N°. 257,
1206 Jaargang
1877.
W oensdag
31 October.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentiên i 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk; de firma Havas, Larritk <fc C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 30 October.
FEUILLETON.
DE OLM EN DE KLIMOP,
Benoemingen en besluiten,
0 n d e r w ij s,
Kerknieuws.
Kunstnieuws.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
De Staats-courant van heden bevat het konink
lijk besluit van den 22,n dezerStaatsblad n°
191betreffende de uitloting en aflossing van 3j
percents schuldbekentenissen ten laste van het
voormalig amortisatie-syndicaat voor 1878.
In hetzelfde nommer is opgenomen het konink
lijk besluit van den 24en dezer, Staatsblad n° 192,
bepalende dat de Oosterspoorweg van de Holland
sche ijzeren spoorwegmaatschappij mede zal worden
gebruikt ten behoeve van de spoorwegen ter ver
binding van den Nederlandschen Rijnspoorweg
met den staatsspoorweg te Amsterdam.
Tot leniging van den beerschenden nood op de
eilanden Curagao en Bonaire hebben zich in
verschillende gemeenten eommissiën gevormd, die
voor het bijeenbrengen van bijdragen zorg dragen.
Moet daar in onze omgeving ook niet wat aan
gedaan worden
Het lidmaatschap der tweede kamer voor het
district Winschoten is door m'. H. Goeman
Borgesius, hoofdredacteur van het Vaderland,
aangenomen.
Onder de verschillende geruchten die aanhoudend
over den stand der ministerieeie crisis in om
loop gebracht worden, vermelden wij ditmaal
alleen, dewijl het met onze eigen information
overeenkomt, een bericht van de Arnhemsche
courant en het Utrecbtsch Dagblad, meldende dat
de oplossing op het oogenblik vertraagd wordt
door ongesteldheid van den heer Fransen van de
Putte. Voor de portefeuille van buitenlandsche
zaken wordt genoemd jhr. mr. van Karnebeek,
minister-resident, vertegenwoordiger onzer regee
ring bij de hoven van Denemarken en Zweden
en Noorwegen.
Dat de bekrompen opvatting van den gemeente
raad van Amsterdam ten aanzien van het
beginsel der openbaarheid in zake de inkomsten
belasting, (zie M. Ct. van Vrijdag jl.) bij velen
afkeuring wekt, bewijst een ingezonden stuk van
den heer C. P. Metelerkamp in het Handelsblad
van heden.
Men zal zich herinneren dat de raad bepaald
heeft
„slechts de belastingschuldigen mogen inzage
nemen van de kohieren, en dan nog van dat ge-
EEN TEEHAAL VAN ANTON GIULI0 BABRILI.
Uit het It alia an ach.
VII.
Vervolg.)
Op zekeren dag voerde de fortuin hem een kennis
tegemoet, een nieuwsgierig mensch, die zich naar
de hooggelegen straten der stad begaf om de
nieuwe gehouwen in oogenschouw te nemen.
De gelegenheid was ongewis, maar Guido
greep haar handig aan, bracht zijn vriend door
de bewuste straat en vroeg hem aan wie dat roode
paleis toebehoorde, aan wie dat wittewie er in
dat grijze huis woonde en praatte zooal voort op
onverschilligen toon, alsof het hem slechts te doen
was om te praten.
Zoo voortgaande vernam hij eindelijk dat het
gele paleisje, villa Argellani was.
Argellani! Wat zijn dat voor menschen?
Ik weet het niet, antwoordde zijn vriend,
ik geloof vreemdelingen, die de villa van de
Visdomini's gekocht hebben. De man ia dood en
heeft een weduwe nagelaten, die hier in dit huis
moet wonen.
JBn dat was al wat Laurenti te weten kon
deeltd der kohieren, dat op hun eigen aanslag
betrekking heeft."
