tm.
Benoemingen en besluiten,
Kerknieuws.
Kunstnieuws.
Marine en leger.
Koloniën,
len van vervoer. Bij de uitvinding van de daguer
reotypie had men medelijden met de portretschil
ders van den tweeden en derden rang, die hun
bestaan verloren.
Hoevele duizenden, ja millioenen menschen bij
de spoorwegen hun brood verdienen en hoe de
welvaart door deze is bevorderd ligt buiten bere
kening, maar ook wat de photographie, die uit
de daguerréotypie ontstond, in de maatschappij
is, blijkt uit de volgende cijfers.
In het Duitsche rijk zijn, volgens mededeeling
der Photographische veroeniging te Berlijn, 3000
photografen: gemiddeld gebruikt elk hunner 1.5
kilo salpeterzuur-zilver per jaar. Oostenrijk heeft
even zooveel photografen, maar de gemiddelde
jaarlijksche consumtie van salpeterzuur-zilver per
hooid bedraagt niet meer dan 0.5 kilo. In Duitsch-
land worden jaarlijks 20,000 riem gealbuminiseerd
papier gemaakt, waarvan evenwel slechts 1000
voor het gebruik in het land zelf dienen. In
1876 werden in Duitschland 40 millioen portretten
in visitekaart-vorm gemaakt.
Men vergelijke die cijfers eens met hetgeen
door de portretschilders in vroeger tijd verdiend
werd.
40 millioen portretten. Alzoo worden er jaarlijks
evenveel portretten gemaakt als er Duitschers zijn
en bedraagt hetgeen aan portretten betaald wordt
deze op een halven mark per stuk gerekend,
wat zeker niette veel is, 12 millioen gulden,
of vijf percent van het geheele budget van het
Duitsche rijk. (Arnh. ct.)
Naar aanleiding der tegen den naderenden winter
weder in menigte verschijnende prospectussen en
aanbiedingen der Parijsehe modemagazijnen,
schrijft een inzenderdie persoonlijk bij de zaak
geen belang heeft, in de Zwolsche courant het
volgende, dat ook elders behartiging verdient.
Indien het waar mocht zijn, dat enkele arti
kelen beter of goedkooper langs dien weg zijn te
verkrijgentoch bleek reeds bij ondervinding dat
men, wat qualiteit en prijs betreft, somtijds
teleurgesteld werd. En men heeft daarbij vergeten,
dat de Zwolsche winkeliers en magazijnhouders
mser redenen hebben om bun begunstigers naar
hun believen te bedienen dan de Fransche maga-
zijnhouders, die er zich weinig om bekreunen,
wanneer hun artikelen niet aan de verwachting
beantwoorden. Want, terwijl onze stadgenooten
soms lang naar betaling wachtenworden de
buitenlanders contant betaald.
„Waarlijk, indien al de vermogende ingezetenen
bekend waren met de moeilijkhedenwaarin vele
onzer oppassende burgers worden gebracht door
de trage betaling der rekeningen, zij zouden
ongetwijfeld doen wat de rechtvaardigheid gebiedt
en door burgerplicht geëischt wordt.
„Het is waardat niet weinigen van onze eerste
medeburgers de rekeningen contant of spoedig
voldoen, maar hun voorbeeld wordt helaas door
anderen niet gevolgd. Duizenden guldens staan
in de boeken onzer handel- en neringdrijvende
ingezetenen opgeteekend, wegens onbetaalde leve
ringen van lang vervlogene maanden.
„Hoe is het mogelijk dat men vrede kan hebben
met het bezit en gebruik van onbetaald gebleven
voorwerpen en sieradenterwijl de winkelier zijn
crediet moet staande houden
„Noblesse oblige. Moge deze kenspreuk allen
er toe brengen, door afbetaling hunner rekeningen
te toonen dat zij niet onverschillig zijn voor de
welvaart hunner medeburgersdie ook hun cijns
betalen aan de gemeentelasten."
notarissen. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan mr. J. Fresemann Viëtor als notaris te Win-
geschiedenis, men wilde hen niet laten doorgaan.
Terwijl hij stond te klagen kwam uit het huisje
van den grenswachter een sergeant op den weg,
grijs en met een gelaat vol rimpels, die op vader
Stenne geleek.
