Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Landbouw. Marine en leger, Rechtzaken. Men schrijft ons uit Philippine „Als een bij zonderheid mag wel gemeld worden dat op gisteren (Woensdag) des namiddags om streeks half vier uur binnen de haven stoomde de boot „Assistant", met een diepgang van circa 6 voet, van het bestuur der visscherijen op de Zeeuwsche stroomen. Dit feit is te meer merk. waardig, dewijl dit het eerste stoomvaartuig is, dat ooit deze haven binnenkwam. Wel waren ten tijde van den Belgischen opstand stoomschepen nabij de haven tot aan het zoogenaamde Noordweg geweest, doch niet éen was binnengekomen. Reeds 30 a 40 jaren ligt de Brakman onder het vooroordeel van een onbeduidend vaarwater te zijn, waarom noch ton noch baak den schepeling den weg wijst, en nu, na verloop van dien tijd, stoomt nog een boot zonder slag of stoot de haven binnen, een bewijs, dat de opdroging toch een zeer tragen gang heeft, en het vaarwater bruikbaarder is dan men buitenaf wel zou denken." Door den gemeenteraad van Sluis zijn benoemd tot archivaris de heer H. Q. Janssen, schoolop ziener en predikant te Sint Anna ter Muiden, en tot adjunct-archivaris de heer J. A. Dorrenboom, directeur van het telegraafkantoor te Sluis. De heer C. Buijsman, controleur der stoom vaartmaatschappij Zeeland te Vlissingenheeft voor die betrekking bedankt en zal het Duitsche expeditiekantoor Bras en Rothenstein te Londen gaan vertegenwoordigen. Zijne plaats bij de stoomvaartmaatschappij Zeeland zal vervuld wor den door den heer Alter van de Koninklijke Nederlandsche stoombootmaatschappij te Amster dam. TERBETERIKS. Gisteren heeft niet de heer W. A. baron van Lijnden, maar m'. J. C. E. graaf van Lijnden, rechter in de arrondissements-rechtbank te 's Hage, als oudste zoon, namens de ecktgenoote en de kinderen van den overledene het woord gevoerd bij de onthulling van het gedenkteeken op het graf van wijlen mr. R. W. graaf van Lijnden. In de opheldering aan de Goesche courant in ons nommer van gisteren is (2» bladz. 1" kolom lle regel) abusievelijk het woord koesteren gebruikt, terwijl kosten bedoeld was. BELASTiHGEif. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen en aceijnsen te 's Gravendeel c. a., K. Boudewijn, thans ontvanger derzelfde middelen te Hillegersberg c. a. Wij ontvangen heden de volgende opgaaf „Tot een driedaagsch examen ter toelating in de rijks hoogere burgerschool alhier waren 31 candidaten opgekomen, waarvan 28 zijn geslaagd, en 18 in de le kl., de overigen in hoogere klassen zijn geplaatst. „Den 6en dezer werden de lessen weer geopend met 92 leerlingen24 in de le, 20 in de 2e, 20 in de 3», 15 in de 4e en 13 in de 5e klasse." Te Oostburg is Dinsdag jl. de nieuw benoemde pastoor door eene eerewacht te paard en met mu ziek ingehaald. Na eene wandeling door de ge meente begaf de stoet zich door een eerepoort in de kerk, waar de pastoor door den deken van IJzendijke werd geïnstalleerd. Met eene serenade „Ongetwijfeld, maar men mag zich toch niet te zeer over zulke dingen verheugen. Het moet eigen lijk den lieven God aangenaam zijn dat iemand blij is zooals hij hem geschapen heeft. Dat kan wel het geval zijn maar het bevalt hem zeker beter, dat gij het zijt, zonder er zelf zooveel ophef van te maken. Dat is waar, maar dat komt, dat alles zoo nieuw is. Ja wel, dat geef ik toe; maar dan moet ge het ook langzamerhand afnemen. Natuurlijk. Zoo betrapte hij zich herhaaldelijk op zelf beproevende hardop gevoerde gesprekken; want hij meende dat er vooral op dezen dag geen smet mocht vallen die hem ontheiligde. Toen Eyvind beneden bij zijne ouders kwam zaten zij reeds geheel gekleed aan de tafel en wachtten hem met het ontbijt, hij was meer ver moeid geweest dan zij en had dus langer geslapen. Moeder lachte toen hij binnenkwam en zag haar man aan, als wilde zij zeggen. „Ziet gij nu wel dat hij er goed uit ziet, als hij maar goede klee- ren aan heeft?" Vader