N°. 274. 120® Jaargang. Dinsdag 20 November. Middelburg, 19 November, DE OLM EN DE KLIMOP; Dit blad versohijnt dagelijks,' mat ^uitzondering van Zon- en Feestdagen^ Prijs per 8/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiëns 20 Cent per regel.1 Geboorte- Trouw- Doodberichten enz, van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.' Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laftiti C°. te Bruggel en Parijs. IUIDDELBURGSCHË r- v GEMEENTERAAD. De burgemeester van Middelburg maakt bekend, dat op Woensdag den 21™ November 1877, des namiddags te half twee uureen openbare zitting van den gemeenteraad zal plaats hebben. Middelburg, den 16™ November 1877. De burgemeester voornoemd, SCHOEEE. Het stoomschip P. Caland, van de Nederlandsch- Amerikaansehe stoomvaartmaatschappij, te Rotter dam, kwam Maandag middag jl. alhier aan en stoomde naar het voordok. Des nachts werd het water opgezet, den daarop volgenden morgen te halfacht verhaalde het schip naar het droge dok, waar het des middags op de blokken droog stond en met de reparatie een aanvang gemaakt kon worden. Zaterdag avond was deze afgeloopen. Des nachts werd het water op het vereischte peil gebracht, Zondag morgen te half acht haalde het schip naar het voordok en weinige uren later stoomde het, nadat het water weder afgelaten was, naar Vlis- singen terug. Voor de bewoners van Middelburg, moge deze enkele recapitulatie van feiten voldoende, en zelfs meerendeels oud nieuws schijnen, voor den handel en de scheepvaart van Nederland is zij dat niet. Het blijkt toch genoeg dat aan het feit der voltooiing van het eerste droge dok van zoodanige, afmetingen en bruikbaarheid in ons land, nog niet de aandacht geschonken wordt, welke het verdient. Treden wij daarom nog in enkele bij zonderheden. De P. Caland meet 3070 tonnen en is, met de W. A. Seholten, die denzelfden inhoud heeft, en de Prinses Amalia, van de stoomvaartmaatschappij Nederland, die 3200 tonnen meet, het grootste schip dat onder Nederlandsche koopvaardij vlag vaart. Het schip is met zijn vollen inventaris en bemanning, met een diepgang van 131/,14 voet, in het dok gelaten. Bij de reparatie zijn de vier bladen van de schroef afgenomen, is het roer uitgelicht en zijn aan den achtersteven eenige voorzieningen verricht, waarna het schip van buiten schoongemaakt en geverfd is. Het springt, uit deze opsomming van feiten, in het oog dat het dok ten volle beantwoordt aan de eischen, welke door de Nederlandsche scheepvaart gedaan kunnen worden en voor welker bevrediging FETJILXjETONT. 23. EIS TEKHAAL TAN ANTON GITJLIO BARKILI. Uit htt Italiaansch. TWEEDE DEEL. I. Vervólg.) En die gedroogde bloemen? vroeg mevrouw Argellani. Weet ge wie ze daar neergelegd heeft? vroeg Laursnti. Haar man. De eenige ware minnaar dien zij ooit gehad heeft, was hij. De anderen, een zwerm vlinders, verspreidden zich door de lucht. Hij daarentegen zat elk jaar, elke maand, elke weak hier, bij het graf van zijn vrouw en ik heb hem hier dikwijls binnen zien gaan. Maar nu is bij het ook moede geworden en heeft een andere gezellin in zijn verlaten hui» geroepen. Zijn droefheid heeft zeven jaar geduurd, maar langer kon zij ook niet duren. Wie denkt er nu nog aan haar, die arme Catherina inet de goude lokken? Ik, toevallig, omdat ik hier met u kom. Onder de levenden die daar ginds elkaar liefkozen of met elkaar twisten, zij tot dusverre genoodzaakt was zich tot vreemde havens te wenden. De Nederlandsche scheepvaart «chijnt echter" besloten om, nadat zij zich jaren lang beholpen heeft, voortaan niet alleen het voldoende en bruik bare te bezitten, maar zich in overvloed te baden. Op hetzelfde oogenblik ongeveer, waarop te Middelburg het droge dok gereed kwam, werden te Amsterdam en te Rotterdam de handen ineen geslagen om in de nabijheid dier steden twee dokken van de grootste afmetingen te doen ver rijzen. Wij durven vragenof de uitvoering dezer planner, met het oog op de omstandigheden, nuttig en noodig kan geacht worden? Er varen tegenwoordig onder Nederlandsche vlag 6 stoomschepen van de maatschappij Neder land, 3 van de maatschappij Java, 4 van de Ned.