Na aangetoond te hebben dat deze bepaling in
strijd is zoowel met art. 261 der gemeentewet als
met de beginselen, door de meerderheid van den
Amsterdamschen gemeenteraad bij het vaststellen
der verordening op den hoofde lij ken omslag ge
volgd voert de heer Metelerkamp voor het
beginsel der openbaarheid nog het volgende aan
„Het publiek heeft belang bij de kennisneming
der geheele kohieren. Zal toch het openbaar
leven worden opgewekt, de belangstelling van hst
algemeen in de algemeone zaak worden levendig
gehouden, dan moet ook elke gelegenheid om het
publiek op de hoogte te stellen der gemeentelijke
aangelegenheden worden aangegrepen en niet
kunstmatig worden beperkt. Is niet de vraag,
hoever de draagkracht der gemeente strekteene
vraag die alles beheerscht? Zoo ja mag dan
het publiek de gelegenheid worden ontnomen
zich omtrent dit hoogst belangrijk punt een denk
beeld te vormen
„Maar ook voor eiken belastingschuldige kan
de kennisneming der geheele kohieren van groot
belang zijn. Stel, dat mijn inkomen juist is aan
gegeven of getaxeerd, doch dat van vele anderen
te laag. Zal dan dientengevolge de percentage
niet hooger worden dan zij behoorde te zijn, en
dus mijn aanslag te hoog worden berekend
Onze rubriek spoorwegdieverijen moet nood
zakelijk gewijzigd worden. Er wordt toch niet
alleen uit de koffers weggenomen, maar er
wordt ook ingebracht. Dé Goescbe courant
meldt althans het volgende
„Donderdag avond kwam hier iemand per Snel
trein aan, die in zijn reiskoffertje, dat in den bagage
wagen had gestaan, een paar nieuwe handschoenen
vond, waarvan de herkomst, ook na tot nu toe
gedaan onderzoek, hem geheel onbekend is. Zijn
koffertje droeg ook sporen van geopend geweest
te zijn, en de handschoenen, hoewel de papiertjes
nog rond de knoopjes zaten, kenteekenen dat men
er op getrapt had. De eenige oplossing, die men
voor deze zaak kan vinden is deze, dat in
bagagewagen of elders verschillende koffers zijn
geopend, en bij het weder inpakken, nadat de
inspectie was afgeloopen, de handschoenen in een
verkeerd verblijf zijn geraakt. Mocht iemand zulk
een paar missen, aan ons bureau kan hij 't na
behoorlijk bewijs van eigendomsrecht gegeven te
hebben, terugbekomen.
Ondanks deze heuglijke ondervindingis het
toch nog geen zaak om met de hoop op winst
koffers aan de goederen-kantoren toe te vertrouwen.
In hetzelfde nommer meldt de Goesche courant
komen: maar het was al veel: een weduwe, en
haar familienaam.
Mevrouw Argellani had hij al meer hooren
noemen, ook was het niet de eerste keer dat hij
dien familienaam hoorde; maar wanneer en hoe,
herinnerde hij zich niet. En haar doopnaam?"dat
was nog een raadsel.
Zoo bleef hij halverwege steken zonder verder
licht te krijgen. Tot wie moest hij zich nu wenden
Er de babbelaars naar vragen, hun dien naam
voorleggen om er nadere beriehten over in te
winnen, dat kwam hem berispelijk voor.
Daarenboven meende hij evenals alle verliefden
dat iedereen zijn geheim op zijn gelaat kon lezen.
Hij peinsde en peinsde; maar er viel hem niets
goeds in. Met den tuinman praten! ja zeker: dat
was het beste, het eenige middel; maar hoe dit
te doen? Kennis hadden zij al gemaakt, maar
die ging niet verder dan een groet en daarmede
was de zaak uit.
Hoe moest hij het dan toch aanleggen om een
gesprek met hem aan te knoopen
Die tuinman werd op eens een gewichtig perso-
naadje en om hem behoorlijk aan te spreken was
er een staatkunde noodig, zoo fijn als die van
Talleyrand of van Metternich.
Hij dacht er een nacht en een dag over naein
delijk bad hij het middel gevonden. Het was zeer
gewaagd en kon ook wol mislukkenmaar onze
diplomaat had geen keus tusschen betere; hij
moest het eenige beproeven dat hij had kunnen
vinden.
dat een jonge dame, uit Amsterdam naar Goes
reizende, een flesch poederchocolade en een flesch
bitterkoekjes meden am. Te Goes aankomende
waren beide uit haar koffer verdwenen.
onderscheidingen. Vergunning verleend aan H.