zat met de eene hand op tafel te trommelen om te toonen dat hij er zich niet mede inliet. Eyvind dankte hen voor de mooie kleeren, en reikte hun hartelijk de hand, waarop zij hem wenschten dat hij altijd gezond mocht wezen, om ze te kunnen dragen. Zij gingen zitten, baden stil en begonnen te eten. Daarop ruimde moeder den boel weer op en bracht den broodkorf voor den kerkgang binnen. Met het gezangboek in den zak, aanvaardden zij den tocht oyer den berg, nadat zij het huis goed gesloten aan den benoemden geestelijke werd de dag besloten. De Staats-courant bevat de statuten der te Doetinchem gevestigde vereeniging voor voor- loopige opleiding van jongelieden, van 13 tot 16 jaren, bestemd om kweekeling te worden van de Vereeniging tot bevordering van inwendige zending, bedoelende de opleiding tot predikanten. Grondslag der vereeniging is „de belijdenis der N. H. kerk, uitgedrukt in hare formulieren van eenigheid." De navolgende drie prijsvragen, ter beant woording vóór 15 Dec. 1878, zijn, de twee eerste bij herhalingde derde voor het eerstdoor het Haagsehe genootschap tot verdediging van den Christelijken godsdienst uitgeschrevenI. Welke isblijkens do geschiedenisde verhouding tus- schen het godsdienstig geloof der volken en de behandeling hunner dooden II. Het genootschap verlangteen geschiedenis en critiek van het kerkelijk leerstuk aangaande den staat der rechtheid en den val. III. Het genootschap verlangt te zien aangewezen, in hoever de vergelijkende gods dienstgeschiedenis, zooals die thans beoefend wordt, bijdraagt tot de kennis en waardeering van het Christendom Het programma is op franco-aanvrage verkrijg baar bij den secretaris van het genootschap, prof. A. Kuenen te Leiden. i 41 SchouwenDuiveland, 26 September 1877. De Meekrap. In het laatst van het vorige jaar wendde de kamer van koophandel en fabrieken te Zierikzee zich tot den minister van buiten!andsche zakeD, om hem te verzoeken een onderzoek in het bui tenland te doen instellen, teneinde meer licht te verkrijgen omtrent de ware verhouding tusschen de meekrap en de kunstalizarine en bijgevolg omtrent de beantwoording dezer vraag: moet de meekrapcultuur al dan niet in stand worden ge houden welke vraag toen nog niet met voldoende zekerheid te beantwoorden was. Na eenig gehaspel zonder dat schijnt er nooit iets te kannen gebeuren werd de lange reeks van vragen, door de kamer ontworpen, vanwege het ministerie van buitenlandsche zaken ter be antwoording gezonden aan onze consulaire verte genwoordigers in Frankrijk, Duitschland, Italië, Engeland en Amerika. De belangrijke rapporten hierdoor verkregen zijn heden avond door genoemde kamer ter inzage gelegd. Door mij i3 er het volgende aan ontleend, dat, hoe onvolledig ook, naar ik vertrouw vol doende zal zijn om er de noodige voorlichting uit te putten bij het nemen van een besluit. Het onderzoek had geen ander doel. Na onze erkentelijkheid en tegelijk zeker die van vele belangstellenden betuigd te hebben aan de kamer van koophandel en fabrieken te Zierik zee, aan wier volhardend streven we het onderzoek in den vreemde en de nu verkregen officieele inlichtingen dank wijten, beginnen we met Frankrijk. De kunstalizarine zal de meekrap geheel verdringen, en de dag schijnt weldra te zullen aanbreken, waarop men met de eerste zonder moeite dezelfde kleurschakeeringen zal verkrijgen als met de aniline, met dit onderscheid, ten gunste der alizarine, dat de gelijksoortige kleuren, in plaats van te verschieten, eene groote vastheid zullen hebben. Het rapport, waaraan ik deze conclusie ontleen, is niet afkomstig van onze consuls in Frankrijk, maar van eene specialiteit. Aan het slot van den brief, die zijne inlichtingen vergezellen, schrijft hij: Volgens de betrekkingen, die ik persoonlijk heb hadden. Toen zij den bovenweg bereikt hadden ontmoetten zij veel menschen die ook op weg naai de kerk waren, zoowel op wagens als te voet, waaronder aannemelingen