„Komt, kleine jongens, zei hij tot de kinderen,
schreit niet langer, men zal u doorlaten om uwe
aardappelen te halen; maar komt u eerst wat
warmeu. Die kwajongen ziet er half bevro-
zen uit".
Helaas! Het was niet van kou dat de kleine
Stenne beefde, het was van ang3t en schaamte.
In de wacht vonden zij eenige soldaten om een
klein, kwijnend vuur gehurkt, bij welks vlam zij
beschuit op de punt van hunne bajonetten lieten
ontdooien. Men schoof dichter bijeen om plaats te
maken voor de kinderen. Men gaf hun een borreltje
en wat koffie. Terwijl zij dronken kwam een
officier aan de deur, riep den sergeant, sprak zacht
met hem en ging dadelijk weer heen.
„Jongens, zei de sergeant, die vroolijk binnen
kwam, gij zult rook zien van nacht
„Men heeft een woord van de Pruisen opgevangen
Ik geloof dat wij hun ditmaal Bourget
weer gaan ontnemen
Toen volgde een uitbarsting van bravo's en
gelach. Men danste, men zong, men deed de
sabels rinkelen, en gebruik makende van dat leven,
gingen de kinderen stilletjes heen.
Voorbij de loopgraaf was er niets meer dan de
vlakte en aan het eind een lange witte muur door
boord van schietgaten. Naar dien muur begaven
schoten en als rechter-plaatsvervanger in de arron-
dissements-rechtbank aldaar.
rechterlijke macht. Benoemd tot substituut
officier van justitie bij de arrondissements-rechtbank
te Zwolle, m*. A. N. baron de Vos van Steen wijk,
thans substituut-officier van justitie bij de arron-
dissements rechtbank te Zierikzee; tot substituut
officier van justitie bij de arrondissements-recht
bank te Zierikzee jhr. m'. H. M. J. van Asch van
Wijck, thans substituut-griffier bij de arrondisse
ments-rechtbank te Utrecht.
hooger onderwijs. Benoemd tot lector aan de -
rijks universiteit te Utrecht, dr. P. Q.Brondgeest;
en tot hoogleeraar in de faculteit der geneeskunde
aan de rijks universiteit te Groningen, dr. A. P,
Fokker. [In ons vorig nommer reeds onder „Tel.
ber." gemeld.]
middelbaar onderwijs. Op verzoek eervol ontslag
verleend aan dr. C. M. Kan en mr. L. de Hartog
als leeraren aan de rijks hoogere burgerschool te
Utrecht, en met ingang van een nader te bepalen
tijdstip tot leeraren aan die school benoemd A.
Groenier te Alkmaar en G. de Bruyne te Zierikzee.
rijks kweekscholen. Benoemd tot vijfden onder
wijzer bij de rijks kweekschool voor onderwijzers
te 's Hertogenbosch A. M. Bogaerts, hoofdondef*
wijzer aldaar.
kabinet des konings. Benoemd tot adjunct-com
mies bij het kabinet des konings E. L. T. Themps,
thans eerste klerk bij dat kabinet.
onderscheidingen. Vergunning verleend aan den
luitenant kolonel J. D. A. Barre, van den grooten
staf, adjudant van Z. K. H. prins Frederik dér"
Nederlanden, tot het aannemen en dragen der
versierselen van kommandeur der orde van den
H. Karei, hem door Z. D. H. den vorst van Monaco
geschonken.
Vergunning verleend aan den voor den dienst
in Indië bestemden soldaat A. Andresen, van het
koloniaal werfdepottot het dragen van het
Pruisische onderscheidingsteeken 3e klasse, voor
9jarigen trouwen dienst.
leger. In rang en betrekking verplaatstbij
de artillerie, stapel- en constructie magazijnen te
Delft, de le luitenant C. de Kort, magazijnmeester
der artillerie 2e klasse te Heusden, en de 2e lui
tenant J. C. van Hoften, magazijnmeester der
artillerie 3e klasse te Woudrichemvan Delft naar
Woudrichem, de 1» luitenant magazijnmeester der
artillerie 2e klasse J. Scheppers.
De globale uitslag der gehouden kerkelijke
verkiezingen te Amsterdam iaorthodoxen 3500,
vrijzinnigen 2600. De volgende cijfers laten de
verhoudingen bij vroegere stemmingen Vien 1876
3750 en 2650; 1875: 3700 en 2670; 1874 4056
en 2444.
