Benoemingen en besluiten.
Kerknieuws.
Kunst nieuws.
Rechtzaken.
de meesten na een leven van éen dag, spoorloos
weer verdwijnen.
{Wordt vervolgd).
consulates. Erkend en toegelaten als vice-con
sul van het Duilsche rijk te den Helder, P. Groen,
op den voet van Nederlandsck onderdaan.
rechterlijke macht. Benoemd tot ambtenaar
van het openbaar ministerie by de kantongerechten
in het arrondissement Middelburg, voor de kantons
Oostburg, Ter Neuzen en Hulst, ter standplaats
Middelburg, mr. P. J. van der Feen, advocaat te
Middelburg. [Gisteren reeds onder „Tel. ber."
gemeld.]
schutterijen. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan A. Meijers als 2ea luitenant bij de dd. schut
terij te Vlissingen, en als zoodanig benoemd P.
Meijers. [Gisteren reeds onder „Tel. ber." gemeld.]
marine. Met den 15™ dezer eervol ontheven de
kapitein ter zee A. Dronkers, van het bevel over
Zr. M3. schroefatoomschip Leeuwarden, en vervangen
door den kapitein ter zee A. Rietveld, onder
eervolle ontheffing van het thans door hem gevoerde
bevel over Zr. M3. wachtschip te Willemsoord;
voorts is het bevel over genoemd wachtschip
opgedragen aan den kapitein ter zee W. H. F.
van Oordt.
DELASTiNGEN. Benoemd jhr. S. R. van Spengler,
thans ontvanger der directe belastingen en accijnsen
te Scliagen c. a., tot ontvanger derzelfde middelen
te Weesp e. a.
De heer F. Gronomeijer, predikant bij de
N. H. gemeente te Apeldoorn, heeft voor het
beroep naar Vlissingen bedankt.
De ter aarde bestelling van het stoffelijk overschot
van den heer J. H. Bennefeld had gisteren op
het kerkhof aan de Diemerbrug te Amsterdam in
eenvoud plaats. Door de meisjes-leerlingen der
tooneelschool werden bloemruikers op de lijkkist
gelegd en ook door andere vrienden en vereerders
van den overledene werden kransen gebracht. De
heer Altman, namens Arti, de heer van Tienhoven,
namens het bestuur der tooneelschool, de heer
Delfo3, namens de leeraars en de heer de Veer,
namens de vele vriendea van den overledene,
voerden in hartelijke taal het woord.
Maandag a. zullen te Botterdam twee
nieuwe stukken van den heer Rosier Faassen
worden opgevoerd„'t Huis bly ven" en „de Ledige
Wieg.
Eenigen tijd geleden deden hier allerlei onrust
barende verhalen de ronde omtrent een grooten
man met zwaren baard, die de huizen der ingezetenen
binnendrong en onder bedreiging van moord geld
afperste. Vooral op vrouwen en kinderen maakten
die verhalen een machtigen indruk. Die „vreeselijke"
man was in den laatsten tijd echter onschadelijk
gemaakt doordien hij alhier gedetineerd is. Voor
de rechtbank alhier terechtstaande, bleek het, ook
uit de bekentenis van den beklaagde, dat hp, W. K.
geheeten, geboren is te Amsterdam, thans sjouwer
te Vlissingen en 51 jaren oud. De justitie had
hier te doen met een blijkbaar ontwikkeld man,
van wien het bekend is dat hp onderscheidene
talen vloeiend spreekt, maar die door misbruik van
sterke- drank het ongeluk van zich-zelven en van
zijn gezin is geworden.
De feiten waarvoor hp terechtstond waren de
volgende. Vooreerst dat hp op 19 Augustus jl. te
Vlissingen, ten nadeele der Ned. Amerikaansche
stoomvaartmaatschappij, zes linnen zakken, welke
hem ter hand waren gesteld om tegen een loon
van 20 of 25 cent per nur steenkolen te laden,
arglistig verduisterd en ten eigen bate verkocht
heeft. Ten tweede dat hij op 24 October jl. te
Vlissingen van een wagen op de openbare straat,
ten nadeele van den koopman Bouters uit Middel
burg, arglistig vijf aarden schalen heeft weggenomen.
Hij deed dit echter volstrekt niet geheimzinnig,
maar zeide integendeel tot den geleider van den
wagen, dat hij die schalen opzettelijk wegnam,
opdat hp zoodoende in de gevangenis zou komen,
terwijl zijne vrouw en kinderen het dan heter
zouden hebben dan wanneer hij op vrpe voeten
bleef.
