Van liet oorlogsterrein,
Zeetijdingen.
Handelsberichten.
l HOI
Een Nederlander, een Engelsehman,
een Duitsclier en een Fransehman, over
de Oostersche quaestie,
Graanmarkten enz.
zen van effecten.
66*1
100}
74
81*
81}
Pryzen van conpon».
De linkerzijde van den senaat heeft zich dan
ook gehaast dit zoo spoedig mogelijk den kiezers
aan het verstand te brengen, door een manifest
tot hen te richten, waarin zij hen dringend ver
maant niet te gelooven aan de woorden van hen
die zeggen dat de republikeinsche instellingen niet
in gevaar verkeeren en dat het ministerie niet
aan clericale invloeden gehoorzaamt. Alle officieele
candidaten zegt zij zijn vijanden der republiek
en daarom noodigt zij de kiezers ernstig uit te
protesteeren tegen de handelwijze der regeering
door de herkiezing van de 363 voormalige repu
blikeinsche afgevaardigden.
Het zal evenwel niet gemakkelijk zijn om laatst
genoemd manifest nog behoorlijk te verspreiden,
want de regeering had bij de administratie der
posterp en bij de gemeentebesturen alle mogelijke
maatregelen genomen, om te zorgen voor een
spoedige uitdeeling en verspreiding van het manifest
van den maarschalk ten koste van alle andere
stukken. Men -kan zich echter troosten met de
overtuiging van den maarschalk dat de kiezers
reeds beslist hebben, en die beslissing zal hoogst
waarschijnlijk blijken niet naar zijn zin te wezen.
Waar de opinie reeds zoo zeer gevestigd is als
men kan aannemen, dat thans het geval is bij de
Fransehe kiezers, is geen verandering daarin meer
te verwachten en in zooverre kan'men ook met
betrekking tot de woorden van den president der
Fransehe republiek zeggenCe fou vend la sag esse.
De Engelsche diplomaten spreken nog altijd
gaarne over de oostersche quaestie en den oorlog.
Lord Salisbury heeft thans te Bradford eene rede
gehouden waarin hij betoogde dat de tegenwoordige
oorlog aan alle vrees voor de agressieve kracht
van Rusland een einde heeft gemaakt. Hoewel
uit het telegrafische bericht het verband waarin
die woorden voorkwamen niet blijkt, ligt de onder
stelling voor de hand, dat zij ten doel hebben hen
gerust te stellen die Rusland gevaarlijk achten
voor de macht en de positie van Engeland in het
Oosten. Met betrekking tot den vrede, zeide de
voormalige vertegenwoordiger van Groot Brittannië
op de conferentie te Konstantinopel, dat daar men
niet kan nagaan in hoeverre de krachten der
oorlogvoerende partijen zijn uitgeput, het onmo
gelijk is te zeggen of de oorlog nog lang zal
duren dan wel of de vrede nabij is. De oorlog
wordt tusschen monarchen gevoerd. Vóór de vrede
kan worden gesloten moeten de opgewekte harts
tochten tot bedaren zijn gekomen. Engeland zal
van zijne zijde al het mogelijke aanwenden om
den vrede te bevorderen.
Vooral in den mond van een man als de mar
kies van Salisbury is de uitdrukking opmerkelijk,
dat de oorlog wordt gevoerd tusschen monarchen,
en bevat zij een ernstige waarschuwing aan de
volken om zoo spoedig mogelijk het recht van
oorlogsverklaring aan de vorsten te ontnemen,
teneinde te voorkomen dat deze, ter voldoening
aan eigen opinie of inzicht, de naties bloot stellen
aan een der grootste rampen die de menschheid
kent.
