N°. 278,
120® Jaargang.
1877.
Zaterdag
- 24 November.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s J
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.^
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nonuners zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën t 20 Cent per regel.'
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels 11,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg, 23 November,
FEUILLETOM.
26.
DE OLM EN DE KLIMOP,
MIDDELRIIRGSCHE COURANT.
Hoofdagent voor België en Frankrijk; de firma Havas, Laffitk C°. te Brussel en Parijs.
In de zitting der tweede kamer van gisteren
zijn o. a. benoemd tot rapporteurs voor het wets
ontwerp tot bekrachtiging der dading met de
gezamenlijke eigenaren dhr goederen, aikomstig
van de voormalige ambachtsheerlijkheid Wolfaarts-
dijk over grond en water in en voor den Schen-
gepolder; alsmede voor dat tot vereeniging der
gemeenten Rilland en Bath, de heerenvan den
Berch van Heemstede, Schepel, de Bieberstein,
(voorzitter), Lenting en Beaufort.
De regeering heeft hare zienswijze omtrent den
algemeenen finaneieelen toestand medegedeeld
in haar antwoord op het afdeelingsverslag der
tweede kamer over de staatsbegrooting (algemeene
beschouwingen).
Daaruit blijkt dat de financieele toestand geen
reden geelt tot ernstige bekommering.
De stand der begrooting wordt aldus: aanvan
kelijk heeft men eene raming van uitgaven van
f 119,205,046,135 en een raming van middelen van
102,474,363, dus een tekort op de begrooting
van f 16,730,653.13J. De regeering wil niet vooraf
rekenen op vrijvallende uitgaven of progressie in
de middelen. Zij wil de toekomst onder de oogen
zien met den ernst, met de zorg zelfs, door de
omstandigheden vereischt. Van de Indische bij
dragen wil de regeering de financiën losmaken
en die bijdragen slechts voor buitengewone uitgaven
besteden. Krachtige voortzetting der aangevangen
en bij de wet goedgekeurde openbare werken ligt
in het ernstig voornemen der regeering. Voor de
spoorweguitgaven voor 1878 zal eeu leening wor
den voorgesteld. Tot dekking der uit die leenicg
voortvloeiende lasten, voor zoover zij strekken om
in Nederlandsche behoeften te voorzien, zal ver
hooging van belastingen plaats hebben, waarmede
een eerste schrede zal gedaan zijn in een richting
die de loop der omstandigheden ons gebiedt in te
slaan. Voor 't oogenblik echter is de begrooting
tot sluiting gebracht door een machtiging, tot
eventueele uitgifte van schatkistbiljetten; voor de
rente en de kosten van vervaardiging en uitgifte
van schatkistbiljetten zijn de noodige gelden reeds
op het hoofdstuk nationale schuld uitgetrokken.
De voorziening in de tekorten op de diensten
1876 en 1877 wordt nog aangehouden en de over
1874 en 1875 aanwezige overschotten blijven nog
onaangeroerd.
EEN YEKHAAL TAN ANTON GIÜLI0 BARKELI.
Uit het Iialiaanteh.
II.
{Vervolg.)
O, dat hebben wij van een zijner krijgsmak
kers vernomen, begon Magdalena, het schijnt
dat dien dag de zaken niet heel goed stonden en
de koning had gezegd: „jongens, wij moeten ons
meester maken van San Martino, daarginds, of
anders worden de Duitschers ons de baas." Toen
zei de kapitein van de compagnie: „mannen, ziet
ge dat kanon daar boven op, dat onafgebroken
vuurt? Als er zes man bereid gevonden worden
om dat tot zwijgen te gaan brengen, zal ik maken
dat ze allemaal een medaille krijgen." En wie
Btapte bet eerst vooruit?
Sander. Hij neemt de vijf eersten die buiten
de gelederen treden mede en brengt ze achter een
aarden wal om, tot op vijftig pas van dat ver-
wenschte kanon. Er valt een schot en met don
derend geraas verspreidt zich het schroot door de
lucht. Een stort er dood neder en twee anderen
sleepen zich voort; maar Sander valt met de beide
Overgeblevenen op het stuk aan, en vecht wan-
De Arnhemsche courant komt in eene beschou
wing onzer verschillende staatsinkomsten tot het
besluit, dat de bate, welke de dienst der posterijen
voor de schatkist oplevert, eigenlijk wel niet
rationeel is en liever aangewend moest worden,
hetzij tot verbetering van den dienst of tot ver
laging van het briefportdoch dat die bron van
inkomsten niettemin ook wel te verdedigen is.
