120® Jaargang.
1877.
Donderdag
1 November.
IS0. 258
T
Dit blad verschijnt dagelijks,1
met uitzondering van Zen- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Centi
Advertentiëni 20 Cent per regel.'
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,60
iedere regel meer t 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België
'rankrijk: de firma Havas, Laffith C°. te Brussel en Parijs.
INSPECTIE EN EXERCITIE
BRANDWEER.
SCHOUWING DER SCH00RSTEENEN.
Middelburg, 31 October.
FETJILLETQIST.
DE OLM EN DE KLIMOP,
bij de
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op art. 20 der verordening op de brand
weer in deze gemeente, gewijzigd bij besluit
van den gemeenteraad van den llen November
1858,
maken bekend:
dat de inspectie en exercitie met een gedeelte
der brandspuiten, volgens voordracht van het
bestuur over de brandweer, zal plaats hebben
Dinsdag den 13ett November a., en wel met de
spuiten E en L te 9 uren, met de spuit S te
10i uur en met de spuit W te uur.
Weshalve de bedienden, aan die spuiten geplaatst,
opgeroepen worden, zich, ten voorschreven nren aan
de onderscheidene brandspuithuisjes te bevinden,
zullende bij niet verschijning, tegen hen proces
verbaal worden opgemaakt tot toepassing der bij
de verordening vastgestelde straffen, bestaande
in eene geldboete van f 3 tot 25 en eene gevan
genisstraf van éen tot drie dagen, te zamen of
afzonderlijk.
Hiervan is afkondiging geschied waar het be-
hport, den 29™ October 1877.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHOEEE.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend,
dat de schouwing der schoorsteenen, voor
geschreven bij art. 97 der Verordening van alge-
meene plaatselijke politie, door het bestuur van
de brandweer zal gehouden worden Maandag den
5™ November a. en volgende dagen.
En is hiervan atkondiging geschied waar het
behoort.
Middelburg, den 29en October 1877.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Overeenkomstig het dezer dagen van den gouver
neur van CuraQao ontvangen verzoek, heeft de
regeering (zooals wij gisteren reeds onder „Tel. ber."
gemeld hebben) per telegram machtiging verleend
tot bet doen der uitgaven, gevorderd om, op de
eilanden Groot en Klein CuraQao en Bonaire de
door den storm van 23 September jl. aangerichte
i
EES TEKHAAL TAN ANTON GITJLIO BAKRILI.
Uit h*t Italiaansch.
VII.
Vervolg.)
Wie is mevrouw Toontje? vroeg Guido
na een kleine pauze. Is dat uw meesteres?
Wel neen, wat denkt ge wel? Het is de
huishoudster, de keukenmeid, wat weet ik het, een
oude vrijster, die paternosters prevelt, het leven
der heiligen leest en beschuitjes eet.
Laurenti haalde ruimer adem, evenals Encelados,
toen hem de Etna van de maag werd afgenomen.
Onderwijl was de verpotting der camelia ten
einde gebracht en de liefiiebber-tninman, die den
meester in het vak niet wilde laten glippen voordat
deze alles gezegd had wat hij weten wilde, hield
hem aaD de praat en liet hem het tooneel zijner
landbouwkundige en botanische handelingen in
alle richtingen doorkruisen, dat door den bevoeg
den beoordeelaar met veel aandacht beschouwd en
in gepaste bewoordingen geprezen werd.
Mijnheer kent het vak op zijn duimpje. Ja
schade aanvankelijk edöigermatë te herstellen en
noodlijdenden te ondersteunen.
Intusschen blijft een ruim veld geopend voor
de particuliere weldadigheid, zoowel ginds als hier
te lande.
De minister van koloniën moet ten hoogste
waardeeren de pogingen, hier te lande reeds van
particulieren, tot leniging van den nood in de thans
zoo zwaar geteisterde Nederlandsch West-Indische
eilanden, uitgegaan en heeft met genoegen het be
richt ontvangen van de vestiging te 's Hage, met
hetzelfde doel, van een centraal comité, waarvan,
onder leiding van den oud-minister van koloniën
mr. W. baron van Goltstein, o. a. onderscheiden
oud-gouverneurs en gezaghebbers of andere hoofd
ambtenaren van de genoemde West-Indische eilan
den deel uitmaken.
