Telegraphische berichten. Marine en leger. Rechtzaken. Thermometerstand. gen, neemt de koninklijke figuur der hoofdpersoon zooveel te grooter afmetingen aan. Zoolang de verzen van Racine worden opgezegd door de andere spelers, laten ze ons koud. Hun zwakke, of krijscbende, of bulderende, of half verstaanbare stemmen, hun houterige figuren, hun stijve en hoekige gebaren laten den zin dier onsterfelijk schoone poezie nauwelijks tót ons komen. Het is al veel als zij in staat zijn ons den loop van het drama te doen bijhouden en ons op de verschijning van de ware priesteres der kunst voor te bereiden Daar treedt mlle Agar op en hoe verandert onze indruk! Van die fijnbesneden lippen vloeien de statige versregels, alsof ze haar aangeboren waren. De stootende cadans verdwijntde diepte en volheid dier stem, het zwellen dezer klanken, die straks weer afdalen tot een fluisteren, haast indrukwekkender en niet minder verstaanbaar dan de forschheid van zoo even, doen ons eerst de welluidendheid en de kracht dier taal beseffen. Deze vorstelijke gestalte, die standen, telkens aan de schoonste werken uit den bloeitijd der beeld houwkunst herinnerend, maken, zouden wij haast zeggen, te meer indruk naarmate ze slechter besteed zijn aan de pygmeeën die rondom haar dwarrelen. Dit lijkt geen tooneelspel meer; hier wordt niet langer gedaeht aan den loop, dien het „stuk" neemt, aan de onsehuid van Hippolytus of aan den toorn van Theseus. Wij zien niets meer dan de eenige door de kunst bez.eide, de priesteres die spreekt en profeteert zonder acht te slaan op wie naar haar luisteren. Hoe ware het anders mogelijk geweest dat de bekentenis der liefde van Phèdre voor bet quidam Hippolyte zulk een machtigen indruk gemaakt had Hoe zou niet, in plaats van ademlooze stilte, een spotlach door onze schouwburgzaal weerklon ken hebben bij deze woorden C'est peu de t'avoir fui, cruel, je t'ai chassé J'ai vouïu te paraitre odieuse, inhumaine; Pour mieui te re'sister, j'ai recherché ta haine. De quoi m'ont profité mes inutiles soins? Tu me ha'issais plus, je ne t'aimais pas moins. Maar wie dacht op dit oogenblik nog aan het manspersoon, dat het voorwerp dezer liefde heette voor te stellen Wie dacht zelfs nog aan M»e. Agar en meende niet den belichaamden hartstocht zei ven, verterend en onoverwinnelijk, afschuwelijk en onwederstaanbaar voor zich te zien? Hieruit volgt weder dat de hoogste kunst de hoogste mate van zedelijkheid bezit. Gelijk de schoonheidszin der Grieken hen ongevoelig maakte voor de zinnelijke gewaarwordingen, welke de aanschouwing hunner marmerbeelden bij minder aesthetisch ontwikkelden kan opwekken, zoo ver heft Racine's poezie eene treurspel-intrige tot de hoogste zedeles en de kunst eener talentvolle tooneelspeelster tot het zuiverst genot. Het publiek gaf aan de kunstenares het wezen lijkste blijk van waardeering in de diepe stilte, welke van zijn ingespannen aandacht getuigde. De warme toejuichingen riepen M«e. Agar telken maal na afloop van een bedrijf ten tooneele. Twee maal, eens na haar eerste optreden en later na het einde van het stuk, werd haar op het tooneel namens eenige barer vereerders een bloemruiker aangeboden. De laatste maal gaf zij met enkele woorden haar dank daarvoor te kennen. Van hare medespelers hebben wij kwaad genoeg verteld om hun de eer te mogen geven, dat zij van hun rollen maakten wat hunne krachten toe lieten. Zij speelden niet siordig, niet opzettelijk smakeloos of ruw. Enkele malen was het zelfs of de onsterfelijke poezie, die zïj vertolken moch ten, hen een weinig naar boven tilde. Zoo in het tooneel waar Hippolyte, teneinde zijn vader van zijne onschuld