BUITENLAND.
C o r r e s p o n d e n t i e.
Handelsberichten.
éen kleur; hoogstens wordt onder aan de rot een
klein plooisel of zoo iets toegelaten. Er zijn
modellen van japonnen en hoeden vervaardigd,
waarop de beginselen der vereeniging, hoewel zon
der overdrijving en in aansluiting met de heer-
schende mode, zijn toegepast, terwijl aan bepaalde
naaisters is opgedragen voor de leden der vereeni
ging slechts die modellen te gebruiken.
99 jaarlijksche algemeene vergadering
van vennooten
der Nijverheids-vereeniging alhier.
Staten-Generaal.
noodzakelijkheid van deze maatregelen nog niet
duidelijk kon worden aangetoond.
Thermometerstand.
Algemeen Overzicht.
sane Segöering die zich vijandig heeft getoond
jegens de bestaande instellingen.
Graanmarkten enz.
S^rflzera vara effecten.
In een knoopenfabriek in de Rue Saint Manr
te Parijs kregen twee werksters, mejuffrouw Doro-
theé en mejuffrouw Frangaise twist over een
minnaar en besloten daaraan een einde te maken
door een duel met den hamer. Zij die de overwin
ning zou behalen zou des avonds op het bal als
koningin dansen met het voorwerp waarover de
twist lip. De beide schoonen gingen terstond over
tot de uitvoering van haar plan en toen men haar
kwam scheiden was Frangaise dermate aan het
hootd gewond dat zij bewusteloos neerviel. De
prijs der overwinning viel evenwel mejuffrouw
Dorotheé niet te beurt, want haar meester liet
haar arresteeren.
Op Donderdag 20 September 1877.
Tegenwoordig 42 leden.
Voorzitter de heer J. J. van der Harst Az.
De secretaris (L. L. Woutersen) brengt een uit
gewerkt rapport uit, waaruit blijkt, dat alle aan-
deeien zijn geplaatst en dat er op uit. Juni door
de vennooten was gestort 33,950.31$.
De hoogaars heett goede vruchten afgeworpen.
De huizen gaven een voldoende winst. Het blok
woningen achter den Korendijk is voltooid. 4
nieuwe woningen werden aan de bestaande bijge
bouwd, zoodat er nu 9 zijn die voldoende rente
afwerpen. De tuin blijtt den bijval van het publiek
behoudeneen gedeelte nieuw ijzeren hek, een
tuinbeeld voor verlichting, privaten en andere
verbeteringen werden aangebracht, terwijl desniet
tegenstaande het winstcijfer goed mag heeten. De
adresborden, waaraan er weder een is toegevoegd,
geven goede winst. De steenbakkerij kan als
gevestigd beschouwd worden; het fabricaat ver
betert en vindt langzamerhand afnemers.
Het slot is dat de Vereeniging in kracht en
soliditeit wint en er over 1876/77 een dividend
van 57„ kan worden uitgekeerd.
De administrateur (K. Baart) doet mededeeling
van de balans en licht die breedvoerig toe. De
slotsom der winst- en verliesrekening is, dat er
gezamenlijk is gewonnen, na aftrek van adminis
tratie- en andere kosten, 3000.09$dat er evenwel
van deze winst op verschillende onderwerpen is
afgeschreven 1320.56$, zoodat er een netto winst
blijft van f 1679.53 of 5% van het bedrijfskapitaal
ad 133,590.63$.
De balans wordt goedgekeurd.
Een geheel en een half aandeel, waarop de
verplichte storting was gestaakt, worden volgens
de statuten aan den meestbiedende overgedragen.
Voor het altredend bestuurslid L. L. Woutersen
wordt gekozen de heer A. den Boer en voor de
vacature ontstaan door het overlijden van den heer
E. K. Boudewijnse, de heer P. A. Verhulst.
In plaats van de heeren P. A. Verhulst en
F. Nagtglas, die als commissarissen aan de beurt
van .aftreding zijn, worden gekozen de heeren
L. L. Woutersen en J. D. Noske.
Al de benoemden nemen de hun aangeboden
betrekking aan.
Nadat nog een paar inlichtingen gevraagd en
verkregen zijn en een woord van dank aan de
afgetredenen is gebracht, wordt de vergadering
gesloten.
Indische begrooting ÏST'S.