Niet alleen in het Russische hoofdkwartier maar
ook te Pesth heerscht eenige spanning tengevolge
van de in Transylvanië aangewende pogingen om
de Turken te ondersteunen. Het lid der Hon-
gaarsehe kamer Helfy heeft zich in de zitting be
klaagd, dat hij, verdacht van deelneming aan die
pogingen, door de politie werd gesurveilleerd. De
kamer ging echter, zonder zich om die klacht te
bekommeren, over tot de orde van den dag. De
heer Heliy betoogde dat in sommige omstandig
heden de revolutie geoorloofd was, welke stelling
door den heer Tisza, onder luide toejuichingen
der kamer, werd bestreden. De minister deelde
mede, dat slechts 8 personen zijn gearresteerd
verdacht van deelneming aan het complot in
Transylvanië en dat 2000 geweren in beslag waren
genomen. Als het ingestelde onderzoek is afge-
loopen zal een rapport over de zaak worden uit
gebracht.
De beschouwingen van de correspondenten
omtrent den toestand der oorlogvoerende partgen
en de mededeelingen omtrent haar sterkte zijn
alle ten nadeele van de Russen. Deze verwach
ten alles van het optreden der garde en hopen
dat deze eensklaps een geheele verandering in
den stand van zaken zal teweegbrengenmaar
verschillende opgaven toonen dat het Turksche
leger te velde op alle punten talrijker is dan het
Russische en dat slechts op enkele punten de
verhouding door de aankomst der garde gelijk
kan worden. Daarenboven beschikt Turkije nog
over de bezetting zijner vestingen en over de
gunstigste stellingenterwijl zijn troepen ver
trouwen stellen in hun aanvoerders en in zich
zelve.
Omtrent de aanstaande deelneming van Servië
aan den oorlogwaartoe zooals reeds per tele
graaf is gemeld, werd besloten, wordt nader
medegedeelddat Servië zich heeft verbonden
40,000 man hulptroepen te leveren. Deze hoofd
macht zal naar Nisch worden gedirigeerd. De
grensbrigades zijn reeds opgerukt; de brigade
van Belgrado zal den 15» dezer naar Alexinatz
vertrekken. Naar men verneemt zal aan" de Turk
sche zijde Ahmed Eyoub Pacha de troepen in
Oud-ServiëMehemed Ali Pacha die bij Nisch
kommandeeren.
In eene uit Konstantinopel verzonden nota
verzoekt de Porte opheldering over de uitrustin
gen ten oorlog van Servië en over de onderhan
delingen met Ruslandalsmede over de tegen
woordigheid van den Russischen consul te Bel
grado. Indien het antwoord der Servische regee
ring niet bevredigend mocht zijn, zal de Porte tot
bescherming van hare souvereiniteitsrechten een
bijzonderen commissaris naar Belgrado zenden,
terwijl zij tevens voornemens moet wezen eene
nota tot de mogendheden te richten, waarin zij
zich beklaagt over de handelwijze van Rusland
om te trachten Servië en Griekenland in den oorlog
te verwikkelen.
De correspondent van de Tempa te Bucha
rest, waar zich op 'toogenblik de meeste oorlogs
correspondenten schijnen te bevinden, meldt dat
men sedert de aankomst van Suleijman Pacha
opnieuw gevechten verwacht tusschen de Lom en
de Jantra.
Zoodra dit het geval moeht wezen stelt de
correspondent zich voor naar het Russische leger
aldaar te vertrekken. Voor Plevna mag hij niet
meer komen, want bij een bevel van den generalen
staf van den 6en dezer is aan alle correspondenten
van dagbladen, zelfs voor Russische, verboden
het leger voor Plevna te bezoeken. Zij die zich
nog aldaar bevinden moeten zich verwijderen.
Geheel het leger, zegt genoemde correspon
dent, heeft met ingenomenheid het bericht
ontvangen der benoemingen van generaal Totleben
en prins Imeretinsky bij den Russisch-Rumenischen
staf, alsmede die van generaal Gourko tot kom-
mandant van de geheele cavalerie rondom Plevna.
De czarevitsch behoudt het opperbevel aan de
Jantra.
De le en 3® divisie van de garde, ter sterkte
van ongeveer 35,000 man met inbegrip van de
tirailleurs, zijn voor Plevna aangekomen, alwaar
men, indien het weder dit toelaat, nog voor den
winter een nieuwen aanval verwacht.