te overtuigen, zich op zijn vroeger leven beroept: - Zeker een mooie plant'. Camellia maccülata Adhemari! sprak de tuinman, nadat hij de witte kelkbladen met donkerroode stippen onderzocht had. Maar gelukkig is de ramp niet zoo heel groot. De zwaarte van deu pot heeft gemaakt dat hij recht nederviel. O des te beter En als ze maar terstond in den grond gezet wordt. Kijk er is slecüts éen tak gebroken, maar de stam is ongedeerd en de wortels ookde aarde er omheen ziet er bijna uit alsof zij dien sprong niet gemaakt had, Ik zou wel iemand zenden om haar te halen, zei Laurenti bedeesd maar mijn kneeht is uit. Wat doet er dat toe! ik zal haar even bren gen, antwoordde de tuinman, en vatte de kluit aarde met groote behendigheid op. Gij? Het spijt mij waarlijk dat gij er dien last van hebt. Het is maar een paar stapjes mijnheer mijnheer Laurenti. Hier vlak bij is het poortje ,dat in het steegje uitkomtin twee sprongen ben ik bij u. O grijze, grijze! dat is weer een van uw streken! Al brommende tegen de arme grijze verwijderde de tuinman zich langs het hellend pad op het grasveld, naar het poortje dat hij Laurenti gewe zen had. De vijand was dus genoodzaakt de uitdaging aan te n#men. De eerste slag van den grooten veldheer was gewonnen, en nu moest hij ook den weeden kunnen slaan, nu hij op gemeenzamen Examinez ma vie, et songez qui je suis. Quelques crimes toujours précédent les grands crimes, Ainsi que la vertu, le crime a ses degrés Et jamais on n'a vn la timide innocence Passer sub itement a l'extrême licence. Deze geheele passage, waardig om in goud ge grift te worden boven de deur van iedere rechtzaal, miste niet ten eenemaal hare uitwerking. Zoo ook bleef het beroemde rêcit van Théramène, Hip- polyte's leermeester, hoe afgezaagd ook door school herinneringen en in strijd met onze tegen woordige tooneel gewoonten, niet zonder eenige toejuiching. Ook de opvoering van het voorstukje, Molière's Précieuses Ridicules, mag naar onze meening met een woord van lof vermeld worden. Men zdta misschien de spelers, met name den als markies verkleeden lakei Mascarille, van overdrijving kun nen beschuldigendoch wanneer wij letten op de overdrijving, welke in het geheele stukje heerscht, dan durven wij niet beslissen, ook zonder de traditiën van het Théatre Frangais in dit opzicht te kennen, of deze beschuldiging wel als gegrond beschouwd mag worden. Men vergete niet dat het Molière's bedoeling was eene charge, eene parodie te leveren niet, op de Parijsche précieuses, maar vooral op hare provinciale namaaksels, bij wie de onnatuurlijkheid en de pedanterie tot in het mon sterachtige stegen. Wanneer men zijne werken naar hunnea aard verdeelt in deze drie soorten: comedie d'intriguede caractére en haute comédie, dan behooren de Précieuses Ridicules nog tot de eerste soort, welke op slechts geringen afstand ligt van de klucht of farce, in welke Molière het eerst zijne krachten beproeide. Uit de intrige- comedie les Précieuses ontstond eerst 13 jaren later, in 1672, de Femmes savantes, in welke de haute comédie, nevens le Misanthrope en Tartuffe, haar hoogste uitdrukking vond. De flauwiteiten en ruwheden, die Molière in het salon zijner pas te Parijs aangekomen boerenjuffers op haar plaats achtte, geven wel tot eenige overdrijving in het spel recht. Onze schouwburg was, ondanks het meer dan ongunstige weder, stampvol, terwijl nog vele lief hebbers wegens gebrek aan plaatsen, afgewezen moesten worden. Uit deze algemeene belangstelling mag afgeleid worden dat een der eerste vereischten, om meer kunstgenot van zuiver gehalte hier te kunnen smaken, zou wezen een grooter schouwburg lokaal. Daardoor