N°. 295,
120® Jaargang.
1877.'
Vrijdag
14 December.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met nitzondering van Zen- en Feestdagen.:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van) 1—7 regels 1,50
iedere regel meer t 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Latviti C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 13 December,
Draagkrachtbelasting.
Spöoïweg-dieverijen,
MIDDELRURGSCHE COURANT.
Ingezonden
I.
Volgens de verslagen van de volgende
gemeenten in ons vaderland over 1873 of 1874,
bedroeg het totaal der belastingen die in de
gemeentekas vloeiden, zoowel vin opcenten op
de rijksbelasting, als hoofdelijke omslagen, bet
4/5 van het personeel, bondenbelasting en be
lasting op tooneelvoorstellingen, per hoofd van
ieder inwoner in:
Amsterdamf 10.36
Rotterdam- 10.28
Goes8.83
Middelburg8.10
Arnhem7.78
Utrecht 7.46
Leiden 7.13
Alkmaar 6.66
Sneek5.99
Zierikzee 5.96
's Hertogenbosch 5.70
Delft i5.56
Amersfoort5.29
Groningen4.99
en Tiel.4.89
Middelburg behoort dus onder de zwaar
belasten en het schijnt zeer begrijpelijk, dat
een der wethouders onlangs waarschuwde tegen
het opdrijven der gemeentenitgaven.
En toch, in iedere gemeente doet zich het
verschijnsel voor, evenals in ieder huishouden,
dat de uitgaven steeds vermeerderen; een ver
schijnsel, dat zijne verklaring vindt eensdeels
in het feit dat het gelei' in de laatste jaren
aanzienlijk in waarde verminderd is, anderdeels
daarin dat de gemeentebesturen, meer dan
vroeger het geval was, de belangen van het
algemeen behartigen, en vooral op het gebied
van het onderwijs zich groote uitgaven getroosten,
in de overtuiging dat de welvaart der gemeen
tenaren voor een groot deel van goed onderwijs
afhangt.
De gemeente Middelburg maakt zich ten
opzichte van het onderwijs niet aan overdrij
ving schuldig. Trouwens het rijk heeft haar
een deel van die zorg ontnoihen, door de
stichting eener rijks hoogere burgerschool.
Op de begrooting van dit jaar staat voor
onderwijs uitgetrokken49.985
trekt men daarvan af de schoolgel
den ad15.908
dan houdt men de som over, door
Middelburg voor zijn onderwijs dit
jaar te besteden 34.077
of per hoofd gemiddeld 2.13 terwijl in
de naburige gemeente Goes in 1874, dus vóór
de oprichting der hoogere burgerschool voor
meisjes, voor onderwijs 3.77 per hoofd der
bevolking besteed werd.
In vergelijking met Goes heeft Middelburg
in dit opzicht niet te klagen, maar wie te
klagen hebben zijn de Middelburgers, aan wie
nog onlangs door de gemeente eene subsidie
voor eene herhalingschool geweigerd werd,
ofschoon aan zulk eene school ongetwijfeld
behoefte bestaat.
Vraagt men nn hoe het komt dat de inwoners
van Goes meer uitgaven zich kunnen getroosten
Ofschoon wij het toet deze beschouwingen niet in alle
opzichten eens zijn, geren wij ze echter, uithoofde harer
belangrijkheid en actualiteit, de plaats onzer hoofdartike
len. Onze eigen aanteekeningen volgen misschien later.
Dl Rïpaotib.
voor het onderwijs dan de Middelburgers, dan
luidt het antwoord: de belasting te Goes,
ofschoon hooger dan te Middelburg, drukt
minder zwaar.
Deze schijnbare tegenstrijdigheid vindt hare
oplossing in het feit, dat de hoofdelijke omslag
te Goes anders verdeeld wordt dan te Middel
burg; dat men te Goes heeft eene soort van
draagkracht-belasting, die tevens progressief
is, terwijl te Middelburg de hoofdelijke omslag
eene zuivere inkomstenbelasting is.