In de derde plaats was hem ten laste gelegd,
dat bij op 29 October jl. bij de heereu jhr. mr.
J. W. M. Schorer, burgemeester, J. H. Gerlach en
J. J. L, Luti, beiden Waalsch predikant alhier,
bedelend om onderstand heeft gevraagd en, tenge
volge van zijn beklag, van den eersten f 1, van
de beide anderen ieder 50 cent gekregen heeft.
De rechtbank heeft hem heden aan de ver
schillende feiten schuldig verklaard en die gequa-
lificeerd1° misbruik vaD vertrouwen2°eenvoudige
diefstal, en 3° bedelarp in eene plaats voor welke
eene openbare inrichting tot voorkoming van bede
larp bestaat, en hem, onder aanneming van het
geringe toegebrachte nadeel en zijne bekentenis
als verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot
vier maanden cellulaire gevangenisstraf, een geld
boete van f 12.50 en in de kosten.
Volgens schrijven van den heer Potkemper aan
een der belanghebbenden, zal het proces in zake
de erfenis van Teyler van der Hulst met
Februari a. s. een aanvang nemen. De directeuren
in Haarlem zullen dan gedaagd worden om tegenover
de familie rekening en verantwoording te doen
van het door hen beheerd wordende kapitaal. Bij
gebreke zullen zij voor de rechtbank worden
gedaagd en zal alsdan de zaak haar gerechtelijken
loop hebben. (N. Veend. Ct.)
De gemeenteraad van Sluis heeft den heer
H. M. Hennequin, geneesheer aldaar, benoemd tot
gemeente genees-, heel- en verloskundige.
Het zal niet lang meer duren of de voor
eenigen tijd te Amsterdam geplaatste drinkwater
fonteinen zullen worden gesloten. Eiken nacht
worden de kranen verdraaid of gestolen, worden
de diinkwateraappsn beschadigd of meegenomen
of de bakken verontreinigd. Bij deze daden van
lompe brutaliteit zijn de fonteinen onhoudbaar.
De wed. de Geers Boers, beschuldigd van
vergiftiging van haar echtgenoot, is in hare woning
te Rotterdam teruggekeerd. Zij is wegens gebrek
aan bewijs ontslagen.
De vereeniging tot Heil der Werklieden te
Zwolle, die vóór eenige dagen bad besloten om
het loon van bekwame werklieden van het bouw
kundig vak tot op 14 cent per uur te verhoogen,
aan te vangen 1 Januari a., heeft besloten, die
verhooging eerst met 1 Maart e. k. te doen ingaan.
Omtrent de voorgestelde verhoogiug van het bazen-
geld, waarover de meeningen zeer verdeeld waren,
heeft men besloten, die niet toe te passen, omdat
men den werkgever niet meer dan hoog noodig
gevorderd worden kan, belasten wil.
Nadat dezer dagen door een leverancier te
Breda aan de cadetten eene prijs-courant was
gezonden, waarbij hij aan deze minderjarige jon
gelingen de gelegenheid aanbood om op crediet
groote uitgaven bij hem te doen en, als onvermij
delijk gevolg daarvan, schulden te maken, heeft
de gouverneur der academie hij order aan de
cadetten den toegang tot het huis, het magazpn
of den winkel van den bewusten leverancier ten
strengste verbodenterwijl ieder cadet, van wien
de juistheid der feiten, bun door de theoretici
verstrekt, niet konden beoordeelen en stellig niet
met verstand toepassen.
Het waren vooral de pogingen dezer laatsten,
die, inziende wat hun ontbrak, en vooral door het
veelvuldig voorkomen van epidemieën, waarbij de
artsen nagenoeg machteloos bleken, doordrongen
van het groote belang dat de maatschappij had
bij bet voorkomen van ziekten, de publieke opinie
wakker schudden en, voornamelijk met behulp
der periodieke pers, er op aandrongen dat het
voorkomen van ziekte niet langer bij het gene
zen van ziekte zou moeten achterstaan.
Aan de bemoeiingen dezer menschenvrienden
danken wij niet alleen de medische wetgeving van
1865, maar ook, op het voorbeeld van Duitschland
en Engeland, de oprichting van leerstoelen voor
hygiëne aan de Nederlandsche universiteiten.