zou het mogelijk zijn meer verschil in de prijzen der plaatsen te brengen en langs dien weg een grooter deel van het publiek voor de zaak te interesseeren. Ondanks de groote volte liet de orde niets te wenschen over. Tegen de zeer doeltreffende bepaling dat iu bet gebouw, ook in de koffiekamer, niet gerookt mocht worden, werd niet gezondigd. Stukken als die van Racine en Molière vorde ren weinig mise-en-scène. Men zocht in hun tijd nog niet het effect in een tooneelmatigen toestel, waarbij stoom en electriciteit, benevens geheele bataljons zoo goed als ongekleede mannen en vrou wen, te pas komen. Het geheele tooneel-ameuble- ment, dat voor de Phèdre gevorderd werd, was maar éen enkele stoel. Maar die was dan ook gisteren avond ontzettend! Een gewone, half versleten leuningstoel, met hoekige leuningen, waar de tragédienne telkens met beleid om heen moest manoeuvreeren, wilde zij er geen ongelukken mede krijgen, 't Was trouwens hetzelfde meubel dat straks, als commodité de la conversation, aan den markies Mascarille, zooveel envie de Vembrasser getoond bad! Bij die manoeuvre deed het echter nog zooveel kwaad niet. Maar was in onzen tooueelvoorraad niet éen zetel te vinden geweest, waar Phèdre op koninklijker manier in had kunnen zitten en sterven dan op dit burgerlijke, prozaïsche meubel? voet met den tuinman was gekomen, moest hij hem de woorden uit de keel halen. Laurenti ging hem tot aan de deur tegemoet. Het was een man van omstreeks vijf en vijftig jaar, tamely k lang, forsch en gespierd met dikke lippen, een goedig uiterlijk en schranderan blik. Zijn haar was' kort en met grijs vermengdop zijn wangen, om zijn kin en op de bovenlip lag een blauwachtige tint, bet teeken van een zwaren baard, die kort te voren met zorg geschoren is; n dat hij pas geschoren was en door den meester zelf, ante lucem, bleek uit vijf of zes bloedige sneden in alle richtingen. Hij droeg een grof, maar netjes gestreken linnen hemd, waarvan de omgeslagen kraag met twee punten op een grijs lakensch vest viel met ruiten doorwerkt even als zijn broek; zijn hoofd was bedekt met een zwarten vilten hoed, met lagen, ronden bol, zooals vroeger de heeren droegen en die nu in zwang zijn bij de boeren "van Polcevera. Verder was hij in zijn hemdsmouwen, zooals hij gewoonlijk deu heelen dag rondliep. Hij kwam binnen met den cameliaatruik in de armen en groette den jongen man met een glimlach, die zooveel zeide als, we kennen elkaar en behoeven verder geen complimenten te maken. Waar wil mijnheer dat ik de arme kranke nederzet? vroeg hij, zoodra zij een paar stappen op het pad gedaan haiden. Daar ginder als het u blieft, goede vriend! Ja een goed vriend ben ik mijnheer en heet ik daarenboven. By beschikking van den minister van marine van den 29en dezer, is de student voor den militairen geneeskundigen dienst der zeemacht N. O. Vlaanderen, op daartoe gedaan verzoek, met den laatsten September jl. eervol als zoodanig ontslagen. De hooge raad heeft gisteren uitspraak ge daan in Tzake de administratie der belastingen tegen den heer J. E. Teixeira de Mattos te Am sterdam, wegens het niet aangeven van eene dienstbode. Het gerechtshof van Amsterdam had hem van alle rechtsvervolging ontslagen De hooge raad echter verklaarde hem schuldig en veroordeelde hem tot eene boete van het vijfvoud der belasting, bedragende f 226.60. Men meldt ons nader uit Vlissingen dat het vinden van de 18 kisten amunitie aan boord van het Duitsche barkschip „Molly", toch aanleiding gegeven heeft tot eene bekeuring. Tot opheldering diene, dat primitief twee kisten amunitie gelost werden, die ook op het manifest vermeld waren, en