Reineke, te Amsterdam, tot het aannemen en dra
gen der versierselen van ridder 1° klasse der
Ernestinische huisorde hem door Z. H. den hertog
van Saksen Coburg-Gotha geschonken.
Toegekend de bronzen medaille met loffelijk
getuigschrift aan A. Yoking, aardwerker bij de
geniewerken te Naarden, als blijk van 's konings
goedkeuring en tevredenheid wegens de redding
van een kind uit de haven aldaar op 26 Septem
ber jl.
onderwijs. Vergunning verleend om hier te lande
lager onderwijs te geven, mits zij overigens aan
de daartoe bij de wet gevorderde vereischten
voldoen, aan de juffrouwen G. S. R. Bovay, geb.
te Orbe (Zwitserland), A. E. A. Hull, geb. te
Risely (Engeland), U. E. Lechten, geb. te Wissem-
bourg (Elzas Lotharingen), D. M. T. Muller, geb.
te Nurnberg (Beieren), C. Murton, geb. te Charing
(Engeland) en aan den heer G. A. Barbezat, geb.
te Locle (Zwitserland).
Tot hulponderwijzer aan de openbare lagere
school te Brouwershaven is benoemd de heer
L. van der Havevan Zierikzee.
Voor de vacante hulponderwijzersplaats te
Ovezande (jaarwedde ƒ650) heett zich, volgens
de N. G. Ct,geen enkel candidaat aangemeld.
Het gemeentebestuur zon er nu over denken een
kweekeling aan te stellen.
Benoemd aan de H. B. S. te Gorinchem
tot leeraar in de staats- en handelswetenschappen
mr. W. B. Reijnen jr.procureur te Dordrecht,
in het boekhouden J. P. von Solisten, te Gorinchem.
Te Sir Jansland (gemeente Oosterland) werd
op 27 dezer het vergelijkend examen gehouden
voor de aldaar vaceerende betrekking van hoofd
onderwijzer. Dit examen werd afgenomen door
den districts-schoolopziener mr. Schneideis van
Greiflfenswerth, bijgestaan door de heeren J. Tb.
Oosterman en W. Schoo Hz., hoofdonderwijzers te
Zierikzee en Ouwerkerk. Aan het examen namen
5 sollicitanten deel, wier namen in alphabctische
volgorde zijnde heeren de Beste te Ritthem,
Breas te Werkendam, van Elsacker te Oosterland,
P. J. Hubregtse te Scherpenisse, en I. Pattist te
Dreischor.
H^ ging 's avonds laat in den tuin. Do lucht
was bewolkt en begunstigde het groote misdrijf.
Hij ging tot aan den dikken muur bij een fraaie
cameliaplant, die zeldzaam in haar soort was,
nam den pot met beide handen op, hield hem over
den muur en liet hem meedoogenloos op bet gras
veld nedervallen.
Daarop haastte hij zich de plek zeer behoedzaam
te verlatenmaar hij hoorde toch nog het breken
van den pot. Arme camelia! riep hij en
versnelde zijn stap; dat was de lijkrede van den
•moordenaar op zijn slachtoffer.
Met hoeveel ongeduld hij den morgen afwachtte
kan een ieder begrijpen. Bij het aanbreken van
den dag was hg reeds op de been en ging in den
tuin zonder evenwel den moed te hebben om naar
de ledige plek in de rij bloempotten te kijken
en hg ging zpn verstafgelegen bloemen begieten,
waar niemand die op het grasveld was, een puntje
van zijn hoofd kon gewaar worden.
Er verliep een uur; daarna nog een half en
hij begon te vreezen dat zgn camelia vruchteloos
ten offer gebracht was, toen hij aan den voet van
den olm een stem hoorde roepen:
Mijnheer! Mijnheer!
Zijn hart sprong op; maar bij verroerde zich
niet. Onderwijl werd er harder geroepen:
Mijnheer, zeg, mijnheer!
Toen naderde hij den muur en beproefde om
te kgken. Het was de tuinman, die de arme plant
opgeraapt had en hem met het gelaat omhoog
stond te zoeken. De scherven van den pot lagen
De predikanten Ph. R. Hugeuhoitz en P. H.
