BÏÏITEÏÏLAÏÏD. De teleplionie, Kunstnieuws. Landbouw. Marine en leger. Rechtzaken, Thermometerstand, Staten-Generaal. Gemeenteraad van Goes, Algemeen Overzicht, in. de heeren J. A. van Boven, J. Sturm, J. M. v. d. Driesien Mareeuw en C. B. Schuurman. De hoogleeraar Brusa, van Modena, die aan de universiteit te Amsterdam benoemd is voor den leerstoel in het strafrecht, de strafverordening en voorloopig in het natuurlijk recht, is volgens het Handelsblad eene erkende specialiteit en heeft onlangs het nieuwe Nederlandsche ontwerp-straf- wetboek vertaald. De gemeenteraad van Utrecht heeft aan dr. H. Wefers Bettink op zijn verzoek eervol ontslag verleend als leeraar aan de H. B. S. voor meisje8 en als directeur der burger dag- en avond school, met uitnoodiging echter om zijne lessen aan eerstgenoemde school voorloopig nog te blijven voortzetten. Tot praeceptor aan het gymnasinm te Leeuwarden is tijdelijk benoemd dr. C. Loeff, te Gennep. De Goesche afdeeling der Maatschappij van Toonkunst heeft Woensdag jl. eene vocale en instrumentale uitvoering gegeven, over welke de Goesche courant met veel lof spreekt. De beeren Ewarts en Samans brachten een trio van Mendels sohn, eene Entre-acte uit Rosamunde en een Rondo van Haydn zeer verdienstelijk ten gehoore. Het vocale gedeelte bestond uit een koor van Wagner's Tannhauser, een vrouwenkoor Ave Maria en twee mannenkoren Gott Vertrauen en Die Wélt ist dein. Door den heer Vorsterman van Oijen werd 11. Zaterdag de eerste der 10 lezingen, die hij zich voorstelt dezen winter over de landbouwwetenschap te geven, te Oostburg gehouden. Het auditorium bestond uit omtrent 50 personen, terwijl de lezing ten onderwerp had „de hulp- of kunstmeststoffen." Aanstaanden Zaterdag zal deze leeraar weder te Oostburg eene voordracht houden en wel over „de zuivelbereiding." Bij het aankondigen van dit voornemen uitte hij den wensch, dat hij onder zijne hoorders ook vele vrouwen van landbouwers zal mogen tellen Een wensch die zeker door elk, die in landbouw- aangelegenheden belang stelt, zal worden gedeeld, want is er voor graan- en veeteelt uit de weten schappelijke voordrachten veel te leeren, in niet mindere mate zal dit het geval zijn in dit, thans vooral, zoo belangrijke onderdeel vaD het landbouw bedrijf, dat hoofdzakelijk aan de vrouwen is toevertrouwd. Naar aanleiding van het koninklijk besluit van den 22«u dezer, wordt Zr. Ms. fregat Anna Paulowna, liggende te Rotterdam, met den 6™ December a. als opleidingsschip voor jongens in dienst gesteld, en het bevel over dien bodem opgedragen aan den kapitein-luitenant ter zee J. B. A. de Josselin de Jong. De luitenants ter zee le klasse C. de Klop per, J. A. Willink Kctjen, L. J. Cambier, H. R. J. J. Thorbecke en de officier van administratie le klasse J. C. L. K. van Wely, dienende aan boord van Zr. Ms. fregat Evertsen, eerstgenoemde als oudste officier, worden met den laatsten dezer op nonactiviteit gesteld. Voorts worden de kapitein P. Dibbetz en de le luitenants bij het corps mariniers H. B. Stenfert, J. B. Verhey, G. C. Mirandolle en JE. A. G. de Petit, thans ingescheept aan boord van dien bodem, met den 1" December a. ter beschikking gesteld van den kommaudant van het korps mariniers. De luitenant ter zee 2" klasse W. H. Dittlof Tjassens, wordt, met den len December a., ge plaatst aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis. Eergisteren stond voor de arrondissementsrecht bank te Amsterdam terecht de moeder die eenigen tijd nadat zij uit broodgebrek haar kind had te vondeling gelegd, aan het bestedelingenhuis het kwam aanvragen, daar zij thans in zijn onder houd kon voorzien. Het bleek uit de behandeling