Voor spoedige overmaking van de gelden, welke
worden ingezameld, zal het departement van kolo
niën, wanneer het verlangd wordt, gaarne zorg
dragen.
Van de door zijne tusschenkomst over te bren
gen gitten zal achtervolgens in de Staats-courant
melding worden gemaakt. (St. ct.)
Men meldt ons dat behalve de verschillende plaat
selijke eommissiën, die zich reeds gevormd hebben
tot leniging van den nood op Curaqao en Bonaire,
ook eene commissie zal optreden van personen uit
verschillende oorden des lands, tot het doen van
een beroep op de Nederlandsche liefdadigheid in
't algemeen. In die commissie zal ook Zeeland
vertegenwoordigd worden.
Het paar handschoenen, gisteren onder onze
rubriek spoorwegdieverijen vermeld en bij de
redactie der Goesche courant te bevragen, schijnt
te Middelburg thuis te behooren. Eene dame,
Donderdag avond bij den heer B. alhier per snel
trein uit den Haag aankomende, bespeurde bij het
nazien harer bagage dat het slot eener mand,
waarin o. a. een paar nieuwe glacé-handschoenen
geborgen waren geweest, open was en dat daaruit
die handschoenen en een stuk zeep vermist werden.
Naar Goes is geschreven, zoodat het ter bezorging
toevertrouwde toch nog,- ofsehoon op eenigszins
andere wijze dan de zorgvuldige spoorbeambten
bedoeld hebben, zijne bestemming bereiken zal.
Naar aanleiding van de aangekondigde schou
wing der schoorsteenen alhier, op den 5™
November a.kan het zijn nut hebben mede te
deelen dat bij een onlangs voorgekomen schoor
steenbrand, naar ons uit goede bron verhaald werd,
bleek dat de in brand geraakte schoorsteen, zoover
men zich herinneren kon, sedert vijfjaren niet
die heeren kunnen toch maar alles als ze er zich
toe zetten.
Steeds er op bedacht om een nieuwen aanloop
te vinden voor het gesprek waar het hem het
meest om te doen wa», bracht Laurenti Jacob
bij zijne entomologische verzamelingen, bij zijne
slangen, kikvorschen en andere werveldieren.
Bij dit alles, maar vooral bij eenlge monsters
en lichaamsdeelen op sterk water, sperde Jacob
den mond wijd open en trok de wenkbrauwen
omhoog.
Is mijnheer dokter?
Dokter en heelmeester, voegde Laurenti
er bij; maar ik heb de kunst alleen bestudeerd
om thuis te geraken in eenige takken der natuur
wetenschappen en heb nog nooit in mijn leven
een aderlating gedaan, of een recept geschreven.
O dat doet er niet toe, hervatte Jacob.
Mijnheer moet toch altijd iemand zijn, die zijn
vak verstaat, dat blijkt uit alles wat ik hier
zie. Het is niet om mij met nwe zaken te be
moeien, die mij niet aangaan en ik denk ook wel
aan de leus mijner ouders: „schoenmaker blijf bij
je leest," maar gij doet toch verkeerd met
zulk een schoon beroep niet uit te oefenen. Of
maakt gij mij wat wijs? Iemand even den
pols voelen en terstond, met gesloten oogen, zien
wat daar van binnen van streek isvoor iedere
kwaal een geneesmiddel weten, zooals ik voor
mijn bloemen En als mijn bloemen ziek zijn
weet men terstond wat haar deert en de middelen
er voor kan men wel op zijn vingers natellen;
geveegd was, niettegenstaande er steeds in gestookt
werd.
In de vorige week is te Glasgow op de werf
van de heeren John Elder O. met het beste
gevolg te water gelaten het voor rekening der
Stoomvaartmaatschappij Zeeland gebouwde rader
stoomschip „Prinsc-s Marie". Nog vóór het einde
des jaars hoopt men deze boot geheel gereed te
hebben om in dienst gesteld te worden, terwijl
de „Prinses Elizabeth" mede binnen korten tijd
van stapel zal loopen.
