BUITENLAND.
Zeetij d i n g e n.
Handelsberichten.
Gemeenteraad van Zierikzee.
Algemeen Overzicht.
Graanmarkten enz.
l 101*
l 79*
11* 12
ter en wethouders tot machtiging tot af- en over
schrijving op de begrooting voor 1877.
Uit .Provinciaal blad n° 97 blijkt dat het aan
deel der gemeente in de kwade posten op de
grondbelasting dienst 1874 en op de personeele
belasting dienst 1874/75 bedraagtopcenten grond
en personeele belasting 208.72.
Uitkeering van het 4/5 der personeele belasting
411.56è. Op de begrooting van uitgaven was
slechts geraamd f 125 en 400. Tevens was niet
gerekend op de personeele toelage van dr B. Kos
ter over 9 maanden en op de jaarwedde van den
omroeper, over het 2® halfjaar 1877.
Dientengevolge wordt na voorlezing van het
rapport der financieele commissie tot bovenge
noemde af- en overschrijving besloten.
2° Het voorstel van de heeren van Swinderen
en Busing om aaD onvermogenden kosteloos mid
delbaar onderwijs te verschaffen.
Burgemeester en wethouders stellen voor, gehoord
de commissie van toezicht en volgens rapport der
financieele commissie, alleen onvermogende leerlin
gen M. O. op de dagscholen toe te laten, indien zij
na onderzoek door de leeraren of leeraressen en
blijkens een daarvan door hen uitgebracht ge
motiveerd rapport genoegzaam waarborgen zullen
opleveren dat het onderwijs wel aan hen besteed
zal zijn.
De "heeren van der Feltz, Quist en van Asperen
Vervenne hebben tegen het voorstel eenige bezwa
ren, maar nadat deze door den voorzitter en de
heeren de Witt Hamer, Busing, van Eenterghem
en Fransen van de Putte waren wederlegd, wordt
het voorstel met 8 tegen 4 stemmen aangenomen,
en verworpen met 3 tegen 9 stemmen het amen
dement van deu heer van de Putte, om de toelating
aan den raad en niet aan burgemeester en wet
houders over te laten.
8° Ontwerpverordening tot handhaving der orde
op de buitenpleinen enz. van het station.
Gedeputeerde staten hadden bezwaar gemaakt
om de in de vorige ^raadsvergadering vastgestelde
verordening goed te keuren omdat de directie der
spoorwegmaatschappij niet was gehoord. Hieraan
was nu voldaan.
Burgemeester en wethouders hebben nu eene
nieuwe verordening ter vaststelling voorgedragen.
Nadat deze verordening artikelsgewijze was
behandeld, werd zij met algemeene stemmen voor-
loopig vastgesteld.
4° Begrooting van het burgerlijk armbestuur
voor 1878. Op voorstel van burgemeester en wet
houders en rapport der financieele commissie wordt
deze eveneens goedgekeurd, in ontvang op 48395.07
in uitgaaf op ƒ14743.96.
5° Adres der agenten van politie om verhooging
hunner jaarwedde.
Burgemeester en wethouders stellen voor de
jaarwedde der agenten voor meerdere werkzaam
heden met 25 gulden te verhoogen.
Dit voorstel wordt aangenomen.
6° Begrooting van ontvangsten en uitgaven
der gemeente voor 1878.
Deze wordt, beginnende met de uitgaven, arti
kelsgewijze behandeld.
De heer van der Feltz stelt voor bij de jaar
wedde van den klokkenist en de klokluiders, deze
van f 200 tot 100 en van f 120 tot f 60, te
verminderen, maar na toelichting van den voor
zitter trekt hij genoemd voorstel in.
De heer Busing vraagt of bij kosten onderhoud
openbare gebouwen" enz. deze worden aanbesteed
en bij meerder werk de eenheids-prijzen worden
in acht genomen, en tevens of de voorwaarde dan
tevens niet gemaakt zoude kunnen worden om
al de onvoorziene werken der gemeente naar deze
prijzen te berekenen.
Door hot college van burgemeester en wethou
ders wordt het eerste bevestigend beantwoord en
het laatste bewezen ondoenlijk voor de uitvoering
te zijn, waarna de heer Busing zich voldaan ver
klaarde.