en stokoude grootouders, die voor ditmaal het nog eens waagden de reis te doen en daarom overal begroet werden met de woorden: „Zoo, zoo! zijn zelfs zulke oude lieden nog op weg naar de kerk?" Het was een herfstdag, zonder zonneschijn, zooals men dat wel meer heeft, als het weer op het punt is van om te slaan. De wolken dreven naar elkaar toe en verdeelden zich weder; somtijds leek het een met onheil dreigend leger, maar op de aarde was het nog stil, het loof hing als dood aan de takken en bewoog zich niet eens; de lucht was zelfs eenigszins drukkend en de menschen waren allemaal met reismantels gewapend, die zij echter niet noodig hadden. Een buitengewoon talrijke schare had zich voor de kerk, die buiten de kom van het dorp lag, verzameld; de kennissen be groetten elkaar, de vrouwen gingen terzijde om elkaar te helpen bij het omdoen van de omslag doeken, die te mooi zouden geweest zijn om onder weg om te doende aannemelingen gingen echter terstond de kerk binnen om een plaats aan gewezen te worden, voordat de godsdienstoefening begon. Nu kwam de schoolmeestsr den berg af, in een blauwen rok met een korten broek en laarzen, en een stijve hooge das, terwijl uit de achter zak van zijn rok zijn pijp te zien kwam; hij knikte, klopte hier iemand vriendelijk op den schouder, sprak daar een woord met een ander) met het departement Vaucluse (eertijds de voor naamste meekrapverbouwende streek) kan men de meekrapcultuur in Frankrijk als geheel dood en teniet besehouwen. De wijnstok had sedert een twintigtal jaren de plaats der meekrap ingenomen, omdat hij veel winstgevender was. Toen de phylloxera den wijngaard begon te verwoesten, dacht men aanvankelijk aan het wederinvoeren der meekrap, doch men bemerkte welhaast dat men dan eene slechte rekening zou maken, daar de prijzen in geen geval met die der kunstalizarine zouden kunnen wedij veren, zoodat men er voorgoed van afgezien heeft en nu gerust kan verzekeren, dat in de naaste toekomst de natuurlijke meekrap geheel verdwijnen zal. Duitschland. Voor zooveel hare mededinging betreft met de meekrap en de meekrap-derivaten wint de kunstalizarine-industrie in Duitschland ontegenzeggelijk steeds terrein. Er wordt van zeer bevoegde zijde beweerd, dat in Duitschland twaalf alizarinefabrieken in werking zouden zijn. Intusschen is het slechts gelukt, van negen ligging en naam te vernemen. De methoden van bereiding, zoowel van de alizarine zelve als van de voor naamste grondstof (het anthraceen) verbeteren zich. Uit een geldelijk oogpunt is de toestand dezer nijverheid op het oogenblik echter minder gunstig. Zij lijdt, gelijk de meeste ondernemingen in Duitschland, onder de treurige tijdsomstandig heden; de onderlinge mededinging der alizarine- fabrikanten wordt daardoor verscherpt en drukt op de prijzen, die reeds, tengevolge der buiten sporig geringe prijzen van meekrap en garancine, zeer laag gedaald waren. De groote fabrieken behalen toch nog winstten minste zulks is de meening in Westfalenwaar men nog verder teruggaan der aniline prijzen mogelijk acht, zonder het bestaan der industrie in gevaar te brengen. Voor die meeniug pleit het feit dat Beijer C° te Elberfeld eenige maanden geleden, om hunne zaken uit te breiden, eene in liquida tie verkeerende fabriek hebben aangekocht voor f 384,000. Van andere zeer bevoegde zijde werd aangenomen, dat de groote fabrieken, daartoe door hare aanzienlijke kapitalen in staat gesteld, thans met zeer geringe winst zouden arbeiden en dat hun hoofddoel zou zijn, de meekrap en garan cine, ook daar waar die nog aanwending vinden, door de lage prijzen van hun product te verdrin gen. Eerst wanneer op die wijze de aankoop van meekrap zoo goed als verstikt zal zijn, zouden zij zich voorstellen langzamerhand meer winstge vende aniline-prijzen af te dwingen van de verve rijen, welke dan van hen afhankelijk zouden zijn. De juistheid van dit beweren in het midden latende, schijnen de