Nto. 271, 1877, 1206 Jaargang. Vrijdag 16 November. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k 8 met fuitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/rn. franco f 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 6 Cent. Advertentiën s 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels 11,50 iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffiti C°. te Brussel en Parijs. Bij deze courant bekooren twee BIJVOEGSELS. Middelburg, 15 November, FETJILLBTOlsr. 20. DE OLM EN DE KLIMOP, Benoemlngm en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. MIDDELBIIRGSCHE n De alhier gehoudene collecte tot oprichting van een kinder-ziekenhuis te 's Gravenhageals gedenkteeken voor wijlen hare majesteit koningin Sophia, heeft de som van 429.73 opgebracht. Heden heeft ten raadhuize alhier de verpachting plaats gehad van de tollen op den straatweg tnssehen Middelburg en Vlissingen. De hoogste inschrijvers waren voor den tol aan de zijde van Middelburg J. P. Waltheer voor f 440, en voor den tol aan de zijde van Vlissingen P. Luitwieler voor f 363, samen alzoo 803. De beide tollen te zamen werden ten slotte gemijnd door P. Luitwieler, te Veere, voor f 880, zoodat deze pachter is. De vorige verpachting bracht f 840 op. De heer F. W. N. Hugenholtz, van Zandpoort, hield gisteren in de vergadering (met dames) van het Middelburgseh departement der Maatschappij tot Hut van 't Algemeen een voordracht, waartoe hÜ gekozen had verschillende gedeelten uit zijne onlangs in het licht gegevene vertaling van Robert Hamerling's gedicht die sieben Todsiinden. De kennismaking met dit belangrijke werk van den grootsten dichter, dien Duitschland op dit oogenblik bezit, zal ongetwijfeld voor vele toe hoorders een groote letterkundige en wijsgeerige aanwinst geweest zijn. De opgewekte en bezielde voordracht van den spreker bracht daartoe mede het hare bij. Door de kiezersvereeniging „de Eensgezindheid," te Oost- en West-Souburg, is een adres van gelukwensching aangeboden aan den heer Tak van Poortvliet, by gelegenheid zijner benoeming tot minister van Waterstaat, Handel en Nijverbeid. „Eene lang door ons gewenschte zaak, zoo drukken de adressanten zich uit, is door die benoeming tot stand gebracht, want niemand had door grondige kennis, onvermoeide vlijt en beproefde rechtschapenheid, meer dan gij aanspraak om het vaderland op een uitgestrekter veld te dienen." Niet ten onrechte werd in het opstel, aan Eigen Hulp gewijd, opgenomen in ons nommer van den 13en dezer, gezegd dat men, bij het toe- E1N TERHAAL TAN ANTON GIULI0 BARRILI. Uit het Italiaanach. XII. Vervólg.) Den schok, dien mevrouw Argellani gekregen had, had hij ook gevoeld, en die was zoo sterk geweest, dat hij er in het eerst als versuft door was, zonder den tijd te hebben om er over na ts denken, of zelfs den omvang van zijn leed te overzien. Die slag kon toch zeker niet geheel onverwachts komen, daar hij van den beginne af begrepen had dat er zulk een vijand bestond. De eerste indrukken ziju altijd de zekerste. Later echter werd zijn scherpzinnigheid, op ijdele gissingen toegepast, op een dwaalspoor gebracht. Eenige verschijnselen der ziekte van mevr. Argellani, die hy even goed kon toeschrijven aan gemis van liefde als aan haar te grooten invloed, hadden hem in slaap gesust en hij droomde juist den schoonsten droom dien iemand ooit kan hebben, toen de schrille stem van mevrouw Perrotti hem eensklaps was komen wekken. Het was een pijnlijk ontwaken voor den armen Guidoj het kaartenhuis, dat bij met zooveel passen der beginselen van Eigen Hulp, met vele ten deele onvoorziene moeilijkheden te strijden zou hebben. Wat zegt men b. v. van het dreigement, door een inzender in de Ylissingsche