Dat men de hygiëne ook in praktijk wil brengen
en er geldelijke offers voor over heeft om het
ziek zijn minder algemeen te maken, ook dat is
in den laatsten tijd meermalen gebleken. Ten
onzent heeft de invoering van het geneeskundig
staatstoezicht daar een kraehtigeu stoot aan ge
geven. Eeuwen lang hadden de bewoners onzer
hoofdstad zich voornamelijk met slecht regenwater,
die onzer tweede koopstad zich met bezoedeld rivier
water gedrenkt, en eerst in de tweede helft der
19e eeuw hebben zij het voorbeeld, hun door het
gezond verstand der oude Romeinen gegeven,
nagevolgd. Ook buiten Nederland heeft men eerst
in de laatste tientallen jaren ingezien, dat uitgaven
voor het behoud der gezondheid tof de productieve
moeten worden gerekend.
Hygiëne is de kunst om de gezondheid, te bewaren.
Evenmin als da .geneeskunde kan zij eene
afzonderlijke wetenschap worden genoemd, doch
zij is met deze nauw verwant en hygiënist en arts
passenofschoon met verschillende doeleinden,
slechts toe hetgeen de wetenschap, die aan hunne
kunst ten grondslag ligt, heeft gevonden.
Beiden, hygiënist en artshebben elkander
noodig; de hygiënist waar eene vertrouwbare
ziekte- en sterftestatistiek hem over het wensche-
lijke of het nut van preventieve maatregelen zal
doen oordeelen, de arts waar het er op aankomt
ziekten te genezen door het opheffen der oorzaken.
En toch is vereeniging van beide ambten in éon
persoon minder wensehelijk, te meer daar er
omstandigheden zijn, die op beider streven een
overwegenden invloed uitoefenen en de richtingen,
waarin zij werkzaam zijn, zeer doen uiteenloopen.
Allereerst blijkt dit wel uit beider begrip van
gezondheid. Terwijl de hygiënist gezond noemt,
wie physiologiseh gezond is, verklaart de arts
voor gezond, wie niet onder zijne behandeling is
en geneeskundige hulp niet blijkt te behoeven.
Terwijl de arts met zieken te doen heeft, die
vóór alles hulp voor hunne kwalen verlangen en
daarom met blind vertrouwen de door hem voor-
geschrevene middelen gebruiken, heeft de hygièuist
met gezonden te doen, met lieden, die niet zooals
zieken door den oogenblikkelijken nood volgzaam
zijn geworden, maar die, daar het geldt het nemen
van maatregelen tegen ziekten en gebrekeu, waar
door zij hopen toch niet te zullen worden aangetast,
terwijl de maatregelen zelve in vele opzichten
storend inwerken op hunne gewoonten, gemakzucht,
op de levenswijze die hun het aangenaamst is,
en bovendien uitgaven vorderen, die zij liever
zouden nalaten, van het nut dier maatregelen
moeten worden overtuigd en tot de uitvoering
overgehaald.
Daarom is het voor den hygiënist, nog meer
dan voor den arts, noodig dat hij vertrouwd
wordt en vertrouwen verdient.
Daarom moet hij nog veel voorzichtiger zyn in
het geven van steliigen raad.
Daarom mag hij zich nog veel minder laten
meêsleepen door „nieuwe ontdekkingen", waarvan
heb gewerkt voor anderen, ik heb mij uitgesloofd
voor anderen, ik heb my ter wille van anderen
moede gepeinsd.Het is wat mooisEen
groote overwinning die ik behaald hebl Maar
zou ik het misschien niet gedaan hebben, zou ik
mij misschien niet zooveel moeite gegeven hebben,
als ik geweten had dat dit mijn belooning zou
zijn? Of moet men alleen het goede doen ter
wille van het loon dat men er voor hoopt te
krijgen? Kon Guido Laurenti zoo zelfzuchtig
geworden zijn?
Terwijl hij dit dacht ging het licht bij Louise uit.
„Slaap, slaap zacht en mogen aangename droo
men van de feesten, waaraan gij u weder vol
vertrouwen en opgewektheid wijdt, u bezoeken.
Droom van uw Percy, voel zijn krachtigen arm,
die u steunt, terwijl gij op de maat der vroolijke
muziek ronddraait en zijn adem tegen uw gelaat
voelt. Hij die nu zoo vol teederheid is, dacht
niet aan u toen gij van verdriet in de eenzaamheid
wegkwijndet. Wie er toen aan uw bed zat, wie
bezorgd naar uw zwakken hartslag luisterde, wie
het leven in u terugriep, wie slechts voor a leefde
en u als een deel van het zijne beschouwde, was
een onbekende, was Guido Laurenti, die gezworen
had den blos der gezondheid en dor jeugd
op uwe wangen te doen terugkeeren en daarna
zelf te sterven; omdat hij u liefhad en zijn hart
hem zeide dat gij, als gij genezen waart, uw
liefd* aan niemand meer zoudt schenken.
