émm$t TUmtfUu.
Telegraphische berichten.
Kerknieuws,
Kunstnieu ws.
Landbouw.
De rijks-landbouwraad.
Marine en leger,
Rechtzaken,
te 's Hertogenbosoh heeft verleden jaar bij
gelegenheid van haar honderdjarig bestaan een
fonds opgericht, uit welks renten de schoolgelden
en boeken voldaan zullen worden voor onvermo
gende leerlingen op de hoogere burgerschool te
'b Bosch. Dit fonds bedraagt thans 5088. Er
zijn sedert een jaar vier leerlingen van onderhou
den en thans zijn er opnieuw twee bijgeplaatst.
Het bestuur betreurt zeer dat de financieele
kracht van het fonds vooralsnog niet in de behoeften
kan vervullen1° om meer j ongelingen te kunnen
plaatsen moet het bestuur zich onthouden om de
geplaatsten te hulp te komen bij het aankoopen
van boeken, terwijl voor eenige hunner ook ver
goeding voor de boeken zeer wenschelijk was; 2°
dat men in de noodzakelijkheid is geweest twee aan
vragen uit 's Bosch om dezelfde reden van de hand te
wijzen; 3» omdat bij dien stand van het fonds er
niet aan gedacht kan worden den werkkring tot
hoogere burgerscholen te Tilburg, Helmond, Breda.
Venlo, Roermond en Maastricht uit te breiden,
waartoe reeds aanvrage is geschied.
Het blijft echter hopen, dat ook in die behoeften
zal wordén voorzien door giften van velen in
Nederland, die de hoogere burgerscholen vooral
in Noord-Braband en Limburg willen zien bloeien
en invloed uitoefenen op de verlichting en be
schaving.
Uit Stikhuizen schrijft men aan de N. Rott. Ct.
Een groot gebrek van de bestaande burger
avondschool alhier lag daarin, dat niettegenstaande
telken jare een groot aantal candidaten afgewezen
werden, toch het slecht gehalte der toegelatenen de
gelijk onderwijs onmogelijk maakte. Daarin hoopt
de gemeenteraad verbetering te brengen, door op
advies der schoolcommissie een bestaande avond
school te hervormen tot voorbereidende school der
burger avondschooler zal, behalve in de gewone
1. o. vakken, teekenles gegeven wordeneen voldoend
eind-examen zal recht geven tot toelating op laatst
genoemde school.
Het bericht, van een der Amsterdamsche bladen,
dat de heeren H. P. Berlage en H. Steenberg,
predikanten bij de Ned. herv. gemeente te Am-
sterdam, voornemens zijn hun predikambt neder
te leggen, wordt door het Handelsblad ten stel
ligste tegengesproken.
Te Utrecht gaf mlle Agar Woensdag avond
eene voorstelling welke door de studenten tot een
wnren triomf gemaakt werd.
Aan 't station stond een eerewacht te paard
geschaard om haar te ontvangen en in een open
rijtuig met. vier paarden a la Daumont, onder
geleide van 't muziekkorps der rijdende artillerie
naar haar hotel te geleiden. Door een paar leden
van den senaat werd zij begroet, die baar een
prachtigen ruiker aanboden. Onder enormen toe
loop van belangstellenden trok de stoet de stad
door.
De voorstelling in den schouwburg bestond uit
Molière's Femmes Savantes, het 4e en 5' bedrijf
van Racine's Brittanicus en het 4« bedrijt van
Corneille's Horace. Herhaaldelijk luide toegejuicht,
ontving de kunstenares verscheidene ruikers met
de faculteitskleuren, terwijl zij ten laatste tot
viermaal toe werd teruggeroepen.
Gisteren morgen is m«e Agar weder door eene
eerewacht begeleid in een open landauer met 4
paarden naar het station gereden.
nn~nüifiwu in
noodig had; maar hij had er niet over nagedacht
waarom juist hij, en niet een ander geroepen was.
Jacob wist echter heel goed wat hij deed. De
lezer zal zich herinneren dat hij beweerde nu en
dan een gelukkigen inval te krijgen. Nu was de
goede inval, dien hij gehad had, sedert zijn eerste
onderhoud met Laurenti geweest, om dezen als
dokter bij zijn meesteres te roepen.
Die inval was op zichzelven uitstekend al bleef
de liefde van Guido, waar hij niets van wist,
geheel buiten het spel.
