N°. 285.
1877.
Maandag
3 December.
120® Jaargang.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zen- en feestdagen.1
Prijs per 3lm. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Hoofdagent voor België en Frankrijk:
Advertentién i 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.! van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
te Brussel en Parijs.
Gemeente-archief.
Middelburg, 1 December.
FEUILLETOTsT.
DE OLM EN DE KLIMOP,
Da burgemeester en wethouders van Middelburg
brengen ter algemeene kennis, dat het gemeente
archief ten raadhuize voor belangstellenden toe
gankelijk zal zijn Dinsdag en Donderdag van elke
week, uitgezonderd op feestdagen, van des
voormiddags 10 tot 12 uren;
dat tot gemeente-archivaris is benoemd de heer
mr. P. J. van der Feen, die zich bereid verklaard
heeft, op bovenvermelde dagen en uren, zooveel
mogelijk in het archief-lokaal tegenwoordig te
zijn, teneinde een ieder de verlangde inlichtingen
te geven.
Middelburg, den 30™ November 1877.
De burgem. en weth. van Middelburg,
S C H O R E R.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Het werk voor het nood beslag aan den Thoorn-
polder is gisteren onderhands aanbesteed en
voor f 87,000 aan den heer Bolier te Scherpenisse
gegund. Bedoeld werk bestaat in het maken
van een inlaagdijk en het overhalen van den
beschadigden dijk.
De toestand is onveranderd.
Heden is het 25 jaren geleden dat de eerste
rijkstelegraaf kantoren, te Amsterdam, 's Hage,
Rotterdam, Dordrecht en Breda, werden geopend.
Thans zijn er 165 zoodanige kantoren.
De diensten welke de telegraaf bewijst, zijn in
dat vierdedeel eener eeuw, voor bijna ieder lid
onzer maatschappij zoo onmisbaar geworden, dat
wij ons reeds niet goed meer kunnen voorstellen
hoe de toestand was, toen deze „wind-spreker">
(zooals hij in het dichterlijke Maleisch genoemd
wordt) niet bestond. Daarom is deze herinnerings
dag van meer belang dan menig andere, waarmede
wij ons dagelijks bezighouden. Niet minder ver
dienen de namen van hen in eer gehouden te
worden, wier werk het was voor 25 jaren de
eerste schreden van de telegraaf in Nederland
voor te bereiden en besturen. Zij waren de minis
ter Thorbecke, de referendaris Staring, de inspec
teur vaü den waterstaat van der Kun, de inge
nieur Conrad, de werktuigkundige Wenckebach,
later ingenieur, en de heer A. H. van Thiel,
thans inspecteur, chef van het rekenpliohtig beheer
van de rijkstelegraaf.
30.
EEN VEKHAAL VAN ANTON GIULI0 BARRILI.
Uit het Iialinanteh,
IV.
Vtriolg.)
„Gij kunt dus nagaan hoe lang de dagen mij
nu vallen.
„Ik ga 's morgeni vroeg in den tuin om Jacob
te helpen, of liever om hem te hinderen als bij
de bloemen begiet. Van lieverlede kom ik dan
met hem bij den olm, begroet uw klimop en keer
tegen bet ontbijtuur naar huis terug. De kok
wijkt nooit af van de voorschriften die gij hem
gegeven hebt, en durft mij niets nieuws voor te
zetten. Ik eet heel gehoorzaam verseheiden
stukken gebraden vleesch en drink Bordeauxwijn.
Alle groenten zijn verbannen; tot zelfs de onschul
dige kropsla. Daarna ga ik weer wandelen in de
schaduw van het huis en dan een beetje werken
als er geen bezoek komt, gij weet wie ik daarmede
bedoel: Magdalena met haar kind.
»Die zijn er reed» tweemaal geweest, na uw
Uit Vlissingen schrijft men ons
Het is heden juist 25 jaren geleden dat de
rijkstelegraaf voor den publieken dienst beschik
baar gesteld werd. Meer bijzonder vind ik aan
leiding om dit fait in herinnering te brengen,
omdat de oudste in dienst zijnde telegraaf beambte
alhier woonachtig is, zijnde de heer C. Veldheer,
directeur van het Vlissingsche telegraafkantoor.
