BUITENLAND. C o r r e s p o n d e n t i e. Handelsberichten. éen kleur; hoogstens wordt onder aan de rot een klein plooisel of zoo iets toegelaten. Er zijn modellen van japonnen en hoeden vervaardigd, waarop de beginselen der vereeniging, hoewel zon der overdrijving en in aansluiting met de heer- schende mode, zijn toegepast, terwijl aan bepaalde naaisters is opgedragen voor de leden der vereeni ging slechts die modellen te gebruiken. 99 jaarlijksche algemeene vergadering van vennooten der Nijverheids-vereeniging alhier. Staten-Generaal. noodzakelijkheid van deze maatregelen nog niet duidelijk kon worden aangetoond. Thermometerstand. Algemeen Overzicht. sane Segöering die zich vijandig heeft getoond jegens de bestaande instellingen. Graanmarkten enz. S^rflzera vara effecten. In een knoopenfabriek in de Rue Saint Manr te Parijs kregen twee werksters, mejuffrouw Doro- theé en mejuffrouw Frangaise twist over een minnaar en besloten daaraan een einde te maken door een duel met den hamer. Zij die de overwin ning zou behalen zou des avonds op het bal als koningin dansen met het voorwerp waarover de twist lip. De beide schoonen gingen terstond over tot de uitvoering van haar plan en toen men haar kwam scheiden was Frangaise dermate aan het hootd gewond dat zij bewusteloos neerviel. De prijs der overwinning viel evenwel mejuffrouw Dorotheé niet te beurt, want haar meester liet haar arresteeren. Op Donderdag 20 September 1877. Tegenwoordig 42 leden. Voorzitter de heer J. J. van der Harst Az. De secretaris (L. L. Woutersen) brengt een uit gewerkt rapport uit, waaruit blijkt, dat alle aan- deeien zijn geplaatst en dat er op uit. Juni door de vennooten was gestort 33,950.31$. De hoogaars heett goede vruchten afgeworpen. De huizen gaven een voldoende winst. Het blok woningen achter den Korendijk is voltooid. 4 nieuwe woningen werden aan de bestaande bijge bouwd, zoodat er nu 9 zijn die voldoende rente afwerpen. De tuin blijtt den bijval van het publiek behoudeneen gedeelte nieuw ijzeren hek, een tuinbeeld voor verlichting, privaten en andere verbeteringen werden aangebracht, terwijl desniet tegenstaande het winstcijfer goed mag heeten. De adresborden, waaraan er weder een is toegevoegd, geven goede winst. De steenbakkerij kan als gevestigd beschouwd worden; het fabricaat ver betert en vindt langzamerhand afnemers. Het slot is dat de Vereeniging in kracht en soliditeit wint en er over 1876/77 een dividend van 57„ kan worden uitgekeerd. De administrateur (K. Baart) doet mededeeling van de balans en licht die breedvoerig toe. De slotsom der winst- en verliesrekening is, dat er gezamenlijk is gewonnen, na aftrek van adminis tratie- en andere kosten, 3000.09$dat er evenwel van deze winst op verschillende onderwerpen is afgeschreven 1320.56$, zoodat er een netto winst blijft van f 1679.53 of 5% van het bedrijfskapitaal ad 133,590.63$. De balans wordt goedgekeurd. Een geheel en een half aandeel, waarop de verplichte storting was gestaakt, worden volgens de statuten aan den meestbiedende overgedragen. Voor het altredend bestuurslid L. L. Woutersen wordt gekozen de heer A. den Boer en voor de vacature ontstaan door het overlijden van den heer E. K. Boudewijnse, de heer P. A. Verhulst. In plaats van de heeren P. A. Verhulst en F. Nagtglas, die als commissarissen aan de beurt van .aftreding zijn, worden gekozen de heeren L. L. Woutersen en J. D. Noske. Al de benoemden nemen de hun aangeboden betrekking aan. Nadat nog een paar inlichtingen gevraagd en verkregen zijn en een woord van dank aan de afgetredenen is gebracht, wordt de vergadering gesloten. Indische begrooting ÏST'S. De eindcijfers zijn als volgtmiddelen in Neder land 66,868,846 middelen in Indië 88,073,088, te zamen 154,941,934uitgaven in Nederland 32,292,745, middelen in Indië 113,517,772 te zamen 145,910,517. De bijdrage of sluitpost bedraagt derhalve ƒ9,031,417. De verkoop van koffie hier te lande in 1878 is geraamd op 840,000 picols a 47 ets. per kilo tot een nettoopbrengst van ƒ46,120,701. Banka- tin 65,000 picols a ƒ40 de 50 kilo, netto-opbrengst ƒ3,143,515. Voor 1877 zijn geraamd de middelen in Neder land op ƒ63,825,942 en in Indië op ƒ85,140,204, totaal 