Bij „aanleg en vernieuwing" gaf de heer den
Boer in overweging of de modder, aan de westzijde
van de haven gelegen, niet door beplanting met
eenig kreupelhout aan het oog kon onttrokken
worden. Dit wordt door de heeren G. van der Hoek,
van Eenterghem en Callenfels ondersteund, maar
bestreden door burgemeester en wethouders, die
echter toezegden een onderzoek te zullen instellen
en daarna een rapport aan den raad in te dienen.
Nog merkt de heer den Boer op, of ook geen
verandering kon gebracht worden bij de steen
storting achter het huis van arrest, daar deze stort
plaats tevens een vergaarbak voor vuilnis was.
Burgemeester en wethouders beamen deze op
merking en zullen de politie hierop wijzen.
De heer Busing zag gaarne dat het gedeelte
tnsschen het ravelijn en den oliemolen beplant
werd. Burgemeester en wethouders zullen ook hier
een nader onderzoek instellen.
Bij „rente en aflossingen enz." geeft de heer
van der Feltz te kennen dat het wellicht voordeelig
zoude zijn de geldleeningen tegen 5 pet af te lossen
en daartoe eene nieuwe leening tegen een mindere
rente te sluiten.
De heer van de Putte wijst er op hoe moeielijk
het is dergelijke leeningen te sluiten.
Eindelijk merkt de heer G. van der Hoek nog
op dat hij van oordeel is dat de heffing van haven
geld te hoog is, en nadeelig werkt op den handel.
De heer van de Putte wederlegt zulks op goede
gronden, waarna de begrooting met wijziging van
de jaarwedden der agenten van politie onveranderd
voorloopig wordt vastgesteld en de vergadering
gesloten.
Zitting van Vrijdag 26 October.
In deze zitting zijn afwezig de heeren Moolen-
burgh en Ochtman met kennisgeving van verhin
dering.
Na lezing en goedkeuring der notulen van de
vorige vergadering worden medegedeeld en voor
kennisgeving aangenomen 3 brieven van gedepu
teerde staten, houdende goedkeuring van raads
besluiten.
Wordt gelezen een brief van gedeputeerde staten
houdende bezwaren tegen de onlangs vastgestelde
verordening tot wijziging van die tot voorkoming
en blussching van brand en met verzoek tot in
trekking dier verordening. Op voorstel van burg.
en weth. wordt beskoten die verordening in te
trekken.
lot lid der plaatselijke schoolcommissie wordt
uit het dubbeltal door die commissie aanbevolen
(bestaande uit de heeren mr. H. van Manen en G.
de Bruijne) benoemd de heer mr. H. van Manen
met 7 stemmen. Er waren 4 stemmen uitgebracht
op mr. B. M. de Jonge van Ellemeet.
Op verzoekschriften van de heeren dr. Schoor
en de Bruijne, om ontslag als leeraren aan de
hoogere burgerschool en burgeravondschool wegens
vertrek naar elders, wordt aan eerstgenoemde ont
slag verleend en voor den heer de Bruijne de
beslissing aangehouden totdat het advies der com
missie van toezicht op het middelbaar onderwijs
is ingekomen.
Op een verzoek van A. C. Levie om teruggave
van betaalden hoofdelijken omslag over 1876 wordt
op voorstel van burg. en wethouders afwijzend
beschikt.
Aan P. J. Hubregtse wordt op zijn verzoek
wegens vertrek naar elders overeenkomstig het
voorstel van burg. en weth. teruggave van hoof
delijken omslag over 1877 verleend tot een bedrag
van f 4.42j.
Op een adres van den heer J. A. Moolenburgh
om vergunning tot het maken van een kleine
keibank in de Nieuwe haven bij zijne steen- en
pannënbakkerij, wordt op voorstel van burg. en
weth. gunstig beschikt.
Wordt medegedeeld het proces-verbaal der opne
ming van kas en boeken des gemeenteontvangers
op 20 dezer, waaruit bleek dat deze in orde waren
en zich in kas bevond 7626.18*. Voor kennis
geving aangenomen.