Ruim 31 jaren geleden begon hij zijne betrekking
als telegrafist in dienst van den Hollandsch ijzeren
spoorweg, om daarna bij het rijk over te gaan,
alwaar hij nog voor de opening van den
publieken dienst onafgebroken werkzaam is geweest.
Over den afgeloopon verkiezingsstrijd in het dis
trict Zutfeu zegt de Zutfensche courant het
volgende
„Boven verwachting is de verkiezing van een
lid der 2e kamer ons ten voordeele uitgevallen.
Wel zijn er minder stemmen uitgebracht dau in
Juli '75, toen de strijd niet minder hevig was,
maar toch is er goed gestemd. Er zijn zelfs meer
kiezers opgekomen dan in Juni van dit jaar. Wijst
men op het mindere stemmeneijfer, door onzen
candidaat verkregen, vergeleken bij het uitge
brachte in '75, men vergete niet dat ook toen de
candidaat der tegenpartij er vrij wat meer op zich
vereenigd bad. In Juli '75 verkreeg de heer
Mackay 1303 stemmen, tegen de beer Schimmel-
pennlnck nu 1262. Toen verkreeg de heer Tak
1519 stemmennu de heer Sickesz 1403. Tellen
we die 116 stemmen bij de 41 op, die de heer
Mackay ia '75 meer verkreeg dan nu de heer
Sehimmelpenninck, dan komen we nagenoeg tot
het hooge stemmeneijfer toen uitgebracht, nl. 2823,
tegen 2692 ditmaal, van welk laatste nog 23 van
onwaarde afgaan. De tegenpartij is dus sinds
'75 niet vooruitgegaan, maar de stand der partijen
is dezelfde gebleven. Wij hebben beide onze
troepen gemonsterd en gelukkig wij kunnen
met vreugde op den uitslag neerzien".
Ons kamer-talegram van gisteren heeft eenige
aanvulling noodig, ten aanzien van het voorge
vallene met het wetsontwerp betreffende de ontei
gening ten behoeve van den spoorweg van Win
terswijk naar de Pruisische grenzen in de richting
van Bocholt.
De minister Heemskerk had in de kamerzitting
van 5 Dec. 1875, naar aanleiding eener opmerking
van den heer Vening Meinesz geantwoord,, dat
het verleenen eener staats-subsidie gepaard zou
gaan met eene wijziging der concessie in dien
zin, dat bij mogelijke naasting van den spoorweg
in rekening gebracht zou worden het subsidie van
9 ton, door den staat verstrekt.
In strijd met die verklaring, werd bij koninklijk
vertrek en gisteren heb ik haar ten eten gehouden.
„Jantje leert braaf en zendt u drie kusjes. Ik
heb hem gevraagd of hij veel van u hield en toen
zei hij jaik vroeg hoeveel Drie zakken vol. Het
getal drie speelt hem altijd door het hoofd, wel
licht omdat hij daarin he"t symbool zijner kinder
lijke liefde ziet, vertegenwoordigd door zijn moeder,
door u en door uw patient.
„Weet ge reeds dat ik mijn bordnurliefhebberij
weer opgevat heb, tot afwisseling van ernstiger
studiën Tot straf voor mijn vroegere zwaarmoedig
heid borduur ik de meest prozaïsche pantoffels
die gij u kunt voorstellen. Toen Toontje mjj zoo
druk bezig zag om met gouddraad bloemen en
randen te werken, verbeeldde zij zich dat ik een
geschenk voor den paus maakte; iets waarover ik
hartelijk heb moeten lachen. Verder lees ik een
weinig over astronomie in de verhandeling van
Arago en over natuurlijke historie in de boeken
die gij mij gegeven hebt. In éen woord, ik steek
mijn neus een weinig in de boeken, zonder nog
te durven beweren dat ik van iet» mijn
studie maak,
-„Na het eten stap ik in het rijtuig en rjjd naar
Pegli, of den anderen kant uit, tot voorbij Nervi;
adem de zeelucht in en kom naar huis als de
maan hoog aan den hemel staat. Dan sla ik geen
boek meer open; maar ga terstond naar bed, slaap
terstond in en droom somtijds van die verre landen,
die ge mij beschreven hebt zonder ze ooit gezien
te hebben.
„En gij? Al» het u niet te lastig is om voor
besluit van Januari 1876 het subsidie onvoorwaar-
deljjk verleend.