De brievenposterij kan niet gemist worden, en
werd deze tak van dienst niet door den staat
ondernomen, maar overgelaten aan de particuliere
nijverheid, het publiek zou zekerlijk bij den ruil
niet winnen. Het kou waarschijnlijk minder goed
gediend worden en den dienst duurder betalen
moeten. Het publiek klaagt er dan ook in het
algemeen niet over, dat de schatkist zulk een
aardig profijt van de exploitatie der brievenposterij
heeft.
Daarentegen heeft de Arnh. Ct. eene zeer ern
stige grief tegen eeu inkomstenpost, voorkomende
onder de rubriek „indirecte belastingen".
Onder deze rubriek vinden wij de posten
a Zegelrechten f 1,500,000, b Registratierechten
7,500,000, c Hypotheekrechten 750,000 ver
meerderd met de 38 opcenten, een totaal uitma
kende van 13,455,000. Zij kosten daarentegen
gezamenlijk 1,161,842. Met andere woorden,
het publiek betaalt 12,293,158 aan het zegel-,
registratie- en hypotheekwezen meer dan de
inrichting dezer diensttakken aan het rijk kost.
Deze f 12,293,158 meer, zegt de Arnh. Ct.,
zijn even zoovele guldens te veel betaald. Het
zegel, de registratie en de hypotheken zij n inrich
tingen ter verzekering van de rechten der recht-
zoekenden. Dat zij de werkelijke kosten daarvoor
betalen, of liever dat het algemeen de gezamen
lijke kosten draagt, omdat er niemand is die niet
in de eene of andere omstandigheid recht zoekt,
is redelijk. Doch eene grove onbillijkheid is bet,
dat, waar het land f 1,161,842 besteedt om aan
elkeen recht t8 verzekeren, de individueele recht-
zoekers, de particuliere personen die een zegel
behoeven, die iets te doen registreeren hebben,
die met het kantoor van den hypotheekbewaarder
te maken hebben, boven de terugbetaling der
administratiekosten, nog eene bate van over twaalf
millioen guldens aan de schatkist moeten opbren
gen. Dit is, in den letterlijken zin van het woord,
eene belasting van de rechtszekerheid, dat is de
onredelijkste en alleronbillijkste belasting welke
zich denken laat.
Een inzender in het Utr. Dbl. beklaagt zich,
dat terwijl men uit verschillende plaatsen hoort
van verlaging der vleescliprijzeii, tengevolge
der mindere prijzen van het vee, daarvan te Utrecht
hopig tegen de kanonniers, met de bajonet of met
de kolf van het geweer. Ten slotte werd bet
stuk genomen, maar Sander was doodelijk gewond
en had ternauwernood den tijd om den schako
op de punt van de bajonet te steken, om ziju
makkers tot spoed aan te sporen, en: leve Italië!
te roepen.
Hier hield Magdalena op en barstte in tranen uit.
Magdalena! Marianna! riep de oude
boer. Ik heb u immers gezegd dat ik niemand
wil zien weenen. Leve Italië! Dat heeft mijn
zoon geroepen en dat zal ik ook roepen. Italië
heeft mij van mijn Sander beroofd, maar nu zal
ons niemand meer den voet op den nek komen
zetten. Ik was nog een kind toen deEngelachen
en de Franschen hier in het gebergte oorlog
kwamen voeren en alles opaten en dronken zonder
het gelag te betalen
Die arme man had de ware oplossing gevonden.
De rampen der dienstbaarheid hadden hem de
waarde der vrijheid op prijs doen stellen; het
was een soort van betoog ex absurdo, dat opwoog
tegen alle redeneering a priori ter wereld.
Guido Laurenti ontroerde bij dezen grootmoe
digen eenvoud. Daar, onder die boerenlieden had
hij de idylle en de elegie gevonden maar hij had
stellig niet verwacht er ook het epos te zullen
aantreffen.
Gij oordeelt zeer juist, schreeuwde hij
den grijsaard in het oor, maar ik verbeeld mij
dat de pastoor het niet volkomen met u eeDS
zal zijn.
nog niets te bemerken is. Hij vraagt of dit niet
het gevolg zijn kan van de opheffing der Vereeni
•ging, welke vroeger daar bestond en in vele
opzichten nuttig werkte. Te 's Hage is eene
dergelijke vereeniging tot het drijven eener ge
meenschappelijke vleeschhouwerij op betere grond
slagen gevestigd, en hg geeft aan „Eigen hulp" in
overweging om zich ook te Utrecht deze zaak aan
te trekken.