-Amerikaansche stoomvaartmaatschappij en 2 van de maatschappij Zeeland, welke, ofschoon niet alle even groot, echter door hunne afmetingen gerekend kunnen worden aan een dok behoefte te hebben van een omvang als het Middelbnrgsche. Voegt men daarbij de enkele zeilschepen, van de allergrootste soort en eenige oorlogschepen, dan vindt men ongeveer het cijfer der bodems, voor welke na verloop van een paar jaren drie droge dokken gereed zullen liggen. Na de jaren van armoede, zal dus weelde ont staan. Is die weelde gewettigd Neemt men als kenmerk van geoorloofde weelde aan, dat zij eerst aangeschaft mag worden wanneer in het noodzakelijke voorzien is, dan moet het antwoord zeker ontkennend luiden. De handel te Amsterdam is nog zoo weinig in het bezit van het noodzakelijke, dat in den vollen gemeenteraad aan de kooplieden gemis van ondernemingsgeest en initiatief verweten en het verwijt beantwoord wordt met klachten, dat het gemeentebestuur de ruimte van blik mist, noodig voor eene herlevende groote handelsstad. En wat den Rotterdamschen handel betreft, deze ziet slechts dan kans het „onmisbare" dok tot stand te brengen, wanneer de gemeente ongeveer al de risicode droogdok maatschappij al het voordeel der onderneming voor haar deel krijgt. Is dan nu voor de twee millioen gulden, welke beide dokken minstens zullen kosten, inderdaad geen vruchtbaarder, geen noodzakelijker besteding te vinden, dan het aan elkander en aan het Mid- delburgsche dok betwisten van het klein getal schepen, dat een dok van de grootste soort noodig heeft De bruikbaarheid van het dok alhier is bewezen. De „afgelegenheid" er van kan geen bezwaar zijn, daar de schepen, die reparatie noodig hebben, uitgaande of thuis varende te Vli3singen of hier keert haar beeld voor niemands geest terug; haar naam zweeft niet meer op de lippen van vrienden noch vijanden; zij is tweemaal gestorven. Wie denkt er aan haar voetstappen in de Via Nuova of op de wandelpaden van Acquasola? O! het is mooi, op mijn woord het is iets moois die dood! Louise werd zeer aangedaan bij die sombere woorden van haar dokter; maar deze laatste zin snede bracht haar weer tot zich zeiven. En waarom niet? - vroeg zij. Het blijft toch altijd iets goeds 1 Ja vielLaurenti in,waarlijk iets goeds! Bij het licht dat buiten schittert, zult gij hier in een van die gaanderijen opgesloten liggen en in zulk een nis verstikken. Gij zult de aarde, de zee, de bloemen niet meer zien. Hier altijd alleen zijn, alleen! Eenmaal in het jaar zullen de wereldsche gebruiken een stroom van nieuwsgierige levenden hierheen voeren, die u niet eens meteen blik zullen verwaardigengelukkige, of verstrooide menschen, die naar hier een wandeling maken, en volstrekt niet om n denken. Indien de dooden kunnen denken, indien hun ziel blijft bestaan en op de een of andere wijze nadenkt over haar afzichtelijk kleed, moet het hen toch berouwen dat zij hun liefde geschonken hebben aan steenen harten, dat zij gezwoegd hebben voor ondankbare kinderen, dat zij zooveel geleden hebben voor menschen die zich niet eens meer herinneren dat zij geleefd hebben. En welke bittere gedachten moeten er des nachts in die wan- hunne lading kunnen innemen of lossen en de SDOortrein passagiers en haast hebbende goederen overbrengen kan. De nijverheidsinrichtingen, bij een droogdok vereischt, bestaan hier en te Vlis- singen reeds en zullen verbeterd worden naarmate het dok meer van hare werkkracht vordert. Waarom dan van dit dok geen gebruik gemaakt