der zaak, dat de moeder nit het gasthuis te Leiden naar Amsterdam komende, zondergeld of middel van bestaan, haar kind van drie weken, in de nabijheid der Willemapoort bij het politiebureel, goed toege stopt en voorzien van een flesch met melk, achter een boom had neergelegd. Een jongen merkte het kind op en waarschuwde een politieagent, die het aan het bureel bracht. Korten tijd had het kind achter den boom gelegenwant toen de moeder berouw kreeg en op de plaats, waar zij het kind had achtergelaten, terugkeerde om het op te nemen, was het reeds verdwenen. Drie weken later, toen de moeder een dienst in Utrecht had erlangd, ging zij naar het stadhuis om inlichtingen in te winnen. Aldaar werd zij verwezen naar het stadsbestedelingenhuis. Het O. M. requireerde tegen de berouwvolle moeder 2 maanden cellulaire gevangenisstraf, de rechtbank was milder en legde haar het betalen eener geldboete van 10 op subsidiair te vervangen door 2 dagen celstraf. De beer Verloop, gewezen gezagvoerder van het stoomschip „Luit,-Generaal Kroesen", is dooi den raad van justitie te Batavia veroordeeld tot de straf van 2 jaren gevangenis en f 300 boete, wegens niet moedwilligen doodslag van 127 per sonen,. door onvoorzichtigheid en nalatigheid. Heden namiddag wordt door den kommandant der schutterij aaD de officieren van het korps en eenige autoriteiten, waaronder ook de commissaris des konings in Zeeland en de burgemeester dezer gemeente, een diner aangeboden. Als eene zeldzaamheid in dit jaargetijde verdient vermelding, dat eene kip alhier, die op 11 eieren was gaan broeden, eergisteren 4 kiekens heelt uitgebroed; hoewel de diertjes volkomen vlug en tierig zijn, vreest men of zij den winter zuilen kunnen doorkomen. Mej. Mina Kruseman is per stoomschip prinses Amalia te Batavia aangekomen en zal daar hare voordrachten hervatten. Ook te Utrecht is thans bij sommige slachters het vleesch met tien cent afgeslagen. Uit Samarang wordt gemeld dat een pastoor aldaar, Timmermans genaamd, zijn ontslag als geestelijke heeft genomen, met eene jonge dame geëngageerd en naar Europa vertrokken is om in de rechten te studeeren, waarna hij zich in ludië als advocaat hoopt neder te zetten. Dezer dagen werden te Zwammerdam aan zekeren Welsenes, bode bij het telegraaf kantoor te Bodegraven, twee kinderen van 't vrouwelijk geslacht geboren, die met de hoofden aan elkander gegroeid zijn. De onderste deelen van de achterhoofden en van de nekjes zijn aan de zijden vastgegroeid, zoo, dat de beide coren zichtbaar zijn. Ware dit slechts eene pees, zoo zou men door langzame wringing die misschien kunnen verbui gen; maar daar het van achteren éen schedel schijnt, is dit onmogelijk, en zijn deze schepseltjes voor hun leven tot liggen alleen geschikt. Of hun leven lang duren zal, durft men niet te bepalen. Dat ze afzonderlijk gevoelen, blijkt al3 men ze slechts een oogenblik gadeslaat. Terwijl het eene rustig slaapt, is het andere wakker, ver toont een pijnlijk gelaat of maakt beweging met hand of voet. Voedde men zs eerst met melk uit eene flesch, thans ontvangen ze de moedermelk door middel van elastieke buizen zonder ze in de gewone positie te brengen, daar dit onmogelijk is. Voor den vader en de moeder met hunne overige kindereD, is deze wonderlijke geboorte niet ongezegend. Tot op dit oogenblik verkeerden ze in armoedige omstandigheden; nu vloeien allerlei gaven hun toe. (Stand.) Daar de geregelde gang van de horloges der conducteurs van de staatsspoorwegen dikwijls veel te wenschen laat, worden hun thans door de exploitatiemaatschappij goedgaande, koperen remon toir horloges in eigendom verstrekt, welke f 9 per stuk kosten. Dit