Eene lofwaardige afwijking op de onverschillig
heid en oppervlakkigheid, welke ten opzichte der
buitenlandsche aangelegenheden te algemeen in
Nederland heerschen, levert de lijvige brochure:
„De Oostersche quaestie en het hedendaagsehe
volkenrecht," door mr. J. A. van Gilse, mede
redacteur der Nieuwe Rotterdamsche courant, bij
Blom en Olivierse te Culemborg uitgegeven. Het
is bijna uitsluitend de diplomatieke geschiedenis
der Oostersche quaestie gedurende de laatste jaren,
welke de schrijver tot het onderwerp van zijn
arbeid gemaakt heeft. Een vroolijk of bemoedi
gend verhaal levert die geschiedenis juist niet op.
Men moet een hardnekkig idealist zijn, om tegen
over het tooneel van strijd tusschen verschillende
belangen, van onrecht, geweld en diplomatieke
kuiperij, dat sedert ruim twintig jaren in het
Oosten van Europa is opgevoerd, nog eenig ver
trouwen te. blijven koesteren in de beginselen van
recht en eerlijkheid als richtsnoeren der politiek.
Toch doet het woord van een eerlijk man, in
opstand komende tegen de knoeierijen en kronkel
wegen der diplomatie, goed.
Met de stukken in de hand toont de heer van Gilse
aan dat de groote mogendheden, in 1856, bij art. 7
van het traktaat van Parijs Turkije opgenomen
hebbende in de rij der Europeesche natiën en aan
de Porte haar onafhankelijkheid gewaarborgd
hebbende in het bestuur harer binnenlandsche
aangelegenheden, ook het recht niet bezaten zich,
op andere wijze dan als raadslieden, te mengen
in den strijd tusschen haar en hare oproerige
onderdanen. Door dat te doen, hebben zij slechts
het spel gespeeld van Rusland, of liever van de
heerschzuchtige en woelige Panslavistische partij
in dat rijk, die eerst door het vereenigd Europa
aan Turkije onmogelijke eischen wilde doen stellen
teneinde later, wanneer de Porte die afwees, in
schijn het recht te hebben om zelve „voor de
belangen van de menschheid en het Christendom"
het overwegend gewicht der Russische wapenen in
de schaal te werpen. De heer van Gilse verdedigt
niet het wanbestuur der Portehij erkent, ofschoon
hij eenige verzachtende omstandigheden voor haar
pleit, de gegrondheid van nagenoeg alles wat
in dat opzicht tegen haar wordt ingebracht;
maar hij plaatst zich op den onwankelbaren grond
slag van het recht en van de trouw aan plechtig
bezworen traktaten en op dien grond toont hij
aan, dat deze trouw en dat recht verbindend zijn,
zelf tegenover den grootsten boosdoener. En met
een „boosdoener" heeft allerminst Rusland, dat
zelfs zoo ontzaglijk veel op zijn geweten heeft,
het recht den sultan of zijne regeering gelijk te
stellen. Intusschen is het gebleken dat de ge
waande „zieke man" sterker is dan zijn genees
heer dacht, en dat de „booswicht" krachtiger
argumenten tot zijn beschikking heeft dan zijn
rechter. In zooverre kan de wereldgeschiedenis
der laatste maanden naar waarheid een „wereld
gericht" genoemd worden.