Sedert het dwaalbegrip verdwenen is, alsof
de gemeente eene soort van nijverheidsonder
neming ware, die de inwoners bestrating, gas
verlichting, onderwijs, brandspuiten enz. leverde,
tegen vergoeding van de door haar bewezen
diensten, is ook de gevolgtrekking, uit dat
dwaalbegrip voortspruitende, verdwenen, dat
ieder inwoner moet betalen naarmate hij van
de diensten der gemeente geniet.
Het moge waar zijn, dat dit beginsel bij
gemeente-inrichtingen, welke uitsluitend ten
behoeve van enkele inwoners eener gemeente
worden opgericht, nog eenigen grond kan hebben
als algemeene stelregel kan het geen dienst
meer doen.
Als staatsrechtelijk lichaam heeft de gemeente
behoeften, en om in die behoeften te voorzien
neemt zij het geld dat zij noodig heeft, wil
zij blijven bestaan en aan hare verplichtingen
voldoen.
Nam zij dat aanvankelijk waar zij het krijgen
kon, zonder te vragen of zij daardoor sommige
belastingschuldigen te gronde richtte, anderen
onevenredig licht trof, van lieverlede hebben
de beginselen van billijkheid en staatsmans
wijsheid gezegevierd en ontstaat er eene neiging
om de ingezetenen der gemeente te treffen naar
ieders draagkracht. Was de vervanging van de
indirecte verbruiks-belastingen door den direc-
ten zoogenaamden hoofdelijken omslagreeds
een reuzenstap in die richting, het zal nog
een geruimen tijd kosten eer het ideaal, dat
ieder betale naar zijne krachten, zal worden
bereikt.
Immers aan den eenen kant berust de belas
ting op het personeel, waarvan het 4/s een
groot deel van de gemeeDte-ontvangsten uit
maakt, niet op draagkracht. Aan den anderen
kant bestaan de meeste gemeenteraden uit
vertegenwoordigers der gegoede standen, die,
zij het ook onbewust, uit klasse-belang
tegen vervanging der opcenten op het perso
neel door middel van een verhoogde draag
kracht-belasting, en tegen draagkracht
belasting in het algemeen, zullen opzien.
Bovendien zou een groot deel van het be-
lastingdragend publiek, wanneer de opcenten
der gemeente op grondbelasting en personeel
werden afgeschaft en het tekort door eene
verhooging der inkomstenbelasting werd ge
dekt, alleen bemerken dat zij hooger dan vroe
ger in de inkomstenbelasting waren aangeslagen,
terwijl zij allicht zouden voorhij zien, hij de
zeldzame opeenstapeling van rijks-, provinciale-
en gemeente-opeenten op de rijksbelastingen,
dat de gemeente-opcenten niet geheven werden.
Zoodoende zou die wijziging weinig populair
zijn, d. w. z. weinig in den smaak vallen van
het niet-denkend gedeelte van het publiek, dat
in den regel de meerderheid uitmaakt.
Wil men dus kans hebben, zij het ook ge
leidelijk, onze gemeentebelastingen naar de
draagkracht te verdeelen, zoo zal men moeten
beginnen met den hoofdelijken omslag naar
dien maatstaf te heffen. Op welke wijze dat
het best kan geschieden en hoe eene verhoo
ging van de opbrengst dier belasting er een
wenschelijk gevolg van kan zijn, hoop ik een
andermaal aan te toonen.
i
De heer H., een onzer lezers te Lobith, schrijft
ons het volgende:
„Een zeer curieus geval van spoorwegdieverij
heeft zich wederom voorgedaan. Wel was te
voorzien, dat bij het bestaande gebruik om elkaar
ook per spoor surprises toe te zenden, daartoe bij
gelegenheid van St. Nicolaas eene ruime gelegen
heid zou worden aangeboden doch zeker niet dat
eene zoo arglistige als de volgende van de gesle
penheid onzer spoorwegbeambten getuigenis zou
afleggen.