bedrag moet door de con ducteurs in 9 maanden worden betaald. Bij de lijkschouwing van Poengo, wijlen den gorilla, dezer dagen te Berlijn overleden, is het gebleken, dat de oorzaak van zijn dood moet worden gezocht in een hevige ontsteking van het darmkanaal, een ziekte welke ook bij runderen veelal een doodelijken afloop heeft. Bij die gelegenheid is tevens gebleken, dat de maag van Poengo een soort vergaarbak mocht worden genoemd van de vreemdsoortigste voor werpen. IJzerdraad, spelden, knoopen en dergelijke zaken trot men er in aan. De geheimraad Virchow en professor Hartmann hebben de lijkopening gedaan, in tegenwoordigheid en onder medehulp van een viertal professoren en doctoren in de geneeskuude, een eersten officier van gezondheid en een paar geheimraden. 23 Nov. 's av. 11 u. 46 gr. 24 's morg. 7 u. 38 gr. 's midd. 1 u. 45 gr. 's av. 6 u. 44 gr. Staatsbegrooting 1878. HoofdstukV (binnenl. zaken). De gewijzigde begrooting bedraagt 6,369,536. Van het oor spronkelijk cijfer ad 26,390,770 is 19,617,749 overgebracht bij het departement van waterstaat enz. Er wordt'bovendien op hoofdstuk V 404,000 minder uitgetrokken, behoudens nadere voordracht bij suppletoire begrooting. Zoo te handelen gebiedt de toestand der schatkist. De strekking om door verhooging van jaarwedden de kosten van het personeel uit te breidenwenscht de minister allerminst te bevorderen. Daarentegen mag hij in zake kooger onderwijs in 't bijzonder niet voor bijzien dat de voorgedragen verhooging een gevolg is van de nieuwe regeling van dien tak van wetgeving, waaraan de kamer in beginsel haar goedkeuring heeft gehecht. Onder de weggevallen posten behoort die voor jaarwedden van de ambtenaren en bedienden op de provinciale griffie. Omtrent het koninklijk besluit van 27 April 11. betrekkelijk de academische examens, doet de minister opmerken, dat het bijna geheel overeen komstig de voorstellen van de senaten der rijks universiteiten is opgemaakt. Het verwijt dat „geen vast leidend beginsel bespeurd wordt", treft dus nipt enkel den afgetreden minister, maar evenzeer zijn de3kuudige raadslieden. Een herziening van de gewenschte regeling zal spoedig tot een onder werp van gezette overweging gemaakt worden. Het beginsel, dat naar 's ministers oordeel de rege ling der academische examens bebeerscben moet, behoort te zijn, dat zij, zich aansluitende aan regelmatige opklimming der studie, een billijken maatstaf opleveren van de wetenschappelijke ont wikkeling die de examinandus in 't algemeen verkreeg. Zelfs in die faculteiten, waar de realia meer op den voorgrond staan, zal de hoogere beschaving, die de academische stadiën schenken, meer naar het gehalte dan naar den omvang der kennis zijn af te meten. De vorige minister was reeds met den inspec teur van het middelbaar onderwijs in overleg getreden omtrent een wijziging van het leerplan voor de gymnasia en in verband daarmee van het eindexamen voor die instellingen. Voor kosten der opleiding van leeraren van het herv. kerkgenootschap vanwege dit genootschap is thans ƒ16750 ingetrokken. De synode heeft besloten te Leiden, Utrecht, Groningen en zoo mogelijk ook te Amsterdam aan twee hoogleeraren het onderwijs in de godgeleerdheid op te dragen. Aan die hoogleeraren worden jaarwedden en pensioen verzekerd tot hetzelfde bedrag als den riikshoogleeraren. De aanstelling zal echter eerst 1 Juni 1878 ingaan. Van 1 Oct. 1577 tot 31 Mei 1878 zal het onderwijs in de dogmatische en prac- tische vakken, op verlangen der synode en met goedkeuring des konings, gegeven worden door hoogleeraren in de godgeleerdheid aan de drie universiteiten, tegen eene vergoeding van ƒ800 voor elke godgeleerde