daarvan geen proces-verbaal is opgemaakt omdat men den gezagvoerder als vreemdeling onbekend achtte met onze wetsbepa lingen op dit stuk, en hij door niemand daarmede in kennis was gesteld. Toeu echter daarna nog 16 kisten te voorschijn kwamen, die niet als amunitie bevattende bekend stonden, is daarvan proces-verbaal opgemaakt. Door den gemeenteraad van Groningen is besloten tot het aanstellen van een vierden wet houder. Het voorstel om den prijs van het gas met 1 cent te verminderen, en alzoo te brengen op 6 cent, is verworpen. Gisteren nacht heeft een polderwerker te Amsterdam de vrijheid genomen, een Keulsche aarden pot op het hoofd van een nachtwacht stuk te slaan. Gelukkig had de nachtwacht een dikke muts op, zoodat hij geen letsel bekwam. Zijn confrater, die ter hulpe kwam, werd door een anderen polderwerker met éen slag uit het wijn huis gesmeten, waarin het tooueel plaats had. Tegen beide polderwerkers is door de politie proces-verbaal opgemaakt. Door de Nederlandsche vereeniging van glasfabrikanten is eene prijsvraag uitgeschreven, met eene belooning van f 250, voor „het beste toestel om de indragers in de flesschenfabrieken op mechanische wijze te vervangen." Antwoorden, vergezeld van duidelijke teekenin- gen of van een verkleind model, worden ingewacht vóór 1 Maart 1879 bij A. Wiegel, Nieuwer-Amstei bij Amsterdam. Nadere inlichtingen zyn te beko men, behalve aan dat adres, bij I. F. Hoffman te Rotterdam en C. A. Jeekel te Leerdam. Zondag herdacht de heer S. de Lange sr ,organist te Rotterdam, zyn öOjarig jubiló als zoo danig. Yan verschillende colleges en particulieren ontving de verdienstelijke toonkunstenaar en toon zetter blijken van hoogaehtiug en waardeering. Hij werd bij deze gelegenheid tot ridder der orde van de Eikenkroon benoemd. In de inkomstenbelasting te Amsterdam worden ook zij als belastingschuldigen gerekend, die te Amsterdam hun kantoor hebben gevestigd en hun handel of bedrijf uitoefenen, terwijl zij in andere gemeenten wonen. Een aantal dezer aangeslagenen zijn in onder ling overleg getreden, en hebben besloten, voor gezamenlijke rekening te proeedeeren, om een Met uw verlof Jacob; zei de tuiuman, die, eenigszïns een grappeinaker scheen. Nu dan, Jacob, kom dan maar eens mede, daar achter in den tuin. Daar is veel van die aarde, die geschikt is voor camelia's en het ligt op het zuiden. Hier zullen we haar zetten en do grijze moet al heel knap zijn als hij haar daar weer naar beneden werpt. Die drommelsche kat! zei Jacob terwijl hij zijn vracht in het perk nederzette. Als het niet was dat hij de mollen nazat.Ja, met uw verlof mynheer, mijn vader zaliger zei altijd katten en vrouwen zijn een noodzakelijk kwaad. Wat, zonder uitzondering? vroeg Laurenti lachend. Waarom niet? Zij behooren beide in huis te blijven; maar de een houdt er van op het dak te gaan zitten en de anderen gave de hemel dat ze dat ook maar dedenMaar neen, zij loopen liever met groote crinolines en gouden bellen in de ooren en versnoepen haar geld. Zijt gij getrouwd Neen, Goddank niet. Ik kan niet ontkennen dat ik eens op het punt ben geweest het te doen, maar de vrouw was wijzer dan ik en beeft een ander genomen. En wie zorgt er dan voor uw goed, wie maakt uw eten klaar? Wie! wel heb ik dan zelf geen handen aan het lijf? Een beetje water in de pan, dan een kriezeltje zout en daarmede een malsch stukje rechterlijke beslissing omtrent de wettigheid van deze vordering uit te lokken. Zijn wij goed ingelicht, dan bevindt zich onder de oude doeken, op den zolder van het stadhuis te Amsterdam ontdekt, zelfs een van de hand van Troost. Het doek, dat daar jaren lang ineen gevouwen