N°. 237 120® Jaargang. 1877. Maandag 8 October. EEN YROOLIJKE JONGEN. T Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k°s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiën i 20 Cent per regel. Geboorte- Tronw- Doodberichten enz.van 1—7 regels 11,50 iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitb <fc C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 6 October, FEUILLETON. Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Kunstnieuws, TIENDE HOOFDSTUK. Koloniën. Voor de hulpbehoevenden te Aruba (West Indië) is aan het bureau van dit blad ontvangen van W. 2.50. Een onzer correspondenten, die gewoonlijk goed ingelicht is, doet ons de volgende, bijna ongeloof lijke mededeeling. Men moet echter erkennen dat de redenen, door onzen briefschrijver voor zijne gevolgtrekkingen aangevoerd, steek houden. „In de politieke kringen der hofstad schrijft hij, is men er niet gerust op, dat de ministe- rieele crisis een normaal verloop zal hebben. Men ducht zelf» groote abnormaliteiten. Zeker is het niet zonder beteekenis, niet alleen dat de ministers, die ontslag heeten gevraagd te hebben, voortgaan met wetsontwerpen in te dienen, maar zelfs een ontwerp tot herziening der kiestabel hebben ingezonden. De kiestabellen hebben in de geschiedenis van het tweede ministerie-Heemskerk eene groote rol gespeeld. De nu ingediende editie kan wel eens ten doel hebben om èn het votum der kamer van 25 September èn de behandeling der schoolwet te écarteeren. „Aan de oprechtheid der ontslag-aanvraag van 27 September gelooft niemand meer." Dezelfde vermoedens, op welke onze correspon dent zinspeelt, schijnen overigens gisteren reeds in de tweede kamer gezweefd te hebben. Althans op de inlichting van den voorzitter aan den heer de Jong, dat het op het oogenblik niet mogelijk was te zeggen wanneer de kamer haar werkzaam heden zon hervatten, daar zulks van den afloop der ministerieele crisis afhing, achtte de heer van Houten zich verplicht op te merken dat de crisis wel eens zoo lang zon kunnen aanhouden, dat de kamer zich daarmede zou moeten bemoeien. De voorzitter antwoordde hierop alleen met eene herinnering aan het reglement van orde, dat aan vijf leden de bevoegdheid verleent om den presi dent te verzoeken de kamer by een te roepen, aan welk verzoek gevolg gegeven moet worden. Teekenen wij hierbij nog aan dat in de korte zitting van gisteren het voorstel van den heer Haifmans betreffende het „zoogenaamde" recht van antwoord, voorgoed geëclipseerd werd. De voorsteller nam het zediglijk terug. Jammer alleen van het papier en den tijd, die het nog gekost heeft. Het bestuur van het „District Middelburg en omstreken" van Eigen Hulp heeft heden van 10. Noorwcegsche vertelling van BjSrnstjerne lïjörnson. {TJit het Hoogduitsch.) Vervolg. Hij vatte hare beide handen, sloeg ze tegen elkaar, klets, klets, en zag haar vol verrukking aan. Op eens begon de hond te brommen, zette zijne haren overeind en blafte tegen iets dat hij beneden zaghij werd al boozer en boozer en op het laatst woedend. Marietje sprong achteruit en Eyvind ging naar den rand van do rots om te zien wat er was. Het was zijn vader dien de hond aanblafte; hij stond onder aan de rots met de handen in de zakken omhoog te kijken naar den hond. „Zijt ge daar ook? Wat is dat voor een hond, dien ge daar hebt?" „Het is een hond van Heidenhoven" antwoordde Eyvind een beetje verlegen. „Hoe drommel, komt die daar boven op?" Moeder had alles gezien en begreep wel hoe de vork