Op het adres van de bewoners van de Hoofd
poortstraat en het bolwerk, houdende klacht over
de onaangename uitwasemingen van den vergaarbak
van het garancinewater, deelen burg. en weth.
mede, dat die uitwasemingen ontstaan zijn gedu
rende den stilstand der fabriek, doch later niet
meer zijn waargenomen, en indien deze zich in
het vervolg mochten herhalen alsdan door burg.
en weth. maatregelen daartegen zullen genomen
worden. Voor kennisgeving aangenomen.
Op voorstel van burg. en weth. wordt het ont
slag aan mej. A. C. van Loenen als hulponderwijzeres
aan de meisjesschool, ingevolge haar daartoe ge
daan verzoek, ingetrokken.
Door burg. en weth. wordt advies uitgebracht
betreffende do adressen van de hoofdonderwijzers
Bastmeijer en Eensen, om verhooging hunner
jaarwedden, strekkende tot verhooging der jaar
wedden van al de hoofdonderwijzers, en wel van
die der heereu Bastmeijer en Eensen elk met 100,
die van den hoofdonderwijzer der tusschensehool,
den heer Karreman, met f 125 en die van den
hoofdonderwijzer der armenschool, den heer Ooster
man met ƒ200. Overeenkomstig het voorstel
der plaatselijke schoolcommissie wordt besloten
de jaarwedden van gemelde 4 hoofdonderwijzers
elk met 150 te verhoogen.
Voorts is op voorstel van burg. en weth. over
eenkomstig het adres der plaatselijke schoolcom
missie, besloten de veranderlijke belooning der
hoofdonderwijzers voor een bepaald bedrag te
waarborgen en dat ook te doen bij de hoofdon
derwijzeres der meisjesschool, ofschoon dit niet
door de schoolcommissie was voorgesteld, en wel
dit bedrag te bepalen voor de hoofdonderwijzeres
der meisjesschool op f 225, voor den hoofdonderwij
zer der tusschensehool op f 225 en voor den
hoofdonderwijzer der le school voor gewoon en
meer uitgebreid lager onderwijs op 300.
Op de adressen der hoofdonderwijzers Bastmeijer
en Eenseu betreffende de vergoeding voor het ge
mis van vrije woning en eene toelage voor het
schoonhouden, stellen burg. en weth. voor en be
sluit de raad: 1° afwijzend te beschikken op het
verzoek van den hoofdonderwijzer Bastmeijer om
verhooging van de hem toegekende vergoeding
voor het gemis van vrije woning en in te willigen
zijn verzoek om verhooging der toelage voor het
schoonhouden van school en schoolmeubelen en die
toelage te bepalen op f 40 in plaats van f 20;
2° afwijzend te beschikken op het verzoek van den
hoofdonderwijzer Eensen om verhooging van de
hem toegekende vergoeding voor het gemis van
vrije woning, doch overigens gunstig op zijn ver
zoek te beschikken in dier voege:
a de huurwaarde van zijn schoollokaal te ver
hoogen met f 50 en mitsdien bepaald op 150en
b hem als toelage voor het schoonhouden van
schoollokaal en schoolmeubelen toe te kennen eene
som van 30.
Door burg. en weth. wordt overeenkomstig het
advies der plaatselijke schoolcommissie voorge
steld het adres van de hulponderwijzeres J. H.
Krenser, geb. Bax, om eene gratificatie en om
verhooging harer jaarwedde, afwijzend te beschik
ken wat betreft haar verzoek om eene grati
ficatie, maar toe te staan haar verzoek om verhoo
ging van jaarwedde en wel met f 50, en mitsdien
die jaarwedde te bepalen op f 550, ingaande den
len Januari 1878.
De gasprij3 voor het jaar 1878 wordt voorge
steld op 10 cent per kub. meter.
Komt ter tafel een voorstel van burg. en weth.
betreffende de bekendmakingen van het gemeente
bestuur en de uitgave van het Gemeenteblad, en
na discussie besloten, de bekendmakingen in den
Nieuwsbode voor ƒ250 'sjaars of zooveel minder
als burg. en weth. met de uitgevers zullen kunnen
contracteeren.
Komt in behandeling het voorstel van burg. en
weth. tot opheffing van de kamer van koophandel.
Na disenssie wordt dit voorstel verworpen met
6 tegen 4 stemmen. De heer Pilaar had zich als
secretaris dier kamer gedurende de behandeling
verwijderd.
