N°. 269.
I'iO6 Jaargang.
1877;
Woensdag
14 November.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
mat uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentiën i 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer t 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Hatas, LAmn C°. te Brussel en Parijs.
Bij deze courant behooren twee BIJVOEGSELS.
Gem een te-po lit ie.
Middelburg, 13 November,
FBUILLETOHT.
DE OLM EN DE KLIMOP,
Het Cats-feest te Brouwershaven.
MlDDELBllRGSCHE COURANT.
5R
Brandplaat» fan varkens.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gezien hunne publicatie van den 6en Juni 1877,
'houdende aanwijzing der plaatsen tot het branden
van varkens;
Besluiten:
dat daarvoor niet meer zal mogen worden ge
bezigd het als zoodanig aangewezen gazon buiten
de voormalige Veersehe poort bij den ouden
Arnemuidsehen weg.
Hiervan is afkondiging geschied waar het be
hoort, den 13en November 1877.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHOEEE.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAK.
Heden is aan de werf der koninklijke Maat
schappij van scheepsbouw de Schelde, te Vlis-
singen, de kiel gelegd van eene schroefstoomboot
voor passagiers, goederen en vee, genaamd Concordia
voor rekening van de Kralingsche stoomboot-
vereeniging te Kralingsche veer. De stoommachine
zal aan dezelfde fabriek vervaardigd worden.
Aan verschillende kamers van koophandel en
fabrieken, waaronder ook die te Middelburg, is
gezonden het algemeen overzicht van den handel
van Belgie met vreemde lauden, over 1876.
De heer mr. N. G-reebe, burgemeester van
Zaandam, is volgens de N. Kott. courant benoemd
tot hoofdredacteur van het Vaderland. De heer
Greebe heelt tevens verzocht ais eandidaat voor
het lidmaatschap der tweede kamer te Haarlem
niet in aanmerking te komen. Uit het eerste
bericht schijnt te volgen dat mr. Goeman Borge-
sius, na zijn verkiezing tot lid der tweede kamer
voor het district Winschoten, zijne tegenwoordige
positie in de journalistiek vaarwel zal zeggen.
De heer Kappeyne van de Coppello heeft te
kennen gegeven, dat hij zich in het kiesdistrict
Haarlem niet weder verkiesbaar stelt als lid der
tweede kamer van de staten-generaal.
17.
EEN TEEHAAL TAN ANTON GIULI0 BAEEILÏ.
Uit htt Italiaansch.
XII.
{Vervolg.)
Mevrouw Maria Aurelia Perrotti was een der
bevalligste dames van Genua, zelfs beroemd om
haar schoonheid; maar hoewel die schoonheid
velen deed vergeten om te vragsn hoedanig
haar karakter was, verspreidde haar gemoeds
stemming gewoonlijk een onaangenamen trek over
haar gelaat.
Zij ontving 's Maandags in haar prachtige
woning in de via Palestro en daar verzamelde
zich alles wat het best kon zingen en praten in
de eerste kringen der hoofdstad. Daar havenden
dilettanten als tenoren, baritons, eu sopranen meesters
als Verdi en Rossini, daar bezwalkten oude dames,
die jong wilden schijnen, alsmede fatten van alle leef
tijden den goeden naam hunner naasten. De romans
van den dag, de nieuwtjes der groote wereld
kwamen, als zij het salon van mevrouw Aurelia
gepasseerd waren, in den onberispelijksten vorm
voor den dag, gelijk de witte pap die in den
papiermolen gebracht wordt, er gespannen, ge-
De Kiesvereeniging te Zaandam heeft voor het
lidmaatschap der tweede kamer eene nominatie
voor de candidatnur opgemaakt, bestaande uit de
heeren mr. A. Greebe, mr. A. Kerdijk eu mr.
G. W. Smit.
Als candidaten voor een lid van de tweede
kamer der staten-generaal in het hoofdkiesdis
trict Zutfen, in plaats van den heer mr. J. P. R.
Tak van Poortvliet, worden genoemd de heeren:
jonkheer G. A. van Nispen, burgemeester van
Doetinchem, en mr. C. J. Siekesz, burgemeester
van Laren.
In een voorloopige kiesvergadering, te Franeker
gehouden, is tot eandidaat voor het lidmaatschap
der tweede kamer in het kiesdistrict Leeuwarden
gesteld de heer A. Kerdijk, te Delft.
