BUITENLAND. Teiegraphische berichten. Brussel. Prins Lodewijk Napoleon heeft giste ren het kasteel van Dave en Belgie verlaten. Londen. Volgens een telegram in de Obser ver, uit Konstantinopel, hebben de Russen en Rumeniers den 28en September jl. de posities van Osman Pacha aangevallen, doch werden met zeer groote verliezen afgeslagen. Verkoopingen en aanbestedingen. Burgerlijke stand. Tweede kamer. Door den minister van bin- nenlandsche zaken werd heden mededeeling gedaan dat alle ministers Donderdag hun ontslag aan Z. M. den koning hebben aangeboden en dit ver zoek thans bg Z. M. in overweging is. Thermometerstand. Algemeen Overzicht. BUITENLAND. De grève der arbeiders in de kolenmijnen van Henegouwen is geëindigd; de werkzaamheden zijn overal hervat. Een depêche in de Times uit Schoemla bericht, dat de Russische voorposten over Czerkowna in de richting van Popkoï voortrukken en dat Kava- china door Kozakken is bezet. Na de onthulling van het gedenkteeken op het graf van wijlen graaf van Lijnden is de begraaf plaats alhier dagelijks door een groot aantal per sonen bezocht. Vooral gisteren was het getal bezoekers bijzonder groot, zóo zelfs dat des avonds te 6 uren, toen de begraafplaats gesloten moest worden, zich nog velen daar bevonden, die zich op verzoek der beambten moesten verwijderen, De redactie van het Weekblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen's westelijk deel is door den heer Gr. A. Vorsterman van Oijen, wegens zijne andere drukke bezigheden nedergelegd. Alleen stelt hij zich voor zooveel mogelijk wekelijks een opstel over land en tuinbouw te leveren. De uitgave van het weekblad wordt echter voortgezet. De belangen van het kanton Oostburg zullen er in voorgestaan en op godsdienstig gebied volkomen onzijdigheid betracht worden. Te Sluis heeft eene dienstmeid, die sedert zes jaren in denzelfden dienst was, zich aan diefstal schuldig gemaakt en naar België de vlucht genomen. Te Cadzand is eene poging om bij een landbouwer een varken te stelen, verijdeld door het wakker worden der bewoners. Het dier was reeds tot in de weide gehaald. Te IJzendijke werden bij een landbouwer in een nacht alle hoen ders gestolen op 16 na. Twee vond men er 's morgens dood in 't veld liggen en, denkende dat die door de dieven gedood en vergeten waren, nam men ze opbraadde ze en smulde daar 's mid dags aan, doch allen die daarvan gegeten hadden voelden zich dien dag in meerdere of mindere mate ongesteld. Men vermoedt daarom dat den hoenders een bedwelmend voeder is toegediend, om ze te beletten leven te maken. Als oorzaak voor deze diefstallen schrijft men uit Cadzand aan het Wbl. v. Z. VI. W. deel het volgende „Men heeft hier onlangs de brigade maréchaus- sée weggenomen en naar Breskens verlegd. Uw berichtgever twijfelt er niet aan, dat zij in Bres kens c. a. noodig zijn, maar als bij ons de politie niet versterkt wordt, hebben we meer van die lastige visites te wachten. De winter toch laat zich onder treurige voorteekens aanzien. Het hoofdvoedsel voor den minderen man, aardappels, is bijna totaal mislukt; bij de meesten zal met nieuwjaar geen aardappel meer in huis zijn. De varkensziekte heeft in de omliggende gemeenten tal van slachtoffers geëischt, zoodat in 't hartje van den winter de arbeider met geringe verdienste, zonder aardappels en zonder spek, in de behoeften van zijn vaak talrijk huisgezin voorzien moet. „Voor velen zal de honger een scherp zwaard zijndaarom ware het misschien goed bij tijds gelden in te zamelen om in de behoeften te kun nen voorzien van de armen, die zulks zelf niet kunnen, en van gemeentewege gedurende den winter werkzaamheden te laten verrichten ter verbetering van wegen enz." Te Kampen zal door den heer Milatz, gymnastiek-onderwijzer, eene bad- en zweminrich ting worden opgericht, waartoe de gemeente eene subsidie van /5000 heeft toegezegd, terwijl door inschrijving mede een kapitaal