Sterven! Ik had gezworen dat ik voor haar
zou stervenDwaas, driemaal dwaasWaar
voor, voor wie sou ik de belofte houden? Men
sterft, als men niet tot de vrouw die men het leven
gered heeft, durft zeggenbemin mij tot belooning
der weldaadde liefde heeft u kwaad gedaan,
wat doet er dat toe? lijdt nu om mijnentwil. Maar
die vrouw bemint nu een anderzij bemint weder
haar vroegeren minnaar. Wat beteeken en anders
die hernieuwde feesten Die terugkeer van Percy
dien zij glimlachend gedoogt
Groote God, hebt gij dat schoonste wezen
uwer schepping zoo diep doen zinken, dat zij
zonder schaamte en zonder wroeging terugkeert
tot iemand die haar verlaten heeft en die alleen
uit wispelturigheid weer bij haar komt, zonder
met haar geleden te hebben? Zulk een liefde is
heiligschennis!En waarom heeft zij dat niet
begrepen? Waarom! Het is dwaas van mij dit
te vragen. Of zijt gij vrouwen niet veeleer wat
wij ons verbeelden dat gij zijt; wij aanbidder»
van afgodsbeelden, die met onze handen gemaakt
zijn, en van eigenschappen die alleen bestaan in
onze overspannen verbeelding? De kameleon
verandert van kleur naarmate het licht op zijn
huid valtwij verlichten u met de stralen van
onzen geest; kleuren u met onze hartstochten en
dan schittert gij. Een lichtzinnig genotzoeker,
die u voorbijgaat, ziet u opnieuw schitterende van
sciiooaheid, 't werk der liefde van een liefhebben
den arts en hij, die niets voor u gedaan heeft,
die niet eens naar u heeft omgezien toen gy zwak
en ziek waart, haast zich dan om naar u toe te
gaan, zich tusiohen u en den ongelukkigen art»
te dringen en het licht en de warmte die van u
uitgaan, tot zich te trekken.
En heb ik zooveel gestudeerd, zonder dit alles
te weten? Arme man, zwoeg over uwe boeken,
ontruk de aarde en den hemel hunne geheimen
Maar wat praat ik van boeken? En de droeve
ondervinding van het verledene! O mijn arm
hart, heeft het u dan niets gebaat dat gij die
bittere kwalen reeds eenmaal uitgestaan hebt?
Gij zjjt opnieuw in den val geloopen; gy hebt
het geluid van die snaar, die reeds door een
vroegeren sprong geleden had, gesmoord, toen zij
door hare schrille tonen het alarmsignaal aan het
sluimerende verstand had kunnen geven. Kom;
als het niet onmogelijk ware dat Laurenti stierf
ter wille van mijnheer Percy, dan zou ik u wel
voor goed weten te smoren in een geweldigen
plotseliugen bloedstroom.
Dit zeggende verwijderde hij zich van het
venster, waar hij nog altijd stondging naar een
kast, opende een doosje, haalde er een fleschje
uit dat hij verachtelijk op den grond wierp. Het
glas brak en de enkele droppels vocht welke het
bevatte, spatten op den vloer.
Daar, vloei weg, vergif dat mij moestdooden
zonder dat er een spoor van u overbleef, zoodat
ik getroffen zou zijn geweest, zonder dat anderen,
zelfs by de lijkschouwing, mijn dood aan wanho
pend opzet hadden kunnen toeschrijven!
Vloei weg; ik zal niet anders doen dan mijn
hart kastijden, voor altijd die rampzalige snaar der
liefde verbreken, uitrukken. Ik ga naar Indië
mocht ontdekt worden, dat hij by dien leverancier
bestellingen doet, ernstig zal worden gestraft.
Al hoort men over het gebeurde op de Brou
wersgracht te Amsterdam niet veel spreken, toch
is het onderzoek nog niet afgeloopen. De justitie
schijnt meer gewicht te gaan hechten aan het
rapport van den arts Schmidt, die met meer
kennis van zaken kon oordeelen dan de gerechte
lijke geneeskundigen, die wel een lyksebouwing
hielden, maar het lichaam niet zagen in den toe
stand waarin het zich onmiddellijk na het volbrengen
van de daad bevond. Merkwaardig is de omstan
digheid dat terwijl de karaf en de lampetkan, die
zich in de kamer bevonden, 3350 gram water
bevatten, waarvan een gedeelte in een kook-
toestel en op deu grond werd terug gevonden,
zoodat 2820 gram water verdwenen zijn, do
gerechtelijke lijkschouwing wel het vinden van
een belangrijke hoeveelheid vocht constateert, maar
daardoor nog lang niet is uitgemaakt, dat iemand,
die te middernacht nog wel is en te 4 uur ver
moord wordt gevonden, deze groote hoeveelheid
van 2820 gram in dien korten tijd zou hebben
opgedronken. Zou dit water ook voor iets anders
kunnen gebruikt zijn? is een vraag, die vooral
beteekenis vindt door de omstandigheid, bepaal
delijk bevestigd door een apotheker, die reeds
te half zes in de woning was, dat een zekere
hoeveelheid water in de lampetkom met bloed
was doortrokken.