Tot leden der commissie tot onderzoek der
reclames tegen het suppletoir kohier van den
hoofdelijken omslag worden benoemd de heeren
Moolenburgh, Houwer en Pilaar.
Komt ter tafel een voorstel van de raadsleden
Blankert, Zuurdeeg en Pilaar tot wijziging van
de verordeningen op de heffing en invordering
van den hoofdelijken omslag en op die van opcen
ten op de personeele belasting, tot strekking
hebbende om het bedrag van den hoofdelijken
omslag van 22000 op f 26000 te brengen, de
opcenten op de personeele belasting in 1873 ver
hoogd tot 55 terug te brengen op 32, waardoor
de opbrengst f 4300 minder zou bedragen, in den
hoofdelijken omslag te doen dragen alle personen
die in de gemeente hun hoofdverblijf houden en
wier zuiver inkomen f 100 'sjaars of meer be
draagt en den hoof delg ken omslag progressief te
heffen. Dit voorstel is vergezeld van eene toe
lichtende rekening en eene tabel waarnaar de
aanslagen in den hoofdelijken omslag zouden
kunnen worden geregeld.
Op voorstel van den heer Blankerf worden die
stukken in handen eener commissie gesteld, waar
van de raad tot leden benoemt de heeren Fokker,
Moolenburgh en Schneiders van Greijffenswerth.
Wegen het vergevorderde uur wordt de behan
deling der gemcentobegrooting verdaagd tot Za
terdag namiddag te 2 uren en deze vergadering
gesloten.
Hoewel de discussie in den Pruisischen landdag,
zooals te verwachten was, geen resultaat heeft op
geleverd, is zij vrij scherp geweest.
De interimaire minister van binnenlandsche zaken,
dr. Friedenthal, opende de beraadslagingen over de
regeerings-politiek met een uitvoerige rede waarin
hij in de eerste plaats het verleende verlof ver
dedigde en zijne positie, benevens do mate zijner
verantwoordelijkheid, ontwikkelde. Die verantwoor
delijkheid is zeide hij interimair en provi
sioneel, voorzoover er ieder oogenblik een einde
aan kan worden gemaakt, maar zoolang hij er
mede belast is, blijft zij, ten aanzien v*ü de aan
gelegenheden tot het departement van binnenland
sche zaken behoorende, onbeperkt. Hij is thans de
eenig verantwoordelijke persoon voor die aangele
genheden.
Wat betreft de politiek der regeering ten aan
zien van de hervormingen in de administratie,
daarin is geen verandering gekomende regeering
is voornemens met de organisatie der administratie,
waarmede met de Kreisordnung van December
1872 een aanvang is gemaakt, in denzelfden zin
en denzelfden geest voort te gaan, waarin het werk
is begonnen, maar zij is verplicht zich daarbij zekere
grenzen te stellen. In de eerste plaats moet worden
onderzocht in welke verhouding die hervorming
tot de bestaande gemeentelijke-organisatie moet
staan. Hoewel de regeering die gemeentelijke
organisatie niet beschouwt als een voltooid werk,
dat geen herziening meer zou noodig hebben,
meent zij toch dat de hervorming daarvan geen
integreerend deel behoeft uit te maken van de
reorganisatie die als een gevolg van de Kreisordnung
weldra in de hooge regeeringskringen zal worden
vastgesteld. Uitgaande van deze meening had de
regeering eerst de Stadteordnung bewerkt, doch
daaromtrent ontstond zoo groot verschil met de
kamer, dat het niet kon worden uit den weg ge
ruimd, en daar het de plicht der regeering is zoo
veel mogelijk de overeenstemming met de vertegen
woordiging te bevorderen is het noodzakelijk, voor
loopig zulke geschilpunten uit het debat te ver
wijderen. Nader werkte de minister deze denk
beelden uit, waarbij hij steeds vasthield aan het
hoofddenkbeeld: voortgaande hervorming, met in
achtneming der bijzondere toestanden in de ver
schillende deelen der monarchie.