en de kapitalen en werkkrachten, aan de Amster- damsche en Rotterdamsche dokken te besteden, niet liever aangewend om onze stoom- en zeilvloot, alsmede onze handelsbetrekkingen tot zulk een peil op te voeren, dat drie dokken van de grootste soort geen weelde, maar behoefte zullen zijn en de concurrentie niet dienen zal om elkander te dooden maar om elkaar op te wekken? De gemeenteraad van Middelburg zal op Woens dag den 21™ dezer, des namiddags om half twee uur, een opènbare zitting houden ter behandeling der volgende zaken: ingekomen stukken; voorstel van burgemeester en wethouders op het adres van C. Polderman c. sadres van A. Buijs, om besten diging van wachtgeld als gewezen bediende bij de leenbank; adres van P. Casteleijn, tot aankoop gemeentegrond nabij de Oostpunt; voordracht vacature van 2™ leeraar in de Nederlandsche taal enz. aan de burger avondschool; voorstellen van burgemeester en wethouders: a op het adres van jbr. Teding van Berkhout, bebouwing gasthuis terrein; b betrekkelijk het conciergeschap ten raadhuize; staten van restitutie en onwaarde in komstenbelasting over 1877. In het Volksblad „do Coöperatie" wordt de aandacht gevestigd op een gevaar dat, tengevolge eeaer onvolledigheid in de wet op de coöperatieve vereenigingen, die lichamen bedreigt. Men bedoelt hiermede het evenredig recht van 7, pet. dat volgens de wet op de registratiebelasting geheven wordt van borgstellingen van geldsommen. Bij de meeste coöperatieve vereenigingen moet de kassier borg stellen voor de gelden of gelds waarde, die hij in bewaring heeft; bij de coöpera tieve voorsehotvereenigingen in den regel tot een onbepaald bedrag. Nu vordert de fiscus, dat de kassier pet. betale van het maximum bedrag, waarvoor hij verant woordelijk is. De kassier van eene dergelijke vereeniging (b. v. te Goes), heeft vaak voor een waarde van f 40,000 aan schuldbekentenissen en van f 10,000 aan contanten onder zijne bewaring. Vordert men van dat bedrag pet., dan zou hij 250 registra tierecht moeten betalen, of meer dan de helft van zijne belooning gedurende een jaar. En nu zegge men niet: „zoo bar zal de fiscus niet zijn, men zal zich wel tevreden stellen met hopige nissen opkomen! Vaarwel Catkarina met uwe goude lokkenIk heb nooit voor uw venster gesmacht en nooit naar een uwer vurige blikken verlangd; en toch kom ik nooit op het kerkhof, zonder hier boven te komen, om u te groeten en u tijding te brengen van de mensehen, die u vergeten hebben. Dit gezegd hebbende, wendde Guido zich tot Louise, die naar hem stond te luisteren. Ziedaar, mevrouw, waarvoor de menseh zoo vaak sterftLiefde.'t Is wat mooisZoudt gij daarvoor willen sterven, zoudt ge daarvoor de zon, het hoogste genot van den geest, de onwan kelbare vertroosting des geloofs, der liefdadigheid, der hoop, de schoone kunsten, de wetenschappelijke nasporingen, het zoeken van edele gemoederen die het uwe begrijpen en, met u verbonden, het lage en gemeene bestrijden, willen verlaten 1 De god heid, waarvoor gij u laat ombrengen, i» waarlijk het offer dier kleinigheden wel waard! - En zouden uw troostmiddelen niet evenzeer kunnen falen? Leidt het zoeken naar edele gemoederen ook niet vaak tot teleurstelling? Ja, zeer dikwijls, maar wie zoekt, die vindt; de teleurstellingen zijn bezwaren, hinderpalen, die echter de dapperen niet mogen ontmoedigen, even als de slechte uitslag van een proefneming den beoefenaar der wetenschap niet ontmoedigt. Overigens gaat de vergelijking tusschen de liefde en de andere vertroostingen, die ik u opnoemde, niet door. De wetenschappelijke man, die studeert, laat den moed niet zakken, omdat hij zich vergist eene mindere raming; de schuldbekentenissen zul len niet in aanmerking genomen worden, ofschoon zij ieder oogenblik verzilverd kunnen worden", op dergelijke toegevendheden