faculteit. Te Amsterdam kunnen, volgens den geest der wet, geen hoogleeraren van rijkswege worden bezoldigd ten behoeve der herv. kerk. Gelijk de vorige minister is ook de tegenwoor dige van oordeel, dat de kon. besluiten van 1818, 1823 en 1829 betrekkelijk de beurzenstichtingen naast de wet op het hooger onderwijs hun kracht behouden en geen herziening dringend behoeven. Omtrent de uitzichten op het welslagen der rijkslandbouwschool, luiden de verklaringen van den minister zeer gunstig. In de keuze van het personeel blijkt men in 't algemeen zeer gelukkig te zijn geweest. Het bezoek der school overtreft alle verwachtingen. De afdeeling hoogere burger school van driejarigen cursus meêgerekend, be draagt het aantal leerlingen meer dan 90. Wat den stand betreft, waartoe de kweekelingen der school behooren, mag deze laatste, voor zoover de ondervinding reikt, geacht worden volkomen aan haar doel te beantwoorden. De resultaten van het eerste leerjaar 1876/77 mogen zeer bevre digend worden genoemd. Dit alles is te waardeeren. Maar het is tevens een afdoend argument, niets te sparen om het onderwijs der school, waaraan zoo blijkbaar behoefte wordt gevoeld, te doen zijn zooals het wezen moest en kan. De minister meent, bij het gevoelen dat de mededeeling van buitenlandseh politiek nieuws in het regeeringsblad, gelijk die vroeger plaats had, aan gewichtige bedenkingen onderhevig is, dat het niet doelmatig zijn zou tot de vroe gere inrichting van dat blad terug te keeren. Verhooging der belangrijkheid van den inhoud der staats-courant ware intussehen wenscbelijk. Op welke wijze dit doel te bereiken zij, zal een on derwerp van overweging uitmaken. Wet op de middelen. De regeering rekent op de ontvangst van de eerste bijdrage van Am sterdam voor do onderneming van het Noord zee kanaal in den loop van 1878. Doch zij aeht het verleenen van een meer langdurig uitstel voor de overblijvende som van 2,500,000 in zoo hooge mate waarschijnlijk, dat het haar niet raadzaam voorkomt ook deze som in de raming der middelen te behouden. Deze is derhalve verminderd met 2,387,500 (na aftrek van 4fc pet. rente daarvan). Voorts vervalt de Indische bijdrage over 1878, zoodat de raming der middelen daalt tot f102,474,663. In art. 3 is het noodige bedrag uitgetrokken der kosten van aanmaak van en rente voor schatkistbiljetten, waarmede voorloopig de begroe ting tot sluiting wordt gebracht. Zitting van Vrijdag 23 Novamber. Voorzitter de heer Blaaubeen. Tegenwoordig 11 leden. Afwezig met kennisgeving de heeren van Swinderen en den Boer. Do notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd, waarna de voorzitter mededeelt dat de gemeenterekening over 1876 door gede puteerde staten is vastgesteld met een goed slot van 2356.49 dat de uitloting heeft plaats gehad van obliga- tiën in de gevestigde schuld der gemeente; dat burg. en weth. tot kweekelinge aan de bewaarschool hebben benoemd mej. M. Ph. Stok man in plaats van mej. P. M. de Jonge overleden dat een gedeelte hoveniering in de zoogenaamde „Zoutevest" aan W. Mijnsbergen voor 7 jaren is verpacht, bij openbare verpachting voor de som van ƒ37 'sjaars. Alles voor notificatie aangenomen. Als ingekomen wordt Ier tafel gebracht: eene goedkeuring van ged. staten van een vroeger ge nomen raadsbesluit; eene dankbetuiging der agenten van politie voor de verhooging hunner jaarwedde, beide voor notificatie aangenomen van den heer mr. C. P. K. Winckel een boekgeschenk, dat in de boekerij zal worden geplaatst; van de gezondheids-commissie eene voordracht ter benoe ming van 2 nieuwe leden tegen 31 Dec. a., wegens periodieke aftreding der heeren dr. Callenfels en de Witt