N°. 289, 120® Jaargang. 1877. Y rijdag 7 December. Dit blad verschijnt dagelijks,' met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiëni 20 Gent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.! van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groot® letters worden berekend naar plaatsruimte; Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Hatas, Laffitï G°. te Brussel en Parij Middelburg, 6 December, FEUILLETOW. DE OLM EN DE KLIMOP, Benoemingen en besluiten. Kerknieuws. IIDDËLBURGSCHE «ign» De minister van binnenlandsche zaken brengt in de Staats-courant van heden ter kennis van belanghebbenden, dat in den loop der maanden Februari, Maart, April, Mei en Juni e. k. gelegen heid zal gegeven worden tot het afleggen der examens vermeld in art. 5 der wet van 1 Juli 1865 (Staatsblad n° 59), gewijzigd bij de wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad n° 97), ter verkrijging van eene akte van bevoegdheid als arts en van eene akte van bevoegdheid als tandmeester, vol gens de wet van 24 Juni 1876 (Staatsblad n° 117). Bij ministerieele beschikking is aan M. van dei- Graaf te Lekkerkerk, tot wederopzegging, vergun ning verleend voor een stoomsleepdienst op eenige strooroen, rivieren en kanalen in de provinciën Noord-Brabant, Gelderland, Zuid-Holla,nd, Zeeland en Utrecht. By eene inspectie van het werk in den Thocrn- polder door den hoofdingenieur van den water staat en een lid van gedeputeerde staten, is gebleken dat de verzwaring van den dijk ver genoeg gevor derd is om het gevaar voor het oogenblik als geweken te kunnen beschouwen. Het hoofdbestuur der Vereeniging voor lijken verbranding heeft bij adres den koning en de tweede kamer der staten-generaal te kennen gegeven dat vele ingezetenen van Nederland het ver branden eene voegzamer en veiliger wyze van lgkbehandeling achten dan het begraven; dat de wet, door te bevelen dat elk ïyk begra ven worde, die voorstanders van ïykverbranding belet naar hunne zienswijs te handelen dat de billijkheid vordert dat aan de voorstanders van het verbranden evenzeer vrgsta naar hunne zienswijs te handelen, als aan de voorstanders van het begraven; dat derhalve te dezen aanzien de wet in strijd is met de billijkheid; waarom het hoofdbestuur eerbiedig verzoekt wijziging van het voormelde wettelijk voorschrift in overweging te willen nemen. In de gisteren gehouden vergadering van den raad van state, afdeeling voor de gsschillen van bestuur, bracht de staatsraad mr. C. J. van Vlade- racken een rapport uit over het beroep van den raad der gemeente IJzendijke tegen een besluit 34. E1N VERHAAL YIN ANTON GIULI0 BAERILI. Uit htt Italiaameh. VII. -# Vervolg.) Zou hij het wel geweest zijn, dien zij by het instappen in het rijtuig gszien had? Louise wilde het in twijfel trekken, maar zij kon niet. In de duisternis van de straat en bij de haast van het instappen had zy niet goed gekekenmaar de indruk dien zij van dien melankolieken persoon aan de overzijde gekrogen had, was zoo sterk geweest dat er niet te twijfelen viel aan de tegen woordigheid van Guido. Dat gezicht had op haar de uitwerking gehad van een electriscLen stroom en zou nu een bloote gelijkenis of verbeelding zoo iets teweeg kunnen brengen Eindelijk sloeg het twee uur van den vijfden dag. Mevrouw Argellani zat in haar salon met Percy en den hertog di Marana, die haar voor de tweede maal bezocht, toen mijnheer Guido Laurenti aangekondigd werd. Men kan nagaan welk een indruk die eenvoudige boodschap, juist op dat oogenblik, maakte. Louise van gedep. staten van Zeeland, waarbij de toela ting wordt geweigerd van F. J. Wijffels als lid van den gemeenteraad. Dit geschil werd toegelicht door den heer Carpreau, lid van