van f 5000 is ver kregen. Te IJmuiden zijn Zaterdag proeven genomen met onderscheiden toestellen van den heer Lefebre, een bekend geluidkundige en fabrikant uit den Haag. De proeven met de misthoorns en scheeps roepers voldeden goed, het geluid was op 800 meter afstand duidelijk hoorbaar en ook de waarnemin gen van waar het geluid kwamde richting namelijk, waren voldoende. Het weder was echter zeer stil, het bulderen van den storm, zelfs het gewone ruischen van de zee, ontbraken, zoodat de gelegenheid tot afdoend waarnemen eigenlijk ongunstig was. Ook met een stoomfluit werden proeven genomen op een bootje, dat ongeveer 1600 meter van den seinpost lag. Aldaar was het geluid duidelijk hoorbaar. Eene laatste proefneming met de stoomfluit op ongeveer 1900 meter gelukte ook. In de vaart op New-York, onder directie der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaartmaat schappij te Rotterdam, zal weldra opgenomen worden een in Engeland voor rekening van eenige deelhebbers aangekocht stoomschip, in 1874 bij Glasgow voor eene Liverpoolsche maatschappij aangebouwd. Het is 2400 ton groot, bezit werk tuigen van 300 paardekracbten nominaal, en is genaamd de „Schiedam". Het zal den 6eB dezer, onder kapitein'Chevalier, van Rotterdam vertrekken. Burgemeester én wethouders hebben heden na middag op het raadhuis alhier in het openbaar by enkele inschrgving aanbesteed de levering van 650 hectoliter Ruhr kachelkolenten dienste van het gemeentebestuur. Er waren vijf biljetten ingediendte weten wed. A. H. Ingelse voor 67 cent de hectoliter; Willems van der Burght voor f 428,28 of 654/5 centH. J. Dronkers voor 65 centD. C. van der Harst voor 63f en A. Jobse voor 61 cent. Aan laatstgenoemde is de leveringbehoudens nadere goedkeuring van burgemeester en wethou ders, gegund. (Van 23—30 September.) Middelburg. Ondertrouwd: J. Fransoo, jm. 24 j., met J. W. E. Lauwereins, jd. 30 j. W. Melse, jm. 33 j., met C. Ton, jd. 29 j. J. J. Stoutjesdgk, jm. 26 j., met M. Poppe, jd. 18 j. E. P. van Marken, wedr. 29 j., met S. W. de Beijer, jd. 18 j. J. Ermerins, jm. 40 j., met S. van Hoeij Sehilt- houwer, jd. 32 j. P. van Offenbeek, wed'. 52 j., met P. Smitman, wede. 43 j. W. Verhoeff, jm. 18 j., met C. Dorlegn, jd. 25 j. Bevallen: E. van Alten, geb. Ponse, z. M. M. Siegers, geb, van Sprang, z. M. Deïst, geb. Opper man, z. H. C. A. Sprenger, geb. de Bruijn van Melis en Mariekerke, z. M. M. de Nood, geb. Kers- sen, d. M. D. Mühlradt, geb. Kools, d. J. Franse, geb. van Tatenhove, z. D. Gillisse, geb. Lampers, d. P. J. Goethart, geb. de Bukviel, z. A. P. Raem- donck, geb. Nuijts, d. H. P. Iburg, geb. Rassers, z. J. Joosse, geb. Klaasse, d. F. Bakker, geb. Remgn, z. J. A. van Eldgk, geb. de Yroom, d. A. C. Rijbering, geb. Jolmers z. J. A. Gravestein, geb. Akkerman, d. J. E. Bosman, geb. de Oude, d. J. W. van Dgk, geb. van der Luzt, z. (levenl.) OverledenE. van de Kop, d. 3 w. C. M. Blok- poel, d. 4 j. P. J. Spapé, z. 15 d. M. J. Boone, man van J. Meulmeester, 68 j. J. Perre, jd. 76 j. (Van 2229 September.) Vlissingen. GehuwdM. Tuijtjens, wed1, van H. de Backer, 49 j., met C. Lantrok, wede. van J. M. Sterzenbach, 34 j. C. H. Antheunissen, jm. 31 j., met J. H. But, jd. 21 j. L. L. de Haan, jm. 32 j., met M. E. Wisse, jd. 26 j. Bevallen: J. H. Janssens, geb. Klgberg, d. J. W. C. de Kok, geb. Kloeg, z. A. Gorissen, geb. de Vos, d. C. M. Blinkhof, geb. Stubbe, d3. (tweel.) A. Mo3, geb. Hutchison, d. T. J. flooftman, geb. Cornelisse, d. N. Sterzenbach, geb. van den Ende, z. M. Hegberg, geb. Huijssoon, d. A. M. Loois, geb. Lagaaij, d. S. J. van Dokknm, geb. Outer- mans, d. J. de Rooij, geb. Schenk, z. J. M. de verbetering van den toestand beschouwde men vermeerdering van werkkrachten door landverhui zing (immigratie). Namens het koloniaal bestuur werd het woord gevoerd door den procureur-generaal, mT. van Looijen. „Het bestuur, zeide hij, is geheel door drongen van