N°. 254 120® Jaargang. 1871 Zaterdag 27 October. Dit blad verschijnt dagelijks^ met uitzondering van Zen- en Feestdagen! Prijs per 3lm. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent! Advertentiën f 20 Gent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,! van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitk C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 26 October, PBUILLBTOlNr. DE OLM EN DE KLIMOP, Benoemingen en besluiten, 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Kunstnieuws, Marine en leger. Naar wij vernemen houdt de permanente spoorweg-commissie zich in den laatsten tijd onledig met het samenstellen van een nieuw „Reglement voor het vervoer van troepen langs de spoorwegen", en zal dit spoedig gereed komen. Dat dit reglement in eene groote behoefte zal voorzien, behoeft wel geen nader betoog. In het Vaderland van gisteren vestigt een inzender de aandacht op het feit, dat binnen 20 jaren vier groote kazernes door brand vernield zijndie te Leeuwarden, te Amersfoort, te Zwolle en nn weder te Utrecht. Hij trekt daaruit het gevolg dat de geoefendheid der militairen in het beteugelen van brand wel wat te wensehen overlaat. In denzelfden geest luiden ingezonden stukken in het Utr. Dagblad. De goot der grutterij, van waar het vuur zich aan de kazerne heeft medege deeld, ligt 1,5 meter beneden twee lichtramen der kazerne, uitkomende in het magazijn. Door die lichtramen heeft de vlam zich een weg ge baand naar het magazijn en van daar naar het geteerde houtwerk der kap. Ook heeft men ge meld dat sommige beschotten op de bovenverdie ping der kazerne, als desinfectie-middel, met petroleum waren ingesmeerd. Nu wordt de vraag gedaan hoe het mogelijk is geweest, dat de 600 bewoners der kazerne geen kans hebben gezien om het overslaan van den brand uit het aangrenzende gebouw te voorkomen Brandbluschmiddelen, beweert een der inzenders, waren in de kazerne aanwezig. Wij betwijfelen echter of dit in voldoende mate het geval is ge weest. In een gebouw, waar de staat voor IJ millioen aan voorraad laat bewaren, zouden brand spuiten, water-reservoirs en andere buitengewone bluschmiddelendie men op de bovenver diepingen van schouwburgen en andere kostbare of aan gevaar blootgestelde gebouwen vindtniet overbodig wezen. Maar nergens üagen wij iets vermeld, dat ons recht zou geven te veronderstellen dat het een of het ander in de afgebrande Willemskazerne voorhanden en in orde is geweest. Naar aanleiding der mededeeling omtrent de historische tentoonstelling te Leeuwarden in ons nommer van Dinsdag jl.meldt men ons dat voor de inrichting dier tentoonstelling gebruik 6. EEN YERHAAL VAN ANTON GIULI0 BARRILI. Uit het Italiaantch. IV. Vervolg.) De bleeke dame liep langzaam het pad op en bekeek nu rechts, dan links de bloemen in de perken. Zij bleef dikwijls stilstaan, niet zoozeer om rond te zien, gelijk het uit de verte scheen, als om met halfgeopende lippen de zachte weldadige lucht in te ademen. Zoodra zij bij een ijzeren bank kwam, liet.zij er zich op neder- vallen, also! zij doodmoede was, leunde ach terover bleef roerloos met ineengeslagen banden zitten, en richtte de oogen kwijnend op de zon, die zich achter de bergen van Arenzano verschool. Zijde armedroomde ookmaar minder gelukkig dan Laurenti; zij leed en de herinneringen die haar voor den geest kwamen waren niet zeer vroolijk, of dierbaar weemoedig, zooals die van den jeugdigen natuurvorscher. De avond begon te vallen en zij zat nog op de bank, in dezelfde houding, en Guido zat haar nog steeds aan te staren met den