De eindcijfers zijn als volgtmiddelen in Neder
land 66,868,846 middelen in Indië 88,073,088,
te zamen 154,941,934uitgaven in Nederland
32,292,745, middelen in Indië 113,517,772 te
zamen 145,910,517. De bijdrage of sluitpost
bedraagt derhalve ƒ9,031,417.
De verkoop van koffie hier te lande in 1878 is
geraamd op 840,000 picols a 47 ets. per kilo
tot een nettoopbrengst van ƒ46,120,701. Banka-
tin 65,000 picols a ƒ40 de 50 kilo, netto-opbrengst
ƒ3,143,515.
Voor 1877 zijn geraamd de middelen in Neder
land op ƒ63,825,942 en in Indië op ƒ85,140,204,
totaal 148,966,146de uitgaven in Nederland op
ƒ32,419,310; die in Indië op ƒ106,571,964, totaal
ƒ138,991,274 en de bijdrage op ƒ9,974,872.
De lagere raming van de middelen in Nederland
is hoofdzakelijk veroorzaakt door vermindering,
zoowel wat hoeveelheid als prijs betreft, van het
te veilen tin.
De opbrengst der op Sumatra te verkoopen
koffie is op grond der gemiddelde uitkomsten van
18711875 ruim 4 ton lager geschat dan voor 1877.
De regeering hèeft het plan aangekondigd om
de buitengewone uitgaven te dekken door een
geldleening.
De stand van zaken is aldus zamen te vatten:
Over de jaren 1867 tot en met 1875is boven
de gewone bijdragen aan de middelen van Neder
land, de gelegenheid gegeven om ƒ103,011,515
voor uitkeering aan de rijksmiddelen beschikbaar
te stellendeels tot amortisatie (20 milhoen),
dekking van tekorten of nadeelige sloten en ge
deeltelijke bestrijding van de uitgaven voor vol
tooiing van het vestingstelsel in Nederland (8
millioen), te zamen 36,423,177terwijl bovendien
aanzienlijke sommen zijn .beschikbaar gesteld voor
buitengewone uitgaven ten behoeve van N. Indië,
waaronder de aflossing van het voorschot der
handelmaatschappij (10 millioen), aanleg van spoor
wegen havenwerkenandere buitengewone water
staatswerken, subsidiën, enz., te zamen 35,984,000.
Op dit oogenblik is over de dienstjaren 1867
tot en met 1875 van de vermoedelijke saldo's
aanwezig 8,9o9,718waaraan nog geene bestem-
,mi.ns l8o4egCVen,waaronder meer bepaald over
'tjaar 1875 een saldo van ƒ8,205 712.
Doch de vermoedelijke inkomsten van den dienst
Van bet loopende jaar laten niet toe dat over
bedoeld saldo vrijelijk kan worden beschikt.
Heeft de minister van koloniën reed» den 12e"
Mei jl. in de tweade kamer gewezen op het waar
schijnlijk tekort, dat de dienst van 1876 zou
opleverenhet laat zich thans aanziendat dit
tekort zal bedragen 16 millioenen de toestand
der kassen zoowel hier te lande als in Indië is
van dien aard, dat op dit oogenblik nog niet kan
worden gedacht aan de uitkeering gedurende het
loopende jaar van de bijdrage ad ƒ9,974,812 bij
de Indische begrooting voor 1877 geraamd. (Over
1876 is op de uitbetaling van de Indische bijdrage
gerekend bij de opgave van het tekort.)
De regeering tracht aan te toonen: 1° dat de
algemeene fiuancieele toestand van Indië van 1867
tot en met 1875 in zóo verre hoogst gunstig mag
genoemd worden, dat, ondanks de hooge kosten
van den oorlog in Atchin, ondanks de belangrijke
uitkeeringen aan de rijksmiddelen en ondanks de
aflossing van het voorschot aan de H. M. en de
verdere buitengewone uitgaven ten behoeve van
Indië gedaan, uit de diensten van die jaren nog
een aanzienlijk vermoedelijk saldo overblijft2° dat
de ongunstige uitkomst van den dienst van 1876
in nauw verband staat met de kosten en met de
opbrengst der producten, en dus voor een groot
deel aan buitengewone omstandigheden is te wijten;
en 3° dat de onmiskenbare stijging van de vaste
uitgaven sedert 1867 voor een aanzienlijk deel en
sedert 1868 nagenoeg geheel wordt opgewogen
door de toeneming in de vier jaren na 1871 van
ontvangsten, die als gewone inkomBten kunnen
worden beschouwd.