Mevrouw Argellani ging meer en meer achteruit,
zij had de raadgevingen en voorschriften van den
dokter, die bij haar geweest was, in den wind
geslagen omdat zij haar verkeerd toeschenen en
Jacob had met zijn gezond oordeel ook wel inge
zien dat haar ongesteldheid niet alleen lichamelijk
was, maar dat er ook zielelijden bij kwam en zij
dus andere geneesmiddelen, dan de gewonen
noodig had. Versta mij wel, die opvatting kwam
hem niet in dezen vorm voor den geest, ,maar de
opvatting was er en vereenzelvigde zich met den
naam van Laurenti, van dien verstandigen, be
scheiden jongen doctor in de medicijnen, die
zooveel wist en nog altijd zooveel studeerde.
Dat is een man, die mij lijkt, had hij
gezegd, en als ik vandaag ot morgen een
dokter moet halen, neem ik hem. Hij zal het er
niet bij laten met een visite te maken en een
recept te schrijven. Toen dit plan eenmaal gevormd
was, bleef er niet anders over dan het uit te
werken en van alle kanten te bekjjken en hoe
Op de staatsbegrooting voor 1878 is opnieuw
eene som van f 1200 uitgetrokken voor de instel
ling van een adviseerend college in zake van
landbosch-, tuinbouw en veeteelt.
De feiten hebben, zegt de memorie van toelich
ting, sedert de behandeling der staatsbegrooting
voor 1877, de behoefte aan zulk een lichaam
opnieuw en herhaaldelijk aangetoond. De minister
behoeft slechts te wijzen op de gevreesde invoe
ring van den coloradokever. Acht men het niet
van belang, dat de regeering door een deskundig
college wierd ingelicht nopens de middelen, om
deze volksramp te keeren, en waar dit doenlijk
mocht blijken, met eenig gevolg te bestrijden?
Thans heeft zij, zooveel in haar vermogen was,
gewaarschuwd, in het buitenland alle verkrijgbare
inlichtiugen ingewonnen, maar de minister is op
den duur niet zeker van zijne zaak, indien hem
het advies en de steun van een deskundig college
ontbreken.
Dit is slechts een voorbeeld onder vele, met
betrekking tot de gewichtige belangen die hier
in het spel zijn. Bijv. over het paardenras, over
verbetering der landbouwstatistiek, over de ver-
eisehten van eene school of klasse van boschbouw,
over de vraag omtrent het schadelijke of nuttige
van eenige diersoorten, over eenige zaken betref
fende het rijksproefstation enz. had de regeering
gaarne zulk een college geraadpleegd. En tot wie
zal zij zich dan wenden Tot landbouwmaat-
schappijen Maar deze zijn niet overal aanwezig,
in enkele provinciën is er geen, in andere zijn er
drie of meer. En indien de adviezen uiteenloopen,
waar zal zij licht vinden? Het kan toch niet
ernstig gemeend zijn, dat men bij voorkeur geen
eenheid verlangt in de aan de regeering te geven
adviesen. Na zooveel doenlijk veelzijdige voor
lichting, wrijving van denkbeelden te hebben
gezocht en verkregen, moeten toch ten slotte de
uiteenloopen de meeningen geresumeerd, behoort
daaruit eene keuze gedaan en een uitvoerbaar
voorstel voorgelegd worden, of met goede gronden
aangevoerd dat er van regeeringswege niets aan
te doen is.
Bij sommigen schijnt de meening ingang te heb
ben gevonden, dat de tegenwoordige landbouw-
maatschappijen door de instelling van het college
op den achtergiond zullen geraken. Niets ligt
verder buiten de bedoeling van het voorstel. De
minister kan bier gevoegelijk herhalen, wat door
hem in de memorie van antwoord, op het voor-
loopig verslag betreffende de staatsbegrooting voor
1877, is aangevoerd:
„Met de instelling van het college kan en moet
de bloei der gewestelijke land bouwmaatschappijen
gepaard gaanhet particulier initiatief moet zijne
kracht blijven ontwikkelen, en het is wenschelijk
dat locale belangen uiting vinden. Het college
behoort zich in betrekking te stellen met verschil
lende vereenigingen, hare wenschen en voorstellen
te overwegen en na zelfstandige beoordeeling een
advies aan de regeering te geven."
