3 October 1876 met de vennootschap Zeeland getroffen, niet had behooren te zijn gesloten zonder dat wettelijke vaststelling der aan die overeenkomst verbonden uitgaven uitdrukkelijk voorbehouden of voorafgegaan ware, gaat over tot do orde van den dag." Over dit voorstel zal heden beslist worden. Letten wij op den tegenstand, dien het postcontract van den aanvang af in de kamer ontmoet heeft en die zich Zaterdag bij monde van drie leden der meerderheid, de heeren Goeman Borgesius, van Delden en van der Loeff zeer krachtig uitte, dan lijkt het ons niet onwaarschijnlijk dat deze regeeringsdaad van den .minister van der Heim door eene formeele afkeuring der vertegenwoordi ging getroffen zal worden. [Zie telegr. berichten Het contract is echter daarmede niet te niet gedaan. Door den heer van der Loeff werd be toogd dat de staat, eenmaal door eene ministèrieele handeling geldelijk verbonden, van die ver bintenis niet meer ontheven kan worden, gelijk door eene uitspraak van den hoogen raad gestaafd is. Eene andere vraag werd echter door den heer Goeman Borgesius gestéld. Kan het contract niet als vernietigd beschouwd worden omdat de maat schappij Zeeland niet op den bepaalden tijd gerged is geweest om aan hare verplichtingen te voldofen Tot toelichting dezer vraag herinneren wij aan deze bepaling van het contract (zie M. Ct. van 29 Nov. jl.)„Deze overeenkomst treedt in werking te rekenen van den 15en Juni 1877, nadat vooraf het onderzoek in art. 2 bedoeld (naar de geschiktheid der nieuwe stoomschepen, van regee- ringswege in te stellen), zal hebben plaats gehad. Indien de ondernemer met dat tijdstip niet gereed is om met de voltooiing van den diensteen aanvang te maken, zal hem uiterlijk een uitstel van vier maanden verleend worden. Na het ver strijken van dat tijdstip is de regeering echter bevoegd om de tegenwoordige overeenkomst als niet gesloten te beschouwen." De uiterste termijn is dus verstreken den 15em October van dit jaar. Op dat tijdstip was echter de maatschappij Zeeland buiten machte om de aangegane verplich tingen uit te voeren, nipt door eenig verzuim van haren kant, zij zelve zou toch zeker liefst zoo spoedig mogelijk met den nieuwen dienst aange vangen zjjn, maardoor dat op de Engelsche werf, waar hare twee nieuwe stoomschepen gebouwd werden, door werkstakingen de arbeid stilstond. De vorige minister van financiën erkende dan ook dat hier overmacht bestond en verklaarde dat hij niet voornemens was, om van het den staat toegekende recht tot nietigverklaring der overeen komst gebruik te maken. Men heeft deze handeling van den heer van der Heim eene groote onvoorzichtigheid, ja eene verme telheid genoemd (zie N. Rott. ct van Zondag 16 Dec.) Wij kunnen er onmogelijk iets vermetels in ontdekken. De gevoeligheid, bij de tweede kamer opgewekt over het zonder hare voorkennis en buiten de door haar toegestane credieten om, aangaan eener overeenkomst, waarbij de staat voor tien jaren tot een jaarlijksche uitgaaf van f 151,000 verplicht werd, komt ons zeer begrijpelijk voor. Vooral bij betgeen achtereenvolgens in den laatsten tijd aan het licht ia gekomen omtrent de lichtvaardige, om niet te zeggen inconstitutioneele wijze, waarop door de afgetreden regeering, en in 't algemeen aan de ministerieele departementen, met 's lands uitgaven is omgesprongen. Het contract met de maatschappij Zeeland is in dit opzieht op een ongelukkig tijdstip gekomen. De bevoegdheid van den minister om het con tract te sluiten is echter in de kamer niet ontkend. En nu komt het ons voor dat wie bevoegd is eene overeenkomst aan te gaan, ook de bevoegd heid heeft, om zijne wederpartij, Wegens overmacht van het vervullen dér eene of andere