De regeering meent dan ook te moeten door
gaan met haar voorstellen tot uitvoering van groote
buitengewone werken in Indië.
Voor die behoeften zal in 1878 een bedrag van
16 millioen vereiseht worden. Het is dat bedrag
van 16 millioen hetwelk de regeering uit een
geldleening wenscht te vinden.
Reeds voordat de oorlog met Atjeh, die in de
laatste jaren zulke zware offers van de Indische
geldmiddelen vergt, was aangevangen, werd door
ieder voorzien, dat de vele millioenen, die voor
zulke groote werken noodig zijn, op den duur niet
zonden kunnen worden verkregen uit de excédenten
der inkomsten van Nederlandsch Indië boven de
uitgaven, vooral niet, nadat men die saldo's voor
een belangrijk deel mede reeds heeft doen strekken
tot amortisatie van nationale schuld en tot voor
ziening in de behoeften van het moederland.
De kosten der geprojecteerde leening zullen uit
de gewone middelen kunnen worden bestreden,
zonder dat er vrees behoeft te bestaan dat door
de rentebetaling het evenwicht tusschen de ont
vangsten en uitgaven zal worden erbroken.
Bij de voorgestelde begrooting zal de leenings-
quaestie slechts in beginsel worden beslist.
Het door middel eener leening te dekken bedrag
van buitengewone uitgaven is 16,000,000. In de
onderstelling dat de renten het betrekkelijk hooge
cijfer van 4$ pet. zullen bedragen, zou als uitgaaf
op het le hoofdstuk der Indische begrooting wegens
interessen moeten worden gebracht eene som van
720,000 over het geheele jaar.
Daar echter de renten over de volle som van
16 millioen wel niet over het geheele jaar zullen
loopen, kan men de interessen en onkosten der
leening voor 1878 op een som van ƒ600,000 stel
len. Tegenover deze verhooging van uitgaven
wordt onder de middelen geraamd1° de opbrengst
der exploitatie van de reeds voltooide gedeelten
van den staatsspoorweg Soerabaija Pasoeroean—
Malang 300,000, afkosten der exploitatie 180,000,
blijft ƒ120,000; 2° de verhooging van de opbrengst
der bedrijfsbelasting op Java en Madura 800,000;
3° de toepassing van de bedrijfsbelasting op de
vreemde Oosterlingen in de bezittingen buiten Java
en Madura ƒ230,000, te zamen ƒ1,030,000, waar
van, na aftrek van onderscheiden posten, zuiver
overblijft ƒ875,000, in alles te zamen een vermeer
dering van inkomsten ad 995,000.
De vermeerdering van uitgaven, voortvloeiende
uit de leening, is dus niet alleen ten volle gedekt
door verhooging van de opbrengst der belastingen,
maar er kan nog gerekend worden op een overscüot
van inkomsten, groot ƒ395,000, dat dienen kan
in de eerste plaats tot dekking van het bedrag, in
1878 uit te betalen wegens de rentegarantie
krachtens de nieuwe overeenkomsten met de Neder-
landsch-Indische spoorwegmaatschappijhetwelk
thans nog voor memorie op de begrooting is
gebracht, en verder tot versterking van het
evenwicht der inkomsten en uitgaven in 1878.
Welke zullen de financieele gevolgen van het
thans voorgedragen beginsel zijnwanneer het
ook in latere jaren niet mogelijk mocht blijken
de buitengewone uitgaven door middel van saldo's
van vorige dienstjaren te dekken
Volgens globale raming zal na 1877 voor de
reeds aangevangen werken in het geheel nog
ongeveer 17 mill, moeten worden uitgegeven,
terwijl nieuwe overeenkomsten met de Ned. Indi
sehe spoorwegmaatschappij voor aankoop van de
lijn BataviaBuitenzorg een uitgaaf van vijf, en
later wegens de spoorwegversmailing nog hoogstens
een millioen zullen vorderenbehalve de rentega
rantie, die uit de gewone middelen zal zijn te
bestrijden. De kosten van den aanleg der beide
nieuwe staatsspoorwegen op Java (zie ons vorig
nommer) zijn geraamd op 39,859,000. Hierbij
nog een bedrag van 1,150,000 voegende voor
eenige kosten wegens het opmetentraceren en
ontwerpen van spoorweglij nen en voor onvoorziene
uitgavenkomt men tot de conclusie dat een totale
som van 64 millioen gulden na, 1877 zal benoodigd
zijn voor de bedoelde buitengewone uitgaven.