Het voornemen bestaat, indien het voorstel wordt
goedgekeurd, de leden beuevens den secretaris,
evenals dit bij het college voor de zeevisscbcrijen
het geval is, aan periodieke aftreding te onder
werpen, waardoor elk denkbeeld van eenzijdigheid
op den duur is uitgesloten, en de vrees dat hier
eene vaste ambtenaarsbetrekking zon worden ge
schapen, ijdel wordt.
Tegen de instelling kan evenmin worden aange
voerd, dat de landbouw, hier te lande vrij zijnde,
geen behoefte beeft aan bemoeiing van staatswege,
noch aan ondersteuning. Het ligt toch geenszins
in de bedoeling aan deze vrijheid iets te kort te
doen,, of de uitoefening van den landbouw en de
daaraan verwante bedrijven aan eenige regeling
meer Jacob er over nadacht, des te heter beviel
het hem. Er bestond slechts éen groote zwarig
heid en dat was het ten uitvoer te brengen. Hoe
zou hij zijn meesteres, die van geen dokters wilde
weten, overhalen om haar buurman, een nieuwe
ling en een onbekende in de kunst van Hippo
crates, te roepen, wiens uiterlijk meer overeenkomst
had met het beeld van Mars dan met dat van
Esculaap? Hij bleef dus een gelegenheid afwach
ten en plannen verzinnen, bet een al dwatser dan
het andere, toen de gelegenheid zich op eens van
zelf voordeed en zoo gemakkelijk dat onze goede
Jacob er van schrikte en wenschte dat zij niet zóo
spoedig gekomen ware.
Maar bij slot van rekening was het toch geheel
buiten zijn schuld. Hij betreurde de plotselinge
ongesteldheid, die zijn mevrouw getroffen had en
dit te meer daar hij, in zijn onwetendheid, in
'teerst meende dat het veel erger was dan
eigenlijk het geval was en hij vreesde dat zij
wezenlijk op sterven lag. Maar zijn eerste ge
dachte was, soodra er sprake van een dokter was,
om beslag te leggen op den jeugdigen buurman
en het was zijne verstandige genegenheid voor
zijn meesteres, die hem er toe dreef om liever den
weg naar den heuvel dan dien naar de vlakte in
te slaan.
Laurenti ging de huishoudster voorbij en werd
in het salon gelaten en van daar in het boudoir
van mevrouw Argellani, waar zij hare boeken en
haar borduurwerk had, en kwam toen in de
slaapkamer.
of beperking te onderwerpen, die niet volstrekt
door het publiek belang geboden wordt.
Maar wanneer algemeene maatregelen te nemen
zijn, als algemeene rampen dreigen, als het onder
wijs ten behoeve van deze gewichtige factoren
van volkswelvaart regeling of herziening behoeft,
dan richt men zich, en terecht, tot de regeering,
die alsdan, om te kunnen handelen, over de beste
voorlichting behoort te beschikken.
Vau de machinist-leerlingen te Hellevoetsluis
hebben 49 van het oudste studiejaar examen afge
legd voor machinist-leerling 1° kl. waaronder
29 met gunstigen uitslag.
De scheepsklerk J.J. van der Ley, dienende
aan boord van Zr. Ms. schroefstoomsehip Leeuwar
den wordt met den 3en dezer overgeplaatst aan
boord van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord.
Aan den machinist le klasse bij de marine
A. C. Torré, is de groote gouden medaille voor
50 jaren eerlijken en trouwen militairen dienst
toegekend.
De heer F. E. L. A. Abel, commies bij het
bureau-personeel van het Ministerie van oorlog, is
belast met een omvangrijk en gewichtig werk, nl.
het herzien van het Recueil Militair van 1813
tot op heden, in dier voege dat alle vervallen
aanschrgvingen, orders, enz. daaruit zullen worden
verwijderd, en het Recueil alzoo alleen datgene
zal bevatten, wat werkelijk nog van kracht is.
In ons nommer van 15 Augustus jl. meldden wij
dat een 13jarige knaap, werkzaam op een kantoor
alhier, belast met de overbrenging eener som van
f 263.88 naar het spoorwegstation, die gelden
verstopt had, na zich 19 cent daarvan te hebben
toegeëigend.