den gemeenteraad, die vernietiging van het beluit van gedep. staten vroeg. Uithoofde van het belang der zaak, laten wij hier, zonder commentaar, nog een overzicht volgen der beschouwingen betreffende de overeenkomst tusschen den staat en de Stoomvaartmaatschappij Zeeland, in de afdeelir.gen dor tweede kamer in 't midden gebracht als antwoord op de inlichtingen, door den minister van waterstaat daaromtrent verstrekt. Vele leden bleven het voorstel tot het geven van een subsidie voor het brievenvervoer aan de Maatschappij Zeeland bedenkelijk achten. Zij meenden dat de kamer het niet mocht goedkeuren. Zonder het algemeen belang uit het oog te ver liezen, had men bij de overeenkomst getracht het particuiier belang der Maatschappij te bevorderen. Het scheen ook alsof men do kamer voor een fait accompli had willen plaatsen, zoodat de weige ring van het subsidie zoo goed als onmogelijk was gemaakt. Zulk een gevaarlijk antecedent mocht niet worden gesteld. Er' waren dan ook enkele leden, die zich hun eindbeslissing voorbe hielden en den minister in overweging gaven een nieuwe overeenkomst te sluiten, behoudens goed keuring door de wetgevende macht. Dit kan te meer, omdat de regeering, naardien de Maatschappij met den houw harer stoomschepen niet gereed was op den 15en Oct., bevoegd was zich van de overeenkomst ontslagen te rekenen. Verscheiden leden, ofschoon het evenmin goed keurende, dat de kamer voor een fait accompli was geplaatst, waren overtuigd dat dan toch de verbetering der postgemeensehap bedoeld was en dat de handel onzer groote koopsteden daardoor, althans bij voorraad, aanmerkelijk zou worden gebaat. Zij zouden zich echter bij de zaak neder- leggen, onder voorwaarde, dat door de regeering het mogelijke werd gedaan om het denkbeeld, dat aan de overeenkomst ten grondslag ligt, ten volle te verwezenlijken. Dat zal dan alleen het geval zijn, wanneer er een behoorlijk verband wordt gebracht tusschen de spoorwegdiensten hier te lande en het vertrek of de aankomst der Vlis siugsehe stoomschepen. Algemeen was men voorts van oordeel, dat de overeenkomst, zooals zij daar ligt, tot onder scheidene bedenkingen aanleiding geeft, waarvan de voornaamste is, dat zij voor lOjaren is aange gaan. Was ook wel de getrouwe nakoming ver zekerd Eindelijk meende men, dat de directe en indirecte voordeelen, welke eene pakketvaart, beefde van het hoofd tot de voeten; Perey, gedachtig aan de praatjes die er over den dokter geloopen hadden, voelde zijn hart ineenkrimpenalleen de hertog bleef kalm de komst van den nieuwen bezoeker afwachten. Na tien seconden, waarin Perey en mevrouw Argellani beide hun zelfbeheersching hadden herkregen, doch niet zonder eikaars ontroering op te merken, verscheen Laurenti in de deur. Hij zag doodsbleek, zyn houding was ernstig, zijn gelaat bewolkt en het kwam Louise voor dat hij niet meer dezelfde van vroeger was. En hij was ook werkelijk niet meer «iie Laurenti, die met zijn Virgilius in de hand bescheiden langs het pad van haar tuin op den pijnboom toetrad, waaronder zij gezeten washet was niet meer dezelfde Laurenti uit wiens oogen de liefde sprak, vóór dat hij het eerste woord tot haar gericht had. Louise zag deze verandering by den eersten oogopslag, terwyi hij met afgemeten tred het salon binnenkwam, en zich naar de canapé begaf. In dat vervallen gelaat, in die ingezonken oogen las zy het verdelgingswerk van een langdurige alleen spraak. Uit dat gelaat, uit die strakke oogen sprak de liefde met al haar leed, met al haar wanhoop. En dat zij nu toch tegen hem moest glimlachen, als tegen den meest onbezorgden, gelukkigsten bezoekerEn dat zy van die onbeduidende phrasen tot hem moest richten, waaruit niet eens medelijden