De beer Vening Meinesz beklaagde zich nu
hierover en vroeg overlegging van de gevoerde
briefwisseling.
De minister van waterstaat antwoordde dat er
niet veel inlichting te geven was. Wat er gebeurd
is, was bekend. Het subsidie was onvoorwaar
delijk toegestaan en de spoorwegmaatschappij
was, nadat dit gebeurd was, ongezind bevonden
om de concessie te wijzigen. Overlegging van
stukken achtte hij dus overbodig.
De heeren van Houten en van de Putte waren
dit met den minister eens. De heer Begram ver
langde echter meer licht, omdat er geen blaam
mocht blijven rusten èp den minister Heemskerk,
die zich niet verdedigen kon. De heer Vening
Meinesz had eerst voorgesteld de discussie te
schorsen, trok dit voorstel daarna in, doch kwam
er ten slotte, weder mede terug, daar het toch
mogelijk kon zijn nadere inlichtingen te bekomen.
De minister had vrede met dit uitstel, als men
meende daardoor meer licht te kunnen krijgen.
Hij betreurde het echter voor de Maatschappij,
die alles gedaan heeft om de zaak tot een goed
einde te brengen.
Het voorstel van schorsing werd daarna met
34 tegen 19 stemmen aangenomen.
Zooals de zaak nu staat, schijnt er uit te blijken
dat de minister Heemskerk, reeds van oudsher
niet vermaard om zijne buitengewone «tandvastig-
heid tegeuover spoorweg-maatschappijen, ook in
dit geval zich geschikt heeft naar hetgeen de
belanghebbenden het liefst wenschten, daarbij
vergetende wat de tweede kamer verlangd en
hij-zelf haar toegezegd bad.
Het hooldcomité van het Roode kruis heeft
besloten weder ƒ10,000 beschikbaar te stellen, in
gelijke helften te St.-Petersburg en te Konstan-
tinopel. Sedert de laatste opgave is bij het hoofd
comité ontvangen een som van ƒ2434.*
In de Donderdag avond gehouden vergadering
der Haagsche afdeeling van de Vereeniging voor
fabrieks- en handwerksnijverheid is mede
gedeeld een schrijven van mr. Kappeyne, waarin
hij tengevolge zijner benoeming tot minister van
binnenlandsche zaken verklaarde, met leedwezen
zich genoodzaakt te zien zijn ontslag te nemen
als bestuurslid en voorzitter. De waarnemende
presidentde heer van Stolk, wees er op, dat de
heer Kappeyne die betrekking juist op den dag
der vergadering 18 jaren zou hebben bekleed,
dat het onderwijs met al zijne vertakkingen, de
vrije nijverheid in alle vormen, by hem steeds de
een half uur de pen op te nemen, vertel my dan
eens hoe gij uwe dagen siyt. En denk intusschen
eens aan uw dankbare vriendin, maar niet on
derdanige dienaresse
„Louise."
Laurenti aan Louise.
„MevroHw.
17 April.
„Ik vegeteer. Dat is het eenige wat ik zou
moeten neerschryven, om u de nauwkeurigste
en duidelykste berichten aangaande mijzelven te
geven. Als gij verlangt bijzonderheden te ver
nemen betreffende mijn manier van vegeteeren,
incipiam
„Ik sta ook vroeg op om de monumenten dezer
schoone stad te gaan bewonderen, daarna begeef
ik mij naar de Brera om over een schildery van
Rafaöl te peinzen, naar de bibliotheca Ambrosiana
om oude wetboeken te doorbladeren, als een
geleerde, maar zonder er eenig verstand van te
hebben.
„Later, op het uur waarop de Milaneezen opstaan,
ga ik dejeuneeren in het café Martini, waar ik
dan voor 't eerst een woord met iemand wissel.
Daar hoor ik de praatjes van eenige bon vivants
aan over den laatsten minnaar van die of die
gravin, over het laatste bal, of over het laatste
artikel in den Pungolo. Vervolgens neem ik een
rytuig om buiten te gaan eten of ik eet in de
stad en ga met dokter B., een mijner beste
vrienden, die mijn smaken deelt, paard rijden op
warmste belangstelling vonden; hij herinnerde aan
zijn eerste daad als minister om een afzonderlijk
departement van nijverheid, handel en waterstaat
in te stellen en deed het voorstel om, als blijk van
erkentelijkheid, den heer Kappeyne het eerevoor-
zitierschap der afdeeling aan te bieden.