De arrondissementsrechtbank alhier beeft
heden bedoelden knaap schuldig verklaard aan
misbruik van vertrouwen, gepleegd met oordeel
de3 onderscheids, en hem veroordeeld tot vijftien
dagen cellulaire gevangenisstraf, alsmede in eene
geldboete van 8, benevens de kosten.
Ter zelfde terechtzitting had zich te ver
antwoorden eene arbeidster uit Westkapelle, be
klaagd dat zij tusschen de jaren 1870 en 1877
zich herhaaldelijk, bij drie verscbiilende kraam
vrouwen, had schuldig gemaakt aan het onbe
voegd verleenen van verloskundigen bijstand. De
beklaagde, die de zeven kruisjes reeds achter den
rug heeft, verzekerde dat zij dien bijstand alleen
„uit liefde" had verleend. Wel waren hare dien
sten te voren ingeroepen, maar van belooning
was nimmer sprake. De erkentelijkheid van de
met goeden uitslag geholpen moeders uitte zich by
twee in het ten geschenke aanbieden van „takke-
bossen" en bij een in de gift van „een gulden."
Eene vroedvrouw was in de gemeente niet
aanwezig, en ook bij sommige gelegenheden geen
geneesheer.
De substituut-officier van justitie zag in de ten
laste gelegde en door getuigen en beklaagde beves
tigde feiten overtreding der wet van Juni 1865.
De vraag of voor de onbevoegd bewezen diensten
al of niet belooning bedongen was, alsmede of de,
beklaagde eens of meermalen hare „liefdediensten"
bewezen had, kon z. i. door hare beantwoording
niets afdoen aan het vereisehte voor overtreding
der bovengenoemde wet, die niet alleen „kwak
zalvers" weert, maar ook „deskundigen", die
„onbevoegd" verloskundigen bijstand verleenen.
Tot de laatste categorie rekende hij de beklaagde
te behooren, met herinnering aan een arrest van
den hoogen raad, waarbij dergelijke diensten uit
„nood" of uit „vriendschap" straffeloos zijn
verklaard, doch welke schuldeiooze aanleiding hij
hier niet als bestaanbaar aannam. Daar echter
Hij drong terstond door in het heiligdom der
godheid; maar zijn ontroering liet hem niet
toe ergens acht op te slaan zelfs niet op den sier
lijken, goeden smaak die hij de inrichting van die
kamer had voorgezeten.
Op een rustbed met een blauw zijden hemel,
zooala het behangsel van de kamer, lag me
vrouw Argellani nog half gekleed. De kameniers
die geen tijd gehad hadden om haar.te ontkleeden
hadden getracht haar eenige verlichting te bezorgen
door haar japon los te knippen, waarvan nu de
stof aan flarden om haar heen hing.
Laurenti naderde het rustbed. De zieke was
wit en koud als een doode, maar des niettegen
staande zeer schoon. Hij vatte terstond haar pols
en legde toen de hand op haar hart, teneinde
zich te vergewissen of de levensgeesten baar nog
niet begeven hadden. Hij had oogen, noch ooren
voor iets anders dan voor het onderzoek van dien
bloedsomloop, van dien hartslag, en hij bespeurde
niets: alleen toonde een lichte uitwaseming der
huid innerlijk lijden aan en uit dat lijden bleek
tevens dat er nog leven in haar was.
De bloedarmoede was bewezen en een kort
onderzoek van nabij bevestigde in het gemoed van
Laurenti het vermoeden, dat hij reeds eenige dagen
te voren had opgevat. Bloedarmoede, die leelijke
kwaal, die een gemis aan de noodige bestanddeelen
in het bloed beteekent, was duidelijk zichtbaar
aan do kleurlooze huid en aan de te nauwernood
met een smal rood streepje geteekende lippen.
- Louise was als een arme plant, die wegkwijnt
de hulp der beklaagde „goedkoop" en „goed" was,
vond de ambtenaar van het openbaar ministerie
daarin aanleiding om slechts een geringe straf te
requireeren, namelijk eene geldboete van f 3.
De uitspraak is bepaald op heden over acht
dagen
nr-fr —fr""
De heer J. A. Dorrenboom, adjunct-archivaris
van Sluis, is begonnen op de gemeente-secretarie
aldaar eene verzameling van oudbeden aan te
leggen, welke hij hoopt dat door medewerking
van het publiek uitgebreid zal worden. De voor
werpen kunnen daartoe in eigendom of bruikleen
worden afgestaan en zullen als zoodanig op een
catalogus vermeld worden.