„De heer H. ontving namelijk van zijne familie
uit Vlissingen per spoor tot Zevenaar een trommel
gesloten met een letterslot. Volgens bijge
voegde opgave zouden zich in dien trommel,
behalve meer, ook bevinden eenige boterletters;
doch deze waren er bij aankomst niet in te ont
dekken alleen eene massa kruimels gaven bewijs
dat ze er in geweest waren.
„Ook aan de hengsels der doos was geene gele
genheid om die te openen, zoodat hieruit blijkt
dat men op de sporen ook vernuften vindt, die
hun genialen aanleg met succes aanwenden tot
het ontcijferen van lettersloten, teneinde uit de
trommels hunne gading weg te kapen.
„Men zij dus op zijne hoede, en gehrnike als
sluitmiddel ook geen lettersloten meer."
Tevens bevat het Utr. Dagblad van gisteren het
volgende ingezonden stuk:
„Aan het publiek maak ik bekend, dat ik ver
leden week per Oosterspoor van hier een kistje
verzonden heb naar iet Nieuwediep, dat onder
weg opengebroken en beroofd is. Twee jaren
geleden verzond ik een dergelijk kistje per van
Gend en Loos, verleden jaar per Rijnspoor, en de
uitkomst was altijd zooals nu, dat ik bestolen
werd. Het getal spijkers, dat ik gebruikte, nam
toe in dezelfde mate als de onveiligheid, maar het
heeft mij niet mogen baten. Ik weet, dat dit niet
te wijten is aan de directies; ik weet ook, dat
-klagen niet helpt evenmin als spijkers, en de lam
lendigheid waarmeê zij, die er misschien iets aan
konden doen, zich bij zulke openbare schandalen
neêrleggen, geeft mij de zekerheid, dat de dieven
naar hartelust zullen kunnen voortgaan. Ik wensch
alleen nadr 's lands wijs en 's lands wijs, is
immers 's lands eer „het feit te constateeren",
dat ik behoor in de lange rij van hen, die door
spoorwegbeambten zijn bestolen.
„Utrecht, 11 Dec. 1877. J. Hartog."
De Vlissingsche Courant van heden meldt het
volgende
„Door A. S., werd ter gelegenheid van het St. Ni-
colaasfeest Van Harderwijk naar een ingezetene te
Vlissingen per spoor door bemiddeling der expeditie
onderneming van Gend en Loos verzonden een kistje,
inhoudende: 6 boterletters, 1 kistje sigaren en 85
cent. Het kwam jl. Zaterdag hier aan en bevatte
toen slechts 2 letters en in plaats van 100 slechts
75 sigareu.
„De persoon, van wie wij deze mededeeling
ontvingen, zegt meermalen te hebben onder
vonden, dat van het haar per spoor gezondene
het een of ander ontvreemd was."
In de Nieuwe Rotterdamsche courant van heden
leest men het volgende
„Sedert eenigen tijd hebben bij bijna alle
expeditiën bij herhaling vermissingen plaats van
verzonden goederen; naar men verneemt, ook weder
onlangs van zilveren voorwerpen, per expeditie
van Van Gend en Loos verzonden aan het adres
van een magazijn in gouden en zilveren werken
te Utrecht. In verband hiermede zijn heden
nacht te Utrecht een der bedienden van genoemd
expeditiekantoor en zijn vrouw in hechtenis ge
nomen.
V
Uit dit laatste schijnt te blijken dat, als de
dietstal maar belangrijk genoeg
geacht wordt, de opsporing der dieven niet
tot de onmogelijkheden behoort. De vraag mag
dus gedaan worden ot, wanneer de spoorwegbe
stuurders, de expeditie-ondernemers, de justitiej
dp politie, of wie het anders mocht aangaan,
eens tot de overtuiging mochten komen dat
de veiligheid van alle ter verzending toever
trouwde goederen van even groot belang
is, of het dan ook onmogelijk zou blijken aan
de nu gepleegd wordende rooverijen een eind
te maken,
De heer J. J. A, Sprenger alhier, die zijn
eervol ontslag als opzichter bij de gemeentefabri-
cage heeft aangevraagd, is benoemd tot buitenge
woon opzichter bij den waterstaat, met ingang
van 1 Januari a.