148,966,146de uitgaven in Nederland op ƒ32,419,310; die in Indië op ƒ106,571,964, totaal ƒ138,991,274 en de bijdrage op ƒ9,974,872. De lagere raming van de middelen in Nederland is hoofdzakelijk veroorzaakt door vermindering, zoowel wat hoeveelheid als prijs betreft, van het te veilen tin. De opbrengst der op Sumatra te verkoopen koffie is op grond der gemiddelde uitkomsten van 18711875 ruim 4 ton lager geschat dan voor 1877. De regeering hèeft het plan aangekondigd om de buitengewone uitgaven te dekken door een geldleening. De stand van zaken is aldus zamen te vatten: Over de jaren 1867 tot en met 1875is boven de gewone bijdragen aan de middelen van Neder land, de gelegenheid gegeven om ƒ103,011,515 voor uitkeering aan de rijksmiddelen beschikbaar te stellendeels tot amortisatie (20 milhoen), dekking van tekorten of nadeelige sloten en ge deeltelijke bestrijding van de uitgaven voor vol tooiing van het vestingstelsel in Nederland (8 millioen), te zamen 36,423,177terwijl bovendien aanzienlijke sommen zijn .beschikbaar gesteld voor buitengewone uitgaven ten behoeve van N. Indië, waaronder de aflossing van het voorschot der handelmaatschappij (10 millioen), aanleg van spoor wegen havenwerkenandere buitengewone water staatswerken, subsidiën, enz., te zamen 35,984,000. Op dit oogenblik is over de dienstjaren 1867 tot en met 1875 van de vermoedelijke saldo's aanwezig 8,9o9,718waaraan nog geene bestem- ,mi.ns l8o4egCVen,waaronder meer bepaald over 'tjaar 1875 een saldo van ƒ8,205 712. Doch de vermoedelijke inkomsten van den dienst Van bet loopende jaar laten niet toe dat over bedoeld saldo vrijelijk kan worden beschikt. Heeft de minister van koloniën reed» den 12e" Mei jl. in de tweade kamer gewezen op het waar schijnlijk tekort, dat de dienst van 1876 zou opleverenhet laat zich thans aanziendat dit tekort zal bedragen 16 millioenen de toestand der kassen zoowel hier te lande als in Indië is van dien aard, dat op dit oogenblik nog niet kan worden gedacht aan de uitkeering gedurende het loopende jaar van de bijdrage ad ƒ9,974,812 bij de Indische begrooting voor 1877 geraamd. (Over 1876 is op de uitbetaling van de Indische bijdrage gerekend bij de opgave van het tekort.) De regeering tracht aan te toonen: 1° dat de algemeene fiuancieele toestand van Indië van 1867 tot en met 1875 in zóo verre hoogst gunstig mag genoemd worden, dat, ondanks de hooge kosten van den oorlog in Atchin, ondanks de belangrijke uitkeeringen aan de rijksmiddelen en ondanks de aflossing van het voorschot aan de H. M. en de verdere buitengewone uitgaven ten behoeve van Indië gedaan, uit de diensten van die jaren nog een aanzienlijk vermoedelijk saldo overblijft2° dat de ongunstige uitkomst van den dienst van 1876 in nauw verband staat met de kosten en met de opbrengst der producten, en dus voor een groot deel aan buitengewone omstandigheden is te wijten; en 3° dat de onmiskenbare stijging van de vaste uitgaven sedert 1867 voor een aanzienlijk deel en sedert 1868 nagenoeg geheel wordt opgewogen door de toeneming in de vier jaren na 1871 van ontvangsten, die als gewone inkomBten kunnen worden beschouwd. De regeering meent dan ook te moeten door gaan met haar voorstellen tot uitvoering van groote buitengewone werken in Indië. Voor die behoeften zal in 1878 een bedrag van 16 millioen vereiseht worden. Het is dat bedrag van 16 millioen hetwelk de regeering uit een geldleening wenscht te vinden. Reeds voordat de oorlog met Atjeh, die in de laatste jaren zulke zware offers van de Indische geldmiddelen vergt, was aangevangen, werd door ieder voorzien, dat de vele millioenen, die voor zulke groote werken noodig zijn, op den duur niet zonden kunnen worden verkregen uit de excédenten der inkomsten van Nederlandsch Indië boven de uitgaven, vooral niet, nadat men die saldo's voor een belangrijk deel mede reeds heeft doen strekken tot amortisatie van nationale schuld en tot voor ziening in de behoeften van het moederland. De kosten der geprojecteerde leening zullen uit de gewone middelen kunnen worden bestreden, zonder dat er vrees behoeft te bestaan dat door de rentebetaling het evenwicht tusschen de ont vangsten en uitgaven zal worden