Bijvoegsel van de Middelbnrgsche courant van Vrijdag 16 November 1877. Hij is echter bereid mede te deelen wat meermalen in het college is ter sprake gebracht. Ook in de afdeelingen heeft men gesproken over de onbillijkheid die in hei toestaan der aanvragen tegen over vroegere aanvragen zou gelegen zijn. Ten deele schijnt dat waar, maar in den grond der zaak geldt iet hier eene verbetering voor den een zonder dat daar door iets aan anderen ontnomen wordt. Wat betreft het vinden van een equivalent voor de meerdere kosten, dit is zeer moeilijk, want als men bijv. zegt dat een griutweg kost f 20 000 en een keiweg ongeveer 60,000, dan mag men niet uit het oog verliezen het verschil in jaarlijksche teruggave der aanvragers, de een brengt in 20 jaar f 20,000, de ander in hetzelfde aantal jaren 60,000 op, zoodat de grootere kosten toch op de nieuwe aanvragers neer komen. De bevoorrechting bestaat veel in schijn. Wat aangaat eenè veraudering van beginsel, meent spreker dat, als de ondervinding leert dat grintwegen, hoewel goedkooper, ia sommige streken der provincie, zooals in het voormalig 5e district, niet kunnen vol doen, het onverstandig zou ziju bij een eenmaal aangenomen beginsel te blijven; hij acht het veel beter om dan, wat men noemt, op een fatsoenlijke manier door den wind te gaan. De heer betuigt den heer van Citters ztja by zonderen dank voor de verstrekte inlichtingen, doch vraagt: of be; wel zoo geheel juist i3 als de heer van Citters zegt, dat de bevoorrechtingwaarvan hier gprake is, meer schijn dan werkelijkheid is. Doch gesteld dat men over dit bezwaar heenstapt en de aanvrage inwilligt, zal mea dan geen aanleiding tot gevaarlijke consequentiëa geven en kans loopen dat zij die slechts subsidiën voor grintwegen verkregen hebben, dan terugkomen en zeggen: wij kunnen het niet langer met onze grintwegen doen, helpt ons dus aan keiwegeD, al ware het slechts tot een bedrag van het verschil tusseken kei- en grintwegen. Men be hoort daarom, volgens spreker, vooraf wel te overwegen of men gelden voor keiwegen, dan wel alleen voor grintwegen zal toestaan. De heer IPoimpe van 5secrdervo»rt geeft te kennen, dat hij zoo aanstonds een schriftelijk amende ment zal indienen. De heer Snouck Hurgronfe vraagt inmiddels hét woord. Hij gelooft dat de heer Pompe van Meer- dervoort zich vergist, wanneer hij -meent, dat ooit io deze vergadering zoo positief het beginsel is uitgespro ken, dat de rentelooze voorschotten uitsluitend voor aanleg of verbetering van grintwegen bestemd zijn. Maar al ware dat beginsel vroeger ook gehuldigd, daa staat het toeh ook vast, dat min het later weer heeft losgelaten. Toen deze vergadering besloot tot het aangaan der groote leening van vijf ton moge zij het oog soornameSijk op den aanieg van grint wegen hebben gehad, het zou eene dwaasheid zijn te willen beweren dat zij later, toen de ondervinding had geleerd? dat men zich in de kosten van onderhoud aanmerke lijk had vergist en, de groote meerderheid althans, do grintwegen voor sommige streken van Zeeland bepaald had afgekeurd, niettemin aan eenig gemeente- of polderbestuur een weg zou hebben willen opdringen, dien zij zelve als ongeschikt had gekenmerkt. Daarom zijn er dan ook in de laatste jaren voorschotten voor keiwegen toegestaan voorden weg van Waterlandkerkje naar den Oudenman en van Oostburg naar St. Margriet. Maar bovendien, in sommige streken van Zeeland, bepaaldelijk in Zeeuwsch-Ylaanderen, zijn de keiwegen, zelfs in aanleg, inderdaad goedkooper dan de grintwegen. Men bedenke daarbij dat die distrieten in de onmid dellijke nabijheid van België zijn