Wij merkten reeds op dat de heer van Gilse
uitsluitend de diplomatieke zijde der Oostersche
quaestie behandelt. Hij was daartoe genoodzaakt,
wilde hij zijne reeds in twee afleveringen gesplit
ste brochure niet tot twee boekdeelen laten uit
dijen. Het spreekt echter van zelf dat hierdoor
slechts een nauw begrensd deel van het groote
vraagstuk aan het licht treedt, dat de meest ver
schillende onderwerpen van staatkundigen, maat-
schappelijken, staathuishoudkundigen en ethnolo*
gischen aard omvat. Een andere punt van dit
veelkleurig gordijn wordt dan ook opgelicht door
twee schrijvers, een EDgelschman en een Duitscher,
beide in Turkije gevestigd, die ongeveer te gelij
ker tijd hun oordeel over den „zieken man"
hebben medegedeeld. De een, James Baker {„Tur
key in Europeis grondeigenaar in Rumelië,
nabij Salonika. De ander Stambül und das mo
derne Turkenthum) is een Duitseh geneesheer, te
Konstantinopel woonachtig. Onze bekendheid met
hunne werken danken wij aan den heer G. Valbert,
die in de Revue des deux mondes sedert eenige
maanden de geestigste en scherpzinnigste opstellen
over de algemeene politiek levert. In zijn jongste
artikel Philottomans et Turcophobes) voegt hij bij
zijn bericht over de geschriften van den Duitscher
en den Engelsehman eenige juiste en treffende
opmerkingen.
Men heeft wel te onderscheiden, schrijft de heer
Yalbert, tusschen het ambtenaren-ras, dat in Kon
stantinopel en in de hoogste Turksche regeerings-
kringen den boventoon voert, en het Turksche
volk. Het hoofd alleen is ziek, het lichaam is
gezond en sterk. De Turksche soldaat is het merg
der natie: hij is dapper, gehard, eerlijk, bescheiden,
aan krijgstucht gewend, en zelfs menschlievend,
hoe verbazend dit woord ook zijn talrijken laste
raars in de ooren mogen klinken. In het burger
lijke leven is hij goedhartig en zacht tegenover
vrouwen en kinderen, en zelfs tegenover dieren.
Niet lang geleden zijn 13,000 soldaten, die pas van
het oorlogsterrein in Servië kwamen, in Salonika
ingekwartierd geweest. Zij gaven tot geen enkele
klacht aanleiding. De straten waren vol soldaten
maar even rustig als altijd. Beleedigingen, zijnen
godsdienst aangedaan, maken hem echter tot een
dweper; dan wordt hij dol van woede en verliest
hij zijn gewoon karakter
Met de grootste verbazing heeft de heer Baker
in Engelsche bladen gelezen dat het district Salo
nika onbewoonbaar, dat niemand er van zijn
eigendom verzekerd was en dat de arme Christenen
van alles beroofd werden om in de oorlogskosten
bij ts dragen. „Mijn land, schrijft hij, ligt
midden tusschen de Turksche en Christen-dorpen
ik kan verzekeren dat mijne buren van beide gods
diensten vreedzaam met elkander omgaan. Leven
en eigendom zijn zoo veilig, dat mijn rentmeester,
een Schot, die met vrouw en kinderen hier woont,
des nachts niet eens de deuren van zijn huis
grendelt. De eenige ooriogsbelasting die mijne
pachters hebben moeten betalen, bestond in wollen
kousen en dekens voor de soldaten in Servië en
later nog een hoofdelijken omslag van 18 stuivers,
wat zij wel missen konden. Te Salonika hebben
de Christenen een concert gegeven ten voordeele
der gewonde Turken; de gouverneur met zijn staf
en een aantal Mahomedanen waren er bij tegen
woordig; de opbrengst beliep f 3600 en deze
samenwerking der beide rassen voor werken van
liefdadigheid is volstrekt geen uitzondering."