mocht spreken! Arme vrouw! Dat was een droevig oogenblik indieu zij in haar volle werking kwam, zou ople veren, nu en vroeger met overdrijving zijn voorgesteld Het bericht omtrent het omslaan der veerboot te Andel,' besproken in ons n° van 5 dezer, was niet geheel juist. Het nieuivs van den Dag meldt dat de Bosscha stoomboot seinde om twee veer. booten, waarvan er echter slechts éene kwam. Gedurende het instappen der passagiers kwam eene sleepboot met een schip aan: deze laatste stootte zyne schepraderen stuk, er kwamen eenige stukken hout in de veerboot, deze schepte water en zonk. Van de achttien personen, die er in zaten, geraakten twee te water, de overigen wist men van de stoomboot tijdig te bergen. De tweede jaargang is verschenen van don Effecten-almanak, bewerkt door den heer J. Pik en uitgegeven door den heer P. van Zweeden, te Groningen. Evenals in dien van het vorige jaar worden daarin de verschillende fondsen en geld beleggingen oordeelkundig besproken. Dé ru brieken zijn dit jaar nog vermeerderd met eene van Nederlandsche spoorweg-fondsen en andere ondernemingen. De lezing dezer beschouwingen zal op weiDig kapitaalbezitters een aangenamen indruk teweeg brengen. Slechts zelden toch is de slotsom, tot welke de schrijver komt, eene optimistische. De goede fondsen geven over 't algemeen te weinig rente om ze voor kapitaal-belegging aan te beve len de slechte geven meer interost, maar zijn dan ookslecht 1 En als men de geheele lyst nagaat, dan biy'ven er niet bijster veel over, hetzij ze veel of weinig rente opbrengen, die niet onder de minstens twijfelachtige gerangschikt moeten worden. De bespreking draagt échter over 't algemeen het kenmerk van onpartijdigheid en waarheidsliefde, en als zoodanig kan de lezing er van niet anders dap goede vruchten dragen. Ook als den effecten- houders ten onzent de schrik eens om het hart mocht slaan en zij besluiten mochten de geldbe legging in buitenlandsche fondsen, welke in elk geval voor de Nederlandsche welvaart zeer onvruchtbaar is, wat minder tot regel aau te nemen, zou die uitwerking dan wel te betreuren zijn De almanak bevat bovendien een aantal inlich tingen omtrent de beursgebruiken, de verschillende geldsoorten en een uitvoerigen staat'van alle te Amsterdam verhandeld wordende effecten, welke alles aanwijst wat den fondsbezitter van nut kau wezen. Het negende nommer der Stemmen over staat voor haarzij zou óf door hem verkeerd verstaan, Óf door de anderen verdacht worden. Terwijl deze gedachten haar brein benevelden ontmoetten de blikken vnn Percy en van Laurenti elkaar, scherp en kond als dolkenwant beiden voelden dat zij geslagen vijanden waren, voor het leven. Eindelijk! riep Louise uit en poogde te glimlachen. Ia mijn haar de dokter eindelijk terug Mijnheer! herhaalde Laurenti bij zich zeiven. Mijnheer! Mijnheer! Wij komen weder op een deftigen voet naar het schijnt. O vrouwen, vrouwen, zal ik u dan altijd veran derlijk en vluchtig moeten vinden, gelijk de baren der zee? - Bij deze overdenking trad hij op haar toe om haar de hand te drukkeD; maar hij was zoozeer onder den indruk harer deftigheid dat zgn hand de hare maar even aanraakte, zonder den warmen druk, die zoo veelbeteekenend kan wezen en de uitwerking van een eleetrisehen schok teweeg kan brengen. Louise had evenmin de hand van Guido hartelijk durven drukkeD. Wanneer zijt gij gekomen? vroeg zij, om toch iets te zeggen. Gisteren avond, mevrouw, en ik heb geen dag willen laten voorbijgaan zonder naar uw gezondheid te komen vragen. Mijnheer di Marana: mijnheer Percy sprak ze en stelde hare bezoekers aan Laurenti voor; daarop wendde zij zich tot de anderen en kundige en maatschappelijke vraagstukken," uit gave