Dr. Virchow toonde zich ontevreden, dat niet
een ander in plaats van den heer Friedenthal het
woord had gevoerd, en over den vorm der mede-
deeling betreffende het ontslag aan de ministers
verleend, waarop hij, behoudens alle sympathie'
voor den persoon van den heer Friedenthal, be
toogde, dat men niet kon vertrouwen of hij wel
zou nakomen wat hij had beloofd. Bij een vroegere
gelegenheid had de tegenwoordige interimaire
minister een ontwerpKreisordnung voor de provin
cie Posen ingediend, dat hij toen bepaald nood
zakelijk achtte, terwijl hij thans zoodanig gevoelen
niet meer schijnt te zijn toegedaan. De tegen
woordige minister-president had de troonrede van
1876 voorgelezen, waarin doortastendo verande
ringen in de Stadteordnung dringend noodzakelijk
werden genoemd, en thans is dit de opinie van
het ministerie niet meer. De regeering kan toch
niet zeggen dat de schuld aan den landdag ligt,
neen zij ligt aan prins Bismarck, die eensklaps
tusschenbeide kwam op aandrang van den heer
von Sybell, die thans misschien de verantwoording
ook op een ander wil afschuiven. Wie kan er
voor instaan dat niet weder een initiatief uit Varzin
tusschenbeide zal komen en het staatsministerie
overhoop werpen Dit is met graaf Eulenburg
ook het geval geweest, die door de verschillen
van het vorige jaar niet zoodanig in zijne gezond
heid was geschokt, dat hij niet een nieuwe
Stadteordnung kon ontwerpen, doch op het oogen
blik, waarin de kamer zou bijeenkomen, verscheen
eensklaps de met verlof afwezige minister-president
te Berlijn en presideerde eene zitting van het
staatsministerie, waarin het geheele ontwerp werd
omgeworpen, en nu vindt spreker de houding van
graaf Eulenburg, die is heengegaan, omdat zijn
ontwerp niet werd aangenomen, vrij wat schooner
dan die van het staatsministerie, dat heeft toege
geven aan prins Bismarck, Wat nu de toezeg
gingen van den heer Friedenthall betreft, daaraan
zou men waarde kunnen hechten indien hij den
heer Eulenburg ware opgevolgd, nu hij hem
slechts vervangt niet.
De vice-president van den ministerraad, Camp-
hausen, trad nog even op ter verdediging van de
regeering en graaf Eethusy-Huc om een korte
lofrede op prins Bismarck uit te spreken, waarna
de heer Haenel, evenals dr. Virchow van de Fort-
echritsparteihet gebeurde met den heer von
Sybell en de houding van prins Bismarck scherp
critiseerde, om tenslotte de noodzakelijkheid eener
algemeene degelijke organisatie der geheele admi
nistratie in het licht te stellen. De heer von
Sybell antwoordde uitvoerig met persoonlijke
opmerkingen en de leider der katholieken, de
heer Windhorst, hield eene philippica over prins
Bismarck, waarin hij zooveel kwinkslagen aan den
man bracht dat herhaaldelijk groote Eeiterlceit
uitbrak.
Het slot van het debat was de verwerping
der resolutie door dr Virchow voorgesteld, zoowel
als van die door den heer Windhorst aangeboden,
luidende aldus: „De kamer van afgevaardigden
besluit om, in antwoord op de mededeeling van
22 dezer de regeering uit te noodigen zoo spoedig
mogelijk bij de huizen van den landdag een wets
ontwerp in te dienen voor een vaste regeling van
het koninklijke staatsministerie en de verantwoor
delijkheid der staatsministers."
Deze laatste motie werd verworpen met 218
tegen 132 stemmen; de eerste met veel grooter
meerderheid.
De rede, waarmede de koning van Saksen de
zitting van zijn land heeft geopend, getuigt van
diepe teleurstelling over den stilstand van handel
en industrie. De drukkende tijdsomstandigheden
doen zich in bijna alle kringen der bevolking
gevoelen en in die omstandigheden kan het nie
mand verwonderen, dat de inkomsten niet aan de
verwachtingen hebben beantwoord. De koning
hoopt echter dat het evenwicht niet zal worden
verstoord, doch, bij groote spaarzaamheid, zullen
de belastingen moeten worden verhoogd en uit
den toon waarop de koning over zijne „lieve
Saksen" spreekt kan men wel opmaken, dat die
vermeerdering der belastingen van zekere kracht
zal zijn. Daar volgens de troonrede de invoe
ring der nieuwe rijkswetgeving en het in overeen
stemming brengen der landswetten met de rijkswet
geving groote offers vorderen, zal dit niet strek
ken om de Reichifreundlichkeit te bevorderen.