voorwaarde te ontheffen. Dat hier overmacht bestond is niet twijfelachtig. Der maatschappij werd, door die overmacht te erkennen, geen gunst bewezen. Er werd alleen, van de zijde der regeering, berust in eeue onvoorziene ramp, door welke de maatschappij zeker het zwaarst getroffen werd. De heer Goeman Borgesius deed nog de vraag of de regeering bereid is de maatschappij een nieuwen ouherroepelijken termijn te stellen De maatschappij zou daarop kunnen antwoorden dat niets haar aangenamer zou zijn dan des noods morgen met haar dienst te beginnen, maar dat zij evenmin als de regeering of iemand anders, het in hare macht heeft de Engelsche werklieden te dwingen om geregeld door te werken. Het is echter te voorzien dat de zaak nu weldra in orde zal wezen daar, naar wij vernemen, op dit oogen- blik in Engeland de beproeving plaats heeft van het nieuwe stoomschip de „Prinses Maria" en daarna de afwerking van het andere spoedig zal volgen. De gemeenteraad van Middelburg zal op Woensdag a., des namiddags te éen uur, een openbare zitting houden ter behandeling der vol gende zaken: ingekomen stukken: adres van dr. F. H. Seelheim, om ontslag als leeraar der bur ger avondschool; J. J. A. Sprenger, om ontslag als opzichter bij de gemeente-fabricage; H. F. Gornelus, gewezen commies bij depl. belastingen, vernieuwing wachtgeld; rapporten van burgemees ter en wethouders op de adressen van P. Caste- leijn, aankoop van gemeentegrond aan de Oostpunt; H. A. Boogaert, kwijtschelding van boeten straat verlichting J. G. de Zeeuw, toekenning van wachtgeld; nader voorstel van burgemeester en wethouder» adres C. Polderman c. s.; voorstellen burgemeester en wethouders: a tot verkoop van eenige boomen op de Nieuwe haven en bij de Oude Veersche barrière; b tot aanleg van een urinoir bij het spoorwegstation; c tot verlenging der huur van het schoollokaal in de Korte Sint Pieterstraat tot Mei 1879; voorziening in de vacatures bij eenige gemeente-administratiën wegens periodieke aftredingd tot vernieuwing der kadas trale leggers dezer gemeente. Bij de opening der biljetten voor de verkiezing- van een commissaris in het polderbestuur van Walcheren, is heden gebleken dat zijn ingeleverd 247 biljetten, waarvan 1 oningevuld, zoodat het getal geldige stemmen 246 en de volstrekte meer; derheid 124 bedroeg. Er zijn uitgebracht op de heeren J. van den Broeke, rustend landbouwer te Ritthem, 79 W. Reijnierse Cz., landbouwer alhier, 57; mr. W. C. Borsius alhier 42; J. H. Snijders 36; C. J. J. A. van Teijlingen alhier 16; J. Sysouw, landbouwer te Zoutelande, 6. Tien personen bekwamen ieder 1 stem. Daar niemand alzoo de volstrekte meerderheid van stemmen verkregen heeft, moet eene herstem ming plaats hebben tusschen de heeren J. van den Broeke en W. Reijnierse Cz. De opbrengst der heden gehouden nieuwjaars- collecte bedraagt f 528,94. Die op 11 Deeember 1876 gehouden bracht op de som van 536,86J, vermeerderd met nacollecte tot 563,31j. De wetenschappelijke Sumatra-expeditie is op last der Indische regeering voorloöpig gestaakt. De regeering heeft het namelijk wenschelijk geacht den tocht niet vau Sumatra's westkust te doen uitgaan, maar van de residentie Palembang, ter Oostkust. Daar zullen de leden der expeditie den steun ondervinden van den sultan van Djambi, terwijl hunne omzwervingen aan de westkust bij de grensvolken reeds wantrouwen hebben gewekt. De Staats-courant van 16 en 17 dezer bevat de wetten van 9 dezer tot wijziging van hoofd stuk VHa der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1876 (Staatsblad no. 216), en tot verhooging en wijziging van hoofdstuk VII& der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1877 (Staatsblad