Hamer, behalve genoemde heeren staan op de voordracht de heeren dr. Goemans en van der Meer Mohr; voor de commissie van classificatie der minvermogende kinderen op de gemeente scholen, ter benoeming eener nieuwe commissie tegen 31 Dec. a.: van de diakenen der herv. ge meente de heeren W. de Best en M. D. Dekker; van de oeconomisshe spijsuitdeeling de heeren F. S. A. Knitel en D. Hildernissevan het roomsch- katholiek armbestuur de heereu E. P. van Kalmt- hout en J. Larsenvan het burg. armb. de heeren B. M. den Boer en J. M. Kakebeeke; van de firma F. Kleeuwens en Zoon, een gedenkschrift van het Blaaubeen!eest, dat in de boekerij zal worden geplaatst. Daarna worden eenige verordeningen opnieuw van kracht verklaard en achtereenvolgens vastgesteld1° eene gewijzigde verordening op de honden; 2° idem in het belang der openbare gezondheid; 3° eene verordening op het houden van tijdelijke verzamelingen van minderjarigen, die allen met algemeene stemmen worden vastge steld, nadat bij een amendement van den heer van Asperen Ycrvenne bij de verordening op de honden was bepaald dat het loaloopen van honden 's nachts niet mocht geschieden van 's avonds 10 tot 's mor geus 6 uren. Waarna de vergadering is gesloten. Frankrijk heeft een nieuw ministerie, en de Franschen, gewoon zich, zelfs te midden van hun grootste rampen, met alles vroolijk te maken wat er slechts eenigszins aanleiding toe geeft, hebben ook dit kabinet reeds een naam gegeven, ni: le ministère des rejusès, zooals de Temps zegt tengevolge van de optreding van de heeren Faye, Welche en Dutillenl. Deze aardigheid gaat echter niet volkomen op, want de heer Faye is te Marman de als republikcinsch candidaat herkozen, doch de heeren Welche, Bonapartist, en Dutilleul, monarchaal, hebben als officieele candidaten te Nancy en Compiègne schipbreuk geleden, terwijl de heer Lepelletier, Bonapartist, als officieel candidaat te Clamecy werd gekozen. Daar ook geen andere heer Faye officieel candidaat is geweest, kan de benoemde minister bezwaarlijk een ander wezen dan het gekozen lid voor Marmande. In plaats, van den heer Collignon is tot minister van openbare werken benoemd de heer Graëff, inspecteur van de bruggen en wegen en in plaats van den heer Gicquei des Touches de admiraal Roussin tot minister van marine. Over het geheel dus heeft de kleur van het kabinet weinig verandering ondergaan en is de maarschalk in dezelfden nances gebleven als hij aanvankelijk had gekozen;alleen de optreding van den heer Faye zou de eonciliante tint eenigzins versterken. Daar gisteren avond de verschijning van een extra nommer van het Journal officiel werd verwacht met de benoeming van het nieuwe kabinet, onderstelde men, dat dit heden in de kamer zou verschijnen, en niet zeer gunstig zou worden ontvangen. Het voornemen bestond nl. om eene interpellatie tot het kabinet te richten en nog in dezelfde zitting eene motie van wantrouwen aan te nemen. Getrouw aan haar voornemen om zooveel mogelijk toe te geven heeft de kamer alle verkiezingen, waartegen geen andere bezwaren waren ingebracht dan het gebruik van witte aanplakbiljetten, goed gekeurd overgeplakte biljetten heeft zij van waarde erkend en die toegewezen aan de candidaten voor wien zij waren bestemd. Eergisteren werd alleen de verkiezing van den heer Douët in het derde kiesdistrict van Havre naar de commissie van enquête gerenvoyeerd om door haar te worden onderzocht. Deze commissie heeft zich in 9 sub commissies gesplitst, die ieder belast zijn met het onderzoek der verkiezingen in eenige bepaalde departementen. In den senaat, die gisteren de tweede lezing van den ontworpen Code rural volbracht, zal heden