Voor het oogenblik uitgaande van de zeer on
gunstige veronderstelling, dat het geheele bedrag
van 64 millioen in de volgende jaren op geen
andere wijze dan door leening zal kunnen worden
verkregen en dat het maximum der rentegarantie,
krachtens de nieuwe overeenkomst met de Neder
landsch Indische spoorwegmaatschappij, zeer spoe
dig wordt bereikttracht de minister aan te
toonen, dat ook in dat geval een voldoend equivalent
voor de verhoogiug van vaste uitgaven kan wor
den aangewezen, uitgaande van de veronderstelling
dat de leening 64 millioenad 4% pet. rente, zou
beloopen. Er is dan voorts aan interessen 2,880,000
en aan maximum rentegarantie aan de Ned.-Ind.
spoorwegmaatschappij 1,425,000te zamen
4,305,000, waarvan reeds dadelijk uit ver
schillende meerdere inkomsten 1,734,000 zou zijn
gedekt.
Ter dekking zou dan nog een bedrag van
2,517,000 overblijven.
Als equivalent meent de regeering in de eerste
plaats in aanmerking te moeten brengen de nieuwe
belastingen, welke een vorig minister reeds in
1875 had willen invoeren en waartegen toen en
later zooveel bezwaren zijn te berde gebracht.
De minister erkent gaarne dat hij tegen de in
voering van de veelbesproken personeele en patent
belasting overwegende bedenkingeu bad, toen de
Nu echter een belangrijke vermeerdering van
uitgaven voor de deur staat ter vervulling van in
Indië lang gevoelde behoeften, nn de voltooiiug
van groote buitengewone waterstaatswerken moet
worden verzekerd en de aanleg van de zoozeer
gewenschte en noodlge spoorwegen krachtig moet
worden voortgezet, is de noodzakelijkheid van het
scheppen van nieuwe staatsinkomsten niet meer te
miskennen. De regeering is overtuigd, dat de invoe
ring van nieuwe rechtstreeksche belastingen ten
laste van de Earopesche ingezetenen in Indië, hoe
onaangenaam deze maatregel voor hen moge zijn,
thans niet meer zal worden begroet met de alge
meene afkeuring, die de belastingplannen vroeger
in Indië hebben ondervonden.
De raming der zuivere opbrengst is ƒ700,000.
De opbrengst van het patentrecht werd vroeger
berekend op 1,500,000. Nu de vreemde Ooster
lingen niet aan het patentrecht, maar al dadelijk
aan een dergelijke heffing onder den naam van
bedrijfsbelasting zullen worden onderworpen, blijft
alleen het bedrag over, dat iu het patentrecht door
de Europeanen en met dezen gelijkgestelde perso
nen zon worden opgebracht, hetgeen men kan
stellen op ƒ500,000.
Daar echter ook in deze belastingheffing wijzi
gingen zullen moeten worden gebracht, die ver
mindering van opbrengst zullen medebrengen,
rekent men slechts op 400,000.
Dé beide nieuwe belastingen te zamen zouden
derhalve een jaarlijksche inkomst van ƒ1,100,000
opleveren. Een jaarlijksche uitgaaf van ongeveer
195,000 zal noodig zijn als gevolg van de invoering
van de nieuwe belastingen. De zuivere vermeer
dering van inkomsten is derhalve te stellen op
905,000.
Al dadelijk kunnen dus tot een bedrag van
2,639,000 de middeleu wordeu aangewezen, die
dienen kunnen tot dekking van een vermeerdering
van uitgaven, waarvan het maximum zou kunnen
komen op 4,305,000. Het nog overschietend
bedrag van f 1,666,000 zal dus, tegen dat het op
de begrooting van uitgaven moet worden gebracht,
door andere middelen moeten worden gedekt. Deze
middelen zijn niet moeielijk te vinden. Wordt
het volgend jaar met den aanleg van de spoor
wegen in de Preanger regentschappen en in de
residentiën Madioen, Kedin en Soerabaya aange
vangen, dan is reeds in 1883 een netto-opbrengst
van dea laatstgenoemden spoorweg van ongeveer
1,175,000 te verwachten en in 1887 van 1,762,000,
dus reeds meer dan het te dekken bedrag, terwijl
bovendien in 1886 de spoorweg in de Preanger
regentschappen zal voltooid zijn, die mede inkomsten
zal opleveren.
