Ingezonden Stukken. Thermometerstand, Staten-Generaal. Algemeen Overzicht. De telephonic. zakenWelcheminister van "binnenlandsche zaken 5 Montgolfier, minister van openbare werken. Al deze ministers behooren tot de Orleanistische of Bonapartistische rechterzijde. bonden. Aan de Times wordt uit Rome be richt dat de raad op'het Vaticaan besloten heeft, dat geen enkele mogendheid tegenover het toe komstig conclave tot verkiezing van een nieuwen paus, het recht van véto zal mogen uitoefenen. 19 Nov. 's av. 11 u. 46 gr. 30 's morg. 7 u. 43 gr. 's midd. 1 u. 49 gr. 's av. 6 u. 42 gr. gtaatsibegi'ooting 1878. Hoofdstuk VII b (financiën). De minister legt bij zijn antwoord op het voorloopig verslag aan de kamer de verlangde opgaven over van den aard en den omvang der bezittingen, welke zich in de zoogenaamde doode hand bevinden, over elke gemeente des rijks afzonderlijk en voor zooveel de vaste goederen betreft. Wat de inschrijvingen op de grootboeken der nationale schuld aangaat, behoudt de minister zich nadere overweging voor omtrent de overlegging. Aan van kelijk helt de minister wel daartoe over. De regeering handhaaft de crediet-aanvrage voor een onderzoek naar de grondslagen voor een weduwen en weezenfonds voor alle burgerlijke ambtenaren zonder onderscheid. De regeeiing wil voorshands niets anders dan zoodanig vertrouwbaar onderzoek. De minister zal zich beg veren om het onderzoek zoo spoedig mogelijk te doen afloopen, zoodat men daarin geen middel behoeft te zien om de afschaffing der leges op de lange baan te schuiven. De minister vereenigt zich met het gevoelen zijns voorgangers, dat het beter is zich aanvankelijk tot vernieuwing van het meerendeel der bestaande muntbiljetten fe bepalen, en de vraag nopens de coupures der muntbiljetten aan te houden totdat definitief nopens den muntstandaard kan worden beslist. In het gebrek aan tiencentstukken is door aanmunting in de afgeloopen maand October voorzien. Dit is een der redenen waarom de aanmaak van de nieuwe bronzen munt werd vertraagd, waardoor ook mst den aanmaak van centen moest worden voortgegaan. Mot 15 Oct. jl. is de aanmunting van de bronzen pasmunt aangevangen. Omtrent de quaestie der van het klooster St. Agatha afkomstige domeinen deelt de minister mede dat sedert 1861 geen schriftelijke akte van de pacht opgemaakt, maar deze stilzwijgend voortgezet was. Iu April van dit jaar deed de vorige minister aan de kruisheeren een in de vroeger gebruikelijke bewoordingen vervatte akte van pachtverlenging voor het loopende jaar ter onderteekening voorleggen. De onderteekening werd den 22tn April 11. door hen geweigerd. Daarop werd bij exploit van 11 Juliji. de pacht opgezegd om te eindigen met 31 December. Zoodanige opzegging is niet gedaan aan de onderpachters of liever bouwlieden der kruisheeren. Aan deze personen is bij exploiten van 10 en 11 .September alleen aangezegd, dat de staat, te reke nen van 1 Jan. a,, over de door hen gebruikte goederen wenscht te beschikken en. hen dus som meert om de goederen voor of op dien dag te ontruimen. Tegelijkertijd is hun, na voorafgegane vergeefsche poging tot mondelinge onderhandeling, schriftelijk aangeboden de hoeven (niet de uiter waarden on bosehgi'onden) nog voor twee of drie jaren, op de tegenwoordige conditiën, vanwege den staat te pachten. Dat geschiedde om te voor komen dat zij de slachtoffers worden van de houding door do kloosterlingen aangenomen en van de daardoor onvermijdelijk geworden maatre gelen van den staat. Nu zal in het laatst dezer of in het begin dei- volgende maand een eerste veiling plaats hebben en wel van Maas waarden en gerooid dennen bosoh. Inmiddels heeft „tiet klooster der kruisheeren van St. Agatha" bij exploit van 22 October 11. den staat gedagvaard wegens stoornis, door de verkoo- ping der boomen enz. toegebracht in het „bezit pro dominodat „het klooster" volgens de dag vaarding beweert te hebben. Omtrent het Haagsche bosch deelt de minister mede dat met de voorgenomen verbetering voor namelijk wordt beoogd dunnen waar dit mogelijk is en ophooging van lage veenachtige plaatsen, met opoffering, waar het wezen moet, van eenige boomen, om aan nieuwe inplant de voor haar groei noodige ruimte