erbroken. Bij de voorgestelde begrooting zal de leenings- quaestie slechts in beginsel worden beslist. Het door middel eener leening te dekken bedrag van buitengewone uitgaven is 16,000,000. In de onderstelling dat de renten het betrekkelijk hooge cijfer van 4$ pet. zullen bedragen, zou als uitgaaf op het le hoofdstuk der Indische begrooting wegens interessen moeten worden gebracht eene som van 720,000 over het geheele jaar. Daar echter de renten over de volle som van 16 millioen wel niet over het geheele jaar zullen loopen, kan men de interessen en onkosten der leening voor 1878 op een som van ƒ600,000 stel len. Tegenover deze verhooging van uitgaven wordt onder de middelen geraamd1° de opbrengst der exploitatie van de reeds voltooide gedeelten van den staatsspoorweg Soerabaija Pasoeroean— Malang 300,000, afkosten der exploitatie 180,000, blijft ƒ120,000; 2° de verhooging van de opbrengst der bedrijfsbelasting op Java en Madura 800,000; 3° de toepassing van de bedrijfsbelasting op de vreemde Oosterlingen in de bezittingen buiten Java en Madura ƒ230,000, te zamen ƒ1,030,000, waar van, na aftrek van onderscheiden posten, zuiver overblijft ƒ875,000, in alles te zamen een vermeer dering van inkomsten ad 995,000. De vermeerdering van uitgaven, voortvloeiende uit de leening, is dus niet alleen ten volle gedekt door verhooging van de opbrengst der belastingen, maar er kan nog gerekend worden op een overscüot van inkomsten, groot ƒ395,000, dat dienen kan in de eerste plaats tot dekking van het bedrag, in 1878 uit te betalen wegens de rentegarantie krachtens de nieuwe overeenkomsten met de Neder- landsch-Indische spoorwegmaatschappijhetwelk thans nog voor memorie op de begrooting is gebracht, en verder tot versterking van het evenwicht der inkomsten en uitgaven in 1878. Welke zullen de financieele gevolgen van het thans voorgedragen beginsel zijnwanneer het ook in latere jaren niet mogelijk mocht blijken de buitengewone uitgaven door middel van saldo's van vorige dienstjaren te dekken Volgens globale raming zal na 1877 voor de reeds aangevangen werken in het geheel nog ongeveer 17 mill, moeten worden uitgegeven, terwijl nieuwe overeenkomsten met de Ned. Indi sehe spoorwegmaatschappij voor aankoop van de lijn BataviaBuitenzorg een uitgaaf van vijf, en later wegens de spoorwegversmailing nog hoogstens een millioen zullen vorderenbehalve de rentega rantie, die uit de gewone middelen zal zijn te bestrijden. De kosten van den aanleg der beide nieuwe staatsspoorwegen op Java (zie ons vorig nommer) zijn geraamd op 39,859,000. Hierbij nog een bedrag van 1,150,000 voegende voor eenige kosten wegens het opmetentraceren en ontwerpen van spoorweglij nen en voor onvoorziene uitgavenkomt men tot de conclusie dat een totale som van 64 millioen gulden na, 1877 zal benoodigd zijn voor de bedoelde buitengewone uitgaven. Voor het oogenblik uitgaande van de zeer on gunstige veronderstelling, dat het geheele bedrag van 64 millioen in de volgende jaren op geen andere wijze dan door leening zal kunnen worden verkregen en dat het maximum der rentegarantie, krachtens de nieuwe overeenkomst met de Neder landsch Indische spoorwegmaatschappij, zeer spoe dig wordt bereikttracht de minister aan te toonen, dat ook in dat geval een voldoend equivalent voor de verhoogiug van vaste uitgaven kan wor den aangewezen, uitgaande van de veronderstelling dat de leening 64 millioenad 4% pet. rente, zou beloopen. Er is dan voorts aan interessen 2,880,000 en aan maximum rentegarantie aan de Ned.-Ind. spoorwegmaatschappij 1,425,000te zamen 4,305,000, waarvan reeds dadelijk uit ver schillende meerdere inkomsten 1,734,000 zou zijn gedekt. Ter dekking zou dan nog een bedrag van 2,517,000 overblijven. Als equivalent meent de regeering in de eerste plaats in aanmerking te moeten brengen de nieuwe belastingen, welke een vorig minister reeds in 1875 had willen invoeren en waartegen toen en later zooveel bezwaren zijn te berde gebracht. De minister erkent gaarne dat hij tegen de in voering van de veelbesproken personeele en patent belasting overwegende bedenkingeu bad, toen de Nu echter een belangrijke vermeerdering van uitgaven voor de deur staat ter vervulling