den ernstigen toestand van achter uitgang, waarin de kolonie nog steeds verkeert. Toch mochten er gelukkig enkele lichtpunten worden waargenomen. En dat het bestuur werke- lgk die meening koestert, blgkt uit de rede van den gouverneur bij de opening van de tegenwoor dige vergadering der koloniale staten. Gebrek aan arbeiderskrachten is het groote euvel, waaraan de kolonie lijdt. Al wat dan ook ten voordeele der immigratie in deze vergadering gesproken is, wordt door het bestuur ten volle gedeeld. Zonder immigratie zal de kolonie hoe langer hoe meer tot verval neigen. Maar de gouverneur mocht bij zijn rede ook op enkele lichtpunten wijzen. Terwijl spr. al wat tot het gebied van de financiën behoort aan den administrateur van financiën, zal overlaten, wenscht hij in de eerste plaats op de vermindering der misdrijven de aandacht te vestigen. Er is vermindering vooral in het getal veroordeelden in de buitendistricten. Er vonden minder overtre dingen plaats. Het bestuur leidt er uit af, dat door de immigranten in 1876 beter is gewerkt. „Het bestuur blijft ook hopen, dat de suikercul tuur in 't algemeen belang van de kolonie, niet van een enkele klasse, maar in haar algemeen financieel belang, zal ondersteund wordenterwijl het 'tfeit betreurt, door een der sprekers vermeld, dat een groote suikerplantage voor een groote som is verkocht om gesloopt te worden. Een zeker bewgs voorwaar van den achteruitgang der kolonie was gebrek aan kapitaal, aan energie en aan lust om de zaak op te vatten. Ook blijft het bestuur verklaren, dat het in de hoop leeft, dat centraal- fabrieken in de kolonie opgericht zullen worden, met het oog vooral ook op de verbetering van den kleinen landbouw." binnenland. Na deze mededeeling werd de vergadering gesehorst en door de centrale sectie beraadslaagd. De zitting heropend zijnde, werd namens de centrale sectie medegedeeld dat zij besloten had met het onderzoek der staatsbegrooting door te gaan. De heeren Wintgens en Bastert verklaarden zich daartegen, dewgl de onzekere staatkundige toestand de beraadslaging thans onvruchtbaar maakt. De heer Cremers verdedigde het besluit der centrale sectie, daar alle politieke beschouwingen kunnen achterwege big ven en de begrooting alleen uit een administratief oogpunt behandeld kan worden. Het voorstel van den heer Wintgens om het onderzoek uit te stellen werd daarna met 27 tegen 21 stemmen verworpen. De nominatie ter vervulling der bestaande vaca ture in den hoogen raad werd samengesteld uit de heeren Pols, vice-president der rechtbank te Rotterdam; van Bel, raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam; Loke, raadsheer in het gerechts hof te 's HageFeith, rechter in de rechtbank te Amsterdam en Neeb, advocaat te Leiden. Ingekomen is een wetsontwerp tot regeling der overdracht van spoorwegconcessiën, alsmede eene kennisgave van den heer van den Heuvel, dat hg zijn ontslag neemt als lid der kamer voor het kiesdistrict Boxmeer. en het verwondert mij dat het altijd zoo goed gegaan is. Maar nu zal het beter worden; want nu heb ik zooveel geleerd. Ik zou wel een groote betrekking willen hebben om alles te pas te kun nen brengen, wat ik hier leer; en ik zal naar zulk een betrekking uitzien. Hier zeggen ze allen dat John Hatlen niet zoo knap is als men bij ons beweert, maar hg heeft zelf een groote hofstede, zoodat het er, behalve voor hem zelf, niet op aan komt. Vele jongelieden, die hier ge studeerd hebben, krijgen zeer hoog loonzij worden zoo goed betaald omdat dit de beste landbouwschool in het land is. Men heeft hier twee woordenTheorie en practgk, en het is goed om die beiden te kennenwant het eene is niets zonder het andere, maar het laatste is toch het beste. Het eene beteekent te weten: hoe en waarom een werk zoo en niet anders gedaan kan worden het andere, het werk grondig te verstaan, wat mij eigenlijk het voornaamste toeschijnt. Onze directeur is zóo