te kunnen verschaffen. De bemaling van het bosch als zelfstandige polder ontmoet groote bezwaren," over welker oplosbaar heid de minister nog niet tot een besluit is geko men. Van een voorgenomen parkaanleg was nimmer sprake, maar alleen van instandhouding en verbe tering van het bosch in zijn tegenwoordig karakter. De minister wil echter ook daarvoor naar een vast plan te werk gaan en heeft besloten het advies in te roepen van mannen, met de kennis van onzen bodem en van de houicultuur vertrouwd, en heeft reeds do eerste stappen gedaan om hun de vraag te onderwerpen, naar welk plan voortaan in het bosch te werk zal moeten worden gegaan. In afwachting daarvan zal men, overeenkomstig de strikte orders daartoe door den minister gege ven, zich bij de regeling der boschbelangen en met name bij het rooien van boomen hebben te bepalen tot hetgeen waartoe bij 's ministers optre den feitelijk reeds besloten was. De zittingzaal van den Franschen senaat was gisteren stampvol. Bijna alle leden der kamer waren er tegenwoordigook de nieuwe senatoren Chabaud-Latour, graaf de Greffuhle en Lucien Brunhoewel eerstgenoemde door de jicht ge kweld werd, liet hij zich toch naar Versailles transporteeren. Zoodra de discussie over de interpellatie van den heer de Kerdrel was geopend, stelde de heer Emmanuel Arago, namens de drie groepen der linkerzijde, de prealabele quaestie voor. Zijn collega's nl. waren van oordeel, dat de interpel latie bepaald inconstitutioneel was, vooral de woorden: „welke maatregelen de regeering voor nemens was te nemen ten aanzien van de enquête, door de kamer van afgevaardigden bevolen." De president van den senaat had zeer juist opge merkt, dat de eene kamer niet de handelingen der andere kamer mag beoordeelen, maar hoe kan men dan naar de maatregelen van de regeering ten aanzien der enquête vragen? De minister heeft geen recht daaromtrent mededeeling te doen aan den senaat. De linkerzijde wil het debat over de interpellatie voorkomen uit eerbied voor de wet en ter vermijding van conflicten tusschen de machten in den staat. De heer de Kerdrelverbaasde er zich over, dat de liberalen het recht van interpellatie be twistten betoogde dat de senaat veel meer onderscheiding jegens de kamer aan den dag legde dan de kamer jegens den senaat, en herinnerde aan de uitdrukking convention blanche, door den heer Gambetta ten opzichte van den senaat ge bezigd. In stemming gebracht werd de prealabele quaestie met 155 tegen 130 stemmen verworpen, waarna de heer de Kerdrel het woord verkreeg ter nadere ontwikkeling zijner interpellatie. Na zijn eerbied te hebben uitgesproken voor het beginsel van scheiding der verschillende machten erkende hij, dat de kamer het recht heeft eene enquête te verordenen. Hij wilde slechts weten welke maat regelen de regeering voornemens is te Demen om te voorkomen, dat de enquête de prerogatieven van het uitvoerend bewind en der rechterlijke maeht zal schenden. Zooals te verwachten was bestreed de hertog de Broglie de enquête op grond van partijdigheid. Zij is zoo beweerde hij eene aanmatiging van de wetgevende macht op het uitvoerend ge zag cn de rechterlijke macht. Om dit nader te bewijzen voerde de ministerpresident aan wat vroeger was voorgevallen en citeerde hij het ge voelen van liberale ministers onder de restauratie. De enquête der kamer is een eonstitationeele, geen rechterlijke enquête. De ambtenaren blijven voor deze enquête onderworpen aan hun hiërar chische superieuren en moeten de door deze te geven instructies en bevelen naleven. In dien zin heeft de regeering aanschrijving gezonden aan de ambtenaren. De ministers willen alle sociale quaesties ongeschonden aan hun opvolgers overlaten. De heer Laboulaye betoogde, dat de kamer niet alleen het recht van parlementaire, maar zelfs van rechterlijke enquête heeft, als een gevolg van haar recht om de ministers in staat van be schuldiging te stellen. De regeering behoort daarom hare ambtenaren uit te noodigen voor de commissie van enquête te verschijnen. Despreker deed een beroep op de verzoeningsgezindheid, terwijl hij de groote verantwoordelijkheid van den senaat in het licht stelde. 