Bij besluit van den minister van waterstaat ia
bepaald, dat de ingenieur H. A. van der Maaten,
zal zijn toegevoegd aan den hoofdingenieur van
den waterstaat in Gelderland.
In de vergadering yan de letterkundige afdeeling
der kon. academie van wetenschappen, den 10en
dezer gehouden, deelde o. a. prof. Boot mede dat
hem sedert de vorige maand (zie M. Ct. van 27
Nov. jl.) uit 's Hage waren toegezonden twee
gedichten van Hugo Favelius van Middelburg.
Het eene is een vers op den slag bij Lepanto; het
andere behelst bijschriften bij zekere landkaartjes.
Men schrijft ons uit Vlissingen.
„Dezer dagen liep alhier het gerucht dat er
valsche souvereigns in omloop waren gebracht.
Dit schijnt echter zoo niet te zijn. Althans het
stuk dat mij vertoond is, was de sedert, tal van
jaren bekende koperen of verkoperde penning die
te Londen openlijk voor een stuiver verkocht
wordt. Zij vertoonen aan de eene zijde het
portret van koningin Victoria, aan de andere zijde
een of ander wapen, en zijn van de gewone grootte
eener souvereign. Valscb geld kan het echter niet
genoemd worden, daar kleur, wicht en wapen
zoozeer van de souvereigns onderscheiden zijn,
dat ze op het eerste gezicht te onderkennen zijn.
Het bestaan van deze penningen is dan ook vrij
algemeen bekend.
„Nochtans kunnen ze in handen van sommige
lieden dienen om er onbedachtzamen mede te
bedriegen, zooals ook reeds werkelijk heeft plaat3
gehad. Ze kunnen tegenover de echte souvereigns
ongeveer dienst doen als de heilwenschen in den
vorm eener banknoot tegenover de echte banknoten."
Op de 19e algemeene vergadering van het Aard
rijkskundig genootschap, op 22 Dec. a. in
„het Vosje" te Amsterdam, komen onder de pun
ten van beschrijving voor: proeve tot verklaring
van het poollicht, door den heer H. J. H. Grone-
man, en eenige korte mededeelingen omtrent
Abyssinië, Nabië en het reizen in die landen, met
een enkel woord vooraf over de kustplaatsen aan
de Roode zee, door den heer B. Nachenius Jz.
De kamer van koophandel te Amsterdam
heelt zich bij adres tot den minister van waterstaat
gewend, met verzoek om ook den trein, die volgt
op den ingestelden ochtend-sneltrein van Vlissingen,
tot een posttrein te maken, met het oog op eene
altijd mogelijke late aankomst der mailboot van
Queenborongh. Tevens wordt in bet adres de
dank der kamer uitgesproken over de door dezen
minister reeds ingevoerde betere regeling der
treinen.
Te Vaere treedt, naar aan de N. Rott. Ct.
gemeld wordt, met 1 Januari a. eene inkomsten
belasting in werking, omvattende alle inkomensten
boven de f 200.
Tot het houden van eene algemeene vergadering
op jl. Maandag avond, was door het voorloopig
bestuur van de vereeniging „Eigen hulp" te Ter
Neuzen andermaal aan de leden dier vereeniging
eene nitnoodiging geschied, tot het doen van
verslag en het verkiezen van bestuursleden, dewijl
bij de vorige geannonceerde oproeping, op 24 Nov.,
geen voldoend aantal leden was opgekomen. Ook
nu bleek het dat wederom geen voldoend aantal
leden aanwezig was, tengevolge waarvan alsnu
het voorloopig bestuur zijn mandaat heeft neerge
legd, daar bet zijne taak hiermede als afgedaan
beschouwde.
In de gisteren avond gehouden vergadering van
het Middelburgscb departement der maatschappij
tot Nut van. 't Algemeen hadden de volgende
benoemingen plaats
tot leden der commissie voor de hulpbank, in