lag, moet er echter erbarmelijk uitzien, en de restauratie zal zeker veel gelds kosten, gesteld dat het deze waard is. Ook liggen er stukken van Quinkhard. (N. v. d. D.) Ia de zaak der onteigening van de perceelen der wed. Zuidberg c. s. te Zwolle, is een eigen aardig incident voorgekomen. Gisteren morgen werd de bij rechterlijk vonnis bepaalde som van f 59,000 „in klinkende Nederlandsche munt," in 118 zakken, elk van f 500, op een wagen geladen en bij deurwaarders exploit aan belanghebbenden aangeboden. Daar een der mede-eigenaren echter weigerde het geld aan te nemen, moest het weer meêgenomen en bij den ontvanger der registratie in de consignatie-kas gestort worden. Denzelfden middag werd het weder bij den rijksbetaalmeester gedeponeerd. Het bedrag, 's morgens in bank papier door hem uitbetaald, doch bij den agent der Nederl. bank, die daarvan vooraf verwittigd was, in zilveren muntspeciën omgezet, kwam in laatstgemelden vorm aan 't kantoor terug. Te Hoorn heeft zich een commissie voor een West-Friesch museum geconstitueerd. Men wil nl. in het voormalige gebouw der rechtbank, waar ook het kantongerecht zal gevestigd wordeneen verzameling van schilderyen en andere voorwer pen van geschiedkundige en artistieke waarde bijeenbrengen, die het eigendom zijn der stad Hoorn of door particulieren ter bewaring worden afgestaan. Bij de vergrooting der kerk Saint Ferdinand des Tesnes te Parijs is een gedeelte van het ge bouw ingestort, tengevolge waarvan verscheidene werklieden onder de puinen werden bedolven. Twee werklieden werden levenloos opgehaald, zes andere waren zwaar gewond, waaronder vier voor wier behoud bijna geen hoop meer wordt gekoesterd. BINNENLAND. 's Gravcnhage. De minister van koloniën heeft bij telegram den gouverneur van Curaqao gemachtigd de noodige uitgaven te doen tot her stel der schade en tot hulp der noodlijdenden te Curayao en Bonaire. Het departement van koloniën zal de van par ticulieren te ontvangen gelden uit Nederland over maken. Het centraal comité staat onder leiding van den oud-minister van Goltsteinverschillende oud gouverneurs enz. BUITENLAND. SoiastaniSaopel. De Russen zijn gekam peerd te Azop, drie uren van Moukhtar verwijderd. Chefket-pacha meldt, dat de Russen, na Bra- seüiwitza in brand gestoken te hebben, zyn afge slagen. Den 26cn dezer had eene schermutseling plaats op den weg tussehen Orkanie en Plevna. De Russen staan te Slathzar. 29 Oct. 's av. 11 u. 55 gr. 30 's morg. 7 u. 49 gr. 's midd. 1 u. 56 gr. 's av. 6 u. 56 gr. rundvleesoh laten koken, tot het gaar is, of tot dat de grijze het er uit haalt, zooals hy wel eens doet. O! die is niet bang van heete pannen. Dat is toch eigeulyk een akelige kat, die grijze! Dat geloot ik en ik zou hem al lang weg gejaagd hebben, als zij niet de lieveling, den hartlap van mevrouw Toontje was. Dat: mevrouw Toontje was een dolksteek voor Laurenti.... Toontje! Hij verwachtte een lieven naam, en hoorde: Toontje. Maar al had de dame uit het gele huis Toontje geheeten, hij zou haar toch even goed bemind hebben; misschien zou die naam, door haar gedragen, ook mooi worden. Maar zoo op eens, voor het eerst, te hooren: mevrouw Toontje! dat wa» verschrik kelijk. Ik vraag in naam van Laurenti verschooning aan alle dames, die Antoinette heetea en dit lezen, dat hij deze zoo weinig bevallige afkorting van haar naam niet kon verduren en moet eerlijk bekennen dat ik het geheel met hem eens ben. Ik hoop dat zij zich in geen geval, zelfs in den eersten familiekring, ooit Toontje, of Toinetje zullen laten noemen, dat zal voor allen een groot# aanwinst zyn. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 2