't Was bekend dat de heer Dufaure het woord zou voerenmet belangstelling werd dit oogenblik verbeid en toen hij dan ook, na den heer Labou laye, de tribune besteeg werd hij met levendige toejuichingen van de linkerzijde begroet. Hij be gon zijne rede met eene verdediging der kamer, die den considerans van het voorstel van den heer Albert Grévy niet had aangenomen, maar wel de beslissing, die volstrekt niet gevaarlijk is en volkomen overeenkomt met de rechten der kamer. Vervolgens verhief hg ernstig zijp stem tegen de politiek der conflicten tusschen (1e beide kamers en drong hij aan op verzoeningsgezindheidvooral moest men de gevoeligheid der kamer niet opwek ken door eene orde van den dag zooals door de rechterzijde was voorgesteld, te minder omdat de instructies, die door de tegenwoordige ministers worden gegeven toch niet verbindend zijn voor hun opvolgers, zoodat de orde van den dag eigen lijk geen waarde heeft. In plaats van een ver bittering wekkende uitspraak te doen zou het beter wezen, dat de voorzitter der budget-com missie van den senaat zich met den president der budget-commissie van de kamer verstond, teneinde te bewerken dat vóór 1° Januari alle financieele en administratieve diensten behoorlijk waren ge waarborgd, Om dat doel te bereiken is het echter noodig dat men verzoeningsgezind, niet dat men hatelijk is. 't Waren parelen voor de zwijnen. De geest van verzet en verbittering van den heer de Broglie had zich reeds van geheel de rechterzijde meester gemaakt. De eenvoudige orde van den dag, waar door alle scherpe uitspraken werden vermeden, door den heer Laboulaye, namens de linkerzijde voorgesteld, werd met 153 tegen 136 stemmen verworpen. Thans bleef nog over de beslissing over de ge motiveerde orde der rechterzijde, luidende aldus: „De senaat, akte nemende van de verklaringen der regeeringen, overeenkomstig de conservatieve be ginselen die hij steeds heeft voorgestaanbesloten zijnde geen aanranding der prerogatieven vau eenige openbare macht te dulden, gaat over tot de orde van den dag" Met 151 tegen 129 stemmen werd deze orde van den dag aangenomen. Tegeno ver de bezadigdheid der kamer stelt dus de senaat slechts veroordeeling en verbitteringhij heeft zieh niet ontzien het ministerie-de Broglie-de Fourtou tegenover de natie in het gelijk te stellen, en hij zal de verantwoording van de gevolgen eener even. tueele botsing tegenover de natie op zich moeten nemen. De kamer bepaalde zieh gisteren tot het onder zoek van geloofsbrieven en vernietigde zooals te voorzien was, de verkiezing van den heer Lagrange te Lectourne, bij herstemming gekozen. Met 306 tegen 214 besliste zij dat de heer Descamp, aan wien bij de eerste verkiezing eenige stemmen onthouden waren, wettig gekozen was. Heden zal de discussie worden gevoerd over de verkiezing van den heer Reilie, ondersecretaris van staat bij het ministerie van binnenlandsche zaken. Omtrent de vorming van een nieuw kabinet wordt alleen "gemeld, dat de onderhandelingen goed vorderen en dat (waarschijnlijk morgen de benoeming in het Journal officiel zal verschijnen. Geruchten omtrent een geheele verandering in het Italiaansche ministerie, worden bepaald tegen gesproken; zelfs verzekert l'Italie, dat zelden in het kabinet grooter eensgezindheid heeft geheerscht dan thans. Den 22cn dezer zal het wetsontwerp betreffende de spoorwegeontracten bij de kamer worden ingediend. Het ontwerp-adres van antwoord op de Belgi sche troonrede, dat heden in de kamer in behan deling komt, is grootendeels slechts een weerslag op de troonrede; toch verwacht men dat zich een belangrijk politiek debat zal ontwikkelen, daar de liberalen de politiek der regeering zullen aanvallen. Meermalen gebeurt het, dat men bij de waarne ming der natuurkrachten niet weet wat mee# te moeten bewonderende eenvoudigheid der middelen of de veelzijdigheid en grootheid der werking. Een stukje gewreven glas leerde de aantrekkings kracht van stroohalmpjes kennen en aan de ver dere toepassing van dit schijnbaar onbeduidende verschijnsel beeft men de groote leer der electri- citeit te danken. De bonte kleuren van een keil- vormig geslepen glas "verschaften de grondslagen voor een nieuwe wetenschapde spectraalanalyse, waardoor het ons vergund wordt een