De üuitsche schrijver is het met dit gunstige
gevoelen over het Turksqhe volk volkomen eens,
maar, te Konstantinopel gevestigd, luidt zijn oordeel
zeer streng over de aristocratie en de jeunesse
dorée, die daar den baas spelen. Deze heertjes,
zegt hij, koesteren de diepste minachting voor
ieder eerlijk beroep of handwerk, zij willen niets
anders zijn dan staatsambtenaren en niets doen
dan elkander helpen om de grootst mogelijke
traktementen met het minst mogelijke werk op te
maken. Zij weten hun beschermelingen in de
aanzienlijkste posten in de provinciën geplaatst te
krijgen, waardoor hun eigen gewetenlooze begin
selen, hun luiheid en hun systeem van uitzuiging
zich over het geheele rijk uitbreiden. Zij zijn over
'talgemeen onkundig en onbekwaam; zij hebben
al de ondeugden der Oostersche half-barbaarschheid,
met een dun vernis der Westersche beschaving,
van welke zij zich alleen de schaduwzijden hebben
eigen gemaakt. Al de bekwame mannen, die in de
laatste jaren in Turkije eene beduidende rol gespeeld)
en steeds met de kuiperijen en serail-revoluties der
hoofdstad te worstelen gehad hebben, waren uit de
provinciën afkomstig: Midhat-pacha uit Widdin,
Ahmed-Vesid-pachade voorzitter der kamer van
afgevaardigden, is de zoon van een tot hetMaho-
medanisme bekeerden Jood en van eene Griekin;
de grootvizier Edhem pacha is op het eiland Chios
geborenMuaif-effendi, minister van onderwijs, te
Aintabeen stadje in Arabië; de vroegere groot
vizier Mehemed-pacha was uit Cyprus, Mehemed-
Ruchdi-packa genoot zijne opvoeding te Sinope.
Niet éen staatsman van beteekenis is uit de be-
dorvene serail-omgeving te Konstantinopel af
komstig.
De invloed van deze verderfelijke coterie was
het grootst onder den vroegeren sultan Abdul-Aziz.
„Ons land, zeide een Turksch staatsman, heeft
vijftien jaren lang gezucht onder het bestuur van
Abdul-Aziz en is er toch niet onder bezweken.
Dat is een bewijs dat het nog levenskracht in zich
omdraagt." Die levenskracht heeft zich in den
oorlog der laatste maanden bewaarheid. Wanneer
men hierbij in aanmerking neemt dat van al de
verschillende volkenrassen, die het rijk in Europa
en Azie bewonen, het Turksche het krachtigste is,
dewijl bet sedert eeuwen gewoon is over de andere
te heerschen, en men let op de goede hoedanig
heden, door de straks aangehaalde schrijvers bij
het Turksche volk opgemerkt, dan begint men
over te hellen tot het oordeel, dat de heer Valbert
ten slotte velt„De Oostersche quaestie is een
zeer ingewikkeld vraagstuk, waarvoor men tot
dasverre nog geen betere oplossing gevonden heeft
dan in de Turken zeiven." Thiers was van het
zelfde gevoelen„Onder de volken, zeide hij,
die in het Oosten om den voorrang strijden, is
het Turksche ras datgene, dat de meeste hulp
middelen en het meeste karakter bezit en het
minst het voorwerp is van den haat der anderen.
Ik geloof dan ook niet dat Europa ongestraft de
hand van de lurken kan aftrekken."
Brengt men al deze getuigenissen in verband tot
elkander, herinnert men zich dat de tegenwoordige
sultan is overgegaan tot het uitvaardigen eener
constitutie, aan welke men in 't begin weinig ge
wicht heeft kunnen hechten doeh welke, ter
uitvoering toevertrouwd aan mannen als Midhat
en Ahmed-Refid-pacha, toch noch wel eene kracht
ten goede zou kunnen worden, dan begint men het
vertrouwen te koesteren dat de heer van Gilse,
de zaak van recht en eerlijkheid bepleitende,
tevens voor de zaak der toekomst eene lans ge
broken heeft.
Het barkschip Molly, gez. Wiirtz, van Antwer
pen bestemd naar Buenos-Ayres, heeft in de Duin-
kerksehe banken gestooten, is te Vlissingen lek
binnen gekomen, moet lossen, dokken om nagezien
te worden, en het Ned. galjoot schip Prins Senior,
gez. Schuringvan Rotterdam met stukgoederen
bestemd naar Lissabonis wegens slecht weder
en ligte schade te Vüssingen binnen.