20 Sept.'s av. 11 n. 51 gr.
21 's morg. 7 u. 49 gr. 's midd. 1 u. 56 gr.
's av. 5 u. 59 gr.
't Manifest van maarschalk Mac Mahon is nog
het algemeene onderwerp van discussie. Het schijnt
in Frankrijk niet zoo ernstig te zijn opgenomen
als wel in het buitenland. De algemeene indruk
te Parijs schijnt die van teleurstelling te wezen.
Men had volgens de Temps betere verwach
ting van den maarschalk gekoesterd dan hem tot
zulke taal in staat te achten en men onderstelde
nog, dat in weerwil van hetgeen hij in den laat-
sten tijd heeft gezegd en gesprokenhij toch ten
slotte zich nog door conciliante gevoelens zou
laten leidenmen begrijpt volstrekt niet de
bedreiging van den maarschalk om geen reken
schap met den uitslag der verkiezingen te houden
indien zij tegen zijn zin uitvallen. Men staat er
verstomd van hoe een enkel man zich durft stel
len tegenover het algemeen stemrechtmaar vindt
het in ieder geval nog het beste van het stuk dat
daarin de quaestie nu zuiver is gesteld, 't Spreekt
van zelf dat de regeeringsgezinde bladen een
Hozanna aanheffen over het nieuwe document,
maar de organen der tegenpartij blijven kalm en
bezadigd en laten zich ,tot geen Anathema ver
leiden.
Wat de buitenlandsche bladen betreft, de Lon-
densche Times veroordeelt vooral de ministers, die
gebruik en misbruik hebben gemaakt van de per
soonlijkheid van den maarschalk, daar zij zijue
positie hebben gecompromiteerdwant zegt
het city orgaan de maarschalk en zijne minis
ters zullen van dezen maatregel even weinig succes
hebben als van de anti-republikeinscbe
reis van den president der republiek. Zij zullen
geen verandering kunnen brengen in de publieke
opinie en in de gevoelens der kiezers. De minis
ters zien wel in, dat zij hun portefeuilles niet
zullen kunnen behouden, en hun eenige doel is
thans om den maarschalk zooveel mogelijk in
moeilijkheid te brengen met de partij, die bijna
zeker bij de verkiezingen de overwinning zal
behalen, teneinde op die wijze eene overeenstem
ming tusschen het hoofd van den staat en een
kabinet uit de aanstaande meerderheid zoo bezwa
rend mogelijk te maken.
De Morningpost betoogt, dat door de houding
van Mac Mahon en zijne ministers de kiezers
de candidaten van den maarschalk niet zullen
kunnen onderscheiden van de vijanden der repu
bliek, een toestand door den president zeiven in
het leven geroepen, die een ministerie heeft be
noemd, dat in strijd is met de gevoelens der
meerderheid. Het ongeluk is zegt het Engel-
sche ministerieele orgaan dat de maarschalk,
terwijl hij zich beroept op zijn trouw aan de
constitutie, den steun der kiezer» vraagt voor
Even ongunstig is het gevoelen van de Berlijn*
sche National Zeitung, die van oordeel is dat het
manifest van den maarschalk spottenderwijs een
verkiezingsmanifest wordt genoemd. Ten aanzien
van de verkiezingen laat het geen keus aan
Frankrijk en het bevat niets dan donkere en be-
teekenisvolle bedreigingen. De proclamatie
zegt het Berlijnsche blad is de onverholen
uitdrukking van een allengs opgewekten harts
tocht en slecht humeur, en zij die zich ten doel
hebben gesteld den president der republiek te
verleiden dat hij de grenzen van zijn constitutio-
neele plichten zou overschrijden, kunnen zich met
het door hen verkregen resultaat geluk wenschen.
Men behoeft geen coup d'état meer te verwachten.
De plechtige verklaring dat men de ongunstige
uitspraak van het land niet zal eerbiedigen, is het
besluit tot en de verwezenlijking van den coup
d'état.