Onder onze rubriek kunstnieuws vinden onze
lezers heden eene bijdrage van een onzer Brussel-
sche medewerkers, op welke wij hun aandacht
vestigen. Zij handelt over eene landgenoote, me
juffrouw Estella de la Mar, van wie onlangs bericht
werd dat zij met den bekenden impresario Strakosch
een contract gesloten had voor eene groote kunstreis.
Mag het van belang geacht worden, den schoonen
aanleg en de schitterende vooruitzichten dezer
Nederlandsche kunstenares reeds bij den aanvang
harer loopbaan te doen kennen, niet minder is het
voor ons publiek van gewicht, de diensten op prijs
te zien stellen, welke door de mildheid van Z. M.
onzen koning aan de Nederlandsche kunst bewezen
worden. „Sommige muziekliefhebbers, schrijft
onze correspondent, die zich te zeer door hunne
persoonlijke sympathie voor zekere kunstvormen
en theorieën laten beheersehen, zijn van meening
dat het koninklijk Nederlandsch conservatoire te
Brussel voor de kunst niet veel tebeteekenen
heeft. Ik moet dit echter stellig tegenspreken.
Gedurende den korten tijd van haar bestaan heeft
deze inrichting, onder leiding van den heer Cabel,
belangrijker resultaten voor de dramatische
kunst opgeleverd dan het conservatoire van Brussel.
Ik zeg dit niet om den hoveling te spelen tegen
over eene vorstelijke liefhebberijdit behoort
niet tot mijne gewoonten; maar de waarheid
moet gehuldigd worden, al strookt zij ook niet
met de begrippen van sommigen en met den ach
terklap van velen."
Bij beschikking van den minister van binnen-
landsehe zaken van 29 October jl., is de beoordee
ling van de ontwerpen voor een nieuw gebouw
ten behoeve der rijks universiteit'te Leiden,
ingekomen ter beantwoording van de prijsvraag,
uitgeschreven bij zijne beschikking van 29 Maart jl.,
opgedragen aan de heeren: J. G. van den Bergh,
P J. H. Cuypers, I. Gosschalk, mr. C. Vosmaer,
allen rijksadviseurs voor de monumenten van ge
schiedenis en kunst; A. Ballat, architect van
Z. M, den koning der Belgen te BrusselP Boes-
willwaldarchitect en inspecteur-generaal dei-
maar voor menschen, dat is heel wat anders!
Maar ik ga buiten mijn boekje, met al mijn
praatjes.
Neen, waarde Jacob; ik mag het zelfs graag
om eens een woordje met menschen van overleg
te praten.
Dank voor uw goedheid antwoordde de
tuinman getroffen en liet zich door zijn aandoe
ning verleiden om hem zijn vereelte hand toe te
steken. Ik zal, als gij het mij toelaat, nu en
dan eens komen om u een handje te helpen in
den tuin. Mijnheer schijnt bijvoorbeeld
neem mij niet kwalijk, niet veel verstand te hebben
van stekken.
Gij hebt volkomen gelijk: ik doe alles, zooals
gij ziet, naar mijn eigen opvatting en zal zeer
gaarne zien dat gij het mij beter leert. Maar
zullen die bezoeken uwmeester niet mishagen.
Welken meester? Ik heb geen meesters.
Mijn mevrouw, de eenige die in huis iets te zeggen
heeft, is zeer gemakkelijk, en zal niet boos zijn
als zij hoort, dat ik iets doe voor zulk een goeden
buurman, die bovenal zoo stil is dat men hem
nooit hoort.
Wat meent ge daarmede vroeg Laurenti
vol spanning.
Ik zeg wat de waarheid is. Kijk, nu twee jaren
geleden woonde hier een vreeselijk luidruchtige
familie, met een half dozijn bengels van kinderen,
die het huis ten onderste boven keerden; voorts
u 1
een kindermeid die gilde al» een bezetene, met
een stem om de dooden uit hun graf op te wekken
historische monumenten te Parijsvon Ferster,
architect, K. K. Oberbaurath en professor te Wee-
nen; en C. W. Hase, architect en Baurath te
Hannover. (Stoats cour.)