Men leest in het Handelsblad
„Mile Agar is een voortreffelijke tragédienne.
Het is en blijft een genot haar te hooren maar
de vraag is geoorloofd, of niet het grootste deel
van het zeer talrijk aanzienlijk publiek, dat Vrij
dagavond om harentwille in den Stadsschouwburg
Was verschenen, met recht ontevreden naar huis
is gegaan. Te half acht begon de voorstelling en
eerst tien minuten vóór half elf trad mile Agar
op het tooneel om spoedig te verdwijnen, en
toen de voorstelling te half twaalf was geëindigd,
was de tragédienne hoogstens twintig minuten op
het tooneel geweest. Nogmaals, mile Agar was
als Clytemnestre in Racine's Iphigénie voortreffe
lijk maar voor haar zeer middelmatige mede
spelers was men niet gekomen, en met uitzondering
dier twintig minuten kreeg men den ganschen
avond slechts hen te zien en te hooren.
zij zich, telkens stilstaande alsof zij aardappelen
opraapten.
„Laat ons terugkeerenLaat ons er niet heen
gaan" zei de kleine Stenne gedurig. De ander
haalde de schouders op en ging altijd voort.
Eensklaps hoorden zij het tiktak van een geweer
dat men laadde.
„Ga liggen," zei de groote, terwijl hij zich op
den grond wierp.
Toen hij neerlag floot hij^ Een ander gefluit
antwoordde over de sneeuw heen. Zij naderden
al kruipende. Voor den muur, op den grond,
kwamen twee gele knevels onder eene vuile muts
te voorschijn. De groote sprong in de loopgraaf
naast den Pruis.
„Het is mijn broertje," zei liij op zijn metgezel
wijzend.
Hij was zoo klein, die Stenne, dat de Pruis
toen hij hem zag begon te lachen en hem in zijne
armen moest nemen om hem tot op de bres te
hij schen.
Aan den anderen kant van den muur waren
groote aardhoopen, neergevelde boomen, zwarte
gaten in de sneeuw en in elk dezelfde vuile muts,
dezelfde gele knevelbaarden, die lachten toen zij
de kinderen zagen voorbijgaan.
(Worto vmolgü.)
„Het is wat kras dat de Fransche actrice zulk
een afscheidsvoorstelling heeft durven geven aan
het Amsterdamsche publiek, dat haar altijd met
zooveel onderscheiding heeft ontvangen."
Naar men verneemt bestaat er vooruitzicht,
dat door de te Rotterdam gevestigde afdeeling der
maatschappij tot bevordering der Toonkunst, eene
afdeeling voor kamermuziek wordt opgericht.
In den grooten schouwburg te Rotterdam
zal morgen (Dinsdag) het blijspel van den heer
Lode wijk Mulder: „de Kiesvereeniging van Stel
lendijk" worden opgevoerd, dat bij de prijsvraag
door de heeren Le Gras c. a. uitgeschreven, door
de jury werd bekroond en door de beste tooneel-
spelers van het gezelschap zal worden vertoond.
De heer L. Mulder de vriend Mulder van
den ouden heer Smits is sedert jaren bekend
als een geestig satiricus en uitnemend schrijver.
Deze voorstelling belooft dus hoogst belangwekkend
te zijn. De directie van de Hollandsche spoor
weg-maatschappij laat, na afloop der voorstelling,
een extra-trein rijden naar Schiedam, Delft en den
Haag.
Het bedrag der gedane collecte ten behoeve van
het fonds ter aanmoediging en ondersteuuing van
den gewapenden dienst in de Nederlanden in
het le district van de provincie Zeeland is als
volgt
1876
1877
154.81
143.21*
26.16i
22.64
4.27J
4.504
7.15
6.854
7.77*
7.24
3.464
4.05
4.32*
7.30
5.564
6.54
26.274
18.46
Melis- en Mariekerke
7.—
8.144
Nieuw- en St. Joosland
e.~
6.55
Oostkapelle
16.64
22.674
Oost- en West Souburg
13.80
14.—
Ritthem
5.51*
5.63*
14.154
11.14
6.18
7.31*
7.28*
8.40
7.41
6.344
4.—
5.10
328.781 316.11
Bij beschikking van den minister van marine
van den 13eB dezer, zijn de heeren W. Meyboom,
A. Zwart en S. J. Fischer, met ingang van den
16en daaraanvolgende, benoemd tot student voor
den militairen geneeskundigen dienst der zeemacht.