courant van heden gebezigd, dat „leden van dergelijke vereenigingen, zoowel nu als in het vervolg, de sympathie van vele invloedrijke personen zullen missen" Men schrijft uit Vlissingen aan de Arnhemsche courant van den 13en dezer: „Heden morgen arriveerden alhier van Engeland, op hunne doorreize naar Bulgarije, eenige heeren en dames behoorende tot de vereeniging het „Roode Kruis", met zich voerende eenige kisten met geneesmiddelen, ververschingen, enz.waarvan binnen een paar dagen nog groote verzendingen zullen volgen. Met het voornemen om dag en nacht door te reizen, vertrok het gezelschap terstond per spoor via Venlo. Tot ons leedwezen moeten wij hier de voor ons land niet zeer vleiende mede- deeling bijvoegen, dat de eenige lijn, waarop door hen voor passage moest worden betaaldvan Londen tot het doel hunner reis, die der maatschappij tot exploitatie der Staatsspoorwegen was, bij de vermelding waarvan de oude heer, die het gezelschap aanvoerde, zich dan ook de uitdrukking liet ontvallen, dat Nederland zelf ook nog wel eens de diensten van het „Roode Kruis" noodig zoude kuunen hebben, maar daaraan niet scheen te denken." Deze laatste uitdrukking schijnt ons onbillijk. De Nederlandsche weldadigheid heeft reeds her haaldelijk, ook in den tegenwoordigen Russisch- Turkschen krijg, getoond dat zij zich van hare plichten tegenover het „Roode kruis" zeer goed bewust is. Over de houding der exploitatie-maat schappij tegenover het Engelsche gezelschap kan men, meenen wij, overigens geen gegrond oordeel vellen zonder met alle omstandigheden der zaak volledig bekend te zijn. Omtrent de verkiezing van een gemeenteraadslid te IJzendijke, welke wij op gezag van een ander blad gemeld hebben dat reeds vernietigd was, wordt ons nader gemeld dat door Z. M. den koning nog geen beslissing genomen is, doch dat die spoedig verwacht wordt. De heer jhr. W. A. van der Feltz, burgemeester van Assen, is door de leden van de algemeene kiesvereeniging aldaar met 59 van de 68 stemmen tot candidaat voor de tweede kamer gekozen in het district Assen. Bij ministerieele beschikking van 13 dezer, volharding, met zooveel liefde had opgetrokken, werd door éen ademtocht omvergeblazen. En terwijl hij zelf zooveel behoefte had aan hulp en troost, hielp en troostte hij de kranke, die hem dankt# voor zijne zorgen en zijn bijstand, en wel in bewoordingen die hem nog meer moesten doen ontroeren en het staal nog dieper in de wonde deden dringen. 't Is te vergeefs, alles is te vergeefshad zij gezegd, terwijl zij hem vriendschappelijk de hand toestak. Ik begon tot bedaren te komen, te vergeten; maar het noodlot vervolgt mij; het verleden doodt mij. Nu kent gij mijn geheim, mijnheer Laurenti, en nu weet gij waarom ik volstrekt niet meer verlang te leven. VIII. De liefde is een treurige zaak en ik zou bijna zeggen de ergste onzer hedendaagsche kwalen. Niet dat zij bij .de ouden onbekend was, dat zou wat veel gezegd zijn, maar die hartstocht, die eerst een ruwe vorm van het instinct was, heeft in den loop der eeuwen zooveel proeven doorgestaan, voordat zij zoodanig verfijnd was als wij haar nu kennen, en is zoo scherp geworden dat zij als een dolk in het vleesch dringt. De verschillende vormen van vooruitgang in de menschelijke be schaving hebben alles gewijzigd en veranderd, maar vooral de liefde. De oorspronkelijke mensch, afdeeling nijverheid, is, ingevolge machtiging des konings, aan W. J. Visser te Watergraafsmeer ver gunning vèrleend voor den aanleg en de exploita tie van een paardenspoorweg tusschen Utrecht en Zeisi. (St. ct.) middelbaar ONDEBwijs. Benoemd, met ingang van 1 Januari a., tot J raar aan de rijks hoogere burgerschool te Utrecht dr. F. H. Seelheim, thans leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Mid delburg. [Gisteren reeds onder „Tel. ber." gemeld.] koloniën. Op verzoek eervol ontslag uit 's lands dienst in Ned. Indië verleend aan den Oost Indischen ambtenaar met verlof mr. T. H. J. Tavenraat, laatstelijk ter beschikking van den resident van Tegal, speciaal om te worden belast met griffierswerkzaamheden bij den landraad te Brebes. De heer dr. W. J. A. Jonckbloet heeft gis teren het hoogleeraarsambt aan de universiteit te Leiden aanvaard, met het houden eener redevoering „over het professoraat in de Nederlandsche taal en letterkunde." Omtrent den toestand van het openbaar lager onderwijs te 's Gravenhage en Scheveningen is door eene commissie, bestaande uit de heeren Belinfante, EversGoeman Borgesius Kips en Walter, een uitvoerig verslag uitgebracht aan de Haagsche afdeeling van „Volksonderwijs." De slotsom van dat verslag luidt als volgt: dat de gewone lagere school te 's Gravenhage nifet geeft wat ze geven kan en geven moet, dooi de gebrekkige inrichting der lokalen, te veel afdeelingen of klassen in éen lokaal, te talrijk bezette klassen, in vele scholen ongeschikt en in 't algemeen onvoldoend hulppersoneel en gebruik van kweekelingen als onderwijskrachtvoorts door onvoldoende voorbereiding, schoolverzuim ('t blijkt o. a.dat pi. m. 3700 kinderen van 6 tot 14 jaren niet schoolgaan) en het te vroeg verlaten der school. De meerderheid der commissie bepleit de nood zakelijkheid der invoering van den leerplicht, zoo mogelijk totop 14jarigenleeftijd,terwijl decommissie verder als middelen tot verbetering van den toestand o. a. aanprijstgoed ingericht herhalingsonderwijs, voorziening in 't onderwijs voor meisjes, vermeerde ring van scholen, oprichting eener openbare bur gerschool in het Z. O. deel der stad en oprichting eener rijkskweekschool voor onderwijzers. De gemeenteraad van Groningen beeft, die met een bijl gewapend, zijn weg door de bosschen baande, gevoelde in zijn hart niets anders dan de stem van het dierlijk instinct. De vrouw werd niet door den heiligen echt aan hem verbonden, maar door diefstal en roof, en hun bruiloft werd niet gevierd door vroolijke gasten noch door het gezang der barden. In een spelonk opgesloten, beminde zij haar roover, omdat hij sterk was, omdat hij de roofdieren bestreed en haar den bloedigen buit bracht; omdat hij haar hals versierde met de tanden van het gedoode monster en met stukken van blinkend metaal, die hij in de bedding der rivieren verzamelde. Zy vreesde hem en ver langde tegelijkertijd naar hem, zij eerbiedigde hem niet, maar had hem toch lief. En hij erkende slechts het recht van den eterkste: als hij zich beleedigd voelde, vocht hijals hij zijn zin deed, vocht hij ook. Het leven was niets dan oorlog, de voldoening van het instinct was zegepraal. Later was 't een groot teeken van beschaving dat de vrouw in een afzonderlijk gedeelte van detent opgesloten werd. Het gezin riep gebruiken in het levende gebruiken namen den vorm en bet gezag van wetten aan. Toen werd de vrouw niet meer geroofd; men ontving haar van haar ouder», ten teeken van een verbond en in betaling voor bewezen diensten, altijd als een voorwerp, en zonder het zich erg aan te trekken, of het contract te verbreken, als zij scheel zag. Men nam een vrouw tot echtgenoot of tot dienstmaagd, maar men beminde haar nog niet, zij daatentegen begon den man lief te krijgen bij wien ze kinderen had. zonder beraadslaging of stemming, aangenomen het voorstel van B. en W., om „ter bevordering van den bloei der universiteit" jaarlijks te besteden de som van f 6000, benevens deelneming in het te stichten beurzenfonds. Het plan is om 2 docenten a 3000 's jaars te, bezoldigen, die onderwijs zullen