N°. 276,
Donderdag
22 November.
V2O0 Jaargang.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met ^uitzondering van Zen- en Feestdagen^
Prijs per 3/m. franco f 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentiên 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,van 1—7 regels 11,50
iedere regel meer t 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte^
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Hava», Lauih C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 21 November,
FETJILLiETON.
DE OLM EN DE KLIMOP,
Benoemingen en besluiten,
n
Gisteren avond werd alhier, onder het voorzit
terschap van dr. A. A. Fokker, de vergadering
van den geneeskundig en raad in Zeeland ge
houden.
Na de resumtie der notulen, welke zonder be
denking goedgekeurd werden, geschiedde mede
deeling van eenige ingekomen stukken, welke
voor kennisgeving aangenomen werd.
Daarna werd gelegenheid gegeven tot bespreking
van de voor de leden als handschrift gedrukte
mededeeling van de handelingen van het genees
kundig staatstoezicht. Van die gelegenheid werd
evenwel zeer weinig gebruik gemaakt.
Dr. Keijzer vroeg den inspecteur naar het door
hem gegeven advies over de geschiktheid van
zeker terrein alhier om er eene oefenschool bij de
rijks-kweekschool voor onderwijzers te bouwen,
met het oog op zijne ligging in de nabijheid der
Heerengracht. De voorzitter antwoordde, dat
zijn advies voorwaardelijk gunstig is geweest.
Voor kennisgeving werd aangenomén eene mede
deeling van den heer Callenfels, dat door eene te
St. Jansteen wonende vroedvrouw aan de gemeen
tebesturen van Boschkapelle en Stoppeldijk eene
subsidie van f 75 voor iedere gemeente gevraagd,
doch dit verzoek geweigerd is.
Het verslag van gecommitteerden voor de win
kelvisitatiën gaf aanleiding tot enkele besprekingen,
voor onze lezers van weinig belang. Alleen zij
gemeld, dat de commissie voor den eersten ring
het in strijd achtte met art. 11 der wet van 1 Juni
1865 (Stbl. n° 61), dat sommige geneeskundigen
niet in staat waren de recepten der door hen ge
reedgemaakte en aan de patiënten verstrekte
geneesmiddelen te vertoonen en dat zij slechts
aanteekening hielden van den aard van het toebe
deeld medicament. De voorzitter gaf echter als
zijne meening te kennen, dat genoemd art. li
alleen bedoelt dat aangeboden*recepten moeten
geliasseerd worden, maar dat nergens in de wet
staat, dat een geneesheer, die een recept aan zich-
zelven schrijft, dat recept moet bewaren. Dr.
Hazenberg betreurde dit en betoogde dat het eene
leemte in de wet is.
De commissie, benoemd bij besluit van 8 Juni
jl. tot het instellen van. een onderzoek naar het
drinkwater inj de provincie, heeft een rapport
uitgebracht voor zooveel Walcheren (met uitzonde
ring van Middelburg) betreft. Dat rapport is
opgemaakt door den heer dr. F. Seelheim. Er zal
een uittreksel uit gemaakt en dit, zoo noodig, aan
25.
EIK YERHAAL YAK ANTON GIULI0 BARPJLI.
TJii h*t Italiaansch,
II.
(Vervolg.)
WijnO dien hebben we hier goddank best,
al zijn de jaren schraal. Ik zeg het er niet om,
maar ik heb een vaatje van dien witten, die zoo
helder is als water en als men daar voor het eten
een slokje van drinkt, geeft hij u een eetlust,
KijkMarianne! Marianne! Kom eens hier!
Ik kom, ik kom, riep een stem van binnen.
Doet toch geen moeite voor mij zei
mevrouw Argellani ik vraag niets dan een
glas water.
Hij is een beetje doof, mevrouw, zei
Magdalena, dat is het eenige gebrek van mijn
goeden vader.
Daarop ging ze dichter hij hem en zei heel hard:
Mevrouw dankt u, vader, zij wil niets hebben
dan een beetje water.
Ozei hij lachendwater is goed en geeft
mooie oogen. Het onze komt uit de bron en is
zoo helder als kristal. Ik voor mij houd meer
van rood water, omdat ik oud ben, en de wijn,
de gemeentebesturen gezonden worden. Voorts is
besloten voor bet bedoelde scheikundig onderzoek
200 beschikbaar te stellen, zijnde f 40 voor ieder
district, en de commissie diligent te verklaren.