Voor de vacature in het district Assen wordt
in een ingezonden artikel in de Dr. Ct. aanbe
volen mr. A. E. J. Nijsingh, kantonrechter te
Meppel, en in de Mepp. Ct. mr J. W. J. baron
de Vos van Steen wijk te Zwolle.
De Staatscourant van heden bevat het eerste
gedeelte van het verslag van den directeur van het
koninklijk penningkabinet, uitgebracht aan den
minister van binnenlandsche zaken over het jaar
1876, vergezeld van eene opgaaf der door het
kabinet gedane aanwinsten gedurende dat jaar.
De Nederlandsche consul-generaal te Alexandria,
meldt in zijn jaarverslag van 1876 over den toe
stand van Egypte o. a. het volgende:
Betrouwbare statistieke opgaven bestaan in Egypte
tot dusverre alleen voor de financiën en hetSuez-
kanaal; voor landbouw, handel en scheepvaart
worden zij ten eenenmale gemist. Wel beeft de
Egyptische regeering onlangs een „bureau de
statistique" opgericht, en men mag verwachten
dat in den loop van 1877 tabellen betrekkelijk
den in- en uitvoerhandel zullen verschijnen, doch
zoolang die niet bestaan moet men zich tot bena
dering bepalen.
Met zekerheid kan worden aangenomen dat de
oogst van 1876, dank zij den hoogen waterstand
des Nijls, overvloedig is geweest. De voornaamste
uitvoer-artikelen worden geschat opkatoen bijna
3 millioen quintalenkatoenpitten 1,533,000 ardebs
graan 550,000 ard.boonen 1,000,000 ard.gerst
30,000 ard.; maïs 40,000 ard.suiker 700,000
quint, waarvan geraffineerd 450,000 quint.«en en
ander ter waarde van ruim 935 millioen piasters
tarif. Yoegt men daarbij eenige andere artikelen,
als koffie, gom, ivoor, enz., dan zal de uitvoer
waarschijnlijk het cijfer van omstreeks 1200 mil
lioen piasters tarif bereikt hebben.
De invoerhandel is kwijnend en neemt van jaar
wasschen en gedroogd uitkomt, zoodat men er op
kan schrijven.
Had mevrouw Perrotti een minnaar Foei, zij
was een hoogst achtenswaardige dame en de
kwaadsprekendheid had genoeg kinderlijk ontzag
voor baar om zich niet tegen haar moeder te
keeren. Ik kan u verzekeren dat zij niemand
liefhad en dat niemand van al de heeren, die een
dame het hof maken en haar met hun liefde be-
wierooken, ooit verliefd op haar was geweest. Ik
heb haar als schoon afgeschilderd en er was niet
een reden waarom ik dat niet zou doen; zjj be
haagde ook aan velen; maar de stoutmoedigen
die haar meer ,van nabij leerden kennen werden
allengs bekoeld. Zonder te weten waarom, vond
men het koud in de omgeving dier vrouw. Er
waren wel eenige onverschrokken heeren geweest
en ik zou wel het een en ander kunnen vertel
len maar dat doet hier niet ter zake.
Ongeveer tien jaren geleden beroemde zij zich
op de in 'toog vallende manier, waarop Eugenio
Percy haar het hof maakte; maar toen was
mevrouw Argellani in Genua verschenen en had
de edelman, door deze nieuwe schoonheid aange
trokken, terstond het beleg opgeheven. Haar
eigenliefde, die gevoeligste van alle soorten van
liefde, was doodelijk getroffen; maar m» vrouw
Perrotti had zich ruimschoots gewroken. Percy
had nog de vingertoppen van mevrouw Argellani
niet gekust of zijn zegepraal werd reeds overal
rondgebazuind. Mijnheer Argellani, een oude
Alcibiades, die zich te Milaan ver van zijn schoone
tot jaar af. Ook in 1876 is hij, naar men reden
heeft te onderstellen, veel minder geweest dan
in het vorige jaar. Aan den eenen kant heeft de
onzekere politieke gesteldheid van Europa ten
gevolge gehad, dat de kooplieden hunne transac
tiën met het buitenland beperken aan den anderen
kant werd de bevolking door den neteligen finan-
cieelen toestand des landsgenoodzaakt hare
aankoopen tot het volstrekt noodige te bepalen.