kan men het niet aan laten komen. Wellicht wordt er een ontvanger der registra tie gevonden, of meerderen, die, evenals dat het geval schijnt te zijn geweest bij de heffing der registratierechten op de rekening en verantwoor ding, aan de wet eene andere uitlegging geven en die er op drukken, dat er alleen recht verschul digd is voor cautionnement de sommes (borgstelling van geldsommen) en niet, wanneer er geen geldsom is uitgedrukt; dergelijke bijzondere op vattingen kunnen niet baten en kunnen alleen tot dubbele onrechtvaardigheid aanleiding geven, omdat de eene vereeniging zal belast worden, de andere vrijgelaten, al naarmate van de bijzondere opvatting van den ambtenaar van de streek, waar de vereeniging bestaat. Ook op dit punt vereischt dus de wet op de coöperatieve vereenigingen eene bijvoeging, waardoor ook de borgstellingen harer bestuurders worden vrijgesteld van registratierecht. Wordt de wet niet gewijzigd, dan zal er het gevolg van zijn dat de borgstellingen der kassiers uit de statuten der vereeniging geschrapt worden, en daarmede de soliditeit dier vereenigingen wordt geknakt. De aanslibbing in het Kreekrak, van Bath tot aan den spoordijk door de Qoster-Schelde, neemt zoo toe, dat op de plaats waarlangs voor 10 jaren nog het grootste verkeer te water van ons land met België plaats had, nauweljjks meer de geul is op te merken. De heer S. van Houten, lid der tweede kamer, heeft den voorzitter der vergadering tot bespreking van het algemeen stemrecht, te Rotterdam gehou den, zijn dank betuigd voor het hem gezonden telegram van sympathie. „Daardoor, schreef hij o. a. zal de bedenking kunnen vervallen, dat zij, aan wie ik meen dat in het belang ee-ner goede werking onzer staatsinstellingen het kiesrecht niet langer mag worden onthouden, daarop geen prijs stellen." In de gemeente Hoogeveen is thans een inkomsten-belasting ingevoerd tot een bedrag van hoogstens f 35,000; inkomsten beneden f 300 zijn vrij; van onroerende en rentegevende roerende goederen wordt 4 pet. 'sjaars als inkomen gere kend, onder aftrek van lasten en noodzakelijke kosten van onderhoud. Er zijn tot 20,000 inko men 30 klassen aangenomen. Elke f 2000 meer vormt een nieuwe klasse. Het belastbaar inkomen wordt gevonden door het middencijfer der klassen beeft; de man die gedwaald heeft in zijn oordeel over anderen, ziet er geen schade in om te hopen dat nieuwe vrienden beter zullen zijn dan de eersten; terwijl in zake da liefde, vooral bij de vrouwen, het onderzoek, het opdoen van ervaringen, tot moedeloosheid leidt. Maar omdat de prcéven niet menigvuldig mogen zijn, omdat men het bij de eersten moet laten, daarom mag men zich zel- ven niet onherroepelijk vonnissen en op eigen gezag veroordeelen om voor een dwaling te boeten. Verkeerd geplaatste neigingen bedroeven als men ze inziet, maar wij moeten er ons verder niet door van ons stuk laten brengen, te meer daar de liefde op ziehzelve beschouwd volstrekt geen levensbe: hoefte is. Meent ge dat in ernst? In vollen ernst. Bij mij zou misschien de praktijk ook in strijd kunnen zijn met de theorie; maar of ik bemin of niet, doet er niets toe, dat verandert niets aan de juistheid mijner stellingen die is dezedat men leven kan zonder liefde, dat er buiten de liefde verheven genoegens en zeer groote vertroostingen zijn. Ik beweer niet dat iedereen dat zoo moet inzien. Een ieder wil het ondervinden en heeft daar het recht toe. Maar ik spreek voor de kranke gemoederen, die onder vonden en geleden hebben. De liefde mag niet doodenmen mag baar zijn leven niet ten offer brengen. Ik beschouw haar als een van de kleuren waaruit de regenboog des levens bestaat, als een element dat het gemoed verfijnt, het inwijdt in de droefheid en in het medelijden. Maar al is

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1