gelegeD, van waar de keien komen, terwijl de grint uit Holland, de grovere soort zelfs uit Duitschland wordt aangevoerd. Voor St. Kruis bijv. zouden de keien te water kunnen worden aangevoerd tot Sluis, van waar de afstand per as slechts anderhalf uur bedraagt, doch de grint zou te Breskens moeten worden gelost en het vervoer per as zou zeker vijf uren vorderen. Dat lange vervoer drukt den aanleg van grintwegen boven mate en doet hem kostbaarder worden dan dien van keiwegen. De heer Mennequisi beaamt geheel betgeen de heer Snouck Hurgronje gezegd heeft. Hij wil er nog slechts een paar punteu aan toevoegen. Vooreerst moet men letten op de spoorwegen in het voormalig 5" district die aldaar eene directe verbinding met de Belgische spoorlijnen ziju, en op de nabijheid van het voormalig 4« district aan Belgische spoorwegen, waardoor het vervoer van keien ook op die wijze vergemakkelijktkorter en min kostbaar wordt, zoodat ook uit dit oogpunt een keiweg aanbeveling verdient.. Spreker durft daa ook beweren dat de kosten van een kei- en van eeu grintweg aldaar weinig verschil zullen opleveren. Nog is een voornaam punt door den heer Vis over het hoofd gezien, namelijk dat in der tijd door gede puteerde staten een voorstel is gedaan tot vaststelling van een reglement tot beperking van het vervoer van vrachten op de kunstwegen, hetwels voor zooveel hij zich herinnert niet behandeld of tengevolge van deu algemeenen tegenstand ingetrokken, ge noeg niet inge voerd is, en welk aangegeven redmiddel voor de kunstwegen, zoo de spreker vermeent ook in de toekomst weinig kansen in zich bevat, van nog beproefd of ingevoerd te zullen worden. De heer EBoiialsacIi zegt dat het moeilijk is aan het gesprokene omtrent de deugdelijkheid van een kei weg nog iets toe te voegenmaar als hij zich wel her. innert, dan is in het besluit der staten van 1862 alleen bepaald- dat rentelooze voorschotten voor de verbetering- van wegen zouden verleend worden maar niet welke soort van wegen. Maar al ware dat zoo al ware toen bepaald dat de voorschotten uitsluitend voor grintwegen zouden verleend worden daa zou men ook hier het oude spreekwoord moeten toepassenverandert het vsarwaterdan moet ge de bakens verzetten. De grintwegen ziju zoo ondoelmatig dat een grint weg waarvoor een renteloos voorschot is verleend, de weg van Hulst naar de Paal, door belanghebbenden op gebroken ea vervangen is door een keiweg. Spre ker haalt dit aan omdat de vrees is geuit dat, bij het toestaan van rentelooze voorschotten voor keiwegen vroegere aanvragers met een zelfde verzoek om subsi die voor keiwegen zullen terugkomen. Als zij komen dan kan tnen hen antwoorden met dit voorbeeld van HulstPaal. Het is volkomen waar wat de heer Snouck Hurgronje heeft gezegd, dat de kosten van een keiweg minder, althans niet meer daa die van een grintweg zullen be dragen. De ondervinding heeft bovendien geleerd, dat grintwegen op vele p'aatsen onvoldoende zijn en vooral in de laatste jaren bedorven worden door het vervoer van suikerbieten. Als men dus ziet dat eeue zaak niet goed is, waarom zou men dan niet veran deren De heerlPompe van Meerdervoor. legtalsnueen amendement over, strekkende om aan de gemeente» St. Kruis en Clinge geen grooter renteloos voorschot te verleenen dan de kosten van een grintweg zouden bedragen. Dit amendement wordt behoorlijk ondersteund en ook daarover de beraadslaging geopend. De heer Pompe van SSeertfervoert, ter toe lichting van zijn amendement toegelaten, zegt dat het betrekking heeft op twee der drie gedane aanvragen, 5

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 17