Bijvoegsel van de Middelburgsche courant van Woensdag 14 November 1877, PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Zitting van Vrijdag 9 November Resumtie notulen mededeeling afwezig lid; idem benoeming voorzitters en ondervoorzitters afdeelingenidem nader opgekomen lid verslagen rapporteurs der afdeelingen en behandeling voor stellen gedeputeerde staten; adres betere regeling stoom- bootdienst Wester-Schelde; sluiting najaarsvergadering. Tegenwoordig de commissaris des konings, voor zitter; 36, later 39 leden, alsmede de griffier. Afwezig zijn de heereu Stevens en Moolenburgb. De beer Fokker komt na de pauze. De notulen van het in de avondzitting van 6 dezer verhandelde worden door den griffier voorgelezen en zonder bedenking goedgekeurd. Blijkens mededeeling van den voorzitter, is de beer Fokker op het oogenblik verhinderd, de vergadering bij te wonen, doch vleit hij zich in deu loop van den morgen tegenwoordig te zullen kunnen zijn. Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aange nomen. De voorzitter deelt voorts mede, dat blijkens de ingekomen brieven van de voorzitters der afdeelingen zijn gekozen tot voorzitters en ondervoorzitters: in de eerste afdeeling de heeren Vader en Hoogenboom in de tweede afdeeling de heeren Cau en Hennequin; en in de derde afdeeling de heeren Mazure en Schorer. Insgelijks voor kennisgeving aangenomen. Nog deelt de voorzitter mede, dat de heer Vis, die in de vorige bijeenkomst afwezig was, nader is opge komen en aan de eerste afdeeling toegevoegd. Deze mededeeling wordt mede voor kennisgeving aangenomen. Vervolgens worden door de rapporteurs der afdeelin gen de algemeene verslage» uitgebracht omtrent de door gedeputeerde staten gedane voorstellen te weten A. Het voorstel van gedeputeerde staten tot het veileenen eener subsidie van 1050 voor 1878 aan de gemeente Si oe wacht in de kosten van het lager onderwijs. De raad der gemeente Koewacht heeft zich bij adres tot den koning gewend met verzoek om voor 1878 een subsidie van 1500 in de gewone kosten van het lager onderwijl te verkrijgen. Over 1877 werd aan deze gemeente, overeenkomstig het besluit der st*tea van 10 November 1876, n° 7, een subs die van f 1050 toegekend. Ofschoon voor 1878 100 meer zal worden besteed voor de jaarwedden der onderwijzers, vinden ged. staten geen vrijtieid de toekenning van een hooger subsidie dan het thans toegekende ad 1050 aan te bevelen. Bij hun brief van 13/20 October 1876 werd toch eveua's bij vorige gelegeubeden aangeno men, dat de gemeente ter bestrijding van de kosten van het lager onderwijs behoorde over te gaan tot verbooging van de opcenten op de personeele belas ting van 25 tot 40. Geschiedde dit, dan, meende men, zon een subsidie van f 1050 voldoende zijn. Nu blijkt intusschen, dat de uitgaven voor 1877 zullen kunnen worden bestreden, zonder die verhooging in te voeren, In de begrooting voor 1871 wordt voorts de opbrengst van slechts 25 opcenten geraamd, terwijl voor het gevraagd subsidie f 1500 wordt gesteld. Wordt die som tot 1050 verminderd, dan zal dus nog eene som van f 450 moeten worden gevonden. Dit kan dan in de eerste plaats geschieden door de vermelde verhooging van opcenten, waardoor f 372 zal worden gewonnen. Verder znllen de uitgaven voor het armwezen moe ten worden verminderd. Ged. staten hebben namelijk bezwaar gemaakt tegen het voor 1878 aangewezen subsidie aan het burgerlijk armbestuur ad /500. Doch al werd hierin bernst, zoo zal toch uit de begrooting moeten wegvallen de som van f 100 voor ondersteu ning van armen, die van bijzondere instellingen van weldadigheid niets kunnen erlangenomdat, volgens de armenwet, in gemeenten, waar een burgerlijk arm bestuur bestaat, het gemeentebestuur niet bevoegd is rechtstreeks onderstand te verstrekken. Eindelijk is ook voor onvoorziene uitgaven ongeveer f 129 meer uitgetrokken dan voor 1877, zoodat ook deze post wel voor vermindering vatbaar zal zijn. Ged. staten merken hierbij nog op dat, voor uitkeering van 4/5 gedeelten der personeele belasting, eene hoogere som is uitgetrokken dan voor 1877, waaruit valt af- te leiden, dat de welvaart der gemeente eenigszins toe neemt. Overigens zal het, na de omtrent deze zaak in vroegere jaren genomen besluiten, wel geeu betoog behoeven, dat de gemeente aan een subsidie in do kosten van het lager onderwijs behoefte heelt en ged. staten achten het noodzakelijk, dat haar ook weder voor 1878 een subsidie van f 1050 worde toegekend. Zij stellen derhalve aan de prov. staten voor als hun gevoelen aan de regeering te kennen te geven, dat de gemeente Koewacht door de kosten van haar lager onderwijs te zwaar wordt gedrukt en dat er termen bestaan om haar voor 1878 een subsidie toe te kennen van ƒ1050, door het rijk en de provincie elk voorde helft te betalen. Het algemeen verslag der afdeelingen wordt uitge bracht door den heer Heijse. Aan bet onderzoek hebben 38 leden deelgenomen, waaronder 5 leden van gedeputeerde staten. In alle afdeelingen hebben de leden eenparig het voorstel van gedeputeerde staten aangenomen. Op voorstel van den voorzitter tot dadelijke behandeling besloten zijnde, wordt dit voorstel, daar niemand het woord verlangt, zonder discussie of hoof- deiijke stemming aangenomen. B. Het voorstel van gedeputeerde staten tot het verleenen eener subsidie van 700 voor 1878 aan de gemeente lïisse in de kosten van het lager onderwijs. Bij besluit der staten vau 7 Juli 1876, n° 14, werd besloten aan de regeering te kennen te geven dat er termen bestonden om de gemeente Nisse in de gewone kosten van het lager onderwijs over 1876 met ƒ700 te geinoet te komen, mits de jaarwedden der onder wijzers een uitgaaf vorderden van f 1450 en een hoof" delijke belasting van minstens f 1500 werd geheven. Bij besluit der staten van 10 November 1876, n» 9, werd vervolgens een gelijkluidend besluit genomen naar aanleiding van een verzoek van genoemde ge meente om tegemoetkoming in de kosten van het lager onderwijs voor 1877. Beide subsidiën zijn onder de aangegeven voorwaar den door den koning verleend. Thans vraagt de gemeente een subsidie van f 700 voor 1878. Onder verwijzing naar onze boven aangehaalde adviezen, voegen wij hierbij eene opgave van de voornaamste verschilpunten tusschen de begrootingen van 1877 en 1878. De begrooting voor 1878 sluit in ontvangst en uitgaaf 2

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 5