De vrachten bleven gedurende het geheele jaar
laag. Statistieke opgaven der schepen, die in 1876
de haven van Alexandrië bezochten, zijn niet
openbaar gemaakt. Slechts twee Nederlandsche
schepen deden de haven aan.
In het verslag over 1875 werd in het belang
van onzen handel en nijverheid de wensch geuit,
dat te Alexandrië een Nederlandsch depot geves
tigd mocht worden voor den verkoop, onder anderen,
van sigaren van Nederlandsch fabrikaat, teneinde
namaak te voorkomen. Onlangs heeft de Neder
landsche Bazaar te Port Sai'd daar ter stede een
magazijn of winkel opgericht, en het is te ver
moeden, dat die nieuwe instelling bij eene goede
en degelijke exploitatie, zich in den beginne voor
namelijk. tot den verkoop van sigaren bepalende,
veel zal omzetten.
SchouwenDuiveland, 11 November 1877.
Ieder rechtgeaard Nederlander, die Vrijdag avond
Brouwershaven bezocht had, zou met waar genoe
gen een kijkje genomen hebben in de smaakvol
versierde vergaderzaal van het hotel van de weduwe
van 't Hof, waarin het Nutsdepartement „Schouwen"
eene bijeenkomst hield; ingestemd hebben met
het feest, dat daar door eene talrijke schare gevierd
werd ter herdenking van den 300,n geboortedag
van Jacob Cats,Brouwershaven's onsterfelijken
zoon; haastig een plekje gekozen en met belang
stelling geluistard hebben naar den heer J. T.
Oosterman. Toen deze spreker schrijver van
„Emancipatoria" in 't kort het leven en werken
van Jacob Cats, den 10en November 1577 te Brou
wershaven geboren, verhaald had, deed hij ons
daaromtrent eene reeks van getuigen uit vroeger
en later tijd hooren, om daarna de belangwekkende
figuur van Cat» te teekenen in de lijst van zijn
tijd, omringd door beroemde tijdgenooten. Aan
het slot van zijn warm pleidooi, wees de spreker
op grond van eigen studie, gesteund door het
gehouden verhoor, het vonnis: Jacob Cats een
groot man en een volksdichter bij uitnemendheid,
dat met daverende toejuiching begroet werd.
Van de vele bij dragen, die daarop volgden,
vermeid ik alleen die van den heer G. J. van
Sevenhuysen, secretaris van Brouwershaven, die
jonge vrouw ophield, werd overstroomd met
anonieme brieven, die den goeden naam zijner
vrouw (die geheel vlekkeloos was, dat kan ik u
verzekeren) bezoedelden en hem weldra noopten
een echtscheiding te vorderen.
Het proces was rijk aan schandalener bevond
zich iemand te Genua die er zich over in de
handen wreef. Maar op «en goeden dag viel de
oude Alcibiades van 't paard en brak zijn been,
waarbij koudvuur kwam, 't geen hem spoedig ten
grave sleepte, en dus herkreeg de ongelukkig
gehuwde Louise haar vrijheid en de vrienden van
het schandaal een langen neus. De schoone vronw
verliet Genua voor eenigen tijd; daarna kwam
zij terug, leefde stil en teruggetrokken en bracht
zelts de kwade tongen tot zwijgen. Wat bleef
hun ook eigenlijk te zeggen over, daar zij het
ergste reeds gezegd hadden, al was het niet
eens waar?
Daar zij zelden in de komedie verscheen en
altijd in een rijtuig uitging buiten de stad, zon
derde zij zich geheel van de wereld af. Enkele
dames maakten haar visites, waaronder mevrouw
Perrotti, die beweerde dat zij opgetogen van haar
was en niet zonder haar kon leven. O die
vrouwelijke diplomatie, die tien van de zestien
punten voor heeft op de grootste meesters in de
hooge staatkunde.
Deze bezoeken hadden evenwel ook sedert lang
opgehouden. Haar ziekte was een uitmuntend
voorwendsel voor mevrouw Argellani geweest om
haar huis niet te verlaten en in zeer korten tijd
in een geschiedkundig gedicht Jacob Cats en vooral
zijne werken bezong.