De Europeesehe pers treft dus den maarschalk
ten tweeden male met haar scherpe veroordeelingen,
en wat hij ook moge zeggen Europa vertrouwt
hem niet, zoodat, wanneer hij zich blijft verzetten
tegen de uitspraak der natie, dit een ramp voor
Frankrijk zal wezen. Prins Bismarck stelt voor
Frankrijk slechts vertrouwen in de republiek en
indien de maarschalk volhardt in zijn oppositie tegen
haar, kan hij er op rekenen niet de sympathie te
genieten vau den invloedrijksten diplomaat van
het hedendaagsch Europa.
De beteekenis der ontmoeting tusschen de beide
diplomaten te Salzburg wordt algemeen gevoeld,
hoewel men niets zeker weet omtrent de strekking
er van. Een Weensch orgaan, de Deutsche Zei
tung, beweert, dat prins Bismarck aandringt op
naleving van het Russische programma, strekkende
tot vrijverklaring van de Bulgaarsehe en Bosnische
Christenen en opening der Dardanellen voorts zou
hij de neutralisatie van den Donau en de onaf
hankelijkheid van Rumen ië ondersteunen en ten
slotte voorstellen het protectoraat over de Donau
vorstendommen aan Oostenrijk op te dragen.
Den heer G. B. te K. Het ingezondene i» niet
voor plaatsing als ingezonden stuk geschikt, doch
behoort onder de advertentiën (rubriek: „Liefda
digheid", d. i. tot den halven prijs) thuis.
Binnengekomen het sehoonerschip Jeanne Ma
rie gezagvoerder de Breeden het barkschip
Walcherengezagvoerder Larsenbeide van
Riga met hout.
Gent, 21 September. Roode en witte tarwe
(nieuwe) ad 100 kilo fr. 34.50; rogge ad 100 kilo
fr. 24.50; gerst ff. haver fr. 21.50; boek
weit fr. 17.paardenboonen fr. 19.— koolzaad
fr. 46.lijnzaad fr. 36.50; lijnkoeken fr. 28.50
koolzaadkoeken fr. 22.50boter fr. 2.90 per kilo
gram eieren fr. 2.15 per 26 stuks.
Vhssingen, 21 September. Boter per kilogram
1.25 a 1.12. Eieren 4.60 per 104 stuks.
Amsterdam, 21 September. Raapolie op zes weken
45}. Lijnolie 35}.
Amsterdam, 20 Sept. 21 Sept.
Veder!Cert. Werk. schuld. 2$ pet. 63| 63A
Certific. dito dito .3 75} 75
dito dito dito 4 100 100}
Aand. Handelmaatschappij. 5 103} 103}
dito exploitat. Ned. Staatssp. 103$ 103$
Loten stad Rotterdam. 3 104 103}
dito dito Amsterdam 3 102 101}
Relglë. Cert. bij Rothschild. 2$
Frankrijk. Inschrijvingen3
Inschrijvingen5
Rusland. Oblig. 1798/1816. 5 95 94$
Certific. laser. 5e serie 5 56}
Obl. Hope CJ. 1855 6® serie. 5 75 74}
dito 1000 18645 86 85yV
dito L. 100 18725 77 A 77$
dito L. 100 1873 5 „77} 78
Loten 18645 B 124$ 127$
Loten 1866. 5 125 125
Oblig. Hope Cc. Leen. 1860. 4$ 75} 75}
Certific. dito4
Inscr. Stieglitz C°. 2ea4L. 4 60 A 60}
Obligatiën 1867694 68} 68}
Certificaten6 39
Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5 101 101}
Oblig. dito4$ 82}
dito dito. .........4
Aand. Kiew-Brest5 43}
dito Baltische spoorweg. 8 „43} 44
Oblig. spoorweg Poti-Tiflis 5 80} 80}
dito dito Jelez Griasi. 5 83}
dito dito Jelez Orel 5 80$
dito dito Charkow Azow 5 75} 76
Polen. Schatkistobligatiën 4
Aand. Warschau-Bromberg. 4 49}
dito dito Weenen. .5 *47} 47}
Oostenrijk. Obligatie metal.
in zilver Januari/Juli. 5 67 oo*
Obligatiën dito April/Oct. 5 56$ öb
dito in papier Mei/Nov. 5 54A 54}
dito dito Febr./Aug. 5 64A 54*
Aand. Nation, bank!23|
Loten I860uil 1131
dito U4*