Volgens den pas verschenen almanak der maat
schappij Tot nut van 't Algemeen zijn de
afdeelingen en leden dier maatschappij als volgt
over de verschillende provinciën des lands ver
deeld Zuid-Holland 5S departementen, 4099 leden;
Noord-Holland 71 dep. 3338 1.; Friesland 54 dep.
2088 1.; Gelderland 36 dep., 1952 1.; Groningen
39 dep. 1928 1.; Overijsel 14 dep., 1095 1.;
Utrecht 14 dep. 752 1.Zeeland 17 dep., 680 1.
Noord-Brabant 10 dep. 592 1.Drente 14 dep.,
383 1.Limburg 2 dep., 98 leden. In het buiten
land bestaat nog éen departement, te Emden. met
9 leden.
De heer m1. J. P. Amersfoordt doet in het
Nieuws van den Dag de volgende mededeeling
over „op en nedergaande zuigpompen, gedreven
door een ronddraaiend stoomwerktuig."
De stoompompen, die de Haarlemmermeer hebben
drooggemalen (uitgevonden door de Hollandsche
ingenieurs Lipkens en Simons), zijn tot hiertoe de
wateropvoeringswerktuigen, die het minste steen
kolen verbruiken.
Ze zijn sedert hun 40jarig bestaan dikwijls
nagebootst, echter zonder goed gevolg. De moeie-
lijkheid bestond daarin, dat zij behooren gedreven
te wor den door eene op- en nedergaande, niet door
eene ronddraaiende beweegkracht. De op- en
nedergaande stoomwerktuigen nu zijn minder
gemakkeiijk te drijven dan ronddraaiende.
De heer A. Huët, leeraar in werktuig-bouwkunde
aan de polytechnische school te Delft, heeft sedert
lang getracht deze moeielijkheid op te lossen en
ontwierp voor den Haarlemmermeerpolder een
benedengemaal voor den Leeghwater, waarin de
zwarigheid is opgelost.
De heer Huët heeft op 13 November jl. zijn
ontwerp publiek gemaakt in het instituut van
ingenieurs.
Hij gaf eeu overzicht van de vóór- en nadeelen
der tot hiertoe bekende wateropvoeringswerktuigen
hij berekende dat het thans door hem voorgestelde
werktuig slechts ll kilogram kolen zou noodig
hebben, waar de pompen van de Haarlemmermeer
nog drie kilogram gebruiktenhg toonde in bijzon
derheden aan, hoe dat werktuig eene verbetering
is dier pompen waarbij hij alle opgemerkte onvol-
O, Don Venanzio mag zeggen wat hij goed
vindt zijn praatjes gaan mij niet aan. God heeft
de aarde geschapen voor de menschen en de
menschen voor de aarde. Ieder moet de baas zijn
in zijn eigen huis. Dat is mijn opinie; en verder:
die geen kwaad doet, heeft niets te vreezen.
En de oude landbouwer, die zonder het zelf te
weten een apostel van den natuurlijken godsdienst
was, ging weder op zijn boomstam zitten, als
iemand, die al is hg niet altijd voldaan over zich
zeiven, toch stellig een gerust geweten heeft.
Kom, kom, goede moeder; houd u goed,
brave vrouw! sprak Laurenti tot de beide vrouwen.
Neemt een voorbeeld aan het hoofd des
huizes eu weent niet meer; denkt aan dien kleine,
dat evenbeeld van Sander, dié ook op zijn beurt
een man zal worden en een brave zoon, geljjk
zijn vader.
Dat hoop ik van harte, zei Magdalena.
Hij gaat al school en houdt veel van leeren.
Zoo waarlijk, Jantje? Gaat ge al school?
Kunt ge dan al lezen
Hij kent de letters, antwoordde Magda
lena, en dat is al vee! voor zijn leeftijd.
Nu, lees dit dan eens! zei Laurenti,
ter ,vijl hij een notitieboekje uithaalde en er met
potlood eenige hoofdletters in schreef. Wat
is dit?
Een Lieantwoordde het kind.
Eeelgoed; en dit?