knap, dat niemand zich met hem kan meten. Wg hebben ook een luitenant, die ons het landmeten leert en die is zóo knap dat hg de eerste op de militaire school wasniet alle luitenants moeten zooveel geleerd hebben en zoo bescheiden zgn als hg. Mijn oude meester vraagt of ik wel naar de kerk ga, wel zekeren we hebben nu een nieuwen dominé gekregen, die preekt dat iedereen er van zit te rillen en te beven. De menschen vinden dat hij te streng is, maar ik vind dat dat geen kwaad kan, daar hij slecht e met woorden kastijdt, voor zoover een ieders geweten hem gelijk geeft. Tegenwoordig leeren wij veel geschiedenis, wat wij vroeger niet gehad hebben, en het is zonder ling om te zien hoe het in de wereld toegegaan is, vooral bij ons. Want wij hebben altijd over wonnen, behalve wanneer wij verslagen werden en dan zyn we veel kleiner geworden. Thans genieten wg een vrijheid, die geen ander volk in zulke ruime mate geniet, behalve Amerika; maar daar zijn ze niet gelukkig. En wij moeten onze vrijheid boven alles liefhebben. Nu zal ik voor ditmaal eindigen; want ik heb zeer veel geschreven. De meester leest myn brief zeker wel en als hg voor u antwoordt, dan ver zoek ik vriendelijk dat hij mij wat nieuws over den een en den ander verteltwant dat heeft hg tot nog toe niet gedaan. Zijt hartelijk gegroet van uw zoon Eyvind Tiiobesen. Lieve Ouders I Nu moet ik u vertellen dat wij examen gehad hebben, en dat ik er in veel vakken goed door ben gekomen, voornamelijk in het schrijven en landmeten; met de moedertaal was het minder. De directeur zet ik moest meer boeken lezen en hij gaf mij eenige mooie verhalen, waarbij ik beur telings moet lachen en weeuen. Wat is het heer lijk uit zulke boeken een wereld en menschen te leeren kennen, die men anders nooit te zien krijgt. Maar vele boeken schilderen de wereld niet zooals zij is en voor die soort van boeken moet ik op mijn hoede zijn. Ik ben nu in de hoogste klasse, waar ik een jaar moet blijven om klaar te komen. De meeste mijner makkers zijn weggereisd en ik verlang ook naar huis. Het is mij alsof ik alleen sta, hoewel dat niet zoo ishet is zulk een zonderling gevoel, zoolang van zijn familie gescheiden te zijn. Ik dacht vroeger dat ik hier heel vroolijk zou worden, maar dat lukt nog niet heelemaal. Wat zal ik toch gaan doen als ik hier van daan ga? Het eerste kom ik natuurlijk bg u en later moet ik maar een dienst zoeken; maar hg mag niet ver af zgn. En nu vaarwel, mijne ouders, groet ze van me, die naar mij vragen, zegt hun dat het mij goed gaat, maar dat ik naar huis verlang. Uw u liefhebbende Zoon Eyvind Tiiobesen Pladsin. Lieve Meester! Deze dient om u te vragen of gij den ingesloten brief wilt verzenden, zonder er iemand iets van te zeggen. Als gij het niet doen wilt moet ge hem maar verbranden. Eyvind Tiioresin Pladsen. Wordt imvofgd.) Koster, geb. Tilroe, z. P. S wennen, geb. van de Sande, z. Overleden: C. Harinck, d. 8 m. E. A. Stasse d. 6 w. A. de Boo van Ugen, z. 4 m. J. a'. Hariot, z. 4 j. I. Vos, z. 9 w. Goes. Gehuwd: J. P. Ribbe, wedr. van W. Steketee, 56 j., met K. Poelman, jd. 43 j. p* Reijnhout, wed1, van K. van Sprang, 28 j., met M. Meulmeester, wede. van A. Krijger, 39 j. J. d0 Graag, jm. 37 j., met C. Fuijksch'ot, jd. 22 j. BevallenG. van ZwedeD, geb. Steenpoorte, z, J. Vaes, geb. Nieuwersteeg, z. J. L. Sloover, geb. van den Berge, z. Overleden: M. de Dreu, z. 9 m. M. K. Maar- tense, d. 5 m. C. F. Marlgn, gehuwd met A. Plompe, 70 j. Zierikzee. Gehuwd: D. Reerink, jm. 38 j., met M. M. Mazure, jd. 28 j. Bevallen: J. Verhulst, geb. van Oorschot, z. S. C. Kooman, geb. Flikweert, z. J. de Vries, geb. Cortenbach, d. (levenl.) Overleden: A. de Vin, wede. van P. Lijk, 87 j. 29 Sept.'s av. 11 u. 51 gr. 30 's morg. 7 n. 48 gr. 's midd. 1 u. 61 gr. 's av. 11 u. 52 gr. 1 Oct. 's morg. 7 u. 49 gr. 's midd. 1 n. 60 gr. 