geven in vakken, welke anders niet aan deze hoogeschool onderwezen zouden worden. Men zegt dat men daarbij op onderwijs in nieuwere talen het oog heeft. Beroepen by de N. H. gemeente te Rotterdam dr. C. van Goor JLzn., predikant te Oud-Beierland. Voor het beroep bij de N. H. gemeente te Kampen is door dr. A. Kuyper bedankt. In eene Dinsdag avond gehouden vergadering van de afdeeling Amsterdam van het Nederl. Protestantenbond werd na de gewone werkzaam heden, door de leden van gedachten gewisseld over de uittreding van modernen uit de N. H. kerk. De voorzitter, de heer Hugenholtz jr., lichtte de bekende beweegredenen, welke tot die uittreding oorzaak waren, kortelings toe, waarna hy de aan wezigen vroeg hun gevoelen in deze te openbaren. Dit bleek te verschillen met dat van den heer Hugenholtz. Men maakte hem een verwijt van de uitdrukking: dat „eeriykheid" hem en andere modernen dwong uit de kerk te treden, en vroeg of daarom de 40,000 modernen, van wie slechts een klein deel het gemeenschapsleven uittradeD, oneeriyk waren omdat zij het protest hadden onderteekend aan de Synode tegen de belydenis- vragen, zonder thans mede uit te treden. Sommigen vonden niets stuitends in de eischen der Synode. Zij waren gevolg van de minderheid welke de modernen in de kerk uitmaken. De modernen hadden geen recht den strijd op te geven, alvorens alles beproefd, alles gedaan te hebben wat zij konden. Men vond dit opgeven niet moedig en herinnerde den voorzitter, dat hy indertijd den overgang van dr. van Gorkom had afgekeurd, met de verzekering dit nooit te zullen doen. Deze bezwaren vonden warme bestryding, hoe wel meer van de bestuurstafel dan uit de leden. Aangevoerd werd, dat anderen nog niet van oneer lijkheid konden gezegd worden beschuldigd te ziju, als men voor zich zei ven het „schipperen" meteen beginsel afkeurde. Maar er werd ook op gewezen, dat de grootste vrienden van bet modernisme, zij die vroeger elke krachtige onaf hankelyke uiting het warmst toejuichten, thans de consequentie dier woorden, tot daad geworden, af keurdendat de confessioneelen, wat het begrip van solidariteit betrof-en tucht, waaruit eenheid voortvloeide, verre Somtijds werd er om harentwil oorlog gevoerd de vyand viel op den herderstam aan als een roofvogel op zijn prooivermoordde den meester en erfde zijn vrouw, een bedeesd schepseltje, zonder wil om te weerstaan, zonder haat om de omhelzing der bebloede handen af te weren. De Grieken en Romeinen, die geheel vervuld zyn van het openbare leven, hebben geen tyd voor zachtere gevoelens. De vrouw die zy liefhebben en bezingen is nooit hun echtgenoot, maar een lichtzinnige sehoone, die buiten het gezin staat. In de oude tijden vindt men wel voorbeelden van groote liefde, maar woest en theatraal, gelijk de tragische of epische vorm, waarin de dichters haar gegoten hebben. De wederzij dsehe liefde, die in alle gebruiken en behoeften des levens doordringt, dagteekent uit de middeleeuwen, uit die groote bron van nieuwigheden van de hervorming der wereld. Sedert is de vrouw in de laagste standen der maatschappij reeds de gezellin van den man; in de hoogeren is zy meer dan gezellin, koningin; zij streelt er naar hem te overtreffen en het zal haar gelukken, omdat zij meer deugden, meer liefde en fijner vernuft bezit dan hij. Hij is nog in veel opzichten de slaaf van het materieele: Zij is reeds de eeuwige vorm, das eivig Weibliche van dokter Faust, de diva der ouden. De wereld schijnt oppervlakkig materieeier, maar zij is tien maal poëtischer dan vroeger. Men lijdt door da liefde omdat de liefde zich vereenzelvigd heeft met het leven. Zou het waar zijn dat wij zwakker, ziekelijker

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1