Gert, 12 October. Roode en witte tarwe ad 100
kilo op staal fr. 34.rogge ad 100 kilo fr. 24.
gerst fr. 18.50haver fr. 23.50; boekweit fr. 17.
paardenboonen fr. 18.75koolzaad fr. 47.lijn
zaad fr. 37.lijnkoeken fr. 28.50; koolzaad
koeken fr. 22.50: boter fr. 2.95 per kilogram
eieren fr. 3.per 26 stuk».
Vussikgen, 12 October. Boter per kilogram
1.25 a f 1.15. Eieren f 5.60 per 104 stuks.
Amsterdam, 12 October. Raapoüe op zes weken
f 45. Lijnolie f 35.
Amsterdam, 11 Oet. 12 Oei.
Bieder!. Cert. Werk. schuld. 2*
Certific. dito dito 3
dito dito dito 4
Aand. Handelmaatschappij. 5
dito exploitat. Ned. Staatssp.
Loten stad Rotterdam. 3
dito dito Amsterdam 3
fflteïgïë. Cert. bij Rothschild. 2*
Frankrijk. Inschrijvingen3
Inschrijvingen5
Rusland. Obüg. 1798/1816. 5
Certific. Inscr. 5e serie 5
Obl. Hope C\ 1855 6e serie. 5
dito f 1000 18645
dito L. 100 18725
dito L. 100 1873 5
Loten 1864. ..••.••••5
Loten 1866. .........5
Oblig. Hope C°. Leen. 1860. 4*
Certific. dito4
Inscr. Stieglitz C°. 2ea4L. 4
Obligatiën 1867694
Certificaten6
Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5
Obüg. dito4*
dito dito. •••......4
Aand. Kiew-Brest5
dito Baltisehe spoorweg. 3
Oblig. spoorweg Poti-Tiflis 5
dito dito Jelez Griasi. 5
dito dito Jelez Orel 5
dito dito Charkow Azow 5
Polen. Sehatkistobligatiën 4
Aand. Warschau-Bromberg. 4
dito dito Weenen. 5
Oostenryk. Obligatie metal,
in zilver Januari/Juli. 5
Obligatiën dito April/Oct. 5
dito in papier Mei/Nov. 5
dito dito Febr./Aug. 5
Aand. Nation, bank3
Loten I860. b
dito 1864.
Hongarije. Schatkistbiljett. 6
Oblig. Theiss spoorweg b
Italië, Certific. Amsterdam, b
Oblig. Z.-Ital. spoorweg. 3
pet. 63Jj
76}
100
103J
iooj
1011
9
n
9
n
9
9
9
9
n
9
9
n
9
9
i)
n
n
n
9
n
r
it
9
9
9
911
53*
71*
831
73*
741
1181
1141
731
561
66*
101J
80*
42
77J
80*
72*
44*
Spanje. Obligatiën Buitenl. 3
Oblig. Binnenlandsche. 3
Portugal. Obligatiën 3
Turkije. Inschr. Alg. schuld. 5
Obligatiën 1869 6
Egypte. Obl. 18687
Obl. 1873 ••••.......7
Ajmerlka.Obl. Ver. Stat. 1904. 5
Obligatiën dito dito 1885. 6
Illin. Cert. Amsterdam
Oblig. Illinois Redemtion. 6
dito Central Pacific. 6
Certific. Chic. N. W7
Obiig. Madison Ext7
dito Winona-St. Peter 7
dito N. W. Union7
dito Union Pac. Hoofdl. 6
Obl.St.Paul&Pac.Spw.Dsec. 7
dito dito dito 2esec. 7
Brazilië. Oblig. 1863 4*
Obl. 18655
54^
541
i) 52
52^
117
-
40jl
12i
491
8}
9*
63*
76}
100*
1031
104
100*
101}
92
53}
72*
84
74}
75*
119
115}
72
77}
81
73
70*
46}
44*
55}
551
52*1
521
118
92
v
O
X
p
n
p
p
p
66}
40}
12}
11A
49}
9-Ar
72} 73*
63^
100
65*
88}
83
83
951
Amsterdam, 12 October. Metall. ƒ20.90; Mo
zilver
l—Jiii Zinerikaanaoho dollars (ill goud) f 2.461.