Onder toosten, toespraken en andere goede din
gen was het ongemerkt 12 uren, en mogelijk ge
worden dat men juist drie eeuwen vroeger in den
huize Cats bezig was het „eerst beitaen te laven"
van den pasgeboren Jacob. Nauwelijks bad men
dit herinnerd of de heeren waren gezamenlijk op
weg naar het beeld, dat onze eeuw voor den volks
dichter heeft opgericht, teneinde dit, overeenkom
stig den wensch van den voorzitter, met een
lauwerkrans te tooien. Een driewerf herhaald
hoera verkondigde den afloop dezer plechtigheid.
Daar het in de boeken bij zulke gelegenheden
altijd lichte maan is, vermeld ik, tot voorkoming
van mogelijke twisten hierover tusschen de ge
leerden van later eeuwen, dat het donker en nat
was, en wij Cats alleen zagen in het geheimzinnig
halfduister onzer stormlantaarns.
De overtuiging dat we nergens beter konden
zijn dan in de gezellige vergaderzaal, bracht ons
daar weer spoedig bijeen, om het feest nog een
paar uren opgewekt en prettig voort te zetten.
Het bestuur ging uitnemend voor en deed alle
aanwezigen vol geestdrift volgen.
Gisteren, de eigenlijke feestdag, wapperde reeds
vroeg uit bijna elk huis te Brouwershaven de
driekleur, en stoud het standbeeld iu eeue tropee
van vlaggen, terwijl door eene vereerende hand
een krans gelegd was aan de voeten van den man,
alom bekend als „Vader Cats."
Des avonds stroomde een breede schaar van
leestgenooten naar het hotel „Bouwmanom
tegenwoordig te zijn bij de gecostumeerde opvoe
ring van „De zoon van den Watergeus," en het
tweede gedeelte der historische schets „Jacob Cats,"
door J. K. de Regt. Beide stukken werden met
medewerking van het oratorisch gezelschap A. D.
L. M. en de muziekvereeniging „Crescendo" opge
voerd door de rederijkerskamer „Jacob Cats," die
zich uitmuntend van hare taak kweet en grooten
bijval verwierf. De jubelzangen in het laatste
stukje, door een alleraardigst kinderkoor gezongen,
en de dames, die als „Stedemaagd" en de Faam
optraden, verdienden ten volle de stormachtige
toejuiching die hen ten deel viel. Het geheel
overtrof de verwachting en lang nadat de laatste
groep, door Bengaalsch vuur verlicht, het tooneel
verlaten had, en door den heer Sevenhuijsen, met
allen, die aan het welslagen van het feest hadden
meegewerkt, in dichtmaat bedankt was, bleveu de
aanwezigen bijeen ter feestelijke herdenking van
1) Zijdie deze rol vervulde en de pr«sident der
kamer «Jacob Cats" wonen in het huis, waarin, naar
algemeen gezegd wordt, de dichter Jacob Cats geboren
werd.
waren die enkele dames, vriendinnen uit den
ouden tijd en zij welke op plichtplegingen gesteld
waren, weggebleven. Sedert drie maanden had
geen van allen zich aan de gele villa laten zien,
zelfs mevrouw Aurelia niet, die niet leven kon
zonder haar te zien!
Men kan dus nagaan hoe verbaasd een ieder
in huis was, toen op zekeren middag om twee
uren, mevrouw Perrotti, geblanket en gekapt, met
een witten veer op haar hoed en een grooten strik
onder haar kin, verscheen om de zieke een bezoek
te brengen.
Die goede menscben wisten niet dat in alle
salon» te Genua, waar mevrouw Argellani bekend
was, het nieuws verspreid werd dat zij veel erger
ziek was. De doktoren hadden haar reeds opge
geven, verklaarden sommigenen daarom kon
haar beste vriendin, mevrouw Perrotti, zich niet
weerhouden van naar haar toe te gaan en te zien
hoe een stervende vriendin er wel uitzag.
Mevrouw Louise was op dat oogenblik in baar
salon gezeten met Guido Laurenti, die haar een
boek gebracht had, dat hij haar den vorigen
avond beloofd had. Zij begon de weldadige uit
werking van de voortdurende liefderijke zorgen
van haar dokter te ondervinden. Er lag nog wel
geen blos van gezondheid op hare wangen, maar
iemand die baar een maand geleden gezien had,
zon zeker een grooten vooruitgang bespeurd
hebben, die veel goeds beloofde.
Toen haar het bezoek van mevrouw Perrotti
aangekondigd werd ontstelde zij hevig en kon