wijsvinger usschen het boek. gemaakt is van vele bescheiden en inlichtingen, verzameld bij gelegenheid der belangrijke histori sche tentoonstelling, te Middelburg gehouden in 1870, bij het honderdjarig bestaan van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen. Aanvankelijk schijnt men te Leeuwarden tegen do groote kosten welke hier aan de zaak besteed waren te hebben opgezien; doch eenmaal de onderneming aangevat zijnde, is die door de Friezen uitgevoerd op een wijze, welke de belangrijkheid der model-tentoon stelling misschien niet kon doen vergeten doch wel overtreffen. Het eerste denkbeeld, te Middelburg aangegeven en, met al schooner gevolg, in Noord-Holland en Friesland uitgevoerd zjjnde, zou het aardig wezen wanneer het nu eens mogelijk bleek het andermaal, altijd „vermeerderd en verbeterd", in Zeeland op te vatten. Men schrijft ons uit BresRens van den 25en dezer Gisteren vierde de heer M. M. Meijer S'.eerste wethouder der gemeente, zijn gouden bruiloft, omringd van kinderen, behuwd- en kleinkinderen en verdere familie en vrienden. Tal van vlaggen getuigden van eene algemeene deelneming, terwijl voor de woning van den jubilaris eene eerepoort was opgericht. In het groote lokaal van de sociëteit „Ons genoegen" ontvingen de jubilarissen de buide en de geschenken van vele vrienden en bekenden. De schoolkinderen zongen in den namiddag een feestlied en des avonds bracht het harmoniegezel schap uit Groede eene serenade. De kinderen werden in de school onthaald en ook de armen werden dien dag rijkelijk door den jubilaris bedeeld. „De feestvreugde duurde, zoowel in 't versierde feestlokaal als daar buiten, tot laat in den nacht. „Bij deze gelegenheid verdient opmerking, dat dit reeds de achtste gouden bruiloft is, die sedert 1860, op eene bevolking van 1500 zielen, gevierd wordt. Voorzeker een bewijs, dat de zeelucht en de Zeeuwsche koortsen zoo gevaarlijk niet zijn, als sommigen wel meenen." Betreffende het storten van de 2' helft der aandeelen f 48,000, in de Zuid Oosterspoor- wogmaatachappij heeft de gemeenteraad van 's Bosch besloten, „dat zal worden overgegaan tot betaling der nog verschuldigde 2' helft der genomen aandeelen, ad ƒ48,000, een maand nadat de lijn Tilburg—den Bosch geheel zal zijn voltooid en, onder goedkeuring van den staatzal zijn in exploitatie gebracht; wordende van de oplevering voor den weg als uiterste tijdstip gesteld 1 Augustus 1879." (U. D Een laatste lichtstraal verlichtte de verschijning van den tuinman, die de dame naar huis kwam geleiden, en tegelijkertijd die van den knecht van Laurenti, die, vreozende dat zijn meester koü zou vatten, hem als een zorgzame dienaar zijn hoed kwam brengen. Er was een nieuw bezielend element in het leven van Guido Laurenti gekomen. Dat leven was schoon, edel en werkzaam, vol studieontwik keling en gemakkelijk geschikt om rijk te worden aan edelmoedige voornemens. Maar er ontbrak warmte aanhet miste datgene dat met den Latijn- schen dichter doet zeggen: „Spiritus intus alit Hij was, indien ik mij van de vergelijking mag bedienen, een fraaie teekening zonder kleuren, of een mooi landschap zonder licht hetgeen eigenlijk op hetzelfde neerkomt. En nu was dit nieuwe element er in gebracht, de dageraad die het landschap verlicht, het eerst in een allerbekoorlijkste nevel lucht, gekleurd met alle zachte overgangen en tinten van den regenboog, en er ten slotte den juisten toon, die korte flikkeringen aan geeft, die alle voorwerpen in al hunne schoonheid doeu uitkomen, met devereischte inachtneming van alie wetten van het perspectief. Hoe