Tot leden der commissie voor het nazien der
rekening werden benoemd de heeren Keijzer,
Callenfels en Goemanstot leden der commissie,
belast met het geven van advies aan den inspecteur
namens den raad, de heeren de Man, Keijzer en
de Ligny; tot leden der commissie voor de
resumtie der notulen de heeren Keijzer en van der
Harst.
Voorstellen werden in de openbare zitting niet
gedaan. Alleen betoogde dr. Hazenberg met klem
de wenschelijkbeid, dat de gemeentebesturen bij
de wet mochten kunnen verplicht worden
om te voorzien in de behoefte aan verloskundige
hulp; daar die hulp in zeer vele gemeenten helaas
ontbreekt.
Vervolgens ging de vergadering over in eeno
met gesloten deuren en werd de openbare gesloten.
In een plechtige openbare zitting der arrondis-
sements-rechtbank te Zierikzee werd op 20 dezer
als substituut officier van justitie bij die rechtbank
geïnstalleerd jhr. mr. H. M. J. van Asch van
Wijck, laatstelijk substituut-griffier bij de recht
bank te Utrecht. -
Ter herdenking van den dag, waarop voor 50
jaren de feestelijke opening van het kanaal van
Ter Neuzen, naar Gent plaats vond, werd Maan
dag jl. te Ter Neuzen van de openbare en vele
particuliere gebouwen de vlag uitgestoken, terwijl
des avonds door het muziekgezelschap Apollo in
het Nederlandsch Logement een concert werd ge
geven.
Men zal zich herinneren dat ten vorigen jare,
op 6 Juni, den gedenkdag van de eerstesteenleg
ging op 6 Juni 1826, aan de groote sluis te
Ter Neuzen dit ÖOjarig feest met allen luister is
gevierd.
Naar aanleiding van het onlangs door de
rechtbank alhier gewezen vonnis tegen eene 70jarige
vrouw te Westkapelle, die wegens bet verleenen
van verloskundige hulp zonder daartoe bevoegd
te zijn, veroordeeld werd tot 3 boete of éen
dag gevangenisstraf, deelt een inzender in „het
Zuiden" het volgende mede
„Dringende behoefte bestond er onlangs op een
donkeren avond circa 10 uren aan verloskundige
hulp in een arbeidersgezin. Twee der buren gingen
naar den dokter die het naastbij woonde (op éen
uur afstand). Hij was te voren gewaarschuwd,
maar was ongesteld en verwees dus zijn nachtelijke
met uw verlof, voor oude menschen zoo goed is
als melk.
Marianna ga de kruik eens vullen aan de bron
van Coppo!
Neen, ik ga al, zei Magdalena, die met
de kruik in de hand de deur uit kwam.
Marianna, een kittig vrouwtje van omstreeks
zestig jaar, een waardige Baucis voor zulk een
Philemon, was intuaschen naar buiten gekomen
met twee stoelen voor mevrouw en voor Laurenti;
maar deze gaf den zijnen ook aan Louise, opdat
zij haar voeten op de sporten kon zetten en gemak
kelijker zitten, en zocht voor zich zelf een plaatsje
op het gras, tegenover haar, bij een spalier met
wingerd begroeid.
Even daarna kwam de schoone Magdalena met
het water terug en nadat zij de glazen omgespoeld
had, bood ze er Louise en Laurenti een aan. Dat
water verdiende de lofrede van den grijsaard ten
volle. De bron van den Coppo, of „de Coppo",
zooals zij kortheidshalve genoemd werd, was tien
mijlen in den omtrek beroemd om baar buitenge
wone frischheid.
Terwijl zij dronken en Guido zijn glas nog
eens liet vullen, was Jantje bij zijn grootvader op
schoot geklouterd om hem zijn rijksdaalder te
laten zien.
Mooi geld'. riep de oude man uit. Zoo
heb ik er alle jaar vijftig noodig om de pacht te
betalen. Toen je vader nog leefde waren ze
ganwer bij elkaar, hij hoefde maar twee maanden
lang daarvoor naar Genua te loopen met groenten
bezoekers naar den naastbij wonenden cóllega.
De afstand was weder een 1| uur. De buren
verdubbelden hun schreden en kwamen half éen
ïiij Jen tweeden geneesheer. Z.Ed. liet verklaren
geen zin te hebben om mede te gaan of er heen
te rijden. Praten of verzoeken hielp niet, en zoo
deed de dorpstoren twee slagen hooren toen de
buren, na een waudeling van vier uren, zonder
hulp te huis kwamen.