's av. 6 u. 59 gr. Het vermoeden, opgewekt door de verklaringen van de Oostenrgksche en Hongaarsche ministers, dat er eenige verandering is gekomen in de poli tieke verhouding tussehen de drie keizerrgken wordt bevestigd. Die verklaringen, gegeven in antwoord op de interpellatie betreffende de Ooster- sche quaestie, hebben noch in Weenen noch in Pesth voldoening gegeven, vooral niet ten opzichte van hetgeen met betrekking tot Servië is gezegd. De onzekerheid waarin de regeering de vertegen woordiging heeft gelaten over hare voornemens, voor het geval genoemd vorstendom mocht beslui ten deel te nemen aan denstrgd, wordt o. a. sterk afgekeurd door de Neue freie Presse en de Deutsche Zeitung. Zelfs het ministerieele Fremdenblatt erkent dat de Oostenrgksche kamer niet voldaan is over het antwoord van prins Auersperg, maar het betoogt tevens, dat het niet noodig is pressie op Servië uit te oefenen. „Laten zegt het de zaken hun loop hebben en men zal ten slotte te Belgrado inzien, dat het verkeerd zou wezen besluiten te nemen, die de goede betrekkingen tussehen Oostenrgk- Hongarije en het vorstendom in gevaar kunnen brengen." Hieruit volgt dus, dat het Fremdenblatt van gevoelen is dat Servië ook zonder eenige pressie den vrede zal bewaren. Vooral merkwaar dig eehter is wat bet offieieuse orgaan verder zegt: „Duitschland en Oostenrgk waren het aaBvankelgk over de Oostersche quaestie niet volkomen eens. Thans echter i3 dit geheel anders. T e Berlgn vindt iedere wettige eisch van Oostenrgk ondersteu ning en deze overeenstemming tussehen de beide groote mogendheden, 'van Midden Europa, die nog inniger is geworden door het onverwachte verloop van den Russisch- Tarkschen oorlog, is het gevolg van de opene, eerlgke en nauwkeu rig omschreven politiek van graaf Andrassy." Dit wil dus zeggen, dat men aanvankelijk te Berlgn meer Russischgezind was dan te Weenen en dat de verandering in de opinie van Duitschland ten goede komt niet van Rusland, maar van de OostenrgkschHongaarsche monarchie, en wel gedeeltelijk althans ook tengevolge van de neder lagen der Russen. Voor volken geldt het zoowel als voor individuen, dat men in het ODgeluk zgn ware vrienden leert kennen. Indien Rusland had gezegevierd zon het waarschgnigk steeds op den steun van Duitschland hebben kunnen blgven rekenen. Vae victis Te Berlijn hebben de verklaringen der Oosten rgkschHongaarsche regeering over het algemeen een gunstigen indruk gemaakt. De Norddeutsche Allgemeine Zeitung ziet er een duidelgk programma in ten aanzien van de drie voornaamste punten der OostenrijkschHongaarsche politiek, nl. 1° dat Oostenrijk—Hongarije is voorbereid op alle even tualiteiten van het Oostersche vraagstuk; 2° dat geen van die eventualiteiten zal worden verwezen lijkt zonder de medewerking noch ook ten prejudice van OostenrgkHongarge, en 3° dat de belangen dier monarchie bij de definitieve regeling der Oostersche quaestie zullen worden gewaarborgd door een overeenkomst tnsachen de Europeesche mogendheden. Bg de nauwere aaneensluiting tussehen Oosten rijk—Hongarije en Duitschland komt nu nog het liebaügeln van Duitschland tegen Italië, waardoor te Weenen het vermoeden is ontstaan en uitge sproken, dat de politiek van Duitschland ten doel zou hebben om in het verbond tussehen Duitsch land, Oostenrgk en Rusland dit laatste te vervan gen door Italië. Tot dit vermoeden heeft voornamelijk aanleiding gegeven de bewijzen van sympathie, door den heer Crispi te Berlijn ontvangen en die in Frankrijk een over het algemeen onaangenamen indruk hebben gemaakt. Zelfs de Temps erkent, dat zoo zg voor Frankrijk geen reden behoeven te wezen tot vrees, het zich evenmin met die uitingen der sympathie jegens Italië kan gelukwenschen. Maar aan wien de schuld daarvan? vraagt hetPargsche blad. Het antwoord luidt: aan Frankrijk zelf. Of heeft niet in 1866 keizer Napoleon III het eerst Italië in de armen van Duitschland geworpen Eu

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 2