schoont zet onze jonge held tot zich zeiven. Hij legde geen gewetensexamen af toen hij, na den hoed uit de hand van zijn bediende genomen te hebben, nog een poos onbeweeglijk marine. Verleend de titulaire rang van schout bij nacht aan den gepensioneerden kapitein ter zee •3. P. J. Mossel, lid van het hoog militair ge rechtshof. leger. Gedetaeheerd, voor don tijd van vijf jaren, bij het wapen der infanterie van het leger in Nederlandsch-Indië de 2' luitenant F. van Laaren van het 5e regiment - infanterie. ingenieurs. Benoomd tot aspirant-ingenieur voor het vak van scheepsbouw in Nederlandsch-Indië de scheepsbouwkundige ingenieur H. Siebers, met ingang van 1 November a. De heer dr. Emil Baehrans, van Jena, heeft het professoraat in de Latijnsche taal aan de universiteit te Groningen aanvaard, met het hou den eener rede over de geschiedenis der klassieke philologie, van de herleving der letteren tot het begin der 19a eeuw. Gisteren middag aanvaardde dr. A. Pierson het hoogleeraarsambt te Amsterdam met eene rede over „Het wezen en het doel van de aesthetica en de kunstgeschiedenis, uit het standpunt van hem die haar onderwijst en van haar beoefenaren." De synode der Nederlandsche hervormde kerk deed in 1876 aan de kerkeraden eenige vragen, om tot een volledige kennis te komen van den staat van het godsdienstonderwijs in die kerk. Uit de beantwoording dier vragen blijktdat niet alleen de schooldoch ook de kerk reden heeft over „verzuim" te klagen. Ruim 500 gemeenten zonden geen antwoord. Volgens de inlichtingen van 821 gemeenten met eene bevolking van 985,343 zielenen dus van ongeveer de helft der Ned. hervormde kerk, be draagt aldaar het getal kinderen van 1017 jaren 138,983. Van deze ontvangen 111,987 godsdienst* onderwijs, zoodat 27,346 geen eatechisatiën bezoe ken. In de herv. kerk kan derhalve het getal van kinderen van 1017 jaren, die geen onderwijs ontvangenop 50,000 geschat worden. De synode richt thans tot de. kerkeraden de vraagZijn in uwen kring inrichtingenwaar godsdienstonderwijs gegeven wordtzooals a. bijzondere scholen; b. diaconiescholen; c. zondag scholen? en welke is de invloed daarvan op het catechetisch onderwijs bleef kijken naar de plek waar de schoone edel- vrouw in de avondschemering verdwenen was en dacht er ook niet aan het te doen, terwijl hij met langzame afgemeten stappen zijn tuin doorging en zich naar huis begaf. Waaraan dacht hij, toen hij zoo in gedachten liep Aan niets, eigenlijk aan niets. En hij ging eveneens zonder aan iets te denken, zijn huis in, hing zijn hoed aan den eersten haak van den kapstok en wierp zich als gewoonlijk op een canapé in het salon. Voor het eerst sedert tien jaren voelde hij geen lust om iets bij de hand te nemén; als de knecht, die hem had zien aankomen, zich niet gehaast had om de lamp op te stekenzou hij er niet aan gedacht hebben om licht te vragen. En hij dacht aan niets en het kwam ook: niet in hem op om zich af te vragen waarom hij aan niets dacht. Hij stond op, zijn oog viel op de piano en hij ging er voor zitten, ofschoon hij er sedert maan den geen hand op gezét had, stak de kaarsen aan en begon te spelen hetgeen hij opengeslagen vond. Het was een mazurka en hij speeldo een mazurka; toen greep hij een ander boek en speelde dat van do eerste tot de laatste noot door, zonder te letten op het genre van het stuk. Alleen merkte hij dat het in mineur stonddat beviel hem en daarom zocht hij naar geen ander boek, maar speelde reeksen van weemoedige liederen en ging zich ten slotte verteederen door de bekende aria van Verdi„Quando la