Aan de kweekschool voor zeevaart te Leiden
zal op Maandag 29 dezer een keuring plaats
.hebben van knapen, die eene verbintenis (in
's rijks zeedienst wenschen aan te gaan.
Aan de Indische mailberichten oopende tot
de 5™ September jl. is het volgende ontleend
„Een door den sous-chef van den staf der expe
ditionaire troepen te Atjeh, onder dagteekening
van 30 Augustus jl., van Kotta Radja verzonden
telegram bevat o. a. het volgende.
Van Analaboe berichten ontvangen tot en met
28 Augustus.
Toestand over het algemeen niet ongunstig; ge
ruchten, dat zich Atjehers verzamelden om de ben-
tingsaante vallen, zijn niet bevestigd; gezondheids
toestand bevredigend; Radja zeer ziek te Peroem-
bai; zijn oudste zoon bij hem.
Te Kwala Gighen een kazerne door hevigen wind
omgewaaid. Binnen Kotta Radja een loods inge"
stort, waardoor twee chineesche werklieden gedood
en eenige andere gewond zijn. In Groot Atjeh
geen nieuws, choleragevallen doen zich nog voor,
gezondheidstoestand redelijk."
Te Samalangan gaat het naar wenBch, minder
goed schijnt het te Analaboe te zijn, want het
geheimzinnige: „toestand over 't algemeen niet
ongunstig" geeft te denken.
De commissie die zich te Batavia gevormd heeft
om bijdragen in te zamelen voor een fonds,
waaruit in 't vervolg hulpbehoevenden door brand
onmiddellijk geholpen kunnen worden, heeft reeds
ongeveer f 25,000 ontvangen.
Eene beschaving van den Atjehschen oorlog
zal eerstdaags in het Javaansch het licht zien.
Arrangementen voor de uitgave zullen met een
boekdrukker gesloten worden. Het werk zal,
wanneer dat in het gereede is, in dichtmaat ver
schijnen.
Aan den heer Verloop, den gewezen gezag
voerder van het vergane stoomschip Luit. Gen.-
Kroesen moet de acte van besehuldiging betee-
kend zijn, en zou den 2ea Oct. de eerste terecht
zitting in deze zaak gehouden worden.
De Typografische vereeniging „Harmonie en
Vriendschap" alhier herdacht gisteren avond op
feestelijke wijze het 25jarig bestaan harer avond
vergaderingen. Na een inleidend woord van den
voorzitter werden achtereenvolgens opgevoerd het
drama „de Wraak der twee weezen'', van T. Wi-
gersma, en het blijspel „de Onbekende schoone",
van J, Broekhof Bza» Deze opvoeringen gaven
blijk van voortgezette studie en verschaften veel
genoegen. Het harmoniegezelsehap „Accelerando"
luisterde de bijeenkomst op, welke door niet minder
dan een 600tal personen werd bijgewoond.
De „Tijd" heeft thans 4554 voor de hulpbe
hoevenden door den hongersnood op Aruba ont
vangen. Daaronder is ook begrepen de /r2.50,
aan ons bureau bezorgd. De bevolking van het
eiland bedraagt 5670 zielen.
De wereld der antiquiteiten-koopers is in
opschudding geraakt door de jongste discussie in
den Goeschen gemeenteraad over den verkoop der
bekende oude kast. Twee hunner, de heeren
L. Nathanvan Goesen A. J. van Damvan
Dordrecht, protesteeren in de Goesche courant
tegen de bewering van den heer Callenfels, als
zou op eeue verkooping van den heer Guiljam
voor drie vaasjeswaarvan éen gescheurd was,
500 betaald zijn. Er waren geen drie, maar
vier „potjes met deksels", ougeseheurd en „waar
aan niets mankeerde". Voorts is voor de beruchte
„stroopiepot", die mede geheel in orde was, geen
70, maar ƒ120 betaald.