Uit Pesth wordt gemeld dat aldaar eene confe
rentie tnsschen de ministers der beide rijkslanden
is gehouden over de douanen quaestie, doch zonder
resultaat, daar de Cisleithaansche regeering een
protectionisch tarief wil, waarvan de heer Tisza
niets wil weten omdat dit aanleiding zou geven
tot moeilijkheden met Duitschland over de tarie
ven, tot nadeel vooral van Hongarije. Hij is
daarom voor tijdelijke verlenging der bestaande
internationale handelstraktaten.
De quaestie van pater Curci verwekt te Eome
nog groot opzien. De pater is naar Florence
ontboden bij den generaal der orde, die hem een
brief heeft geschreven, volgens welken hij zich als
verbannen uit zijn orde kan beschouwen. Die uit
zetting is echter nog niet officieel bevestigd en de
mogelijkheid bestaat nog, dat door toegeven van
het Yaticaan het vonnis niet zal worden voltrok
ken en pater Curci zich bukken zal onder het
Caudijnsehe juk.
Vertrokken het driemastschip Suzann a Johanna,
gezagvoerder Valk, naar Engeland om lading in
te nemen voor Indië.
Botterdam, 29 October. De aanvoeren waren
ruim. Oude tarwe 25 en nieuwe dito 20 cent
lager; rogge flauw prijshoudend; wintergerst 25
en zomer dito 20 cent lager; haver ruim prijs
houdend; bruine boonen slapper; erwten hetzelfde,
alleen puike soorten prijshoudend, mindere 25 cent
lager; overigens onveranderd.
Amsterdam, 29 October. Baapolie op zes weken
f 44}. Lijnolie f 35*.
SPrilsen van effecten.
Amsterdam, 27 Oei. 29 Oei.
Kederl. Cert. Werk. schuld. 2*
Certific. dito dito 3
dito dito dito 4
Aand. Handelmaatschappij. 5
dito exploitat. Ned. Staatssp.
Loten stad Botterdam. 3
dito dito Amsterdam 3
België. Cert. bij Bothschild. 2*
Frankrijk. Inschrijvingen3
Inschrijvingen5
Rusland. Oblig. 1798/1816. 5
Certific. Inscr. 5e serie 5
Obl. Hope C\ 1855 6® serie. 5
dito f 1000 18645
dito L. 100 1872.5
dito L. 100 1873 5
Loten 1864.
Loten 1866. ........5
Oblig. Hope C®. Leen. I860. 4*
Certific. dito4
Inscr. Stieglitz C°. 2® a 4 L. 4
Obligatiën 1867694
Certificaten ..........6
Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5
Oblig. dito4*
dito dito. .........4
Aand. Kiew-Brest5
dito Baltische spoorweg. 3
Oblig. spoorweg Poti-Tiflis 5
dito dito Jelez-Griasi. 5
dito dito Jelez Orel 5
dito dito Charkow Azow 5
Polen. Schatkistobligatiën 4
Aand. Warschau-Bromberg. 4
dito dito Weenen. 6
Oostenrijk. Obligatie metal,
in zilver Januari/Juli. 5
Obligatiën dito April/Oct. 5
dito in papier Mei/Nov. 5
dito dito Febr./Aug. 5
Aand. Nation, bank. 3
Loten 18606
dito 1864.
Hongarije. Schatkistbiljett. 6
Oblig. Theiss spoorweg 5
Italië. Certific. Amsterdam. 5
Oblig. Z.-Ital. spoorweg. 3
(Spanje. Obligatiën Buitenl. 3
Oblig- Binnenlandsche.
pet. 03}
76*
100
108*
105
64
76*
100 A
103*
105
101*
101*
67
92}
55i
85*
75*
16}*
123*
119
74*
58
67*
1Ö4*
81*
41*
43*
79*
74*
n
n
93*
55*
73|
85*
75}*
76*|
122
119
74*
674
38
104*
82
42*
44
79*
79*
74*
71
3
47 46}
56* 55}*
- 56*
53-Cj- 53*
53* 53-tV
119* -
92* 92*
113* -
Z -
l 41* 41*
l 18*4 12H