in den steel zat en zei daarom lachend: „O die bond dwaalt hier altijd rond, dat is zoo vreemd niet." het hoofdbestuur te 'sGravenhage kennisgeving ontvangen, dat het aangeboden reglement voor genoemd district in zijn geheel is goedgekeurd, hoewel het hoofdbestuur liever bad gezien, dat e»n reglement was gemaakt overeenkomstig het uit 's Hage overgezonden concept. Gisteren is onverwachts te Arnhem overleden jhr. m'. H. A. ridder van Rappard, oud 53 jaren, procureur-generaal, vroeger een bekwaam lid der tweede kamer, in welke hg tot de conservatieve partij behoorde. In de maand»n Juni, Juli en Augustus 1877 is slechts Óen geval van dolheid of vermoedelijke dolheid bij een hond voorgekomen, namelijk in de maand Augustus, te Zwaliiwe in Noord-Brabant. In deze en in vier naburige gemeenten is het bevelschrift uitgevaardigd, bedoeld in art. 3 der wet van 5 Juni 1875 (Staatsblad n° 110). Te Znilichem is op 28 Juni een persoon aan hydrophobie overleden, die verklaard heeft in December 1876 te Zalt-Bommel door een hond te zijn gebeten, juist op het tijdstip waarop zich in het naburige Nederhemert een dolle bond heeft vertoond. Van het voorkomen van een geval van hondsdolheid te Zalt-Bommel is evenwel den bur gemeester niets bekend. Het paard te Maastricht, dat in Mei door een dollen hond was gebeten (zie Staats-courant van 23 Juni 1877, n° 144) is in Juni wegens dolheid afgemaakt. (St. Ct.) marine. Benoemd, met ingang van 11 dezer, tot officier van gezondheid 2" klasse bij de zeemacht L. J. van Coevorden. telegraphie. Benoemd bij de rijkstelegraaftot telegrafist tweede klasse F. W. Fontane, J. S. van Tiel en T. G. de Jong, thans telegrafist derde klasse D. van Merkestijn, thans leerlingJ. J. Reyseger, thans telegrafist derde klasse; K. Louwes en O. Verhagen, thans leerling, en H. C. ten Haaf, thans telegrafist derde klassetot telegrafist derde klasse J. A. Begeer, C. J. Waeyhaert JAz., A. Hammacher, D. H. Vollenhoven, A. Oomkens, J. J. Kok, C. J. Strengers en B. F. Hackfoort, allen thans klerk tweede klasse. De uitslag der najaarsexamens, alhier gehou den is tot dusverre als volgt: Geëxamineerd 11 hoofdonderwijzers, waarvan toegelaten (5 Oct.): G. J. Castenmiller, van Vlis- singen, A. J. Dekker, van Middelburg, J. Jobse, „Het is een kwade hond." „Hij wordt wel stil als men hem aanhaalt," zei Eyvind en deed hetde hond zweeg, maar bromde toch nog. Vader ging heel goedig weer heen en zoo waren de gelieven voor ontdekking bewaard. „Dat liep goed af," zei Marietje, toen ze weer bp elkaar zaten. „Denkt gg dat het later niet zoogoed zal gaan?" „Ik ken iemand die ons wel in't oog zal houden." „Uw grootvader?" „Juist." „Maar hy kan ons niets doen." „Niets wat ons scheiden kan." „Belooft gij dat?" „Ja, dat beloof ik Eyvind." „Wat zijt ge mooi, Marietje!" „Zoo sprak de vos tot den raaf en kreeg de kaas." „Gij krant er op aan dat het mij daar ook om te doen is." „Maar gij krijgt hem niet." Dit zeggende keerde zij zich om. „Nu moet ik gaan Eyvind." „Ik ga mee." „Maar niet verder dan het bosch, anders kan grootvader je zien." „Neen, niet verder dan het bosch. Waarom loopt ge zoo vooruit „We kunnen hier toch niet naast elkaar gaan." „Maar dat noem ik niet met iemand méégaan." „Krijg me dan Zy liep weg en hij haar achterna, maar ze bleef weldra steken en zoo kreeg hy haar. van Meliskerke, L. H. Dormaar, van Axel, T. K. Dulmond, van Schoondgke, F. A. Roseodaal, van Brcsbens, S. J. van Wijck, van Neuzen. Huisonderwgzeressen in het sefcrgvenGeëxa