geldelijke uitkomsten der kleine fabrie ken thans in alle geval ongunstig te zijn. Alle deskundigen zijn het intusschen daarover eens, dat, hoewel de aanvankelijk buitengewoon hooge winsten, door dezen tak van nijverheid afgeworpen, voor meer bescheiden verdiensten hebben plaats gemaakt en de tegenwoordige toestand van handel en verkeer ook de kunstalizarine-industrie ernstig drukt, haar toch eene schoone toekomst wacht. Duitschland voert alizarine uit naar Rusland, Oostenrijk, Italië, Zwitserland, Spanje, Engeland en de Vereenigde staten van Noord-Amerika, overigens naar alle landen, waar katoendrukkerijen en Turksch-roodgaren-weverijen bestaan of de be volkingen veel bruinroode stoffen dragen; in een woord naar alle streken, die vroeger meekrap en garancine verwerkten. De uitvoer naar de Vereenigde staten van Noord- Amerika is zeer toegenomen sedert de afschaffing van het inkomend recht van 20% op de alizarine. Meekrap en garancine kwamen reeds vroeger vrij van rechten binnen. De Zuid-Duitsche alizarine fabrieken bezitten patent voor de Vereenigde staten van Noord-Amerika en beweren in staat te zijn geheel in de behoeften aldaar te voorzien. dien hij verzocht duidelijk en hardop te antwoorden, kwam zoodoende eindelijk in de buurt van de armbus, waar Eyvind stond en bezig was al de vragen van zijn vriend Hans, betreffende zijn reis, te beantwoorden. „Dag Eyvind, gij ziet er goed uit van daag," zei hij en vatte hem bij den arm, alsof hij hem wat te zeggen had; „hoor, ik heb de beste ver wachting van u. Ik heb nu ook met den dominé gesprokengij behoudt de plaats, die ge op school gehad hebtga naar boven naar Nummer Een en antwoord duidelijk en verstaanbaar." Eyvind bleef staanhij begreep het niet terstond, maar eindelijk werd hem alles duidelijkhij deed een paar stappen, toen nog een paar, bleef einde lijk staan en zei bij zichzelven„droom ik, of waak ik? neen, hij sprak met mij, en hij had met den dominé gesproken," en zoo ging hij wanke lend op het altaar toe. „Gij zult toch Nommer Een zjjn," fluisterde hem een knaapje toe. „Ja", antwoordde Eyvind zacht en kreeg een gevoel van dankbaarheid dat zijn gemoed zoo verwarmde, dat hij het niet voor al het geluk ter wereld had willen ruilen. De gunst, welke hem ten deel viel, waardeerde hij in zijn onwaardig heid zoo zeer, dat hij later eerst tot het besef kwam, dat juist dat gevoel de grootste zaligheid is. Zonder deze ervaring ware hij later nooit geworden, wat hij werd. {Wordt vervolgd.) Gevaar van gebrek aan anthraceen kan eerst ontstaan, wanneer de behoeften der alizarine fabrieken grooter mochten worden dan de hoeveel heid anthraceen, die uit de steenkolen der gasfa brieken bereid kan worden. Dit is een bijna niet aan te nemen geval, vooral omdat de alizarine- producent op het oogenblik tenminste nog de eenige verbruiker is van dit speciale koolteer- distillatieproduct. Het schijnt dus juister te be weren, dat de voortbrenging van anthraceen zich voorloopig in het oneindige vermeerderen kan, daar elke gasfabriek dagelijks de grondstof in groote hoeveelheden levert. Die te Londen alleen bereiden jaarlijks 60,000 ton koolteer. In 1876 kostte een kilogram anthraceen, zuivere waar, slechts 3 en bij dezen prijs zouden de koolteerdistillateurs nog steeds met winst werken. Meekrap is nimmer in zeer groote hoeveelheden in Duitschland verbouwd, doch aanzienlijke velden met meekrap kwamen toch vroeger voor in Silezië, Pruisisch-Saksen, de Rijnpaltz en Wurtemberg. Thans heeft de aanplant van dat gewas aldaar zoo goed als niets meer te beduiden. In Wurtemberg is in de twee laatste jaren in 't geheel geen meekrap meer verbouwd. De voordeelen der kunstalizarine boven de garancine, waardoor laatstgenoemde verdrongen werd, zijn 1° De bewerking is, voor dengeen die er mee vertrouwd is, bij de alizarine eenvoudiger, gemak - keiijker, zuiverder en minder tijd vorderend 2° de kleuren, met kunstalizarine verkregen, zijn