no. 218) In een door p. m. 300 leden bijgewoonde ver gadering van 't district Amsterdam vau „Eigen Hulp" is een reglement vastgesteld en zijn com- raiasiën benoemd voor: a. de oprichting van een spaar- of voorschot-, of spaar- eu voorschotbank; b. bevordering van onderwijs in kunsten en weten schappen, ten behoeve van de leden en hun kin deren; c. het verkrijgen van deugdelijke en goedkoope levensbehoeften; d. het verkrijgen van geneeskundige hulp en van zieken- en begrafenis- gelden; e. het verkrijgen van woningen; f. alles wat verder in den geest der vereeniging tot den werkkring vau het district zal blijken te behooren. Sedert de overmaking op 24 Nov. jl., is bij het departement van koloniën, ten behoeve van de noodlijdenden in de kolonie Curasao ontvangen een bedrag van f 10,288.81, met het bij die over making overgehoudene uitmakende eene som van f 10,288.93. In verband hiermede wordt een bedrag van f 10,300 ter beschikking van den gouverneur dier kolonie gesteld. Staats-cour pensioenen. Verleend een tweede pensioen, ten bedrage van f 1453 'sjaars, aan mr. J. Heemskerk Az., gewezen minister van binnenlandsche zaken, met instandhouding van het bij kon. besluit van 5 Augustus 1868 verleende persioen. ministerieele departementen. Op V6TZOek eerVOl ontslag verleend, uithoofde van voortdurende ongesteldheid, aan mr. H. Tollius Drabbe, als hoofdcommies bij het departement van binnenl. zaken, met dankbetuiging voor bewezen diensten en behoudens aanspraak op pensioen. marine. Eervol ontheven de luit. ter zee 1' kl. J. P. Mercier, met den laatsten dezer, van het tijdelijk bevel over Zr. Ms. schroefstoomschip Atjeh, en, met 1 Januari a. dit kommandement opgedragen aan den kapitein ter zee K. C. Bunnik. Op verzoek eervol uit den zeedienst ontslagen de officier van gezondheid le kl. C. J. A. de Groot, dienende bij het eskader in Oost-Indië. LE6ER. Benoemd bij het wapen der artillerie tot kapitein 2e kl. bij het le regiment vesting artillerie de 1" luit. H. H. P. de Wit, van het korps; tot 1" luit. bij het 3e regiment vesting artillerie de 2e luit. B. E. TubergeD, van het korps. Naar wij vernemen heeft het bestuur der afdee- ling Middelburg van de vereeniging „Volksonder wijs" zich tot den gemeenteraad alhier gewend met het verzoek, dat van gemeentewege eenher- halinsehool moge opgericht worden. Beroepen bij de N. H. gemeente te Blokzijl, de heer C. ter Spill, predikant te Westkapelle. De Indische regeering heeft het ernstige voorne men opgevat, de zoo noodige politiehervorming op Java tot stand te brengen. Dit blijkt uit een circulaire, die zij aan de hoofden van gewestelijk bestuur uitvaardigde, en waarin de beginselen der hervorming zijn uiteengezet. De hoofden van gewestelijk bestuur moeten adviseeren ten opzichte van de tenuitvoerlegging. Zie hier in hoofdzaak, volgens de Java-courant, wat de regeering beoogt. In de eerste plaats wenscht zij de thans over Java verspreide korpsen pradjoerits en djajcmg- seTcar op te heffen. De pradjoerits voldoen over 't algemeen niet, zelfs niet aan laaggestelde eischen: zij zijn voor de handhaving eener goede politie van weinig of geen nut, geven voor het bewaren der openbare rust of orde weinig steun aan het gezag, en zullen in tijd van oorlog meer tot last dan tot dienst van het leger strekken. Da djajang-sekar zijn wel sedert 1873 als cava lerie te velde in waarde gestegen, maar beantwoor den ook niet aan het doel, dat bij de nieuwe samenstelling beoogd werd. Derhalve wil de regeering, te gelijk met de opheffing dezer beide korpsen, een korps politie agenten in het leven roepen, waarin de tegen woordige politieoppassers bij de residenten, assistent; residenten, schouten, regenten, patihs, districts-en