mineerd en ioegelaten, H. G. Gatzin van Middel burg, M. C. J. Lomans, van Middelburg. Onderwijzer in het teekenen Geëxamineerd en toegelaten, D. J. Meeusen van Middelburg. Onderwijzeressen handwerken. Geëxamineerd 9. Toegelatenmej. J. M. Bnisonje van Vlissingen (fraaie), H. G. Gatzen van Middelburg (nuttige) J. Karreman van Zierikzee (nuttige), D. C. Kenle- mans van Middelburg (nuttige en fraaie), J. B. van Kooten van Middelburg (nuttige en fraaie), M. C. J. Loomans van Middelburg (nuttige), C. A. Sterk van Middelburg (nuttige en fraaie). Bjj den gemeenteraad van Rotterdam is ingekomen een adres van 23 predikanten, verzoe kende wijziging der schooluren met het oog op het godsdienstonderwijs van leerlingen op de openbare scholen. Tot leeraar in de staathuishoudkunde enz., aan de H. B. S. en het gymnasium te Rotterdam is door den raad voor den tijd van éen jaar be noemd de heer C. J. Theunisse. Door den kerkeraad der N. H. gemeente te Oost- en West-Souburg is een drietal samen gesteld uit de heeren predikanten T. N. Crouzas, te Noordwijk aan zee; D. P. M. Huet, te Nnnspeet; J. H. Graveasteijn, te de Bildt. Te Amsterdam heeft de commissie, benoemd tot het toekennen der gouden eerepenningenvan gemeentewege uitgeloofd bij gelegenheid der ten toonstelling van kunstwerken van 1877, die toegewezen aan Den heer Jan van Beers, te Antwerpen, voor zijn schilderstuk n° 19: „Uitvaart van Karei den Goede, graaf van Vlaanderen, den 22e° April 1127 in de St. Christoffelskerk te Brugge gevierd den heer Jaroslav Cermak, te Parijs, voor zijn schilderstuk n° 86„Herzegowiensche vluchtelingen in hun dorp terugkeereude, vinden dit door de Bachi Boezoeks geplunderd, de kerk verwoest en de graven op het kerkhof geschondenden beer C. Gnssow, te Berlijn, voor zijne schilderstukken n® 184/85: „Verloren geluk" en „Het Katje;"den heer R. Barnier (Nederlander), te Dusseldorf, voor zijn schilderstuk n° 74: „Een warme morgen op het strand aan den Hoek van Holland;" den heer J. Melis, te Rotterdam, voor zijn schilderstuk „Heb ik je nu voor altijd, Marietje?" zei hij en sloeg den arm om haar heen. „Ik geloof het wel", zei ze lachend, maar daarop werd ze ernstig en kreeg een kleur. Nu of nooit, dacht hij en wilde haar een zoen geven, maar zij trok haar hoofdje onder zgn arm door en liep lachend weg. Bg de laatste boomen bleef zy echter staan en fluisterde„wanneer zien we elkaar weder?" „Morgen, morgenantwoordde hij zacht. „Ja, morgen „Vaarwel „Marietje!" Zij bleef weer staan. „Zeg, het was heerlijk dat we elkaar voor het eerst op den berg ontmoetten." „Ja, dat was het;" en weg was zij. Hij keek haar nog lang na, de hond snelde haar vooruit, zij liep hem achterna en beval hem stil te zijn. Hij keerde zich om, nam zijn pet af en wierp hem driemaal in de hoogte. „Nu geloof ik dat ik weet wat het zeggen wilvroolijk te zijn," zei de jongeling en liep hard naar huis. Op zekeren namiddag, terwgl moeder met de dienstmaagd aan het hooi bgeenharken was en vader het met Eyvind naar binnen bracht, kwam een klein jongetje met bloot hoofd en bloote voeten over den berg en over het veld naar Eyvind toe loopen en gaf hem een strookje papier. n° 344„Je moet stil zgnden heer C. J. de Vogel, te Dordrecht vqor zgn schilderstuk n* 557 „De vgver in het Haagsche Bosch." De expeditie naar Samalangan is, gelijk reeds gemeld werd, gelukkig afgeloopen, doch haar succet wordt merkbaar overschaduwd door den nachteiy- ken aanval, dien onze troepen zich in den nacht van den 