Tevens meldt men in een te Heerenveen uitko
mend blad dat baron Rothschild de Goesche kast,
die voor ƒ600 verkocht is, voor ƒ5000 van
den koopman overgenomen heeft. De baron zal
nog eindigen met heel Holland als „antiquiteit" te
koopen
Een schipperte Vlake woonachtigdeelde
Donderdag middag aan een conducteur bij de
staatsspoorwegen mede, dat zijn knecht hem een
belangrijke som gelds ontstolen had en vermoedelijk
met den trein zou trachten te ontvluchten.
De conducteur hield een oog in 'tzeil en zag
aan het volgende station een persoon in den trein
komendie hem voorkwam de bedoelde knecht te
zijn.
Te Bergen op Zoom aangekomenhield de
conducteur dien persoon aan en leverde hem aan
de politie overdaar het bleekdat hg zich niet
had vergist en de dief nog in het bezit van het
ontvreemde was. (VI. Ct.)
De beetwortelsuikerfabrieken te Bergen op
Zoomdie vóór eenige dagen het werk moesten
staken wegens gebrek aan waterhebben den
arbeid weder kunnen hervatten.
De bijdragen voor den ontworpen Noord-
pooltocht moeten thans tot ruim 22,000 gestegen
zjjn. Toereikend is dit stellig niet.
De kruisheereu van St. Agatha zullen, naar
de „Gelderlander" mededeelt, geen bescherming
zoeken bij de rechterlijke macht. De heeren ver
huizen dus en de regeering erlangt de vrije
beschikking over de St. Agatha-goederen.
Den heer W. A. Jellinghaus, aftredend resi
dent van Batavia, is bij zijn vertrek naar Neder
land een geschenk in zilver aangeboden, voorloopig
in teekening, dat hem bij zijne komst in het
vaderland (wacht. Het eigenaardige van dit geschenk
is dat alle ondergeschikte ambtenaren van het
gewestelijk bestuur daartoe naar evenredigheid
evenveel hebben bijgedragen, nl. éen dag van
huu traktement.
Donderdag middag liep een groot Engelsch
fregat, de „Arcyleshire", het Noordzee-kanaal bij
Beverwijk binnen. In volle vaart zeilde het tus-
schen de hoofden door en bracht aan twee stoom-
booten, een emmermolen en verscheidene zand-
schouwen groote schade toe. Een der stoombooten
verloor schoorsteen, verschansing en raderkasten.
Naar aanleiding van het ongeluk in de
rijtuigfabriek van de heeren Hermans en c° te
's Hagewaar o. a. al de gereedschappen der
werklieden door brand vernield werden, maakt
een inzender in het Haagsche Dagblad de vol
gende juiste opmerking
Hij wil niet afschrikken van het geven voor
de werklieden der firma Hermansde ramp is er
en die moet thans hersteld worden. Hij meent
echter, dat dergelijke mogelijkheid voortaanmoet
en kan vo or komen wordenals de patroons
ook het gereedschap hnnner werklieden assureeren
is het gevaar gewekenen dit in casu voor
2.50 'sjaars of, wil men 'tden werklieden doen
betalenvoor ieder 31/, cent per jaar. Ware dat
geschied, men hadde geen liefdegitten te vragen
gehad.
De kroonprins van Engeland, die een groot
liefhebber van hazardspelen is, waarbij het om
groote sommen te doen is, speelde eenigen tijd
geleden te Trouville in de salons van de gravin
de C. Verscheidene elegante dames waren tegen
woordig en op de tafol lagen stapels goud en
bankbiljetten. Eensklaps werd de deur geopend
en een commissaris van politie, kenbaar san de
teekenen zijner waardigheid, trad binnen met de
in dergelijke gevallen onheilspellende woorden:
„Ieder moet op zijn plaats blijven!" De damès
schrikten hevig, de heeren zaten verstomd, de
prins, die naast de barones dePoilly zat, verborg
zijn gelaat achter de kaarten. De commissaris
naderde den stoel der barones om haar te arres
teeren, toen zij eensklaps opsprong en hem den
valschen baard en wenkbrauwen afrukte, terwijl
de prins in een homerisch gelach uitbrak, waar
aan het gezelschap hartelijk deelnam toen het
begreep, dat de prins de barones een kleine poets
had willen spelen.
Te Uccle in België had een jeugdige schoone
vrouw, moeder van drie kinderen, haar man sedert
een maand verlaten, toen zij eensklaps in huis
kwam om eene van hare kleinodieën te halen.
Terwijl zij daartoe boven was posteerde de man