blifc te slaan in de geheimen van menig natuurproces. Een van de nieuwste wonderen, dat tegenwoordig algemeene verbazing wekt, is de toepassing van eene natuur kracht, die reeds algemeen bekend was. Wij bedoelen de telephonie. Het is een feit, dat de menschelgke stem over mijlen verre afstanden kan worden overgebracht. De geluidstrillingen, die aan het eene einde van een eleetrische draadleidmg door het uitspreken van woorden worden opgewekt, gaan door een eigenaardig proces in eleetrische trillingen over, die met de snelheid van den bliksem zieh over ontzaglijke afstanden naar het andere einde van den draad voortplanten, waar zij, wederom door een eenvoudige inrichting, in geluidstrillingen wor den overgebracht, die aan het oor getrouw mede deelen, wat aan het andere einde van den draad wordt gesproken. Om zich eenig denkbeeld van dit verschijnsel te kannen maken herinnere men zich, dat ieder geluid, iedere muzikaie toon, ieder geruisch, ieder woord door ons oor slechts wordt waargenomen tengevolge van de trillingen der lucht, die in onze gehoorwerktuigen worden overgebracht. Daartoe bevindt zich in ons oor een zeer dun gespannen vliesje, het trommelvlies genaamd, dat door de trillingen der lucht eveneens begint te trillen en deze beweging overbrengt op de verdere gehoor werktuigen, die door een zeer fijn zenuwstelsel onze hersens kennis geven van hetgeen in de buiten wereld voorvalt. De leer der luchtrillingen is derhalve de grondslag voor de kennis van ons gehoor en op de ontwikkeling van deze leer be rust onze kennis van de wetenschap der acoustiek. Hoewel men nu reeds lang wist, dat geluids- stroomen door speciale instrumenten, als de spreek buizen en roepers in een bepaalde richting kunnen worden voortgestuwd en weder door een ander instrument, de gehoorhoorn, kunnen worden opge vangen en gemakkelijker onaanneembaar worden, kwam men toch eerst eenige jaren geleden op het denkbeeld door de trillingen van het geluid een electrischen stroom in een draadleiding op te wekken en daardoor wederom geluidstrillingen in het leven te roepen, waardoor aan het einde der leiding de tonen zouden kunnen worden waargenomen die aan het andere einde in het leven zijn geroepen. Een zoodanige inrichting door den Duitschen natuurkundige professor Paul Reiss uitgevonden, heeft de grondslag geleverd voor de telephonie die thans door een Amerikaansch uitvinder nader wordt toegepast. De uitvinding van professor Reiss bestaat uit het volgende toestel: In eenig station bevindt zich een klein kastje zoo groot als een middel matig sigarenkistje. Aan de eene zijde bevindt, zich een trompetvormige opening, waarin men kan zingen, op het deksel is over eene opening zoo groot als een rijksdaalder een zeer fijn blaasje zoo los gespannen, dat het door iedere toon die in de opening wordt gezongen, of door ieder woord daarin gesproken begint te trillen. Op het midden van dat blaasje is een klein metalen plaatje gekleefd, hetwelk zoo dun is, dat het alle trillingen van het blaasje medemaakt. Zeer kort boven dat plaatje hangt aan een metalen veer een tweede metalen plaatje, dat bij iedere trilling met het op het blaasje liggende plaatje in aanraking komt. Zingt men nu in het mondstuk dan danst het hangende plaatje met dezelfde snelheid als de trillingen der lucht elkander opvolgen heen en weer. De beide metalen plaatjes staan tevens eeaer- zijds met een elektrische batterij, anderzijds roet eene draadleiding naar een verwijderd station in verbinding. Bij iedere aanraking van de plaatjes onderling ontstaat daardoor een elektrische stroom, (lie door de gaheeie leiding gaat en aan het andere einde hetzeltde geluid veroorzaakt als aan het eerste station wordt gezongen. Op het eindstation bevindt zich nl. een kastje gelijk aan dat op het eerste. Op zijn deksel is een dun ijzeren staafje bevestigd dat door een tamelijk- sterke laag koperdraad is omwonden. Volgens de bekende regels der elektriciteit en van het magnetisme wordt, zoo dikwijls de stroom door die omwoeling gaat, liet staatje magnetisch en het verliest zijn magnetische kracht zoo dikwijls de elektrische stroom wordt afgebroken. Daar nu de toon die in de opening van het kastje wordt gezongen een