Hugenholtz jr., te Amsterdam, hebben bij den
algemeenen kerkeraad der Ned. Herv. gemeente
aldaar de kennisgeving ingezonden, dat zij, mot
het oog op de jongste synodale besluiten in ver
band met geheel den kerkelijken toestand, tegen
1° Februari e. k. hun ambt wenschen neder te
leggen.
Mede naar aanleiding hiervan heeft reeds een
samenkomst van ongeveer honderd daartoe uitge-
noodigde gemeenteleden plaats gehad, waar, na
ernstig debat, een zestigtal zich bereid heeft ver
klaard gezamenlijk stappen te doen om de Ned.
Herv. kerk te verlaten, op nader vast te stellen
tijd, en dan tevens te bepalen op welke wijze zg
het godsdienstig gemeenteleven wenschen voort
te zetten.
Eerlang zal eene openbare samenkomst worden
belegd, om deze zaak in ruimeren kring te be
handelen.
M'i« Agar in „Phèdre"
Het is moeilijker, over eene voorstelling als die,
welke gisteren avond in den Middelburgschen
schouwburg plaats had, weinig te zeggen, dan er
breedvoerig over uit te weiden. Toch dwingt onze
ruimte ons tot de moeilijkste opvatting onzer taak.
Enkele opmerkingen mogen hier dus volstaan,
niet om critiek te leveren, welke wij om allerlei
redenen overbodig achten, maar om van onzen
kant aan een zoo buitengewoon kunstgenot als het
optreden van Mlle Agar in de titelrol van Phèdre^
naar behooren recht te laten wedervaren.
Men kan van deze soort van voorstellingen
eigenlpk zooveel kwaads en zooveel goeds zeggen
als men wil. Het kunstgenot dat men smaakt, is
niet onvardeeld. Een van de eerste vereischten
van het schoone, de evenredigheid van het geheel
tot zgne deelen, ontbreekt. De omgeving der
kunstenares is zoo gebrekkig, dat niet slechts de
illusie van het tooneel aanhoudend gestoord, maar
smaak en gevoel telkens op het gevoeligst beleadigd
worden. Of is stootender tegenstelling denkbaar
dan de fiere koningin van Athene, Theseus' gemalin,
verteerd van hartstocht voorden Hippolytus,
dien wg gisteren te zien kregen
En toch, paradoxaal als de bewering moge lijken,
zijn wij geneigd te gelooven dat dit gemis van
evenredigheid tusschen Mil1 Agar en haar omgeving
ziju goeden kant heeft. Ons althans heeft het mi
schien een nieuw inzicht in het wezen der kunst
gegeven. Tegenover de dwergen die haar omrir.-
over den grond verspreid, maar de bruine aarde
zat nog om de wortels heen, het slachtoffer
leefde nog.
Mijnheer.... mijnheer.... Neem mij niet
kwalijk, ik weet uw geëerden naam niet.
Laurenti, goede man, wat is er van uw dienst?
Mijnheer Laurenti, zie eensdit behoort
u; vervolgde de tuinman, nam met de eene hand
den hoed af en wees met de andere op de camelia.
Wat? Hoe? riep Laurenti. Ach mijn
arme camelia! Hoe kan die daar afgevallenzpn?
Misschien heeft de wind
O neen, er is van nacht geen wind geweest,
antwoordde de tuinman. Het zal die akelige
grijze kat geweest zijn. Weet u? het ia een
mooie kat, maar die het zwak heeft om 's nachts
rond te dwalen en op de mollenvangst te gaan.
Hij zal langs den klimop tot aan de bloempotten
opgeklouterd zijn, en het ongeluk teweeg gebracht
hebben.
O zoo zei Laurenti en daar de grijze er
niet was om zich te verdedigen, werd de laster
aangenomen.
Die ellendeling! riep de tuinman, als ik
hem krijg, geef ik hem een pak slaag!
Och neendat arme dier 1 zei Laurenti, die
geen onschuldige wilde laten kastijden, al liet hg
hem gerust beschuldigen.
Hg heeft toch goed gedaan met de mollen te
dooden en daarom moet ge hem niet straffen. En
het is ook zoo erg niet 'tgeen hij gedaan heeft,
alleen spijt het mij een weinig voor de plant.