helderder en krachtiger en laten meer schakeeringen toe: het vurigst rood naast het zachtste rood of het schoonste paarsch 3° de mogelijkheid voor de ververijen om elk oogenblik tegen bekende prijzen elke gewenschte hoeveelheid verfstof te kunnen aanschaffen van eene zich immer gelijk blijvende hoedanigheid. De hoedanigheid, de beschikbare voorraad en de prijzen der garancine hangen daarentegen geheel af van den jaarlijkschen uitslag van den meekrapoogst 4° de met kunstalizarine gedrukte of geverfde stoffen hebben daarbij een even echt voorkomen als de met derivaten gekleurde; 5° de kunstalizarine is, niettegenstaande de lage meekrapprijzen, betrekkelijk goedkooper, daar haar kleurvermogen zooveel sterker is. Het kleurvermogen van kunstalizarine staat tot het kleurvermogen van meekrap en garancine als 10: 1: 3 a 4. Over de standhoudendheid der beide verfstoffen loopen de meeningen uiteen Sommigen achten alizarine en garancine in dit opzicht gelijk en hun gevoelen wordt door de chemische analyse zeer bepaald gesteund; anderen gelooven, dat alizarinekleuren eerder verschieten. Een der geraadpleegde deskundigen meende dat dit verschieten, gesteld dat zulks inderdaad juist ware, met het oog op de onophoudelijk veranderende modes, in alle geval geen bezwaar kan opleveren voor het bezigen van kunstalizarine voor het kleuren der meeste stoffen. {Wordt vervolgd.) De luitenant ter zee 2e kl. H. Vreedenberg, dienende aan boord van Zr. M». ramtorenschip Koning der Nederlanden, wordt met den 5™ Oct. aanstaande op nonactiviteit gesteld en met den 6e° vervangen door den luit. ter zee 2e kl. J. Wentholt in wiens plaats aan boord van het wachtschip te Amsterdam wordt voorzien door den luit. ter zee 2e kl. R. C. van der Meulen. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen bericht is Zr. M'. ramtorenschip Koning der Nederlanden, onder bevel van den kapitein ter zee W. Enslie, den 2Gen dezer te Nieuwediep aangekomen. Onder de heden voor de arrondissement» rechtbank alhier behandelde zaken kwamen er een paar voor die, hoezeer de feiten weinig bedui dend waren, toch een zeer pijnlijken indruk maakten, daar zij weder een nieuw bewijs leverden hoe treurig het nog met de opvoeding van vele kinderen gesteld is. De eerste der bedoelde zaken gold drie knapen uit Vlissingen, A. v. G., C. J. F. en M. D., respectievelijk 10, 12 en 13 jaar oud. De eerste gaat school, de tweede doet niets en de derde werkt bij een metselaar. In de maand Juli jl. ontvreemdden zij te zamen, ten nadeele van het rijk, eenig hout, liggende op het werk bij de marinewerf te Vlissingen, ter waarde van /2. De tweede beklaagde was daartoe voorzien van een kruiwagen en te voren reeds herhaaldelijk door den onderbaas van het werk weggejaagd. Alle drie bekenden het feit, de eerste onder bijvoeging, dat hij door zijne moeder was uitgezonden om „spaantjes te zoeken." Het openbaar ministerie requireerde hunne schuldigverklaring aan eenvoudi- gen diefstal, gepleegd in vereeniging en met oordeel des onderscheicts. Daar het de eerste maal was dat deze jongens terecht stonden wilde de subst.- officier van justitie geen strenge straf tegen hen eischen, in de hoop dat deze zaak voor hen eene les zal zijn voor het vervolg, maar tevens ook eene les voor de ouders, om beter toezicht op hunne kinderen te houden en hen niet bandeloos langs de straat te laten loopen. Hij requireerde eene gevangenisstraf van 8 dagen voor ieder der be klaagden. De rechtbank zal heden over aeht dagen uitspraak doen. Niet minder bedroevend was de tweede der bovenbedoelde zaken. Twee broertjes, A. de K. en J. de K., 14 en 11 jaar oud, wonende te Breskens, hebben den 29™ Juli jl. van de havenwerken te Breskens een paar olmen blokken van geringe waarde ontvreemd. Ze deden dit, naar zij opga ven en ook door getuigen en uit stukken beves tigd werd, uit vrees voor hunne moeder, door

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 2