Een nauwgezet onderzoek van meer dan drie
weken, waarbij zelfs het intieme leven van den
heer K. tot in de kleinste puntjes werd doorgrond^
heeft niet de minste aanleiding gegeven aan het
plegen van zelfmoord te gelooven.
De justitie heeft haar laatste woord in deze
zaak dan ook nog niet uitgesproken. Zelfmoord
is door de politie als uitgangspunt in de instruetie
aifngenomen, maar bewezen is hij niet. Voor het
gevoelen van moord mogen de bewijzen evenmin
voldoende zijn, het is in elk geval aanneembaar.
Rbl
Volgens te Berlijn in omloop zijnde geruch
ten zou de meerderheid der kardinalen voornemens
zijn, ingeval van overlyden van den paus, Rome
te verlaten en het conclave, alsmede de residentie
van den volgenden paus naar Frankrijk en wel
voorloopig naar Nizza te verleggen. Deze geruch
ten verdienen echter niet het minste geloof.
Uit Praag wordt gemeld, dat in verscheidene
Czechische_ steden comités zijn gevormd om den
aanstaanden val van Plevna door illuminaties,
optochten en dergelijke feestelykheden te vieren.
De kanselier van de Engelsche schatkist
heeft ook een rede over de Oostersche crisis
gehouden en daarin verzekerd, dat de regeering
er naar streeft den vrede te herstellen en de
belangen van Engeland in alle opzichten te be
schermen. Het moet echter daarby rekening hou
den met de gevoelens en inzichten der overige
Europeesche mogendheden.
Uit Ragusa wordt gemeld dat op de kust
van Albanië zes Turksche schepen zijn aangeko
men. De Montenegrijnen hebben het debarkeeren
van troepen verhinderd.
Aangezien de bey van Tunis hulptroepen
aan Turkije heeft gezonden, heeft de Russische
regeering aan haar eonsul te Tunis last gegeven
om te vertrekkende Duitsche consul is belast
met de zorg voor de Russische onderdanen.
De verloving van koning Alfonsus van
Spanje met de prinses Mercèdes de Montpensier
i8 officieel doorgegaan op den verjaardag van den
jeugdigen koning, die den 28™ November jl. zijn
21e levensjaar intrad.
Generaal Grant en zijn gezin bevinden zich thans
te Marseille, alwaar zij door den prefect en den
secretaris-generaal zijn begroet. Van daar begeeft
de voormalige president der Vereenigde Staten
zich naar Nice.
ik vertrek terstondtwee of drie dagen zijn
voldoende om mijne zaken te regelen.Mijn goede
vader! Hij heeft mij helaas het leven geschonken,
maar hij heeft mij ook fortuin nagelaten om mij
tegen gebrek te vrijwaren. Ik wil geen aan de
rot» geketende Prometheus zijn; ik zal ver, heel
ver weggaan, waar ik niets meer hooren, niets
meer zien zal, niets, niets!
Zou het waar zijn dat men kan vergeten, gelijk
di Marana verzekert? De liefde van den twintig
jarigen jongeling zeker, maar als men dertig jaar
is de laatste neendie wonden zijn te diep
Sporen worden uitgewischt; maar de Romeinsche
vallei van Caledonië, het kanaal van Neco in de
Egyptische landengte vindt men na tien eeuwen
nog terug. N§en, ik zal baar niet vergeten; maar
zij zal mij ten minste niet zien lijden en haar
Percy zal niet medelijdend behoeven te glimlachen.
Of zou ik in haar nabijheid kunnen blijven als
een geminacht, bedroefd toeschouwer? Of zou ik
misschien biet alleen kunnen blijven wonen, om
op mijne herinneringen te teren en dit bou quet
gedroogde bloemen te bekijken, dat zij mij eens
geschonken heeft eu die den schijn hebben van
den spot met mij te drijven?"
{W*rit vervflfd.)