Van de twee groote gouden medailles, die
door de Italiaansche regeering ter beschikking
waren gesteld van de jury te Rovigo (Italië), voor
de tentoonstelling en wedstrijd aldaar van werk
tuigen ter drooglegging van gronden, is eene toe
gekend aan de ingenieurs J. C. de Leeuw en
W. F. A. Beijerinck, firmanten van het ingenieurs
bureau voor stoombemaling te Amsterdam, voor
het ingezonden album, bevattende teekeningen en
beschrijvingen hunner plannen van droogmakerijen
en stoomgemalen in uitvoering of in project.
(Staats-cour.)
Men leest in het Handelsblad:
„Met de meeste zekerheid kunnen wij thans
mededeelen, dat door den heer Burgers, ex-presi
dent der Transvaalsche republiek, geen pensioen
is aangenomen.
„Ook komen wij nu in het bezit van de stuk
ken, waaruit zal kunnen worden beoordeeld in
hoeverre er eenige grond was voor de verwijten,
sedert de inlijving der Zuid-Afrikaansche republiek
tot hem gericht.
„Dat die verwijten uit zeer onzuivere bron
kwamen, was algemeen bekend. Ze konden des
niettemin waarheid bevatten en zwijgen scheen
ons plicht, zoolang niet d« gegrondheid moest
erkend of de ongegrondheid kon bewezen wor
den.
„Wij hebben thans alle reden om te vertrouwen
dat bet laatste het geval wezen zal, want al is
de ware geschiedenis van de inlijving nog niet
geschreven en al moet men dus ten deele zich
behelpen m»t de opvatting van den Engelsehen
commissaris, zelfs volgens, deze schijnen bedoelde
verwijten niet gerechtvaardigd te wezen.
„Althans kan gezegd worden, dat de heer Bur
gers zelf zich geenszins bewust is iets te hebben
gezegd of gedaan, waarover hij of een zijner vele
vrienden zou hebben te blozen."
Voor de door het vertrek van mr. S. J. Focke-
ma Andreae als hoogleeraar te Leiden openge
vallen plaats van lid der arrondissements-rechtbank
te Amsterdam, is door dat college een alphabe-
tisch gestelde aanbeveling opgemaakt, bestaande
uit de heeren: W. A. L. Domis, rechter in de
voormalige rechtbank te Leidenjhr. B. de Bosch
Kemper, reehter-plaatsvervanger te Amsterdam, en
A. C. Wesenhagen, griffier van het hot te Para
maribo.
en dan allerlei vroolijke jongelui, die met den heer
des huizes bal kwamen spelenIn een woord
mijn arme meesteres kon nooit in den tnin komen,
waar ze toch zooveel van houdt; zij kon nooit
het grasveld daar beneden naderen, door dat hei-
densch rumoer.
Ik heb haar nooit gezien, zei Laurenti
op lossen, onverschilligen toon.
Dat wil ik wel gelooven "omdat mijnheer
naar de wolken kijkt, met uw verlof gesproken.
Maar wij hebben u wel gezien, op den muur
naast den olm, juist den laatsten keer toen
mevrouw in den tuin geweest is.
Het gesprek begon allergewichtigst te worden
voor onzen verliefden vriend; bij deed dus een
bovenmenschelijke poging om zijn ontroering te
verbergen en haastte zich om het gesprek gaand#
te houden met de banale vraag Houdt uw mevrouw
veel van bloemen?
O heel veel, maar de arme ziel kan er niet
naar hartelust van genieten. Haar gezondheid is
zeer slecht en er gaan dagen voorbij dat zij niet
eens den moed heeft om in den tuin te komen.
Wat scheelt haar?
Ik weet het niet. Zij wil van geen dokter
weten en zegt dat het niets is, dat het wel gauw
over zal gaam Maar ik geloof er niets van.
En waarom trachten hare huisgenooten haar
niet te overreden?
Ach mijnheer Laurentiantwoordde Jacob
en kneep den mond dicht. Dat zijn allemaal
mensehen die aan hun voordeel denken en niet