sera al plaudoen wat daar verder volgt. Aan de predikanten en de godsdienstonderwijzers wordt gevraagd Hoeveel kinderen en jongelieden van 1017 jaren en boven de 17 jaren hebt gij op uwe eatechisatiën Hoeveel uren wordt door u wekelijks gecathcihi- seerd Gedurende hoeveel weken wordt door n in een jaar onderwijs gegeven? Hoeveel van uwe catechisanten verzuimden de helft en meer van de eatechisatiën? Welke zijn de voornaamste redenen van het verzuim Door wien worden boeken, kaarten, platen, enz. bij het onderwijl noodig, bekostigd? In het Engelsch weekblad „The Athenaeum" vindt men omtrent de schilderijen-verzameling, welke de familie van Loon aan baron Rothschild overdeed, de nog niet vermelde bijzonderheiddat de geheele familie Rothschild de schilderijen kocht. De verzameling wordt dan ook in vijf deelen ver deeld, waarvan iedere tak er een trekt. Als een bewijs dat de verdeeling met oordeel des onder scheids geschieddekan gelden dat de twee prachtige stukken van RembrandtDaey en zijne vrouw, voor éene portie gelden. Ze komen den gelukkigen winners op niet minder dan f 300,000 te staan. In 1798 werden de stukken van de familie Daey voor /4000 gekocht. Bij de behandeling der gemeentebegrooting van Amsterdam vroeg de heer van Lennep, of er spoedig een voorstel zal worden ingediend betref fende de kunstschatten der stad. Wanneer zullen zij in het rijksmuseum worden geplaatst? De voorzitter antwoordde dat er naar een lokaal wordt omgezien, teneinde ze te exposeeren. De burge meester had zich reeds tot dat einde tot den minister van binnenlandsche zaken gewend. De le luitenant bij het korps mariniers C.' J. Visser, kommandant van het detachement mari niers, ingescheept aan boord-van Zr. M'. schroef- stoomschip van Galen, wordt met den laatsten dezer ter beschikking gesteld van den kommandant van gemeld korps en met den 1™ November a. vervangen door den 2™ luitenant D. G. Vreeden- berg. Bij beschikking van den minister van marine van den 25™ dezer, zijn de adelborsten 2" klasse bij het koninklijk instituut voor de marine te Willemsoord C. E Bodemeijer en H. B. Schreuder De liefde trad binnen, zooals de lezer merkt; het was avond geworden en de sterren schenen helder, maar hij merkte er niets van en ging.voort met spelen alsof dit ziju dagelijksche studie en tijdverdrijf was, in plaats van de Gedaantever wisselingen van Darwin of van den Cosmos van Alexander von Humbolt. Zoo gaat het overigens altijd. Als een mcnsch bij de minste verandering in het weer er aan dacht zijn jas aan te trekken zou er geen ver koudheid of bronchitis meer zijn. En indien een verstandig mensch bij de eerste teekenen van genegenheid, maar vooral bij de eerste, zijn geweten onderzocht, het voor en tegen in de schaal legde, de kansen en voordeelen berekende, dan wed ik dat hij niet verder ging. Maar er verlooper» twee dagen en de jas komt niet hij tijds om den hoest te voorkomen, verloopen er vijf, dan bewaren de beste voornemens niet meer voor een hevigen aanval. De ziekte heeft de luchtpijp aangetast: de hartstocht is in het bart gedrongen en vaarwel dan gezond verstand De eerste gedachte van Laurenti (het werd waarlijk tijd dat hij weer eens begon te denken was gewijd aan de schoone die hij zooeven gezien had; maar het was een onschuldige gedachte, even natuurlijk als de nieuwsgierigheid. Ziehier in welken logischen vorm zij zich voor zijn geest ontvouwde terwijl hij voor de piano zat en de oogen op een brandende kaars gevestigd hield. Arme vrouw! Zij scheen zeer moede te

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1