Onder warme toejuiching werd daartoe door de
talrijker dan ooit bezochte vergadering besloten.
In de Dinsdag te Nijmegen gehouden vergade
ring van aandeelhouders der Nederlandsche Zuid
ooster-Spoorwegmaatschappij zijn behandeld
1° Wijziging van art. 5 der statuten in dier voege,
dat de directie do bevoegdheid verkrijgt om in
plaats van voor 4 millioeD, voor 5 millioen gul
den obligatiën ten laste der Maatschappij uit te
geven, waarvan de rentelast de som van 250,000
niet te boven gaat, en tevens voor een bedrag
van 2J millioen dezer obligatiën de onroerende
goederen der Maatschappij hypothecair te verbin
den; 2° Een contract met den Grand Central
Beige, tot exploitatie der lijn na de voltooiing, op
denzelfden voet als de staatsspoorwegen door de
Exploitatie-maatschappij worden geëxploiteerd; 3°
Een contract met dezelfde maatschappij, waarby
zg garandeert voor de rentebetaling ad 5 pet.
'sjaars van de bovenvermelde leening van 2J
millioen gulden, die nog voor de voltooiing der
lpn zullen noodig zijn.
Ten gevolge van de maatregelen, die door het
aannemen van deze voorstellen thans genomen
zullen worden, kan men, zegt de Nijmeegsche Ct.,
de spoedige voltooiing van den Zuid-Ooster-spoorweg
als verzekerd beschouwen.
In de op den 30™ November II. gehouden ver
gadering van het voorloopig comité yoor het
aanschaffen van levensbehoeften van het district
Utrecht van „Eigen Hulp", werd verslag uitge
bracht over de werkzaamheden van dat comité
in de maand November.
Het comité is van 5 November 11. af werkzaam
en had tot 30 November 11. omgezet voor 2160,70,
waarmede na aftrek van alle onkosten eene zuivere
winsts van 34 was behaald.
Men moet hierbij echter rekening houden, dat
noodwendig enkele zaken moeten drukken op do
eerste leveringen, die men bij de volgende niet zal
hebben, verder dat de prijzen, waartegen de waren
geleverd werden, beneden den gewonen winkelprijs
zijn. De prijzen waren o. a. per kilogram van
beste koffieboonen 0,71, beste rijst 0,11, zeer
goede thee f 1,25, witte suiker 0,35, gerookte
worst 0,41, gerookt spek (geen Amerikaansch)
0,33, gerookt vleesch 0,63, reuzel iu bladen
f 0,42.
de vestingwerken; daarna gaan we naar de
komedie of weer naar een café, al naar bét mijn
zonderlingen makker in het hoofd komt.
„Maar wat ik eigenlijk uitvoer weet ik niet.
Teneinde de eentonigheid des levens een weinig
te verbreken zgn we eens naar Bergamo geweest
om het standbeeld van Torquato Tasso te be
groeten, 'twelk op het «omberste antieke plein
staat dat ik ooit gezien heb; van daar gingen
we door tot Brescia, zelts tot Lonato. Als de
Oostenrgkers er niet geweest waren zouden we
zeker tot Venetië gekomen zijn. Te Lonato, een
fraai dorp met een buitengewoon groote kerk,
heb ik de bouwvallen van een Venetiaansch kas
teel bezocht, van waar men een prachtig uit
zicht op het Garda-meer heeft. Ik verbeeldde
mij de zee te zien en was niet tevreden voordat
ik Desenzano bereikt had, waar ik mij inscheepte
naar Sirmione om de overblijfselen der villa
Catullo te bezichtigen. Maar vraag mij geen reis-
aanteekeningenik reis vol verlangen totdat ik
mijn doel bereikt heb, als ik er ben vergaat mij
de lust en weet ik niet hoe gauw ik weer weg
zal komen.
„Ziedaar mijn leven; ik ben moede en weet
gij waarom? Ik geloof dat ik de reden weet.
Af en toe ontmoet men op de levenszee van die
verraderlijke stiltenmen voelt ge»n zuchtjede
zeilen hangen slap en er zijn geen armen genoeg
om te roeien. Ik bevind mij in dien akeligen
toestand en indien ik niet uw dokter ware en
vreesde tegen mijn eigen voorschriften te handelen,