de verkiezing plaats hebben van een levenslang sena tor tengevolge van de vernietigde verkiezing van den heer Graudperret, die later bleek niet de volstrekte meerderheid van stemmen te hebben verkregen. De behandeling der begrooting van eeredienst heeft in den Pruisischen landdag aanleiding gegeven tot een uitvoerig debat over de Meiwetten. De heer Reichensperger trachtte uitvoerig de nood zakelijkheid eener herziening van die wetten te betoogen, die volgens hem niet alleen de be langen van de kerk, maar ook van de school schaden, daar men tegenwoordig geen flink ge vormde katholieke onderwijzers meer kan krijgen., Alle jonge, pas gewijde geestelijken zijn thans verplicht, wanneer zij in hun woonplaats de eerste mis hebben gelezen, het land te verlaten, daar de geestelijken alleen de mis mogen lezen op de plaats waar zij zijn aangesteld. De geheele rede van den ultramontaanschen afgevaardigde bevatte trouwens niets nieuws; zij was slechts eene her innering aan de oude grieven. Van de andere zijde en ook door de regeering werd in 't licht gesteld, dat de katholieken over drijven in hunne klachten over de Meiwetten, wier toepassing in 't minst geen nadeelige gevolgen heeft noch voor de kerk, noeh voor de school. Vooral scherp was de taal van don heer Richter (Sangerhauseu), die naar aanleiding van eene bewering van den heer Windthorst, dat ook talrijke protestanten de herziening der Meiwetten verlangen, autwoordde dat dit volstrekt niet het geval is. De protestanten, die een zoodanig verlangen koesteren zeide hij zijn verreweg in de minderheid. „En wat vordert de staat in de Meiwetten toch eigenlijk van u? zoo vervolgde hij. Niets dan dat hem na hunne benoeming door de kerk konnis worde gegeven van de namen der geestelijken, in het belang der controle. Wilt gij dan uwe geestelijken aan het toezicht van den staat onttrek ken? De in de Meiwetten bepaalde voorschriften grijpen zoo weinig in de zielszorg en de bediening der sacramenten in, dat gij alle kerkelijke forma liteiten kunt vervullen indien gij maar wdt. Gij weet dit ook zeer goed en neemt de voorwaarden alleen niet aan omdat de Roomsche curie het u ver biedt. Trouwens gij moet alles doen wat u uit Rome wordt gelast. Gij zjjt de meest gehoorzame mannen en als u daartoe uit Rome last wordt gegeven, zult gij terstond vrede maken met den staat. Wij mogen echter niet dulden, dat de Roomsche curie ons land regeert en wij zullen ons recht tegenover Rome ongeschonden handhaven. Wij zijn gaarne bereid vrede met u te sluiten, indien gij slechts de wetten van den staat wilt gehoorzamen. Gij wilt den vrede niet; gij wilt den oorlog en daarombeklaagt u niet, want waar gestreden wordt kent men geen verschooning." Na deze kernachtige taal werd de discussie gesloten. De minister Falk had in zijne rede de schuld vau den bestaanden toestand en van den geheelen strijd eveneens aan de bisschoppen en het Vaticaan geweten. In de Italiaanache kamer van afgevaardigden is eergisteren, na de goedkeuring van eenige verkiezingen, een koninklijk besluit voorgelezen waarbij de heer Zanardella wordt ontslagen van het interim der portefeuille van openbare werken waarmede hij was belast. Onder de wetsontwerpen door bet kabinet aan geboden komen ook voor een tot aankoop van spoorwegen in het Zuiden en andere bevattende eenige wijzigingen in de kieswet ea de perswet geving. Als men bedenkt alles wat de wetenschap ons omtrent de vorming en het ontstaan van klinkers en medeklinkers heeft geleerd, is het verbazend en bewonderenswaardig dat een eenvoudig metalen plaatje niet alleen alle trillingen van alle letters,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 2