U, Lu
Best! Kunt ge al spellen?
maaktheden heeft vermeden, en de verbeteringen
aangebracht door latere wetenschap aan de hand
gedaan. Hij hoopte dat de Zuiderzee het voorbeeld
in deze mocht geven, maar de andere polders in
Nederland er mede spoedig toe mochten overgaan,
op deze meer goedkoope en doelmatige wijze hunne
gemalen te verbeteren.
Het kan zijn nut hebben, de opmerkzaamheid
van het groote publiek, dat belang heeft bij
polderbemalingen, in te roepen voor de openbaar
making van eene verbetering en wateropvoering,
welke niet behoort begraven te blijven in de
notulen van het instituut, maar in 't werkelijke
leven moet worden beproefd.
De raad der gemeente Wieuwleusen heeft zich
bij adres tot den koning gewend om wijziging
van art. 242 gemeentewet in dien geest, dat het
getal der opcenten op de grondbelasting, die de
gemeenten mogen heffen, zoowel voor de gebouwde
als voor de ongebouwde eigendommen worde
bepaald op 50. De reden voor dit verzoek ligt in
de omstandigheid dat, wil men bij de bestaande
bepalingen tot wenschelijke en noodzakelijke ver
beteringen van wegen en waterleidingen overgaan,
de kosten daarvoor niet anders kunnen worden
gevonden dan door verhooging óf van den hoof-
delijken omslag óf van de opcenten op de perso-
neele belasting. Hierdoor komt een groot deel
dier kosten ten laste van hen, die bij de bedoelde
wegen enz. geen direct voordeel hebben, terwijl
zij, wier gronden of huizen door de verbeterde
communicatie in prijs stijgen, niets tot die kosten
bijdragen, daar zij vaak buiten de gemeente
woonachtig zijn.
Bij de firma Kruseman en Tjeenk Willink te
Haarlem is weder verschenen de Nederlandsche
Almanak, voor 1878, die door zijne keurig nette
bewerking en belangrijken inhoud, naar het ons
voorkomt, alle aanbeveling verdient. Hg bevat
dit jaar
Het praalgraf en de koninklijke grafkelder te
Delft. Het portret van H. M. koningin Sophia
der Nederlanden. .Portretten van verdienstelijke
Nederlanders, in 1877 overleden. Regeerende
vorsten van Europa. Koninklijke familie.
Minister van staat. Raad van state. Leden
der eerste en tweede kamer van de staten-generaal.
Algemeene rekenkamer. Kabinet des konings.
Bedrag der staatsschuld op 1 Januari 1877.
Begrooting voor 1877. Idem voor Nederlandsch
Indië en verdere koloniën. Bevolking en grond
gebied van Nederlandsch Oost- en West-Indië.
Hoofdbestuur van Nederlandsch-Indië. Depar
tementen van algemeen bestuur in Nederlandsch-
Indië. Ministerieele departementen in Nederland.
ILuiseseLouise
riep het knaapje uit, nog blij der dan Archimedes
toen hij het bekende Eureka kon uitroepen.
Heel goed, Jantje riep Laurenti uit.
Daar hebt ge nog een rijksdaalder. Louise, ja Louise!
Is dat de naam van mevrouw? vroeg*
Magdalena.
Ja; antwoordde Laurenti, niet zonder
even te blozen.
Magdalena ging naar den ouden man toe, die het
tooneel zat te aanschouwen zonder er iets van te
begrijpen en zei aan zijn oor:
Jantje heeft den naam van mevrouw gelezen,
zij heet Louise.
-- Ik maak u mijn compliment, mevrouw
Louise, sprak hij. En hoe heet mijnheer,
uw echtgenoot?
Daarbij wees hij op Laurenti en men kan
nagaan hoe vuurrood die bij deze vraag werd. Hg
keek Louise aan, en ofschoon zij geen kleur kreeg,
scheen zij toch in groote verlegenheid gebracht te
worden door die onschuldige vergissing. Nadat
Laurenti haar nog een blik toegeworpen had,
waarmede hij haar om verschooning scheen te
vragen, keerde hij zich tot Magdalena en zei:
Uw schoonvader vergist zich; mevrouw
Louise is mijn zuster.
Magdalena bleef een poos in 't onzekere (zij zijn
zoo slim die vrouwen!) en herhaalde toen de
woorden van Laurenti voor den ouden man.
O, neem mij niet kwalijk, zei hij.
Ik dacht waarlijk dat gij man en vrouw