„Men zal dus van den nood een deugd maken
en kloppen bij een vrouw, die practische kennis
heeft en van wie men hulp verwacht. Aan twee
vrouwen wordt hulp verzocht en zij beantwoorden
beide de uitnoodigingen met een „wij mogen niet,
als de dokter er achter komt worden wij vervolgd."
„Eindelijk ontfermt zich een landbouwer en laat
met zijn paard en wagen hulp uit de stad halen
en met het aanbreken van den morgen verschijnt
dan ook de eerste geneeskundige hulp, na zoo'n
langen lijdensnacht.
„Ziedaar een echt landeljjk tooneeltje, niet zelden
voorkomende, en door mij zelven beleefd. Is het
wonder dat ik, de veroordeeling van die armc-
vrouw lezende, niet nalaten kon te zeggenzoo
is dan het vee er beter aan toe in deze gevallen
dan de mensch, want er bestaat zoover ik weet
geen wetsbepaling, die hulp aan het dier in zoo
smartelijke ure verbiedt.
„Ik schrijf dit om, zoo mogelijk, bij rechters en
rechterlijke beambten op een eenigszins mildere
toepassing van de wet in quaestie aan te dringén.
Ik doe dit met vrijmoedigheid omdat algemeen
bekend is dat de behoefte aan geneeskundigen
groot is."
Men leest in de Nieuwe Rotterdamsche courant
„Een telegram uit Batavia heeft eene voor velen
droevige tijding gebracht. Mr. J. S. Duijvis, die
gedurende drie en een half jaar lid onzer redactie
was en vóór juist twee maanden naar Indië ver
trok, om de redactie van het Bataviaasch Han
delsblad op zich te nemen, is kort na aankomst
aldaar plotseling overleden. In onze redactie
hadden wij zijne uitnemende gaven van hoofd en
hart op prijs leeren stellen en niet zonder groot
leedwezen zagen wij hem vertrekken.
„Maar nauwelijks ter plaatse zijner bestemming-
gekomen, rukt de dood hem uit den nieuwen
werkkring weg, waarin hij zooveel nut had kunnen
stichten. In hem ging een man met een helder
verstand, met een ruimen practisehen blik, met
een open karakter en met een warm hart verloren.
„Deze man, met zijn jeugdig frisschen en opge-
wektea geest, met zijn open oog voor de eischen
van staat en maatschappij, met zijne warme be
langstelling voor de welvaart van het volk, hoeveel
nut had hij nog niet kunnen stichten!
en vruchten, en kon er nog wat van opleggen
maar du*
En heb ik dan geen goede beenen om te
loopen? zei de schoondochter.
Wat denkt ge wel? zulk een mooi, teer
schepseltje als gij, Magdalena, alle morgens zoo ver
loopen? Men verdient maar wat minder, vast nog
een keer meer dan de kerk voorschrijft en trekt
het zich niet verder aan. Steven is geen kwade
jongen, en als hij eenigszins kan verzuimt hij
nooit om te gaan.
Wie is Steven? vroeg Louise.
Een goede man, antwoordde Magdalena, een
arme vondeling, dien vader bij zich genomen heeft,
om het zwaarste werk te doen, dat hij op zijn
leeftijd niet zou kunnen verrichten. O, als we
Steven niet meer hadden, dan was alles verloren.
En hoe gaan uw zaken?
Niet goed, mevrouw. De tijden zijn schaarsch,
de oogst is middelmatig en er zit volstrekt geen
verdienste op. Op den wijngaard schijnt een vloek
te rusten, en ook de olijfboomen hebben in het
laatste jaar weinig vruchten gedragen; met de
groenten hebben we nog al wat verdiend, maar lang
niet zooveel als toen Sander nog leefde. Die stond
heel vroeg op en liep in een ommezien naar Genua,
deed daar goede zaken en kwam nog bij tijds
terug voor het andere werk. Niet waar vader?
De verdiensten worden al minder en minder en
de uitgaven grooter
Groot! Ja! de hoeve is groot zei de
oude man, die zijn best deed om zooveel mogelijk
„Diep treft ons het bericht van zijnen dood en
lang nog zal Duijvis in onze herinnering voortleven.')