onderdistrictshoofden worden opgenomen. De taak, aan dit korps politieagenten op te leggen, is in tijd van vrede het handhaven der politie en het bewaren van rust en orde; het bewaken van gevangenissen en 's lands kassen; het transporteeren van gevangenen en het escorteereu van geldtransporten. In geen geval mogen zij langer tot bureaudiensten worden aangewend. Over het gebruik, dat in tijd van oorlog van deze politiemacht zal kunnen worden gemaakt, wordt met den legerkommandant in overleg getreden. Al de agenten in een residentie vormen éen korps. Het getal politieagenten, waaruit dat korpa zal bestaan, wordt residentie'» gewijze door de regeering bepaald. Het hoofd vau gewestelijk bestuur verdeelt hen onder de ambtenaren in het gewest en is bevoegd, zoo noodig, tijdelijk wijziging in die verdeeling te brengen. Op den voorgrond staat, dat het beginsel, tot heden gehuldigd, volgens hetwelk de politie in de eerste plaats wordt uitgeoefend door de inlandsche ambtenaren onder leiding van de residenten en assistent-residenten, gehandhaafd blijft. Aan ieder inlandsch en Europeesch politieamb tenaar wordt met inachtneming daarvan door den resident een zeker aantal politieagentennaar gelang der behoefte, toegekend. De gewone politieagent zal met een sabel en een lans gewapend zijn. Een deel wordt van geweren voorzien. Bereden agenten worden met een revolver gewapend. Wijders worden zij verdeeld in klassen, zoodat opklimming in bezoldiging mogelijk is, waardoor hun ijver en plichtsbetrachting worden aangewak kerd. De regeering wenscht door voldoende bezoldiging de gelegenheid te openen om geschikte personen als agenten to bekomen. Zij ziet in een kleiner getal goed bezoldigde agenten meer heil dan in een grooter getal, wier lage bezoldiging ten gevolge heeft, dat men alleen krijgt wat elders niet terecht kan komen, of om weinig loffelijke redenen zich aan de politie wil wijden. Evenwel mag niet uit het oog worden verloren, dat de bezoldigingen der politieagenten steeds in goede verhouding moeten staan tot de traktementen, die thans aan de lagere inlandsche ambtenaren en hoofden worden toegekend. Aan de hereden agenten zal een maandelijksche toelage worden verstrekt, waarvoor zij zeiven, ten genoege van het hoofd van gewestelijk bestuur, in hun behoefte aan paarden, harnachementen en fourages hebben te voorzien. Door den minister van oorlog zijn bevorderd tot fortificatie-opzichters van de 1® klasse de opz. 2" kl. J. A. de Rooij, P. Visser, T. Werner en J. M. de Rooij en tot opzichter van fortificatiën 2e klasse de opz. 3e klasse J. M. Kleian, T. H. Bertels en J. van Bel. Heden morgen te 8i uur had de voerman J. de K. alhier het ongeluk dat bij het ophalen der vuilnis in de St. Pieterstraat zijn paard schrikte, tenge volge waarvan hij onder de wielen der kar geraakte en aan zijne beide beenen en linkerhand belangrijk gekneusd werd. Dr. IJ. Keyzer ver leende heelkundige hulp. Te Amsterdam eirculeert een verzoekschrift aan burgemeester en wethouders, om voortaan op Nieuwjaarsdag de groote koopmansbeurs te sluiten, dewijl zulks in alle groote stedeu van het bui tenland geschiedt en er toch geen zaken gedaan worden. Gedurende het jaar 1876 zijn op de Neder- landsche spoorwegen door ongelukken slechts 3 reizigers gewond, waarvan een door eigen schuld, on niemand gedood. Er werden echter 10 beamb ten of bedienden der maatschappijen en 12 per sonen die zich op den weg bevonden gedood, 17 beambten of bedienden en 3 personen op den weg gewond. Te zamen alzoo 45 ongelükken. Deze cijfers zijn, ook in vergelijking met het buitenland, zeer geruststellend,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1