voortdurende afwisseling in de elektrische aanraking van de beide plaatjes ver oorzaakt, zoodat de stroom aanhoudend wordt hernieuw u en afgebroken, ontstaat ook dezelfde magnetische afwisseling in het ijzeren staatje op het eindstation. Dit staafje geraakt daardoor in even snelle trillingen, als de lucht op het andere station tengevolge van het zingen. Die triiliDgen van het staafje veroorzaken evenzoo snelle lucht trillingen in de lucht in het kastje waarop zich net staafje bevindt en deze luchttrillingen deelen zich zoo duidelijk aan het oor mede, dat men op net eindstation duidelijk k n hooren welke melodie op het andere station wordt gezongen. Dit is de telephone zooals zij oorspronkelijk door professor Reis ia vervaardigd en die al spoedig de aandacht der natuurkundigen en van het publiek tot zich trok. Men begreep dat indien het mogelijk ware zoo fijne vliesjes te maken als het trommelvlies van het menschelgke oor en ze evenals dit gevoelig temaken voor de omvangrijke toonschaal van verschillende hoogte, men niet alleen liederen van een enkelen toon, maar geheele con certen zou kunnen telegrapheeren. Hoe ver men het reeds gebracht heeft in de bereiking van dien wensc'n blijkt uit hetgeen Donderdag jl. is geschied in de zitting van de Polytechnische vereeniging te Berlijn. In het verst verwijderde vertrek van het gebouw had men op het gesloten deksel van een kleine speeldoos een telephone gezet, van welke de leidingdraden naar het zittinglocaal voerden, alwaar zij met 12 telephones in verbinding waren gebracht. De in de onmiddellijke nabijheid der doos slechts flauw hoorbare toonen konden in het zittinglocaal volkomen duidelijk door 12 personen gelijkiijdig worden waargenomen, hoewel, tenge volge van het talrijke publiek, de stilte in de zaal veel te wensehen overliet. In de meeste gevallen moesten de ooren van hen die luisterden eerst nog aan het hooren met de telephone gewennen. Aanvankelijk hoorden zij niets dan een zacht ruischen, maar alleDgs kreeg dit, voor den een spoediger dan voor den ander, een bepaalde uitdrukking, zoodat men de afzonderlijke tonen van het speeltuig, zij het dan ook iets zwakker en doffer dan wanneer men er bij stond, kon waarnemen. Ook werden proefne mingen met het spreken genomen, die zoo gunstig slaagden, dat men niet alleen de woorden duidelijk kon verstaan, maar ook evenals in het persoonlijke verkeer aan de stem den persoon van den spreker kon herkennen. Mijnheer de redacteur Dat men in onze groote handelsplaatsen zich vroolijk maakt ten koste van Vlissingen, zoodra men terecht of ten onrechte vermeent daartoe de gelegenheid te hebben gevonden, is licht te begrijpen. Dit moge echter voor het oogenblik al niet zeer aangenaam zijn, toch zal eenmaal blijken, zij het dan ook in de toekomst, dat in weerwil van alle tegenwerking, de gunstige positie van Vlissingen als zeehaven tot haar recht komt want juist de felle tegenwerking levert het bewijs, dat men in Vlissingen een aanstaanden concurrent ziet, mei wien men te rekenen heeft. Het kan dan ook geen verwondering baren, dat bet Handelsblad het artikel heeft geplaatst dat ook in de meeste groote en kleine dagbladen, waaronder ook de Vlissingsche courant, die echter eerst in haar laatste nommer daartegen is opge komen, is overgenomen - over het kolossale drankverbruik in deze gemeente. Jammer maar, dat, vermoedelijk door gebrek aan tijd, men zich de moeite niet heelt gegeven even na te denken. Had men dit gedaan, dan zou men al spoedig tot de overtuiging zijn gekomen, dat het geheele bericht onjuist is. Volgens het Handelsblad zou het drankverbruik alhier aan de gemeente in 10 maanden hebben opgebracht in 1876 ƒ46,000, in 1877 44,000. Men is geheel op de hoogte van den maatstaf, waarnaar de belasting wordt geheven, blijkbaar uit de berekening, dat dit zou zijn 55 a 53 liter per hoofd en per jaar Maar begrijpt men dan niet, dat, als men vrou wen en kinderen aftrekt, die toch in den regel geen sterken drank gebruiken, althans niet zooveel dat dit in verhouding tot de massa van invloed zijn kan, men van de 10,000 ingezetenen - om met ronde cijfers te rekenen er slechts 24 of

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 3