van Blom en Olivierse te Culemhorg, bevat het eerste gedeelte van eene verhandeling van dr. S. Sr. Coronel over kinderarbeid; een antwoord van dr. van Hoorn aan dr Nuijens, over diens bespreking zijner bydrage over „het Nedcrlandsch ultramon- tanisrae;" benevens een opstel van dr.M. I. Godefroi over „onze kennis van den aard en het wezen der smetstoffen." Deze schrijver toont aan hoe gering onze kennis van dit belangrijke onderwerp nog is en hoe reeds herhaaldelijk de stellingen, dcor de wetenschap schijnbaar vastgesteld, aan eene her ziening moesten onderworpen worden. De les, daaruit te trekken, is deze, dat wij, zonder ons als leeken te verdiepen in de geschilpunten der ge leerden ons moeten vasthouden aan datgene wat ontwijfelbaar vaststaatnamelijk dat de gezondheid bevorderd wordt en alleen mogelijk is bij zuiver en reinhouding van lucht, water, lichaam en woning. Die reinhouding op alle wijzen mogelijk te maken en te bevorderen is de plicht van allen die, hetzy als overheid, hetzg als onderwijzers, hetzg slechts door hun voorbeeld, daartoe kunnen medewerken. onderscheidingen. Verlof verleend aan M. Coster, consul-generaal der Nederlanden te Parijs, tot het aannemen van het officierskruis der orde van het legioen vau eer, hem door den president der Fransche republiek geschonken. Vergunning verleend aan P. Caland, inspecteur van den waterstaat te 's Gravenhage, tot het aan nemen en dragen der versierselen van officier der orde van de kroon van Italië, hem door Z. M. den koning van Italië geschonken. politie. Benoemd tot commissaris van politie en commissaris van rijks-politie te Vlaardingen L. van Aardenne, thans inspecteur van politie te Rotterdam. middelbaar onderwijs. Benoemd, met ingang van 1 Februari a., tot directeur en leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Heerenveen dr. G. J. Dozy, te Deventer. marine. Met den laatsten dezer eervol ontheven van de waarneming dor betrekking van intendant over de quarantaine-plaats op Wieringen en op de Tien Gemeten, de gepensioneerde luitenant ter zee l1 klasse P. van Wij he en de gepensioneerde officier van administratie le klasse W. H. Toutle- monde. De heer dr. A. Kuijper verzoekt by advertentie in de Standaard, de kerkeraden van vacante gemeenten hem niet meer te willen beroepen, stelde hun haar dokter voor, er bijvoegende dat zij hem haar herkregen gezondheid verschuldigd was. De drie heeren bogen tegen elkaar, maar de hertog, die zonder zelf te weten waarom, voelde dat hij de kalmste persoon van het gezelschap was, vatte het eerste het woord op: Mijnheer Laurenti, zei hij, het is my zeer aangenaam met u kennis te maken en mijn dank te mogen voegen by dien van alle oprechte vrienden van mevrouw Argellani. Ik had van uw kunde hooren spreken en verbeeldde mg dat gij een bejaard professor zoudt roepen. Het gezag der wetenschap gaat meestal gepaard met grijze harenmaar voortaan zal ik volhouden dat het ook te vereenigen is met blonde en zwarte haren, en dat is een groote aanwinst voor de eer der belasterde jeugd. Ik dank u, mijnheer di Marana, antwoordde Laurenti met een blos. Hier was de voornaamste geneesheer niet de jongeling (die eer mag ik mij niet toerekenen), maar de jeugd, en ik heb niets anders gedaan dan die tegemoet te komen. Dokter Laurenti is zoo bescheiden dat hij er zelfs een woordspel van maakt, viel Louise in. Maar mijnheer, vertel mij nu een» wat gij te Milaan uitgevoerd hebt. Niets dat de moeite zou loonen om verteld te worden, mevrouw. Ik heb gewandeld, merk waardigheden bezichtigd, en afleiding gezocht, zooals men in ieder andere stad kan doen, Niet in iedere stad, dokter! —riep de hertog

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1