Aanvankelijk vindt men het volgende in de
verzamelingzes Jacoba-kannetjes, waaronder twee
die geheel onbeschadigd zijn zes blauwe fluweelen
sjerpen van het Vrije Sluis, ieder van twee ge
borduurde wapens voorzien, waaronder de letters
S P. Q. F.; het portret van den generaal van
Damme, bedijker van de Sophia-, Olieslagers-,
Diomede- en Austerlitzpolderstwee wapenschilden
en het lijkbaarkleed van het schippersgilde; bet
rad waarop in vroeger tijd de veroordeelden wer
den gepijnigd of geradbraaktde steen waarmede
Frainjoia de Grootè van Oosterzeele mevr. Johanna
Maria Benout heeft doodgeslagen een ijzeren hand,
met koperen plaat, waarop in korte trekken dit
misdrijf staat vermeld A° 1548; bet oudste hand
schrift betrekkelijk de stad Sluis van het jaar
1252; een in steen uitgehouwen leeuw, waar
schijnlijk afkomstig uit den voorgevel van het
stadhuis; een ongeschonden muurplaat in gebakken
steen, voorstellende den stal van Bethlehem; een
grooten metalen deursleutel waarop men aan de
eene zijde leest„Borger-Krijgsraad van Sluis."
en aan de keerzijde„Blijft getrouw op uw wacht,"
met het jaartal: „Anno 1786" en het wapen van
Sluis; de veranderingen en opvolgingen in de
magistratuur van Sluis gedurende de jaren 1604
tot 1793; eene zware ijzeren poorthang voortko
mende uit de gedeeltelijke ontgraven westbatterij
(sortie); eenige schutterijgeweren in gebruik ge
weest vóór het jaar 1827. Verder verscheidene
penningen, o. a. van het Kuipersgildezegelstem
pels, balksleutels enz. enz.
- Eerstdaags zal een aanvang gemaakt worden
met het afbakenen van het terrein voor den spoor
weg van Schiedam over Vlaardingen naar Maassluis.
Er zijn onderhandelingen aangeknoopt tus
schen de Duitsche en Nederlandsche regeeringen
over de kosten van het maken van een nieuwen
lichttoren op 't eiland Borkumwelk werk de
Duitsche regeering zal uitvoeren en waarvan de
kosten op f 164,400 zijn begroot.
In het Journal de la Meurthe komt het
volgende bericht voor„De regeering der Neder
landen heeft, met het oog op een verdere uitleve
ring, de voorloopige inhechtenisneming gevraagd
van baron Clamor Freytag Estorf, zich noemende
Ernest Menscbing of Merling of Merching, door
het hof van 's Gravenhage vervolgd wegens diefstal
in Juni of Juli jl. in het museum te Leiden ge
pleegd, en die naar men zegt zich tegenwoordig
in Frankrijk bevindt".
BINNENLAND.
De Staats-courant bevat de benoeming der
volgende ministers
Bnitenlandsche zaken, mr. W. baron van
Heeckeken van Kell (directeur van het
kabinet des konings)
Justitie, mr, H. J. Smidt, lid der tweede
kamer
en verdort uit gebrek aan licht. Welk groot
verdriet had haar in duisternis gedompeld Welke
was de zon haars levens, die eensklaps verduisterd
was en haar nu inwendig sloopte?
Dit was het raadsel 't welk Laurenti verlangde
te kunnen oplossen terwijl hij aan de kameniers
vroeg wat zij gedaan haddan om haar bij te maken.
Wij hebben haar gelaat besproeid zeiden
zij met oranjewater.
Watdat helpt qiets. Is er eau de cologne?
Ik geloof het wel, antwoordde Toontje en
ging naar de toilettafel, waar allerlei fleschjes
met reukwater stonden.
Maar daar zij heel langzaam was en niets kon
vinden, liep Guido er zelf heen en doorzocht den
geheelen voorraad.
Dit is een ander reukwater zei de huis
houdster eau de cologne- zie ik niet.
Ook goed, dit is nog sterkerhier,wrijfbaar
daar de borst mede, terwijl ik hare handen wrijf,
zoo dat is goed: gaat maar voort daarmede tot
dat zij haar bewustzijn terug krijgt.
Wordi vtrwlfA.)