11,B Augustus op den hals haalden. „Op den hals halen" is het juiste woord, want uit het verhaal, dat de officiceele Javasche courant daarvan mededeelt, blgkt dat er wel degeiyk van eene „verrassing" door den vgand sprake was. Te 3J uur 's nachts werd het 8® bataljon dat in carré bivakkeerde, door den vijand, sterk 3 a 400 man, met den klewang aangevallen. Al krui pende drongen de Atjehers plotseling tot aan het carré door; aan een gedeelte gelukte het zelfs daar binnen te komen. De aangevallen flank deinsde terug, waardoor ook het overige gedeelte van het carré volgde. Het'gelukte echter den korpskommandant spoedig de orde te herstellen. Na ongeveer uur strijdens, werd de aanval afgeslagen. Wg behielden onze positie. Aan onze zijde sneuvelden de kapiteins H. J. Jonker en J. Lojenga, 8 Europeanen, 4inlandsehe militairen en 10 dwangarbeiders; verder werden gekwetst: de luitenants Le Bron de Vexela,Wijn malen en Christen, 15 Europeesche en 9 inland- sche militairen en 18 dwangarbeiders. In en om het carré liet de vgand 58 dooden achter. Te 5J uur 's morgens werd het 8® bataljon, dat nu een carré buiten het bosch geformeerd had, opnieuw door den vgand beschoten. In dichte drommen naderden de Atjehers tot op 500 pas. Eenige salvo'swaarbg verscheidene vielen, deden hen echter terugtrekken. Uit Malang wordt bericht, dat er, evenals ten vorigen jare, weer geen geld is om de inlan ders te betalen, die koffie komen aanbrengen, en men weer bonnetjes afgeeft. Er bestaat geen beter middel om de koffiecultuur geheel ten gronde te richten dan deze wijze van handelen. Zoodra in de dessa's bekend wordt, dat de „kompanie" geen geld heeft om de koffie te betalen, wordt er ook geen koffie meer aangebrachtde inlander zoekt zijn product óf op slinksche wgze van de hand te zetten óf hg werpt het weg, om van den last bevrijd te zijn. Ten vorigen jare heeft hg de ondervinding opgedaan hoeveel voordeel hem de gedwongen cultuur oplevert als hy met een bon netje betaald wordtin de dessa zgn opkoopers genoeg, die wèl geld bezitten en hem zgn bonnetje voor een spotprijs afkoopen. „Gij kunt goed loopen," zet Eyvind. „Ik ben er ook voor betaald," sprak de knaap, en daar hg geen antwoord op het briefje moest hebben, draafde hij terstond den berg weer op; want er kwam iemand na hem op den bovenweg, zooals hij zeide. Eyvind opende schielgk het briefje en las: „Nu gaat hg op marsch, maar het gaat langzaam! Loop het bosch in en verstop je. Gij weet wel Wie." „Dat doe ik niet," dacht Eyvind en keek trotsch den berg op. Het duurde dan ook niet lang of er werd een oud man boven op den berg zichtbaar, die eens stond te rusten, een eindje voortliep, en dan weder rustte. Thore en zijn vrouw staakten ook hun werk om naar hem te kijken; maar Thore lachte, terwijl de vrouw van kleur ver schoot. „Kent gij hem „Ja, en er kan geen sprake van vergissing zijn." Vader en zoon zetten hun werken in het hooi voort en Eyvind wist het zoo in te richten dat ze bij elkaar bleven. De oude man op den berg kwam al nader en nader, als een hevige Weste- wind. Hij was zeer groot, tamelijk gezet en slecht ter been en liep dus langzaam en moeielijk en moest steeds op zgn stok leunen. Eindelgk was hg zoo dicht bg dat zo hem duidelgk konden zien. Hij bleef staan, nam zijn pet af en veegde zijn voorhoofd met zijn zakdoek af. Zijn hoofd was kaal tot achter toe, zijn gezicht rond en vol rimpels en onder zijn borstelige wenkbrauwen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1