De Arnh, Ct. heeft in der tijd medegedeeld
dat de heer H. J. Brouwers, nieuw gekozen
lid der tweede kamerin zake onderwijs de
vrijzinnige beginselen was toegedaan.
Zij is echter van gevoelen veranderd op grond
van hetgeen haar -uit 's Bosch geschreven wordt.
Dit luidt als volgt:
„Om den lezers der Arnh. Ct. eens een denkbeeld
te geven met welk mandaat nu candidaten der
kiesvereeniging Noord-Brabant naar de kamer
gezonden worden, diene de confession defoi, destijds
door nu wijlen mr. van Son, minister van katholieken
eeredienst, den candidaten voorgelegd. Misschien
dat die geloofsbelijdenis, bij den tegenwoordigea
stand van zaken, nog wel krachtiger zal.zijn. Zij
luidt
„Ik verklaar tegenstander te zijn van het libe-
ralismus, waarvan ik de beginselen voor verderfelijk
houd, zoo op maatschappelijk als op zedelijk en
bepaaldelijk op koloniaal gebied; vooral nog met
opzicht tot het onderwijs en de betrekkingen
tusschen kerk en staat; dat ik niet behoor tot
de partij welke die beginselen aankleeft, althans,
dat ik met haar voor altijd heb gebroken en dat
ik nimmer steun of stem zal verleenen aan can
didaten, van wie ik weet of rechtmatig vermoeden
kan dat zij de liberale beginselen zijn toegedaan,
met de liberale partij heulen, of in iets haren
invloed kunnen bevorderen."
En nu zegge men nog dat de heer Brouwers
liberaal is
NB. De heer jh'. m*.Verheijen, inspecteur
van het lager-onderwijs, is door diezelfde
vereeniging in het district Tilburg als lid voorde
tweede kamer afgevaardigd.
rechterlijke macht. Benoemd tot rechter in de
arrondissement» rechtbank te Amsterdam mr. W.'
A. L. Domis, vroeger rechter in de opgeheven
arrondifsements-rechtbank te Leiden.
schutterijen. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan 3. G. van Weideren baron Rengers als Is
luitenant-adjudant bij het 4" bataljon der rustende
schutterij in de provincie Zeeland.
Benoemd bij de rustende schutterij in de pro
vincie Zeeland, 8e bataljon, tot auditeur bij den
schuttersraad mr. J. H. de Laat de Kanter, vroe
ger auditeur bij den schuttersraad van het voor
malig bataljon nG 3, 3e distriet, rustende schutterij
in dezelfde provincie; 5bataljon, tot kapitein C.
F. W. Ammon, thans 1" luit.; tot l™ luit. S. G.
op te vangen van hetgeen Magdalena zet, en zij
is mij nu al te groot en daardoor Voel ik zijn
gemis nog meer.
Houd moed, vadertje, zei mevrouw Argel
lani dicht bij hem gaande om aan zijn oor te
kunnen sprekengij hebt uw Sander verloren,
maar een lieve dochter in zijn plaats gekregen.
O wat dat betreft, daar zegt ge een waar
woord. Magdalena werkt voor twee en bovendien
is ze zoo lief voor ons oudelui. God zegene haar!
Of denkt ge dat ik sommige dingen niet begrijp
Mijn ooren deugen wel niet veel meer, maar mijn
oogen zijn beter dan ze ooit geweest zijn! Zij is
zoo mooi en wordt van alle kanten het hof gemaakt,
maar ze wil er niets van weten.
Vader, vader, riep het jonge vrouwtje aan
gedaan uit en werd vuurrood, zoudt gij dan
denken dat ik zelfs voor al het geld van de wereld
het huis van mijn Sander, die zooveel van mij hield,
zou verlaten? Kijk, mevrouw, hier herinnert alles
mij aan hem. Hier, waar gij zit, zat Sander
altijd, als het dagwerk afgeloopen was, het een
of ander te knutselen.En hij had toch soms
zulke vermoeiende dagen 1 Als hij den heelen dag
op het veld gezwoegd had, was hij nog niet klaar;
want dan moest hij nog in den moestuin aan 't
spittendat was eerst niets dan steengrond, maar
hij heeft er net zoo lang in gewerkt totdat het
beste grond geworden was, die het meest van
alles opbrengt. En wie anders dan hij heeft de
wijnstokken aangelegd
Ga het portret van Sander en zijn medaille