van in Indië lang gevoelde behoeften, nn de voltooiiug van groote buitengewone waterstaatswerken moet worden verzekerd en de aanleg van de zoozeer gewenschte en noodlge spoorwegen krachtig moet worden voortgezet, is de noodzakelijkheid van het scheppen van nieuwe staatsinkomsten niet meer te miskennen. De regeering is overtuigd, dat de invoe ring van nieuwe rechtstreeksche belastingen ten laste van de Earopesche ingezetenen in Indië, hoe onaangenaam deze maatregel voor hen moge zijn, thans niet meer zal worden begroet met de alge meene afkeuring, die de belastingplannen vroeger in Indië hebben ondervonden. De raming der zuivere opbrengst is ƒ700,000. De opbrengst van het patentrecht werd vroeger berekend op 1,500,000. Nu de vreemde Ooster lingen niet aan het patentrecht, maar al dadelijk aan een dergelijke heffing onder den naam van bedrijfsbelasting zullen worden onderworpen, blijft alleen het bedrag over, dat iu het patentrecht door de Europeanen en met dezen gelijkgestelde perso nen zon worden opgebracht, hetgeen men kan stellen op ƒ500,000. Daar echter ook in deze belastingheffing wijzi gingen zullen moeten worden gebracht, die ver mindering van opbrengst zullen medebrengen, rekent men slechts op 400,000. Dé beide nieuwe belastingen te zamen zouden derhalve een jaarlijksche inkomst van ƒ1,100,000 opleveren. Een jaarlijksche uitgaaf van ongeveer 195,000 zal noodig zijn als gevolg van de invoering van de nieuwe belastingen. De zuivere vermeer dering van inkomsten is derhalve te stellen op 905,000. Al dadelijk kunnen dus tot een bedrag van 2,639,000 de middeleu wordeu aangewezen, die dienen kunnen tot dekking van een vermeerdering van uitgaven, waarvan het maximum zou kunnen komen op 4,305,000. Het nog overschietend bedrag van f 1,666,000 zal dus, tegen dat het op de begrooting van uitgaven moet worden gebracht, door andere middelen moeten worden gedekt. Deze middelen zijn niet moeielijk te vinden. Wordt het volgend jaar met den aanleg van de spoor wegen in de Preanger regentschappen en in de residentiën Madioen, Kedin en Soerabaya aange vangen, dan is reeds in 1883 een netto-opbrengst van dea laatstgenoemden spoorweg van ongeveer 1,175,000 te verwachten en in 1887 van 1,762,000, dus reeds meer dan het te dekken bedrag, terwijl bovendien in 1886 de spoorweg in de Preanger regentschappen zal voltooid zijn, die mede inkomsten zal opleveren. 20 Sept.'s av. 11 n. 51 gr. 21 's morg. 7 u. 49 gr. 's midd. 1 u. 56 gr. 's av. 5 u. 59 gr. 't Manifest van maarschalk Mac Mahon is nog het algemeene onderwerp van discussie. Het schijnt in Frankrijk niet zoo ernstig te zijn opgenomen als wel in het buitenland. De algemeene indruk te Parijs schijnt die van teleurstelling te wezen. Men had volgens de Temps betere verwach ting van den maarschalk gekoesterd dan hem tot zulke taal in staat te achten en men onderstelde nog, dat in weerwil van hetgeen hij in den laat- sten tijd heeft gezegd en gesprokenhij toch ten slotte zich nog door conciliante gevoelens zou laten leidenmen begrijpt volstrekt niet de bedreiging van den maarschalk om geen reken schap met den uitslag der verkiezingen te houden indien zij tegen zijn zin uitvallen. Men staat er verstomd van hoe een enkel man zich durft stel len tegenover het algemeen stemrechtmaar vindt het in ieder geval nog het beste van het stuk dat daarin de quaestie nu zuiver is gesteld, 't Spreekt van zelf dat de regeeringsgezinde bladen een Hozanna aanheffen over het nieuwe document, maar de organen der tegenpartij blijven kalm en bezadigd en laten zich ,tot geen Anathema ver leiden. Wat de buitenlandsche bladen betreft, de Lon- densche Times veroordeelt vooral de ministers, die gebruik en misbruik hebben gemaakt van de per soonlijkheid van den maarschalk, daar zij zijue positie hebben gecompromiteerdwant zegt het city orgaan de maarschalk en zijne minis ters zullen van dezen maatregel even weinig succes hebben als van de anti-republikeinscbe reis van den president der republiek. Zij zullen geen verandering kunnen brengen in de publieke opinie en in de gevoelens der kiezers. De minis ters zien wel in, dat zij hun portefeuilles niet zullen kunnen behouden, en hun eenige doel is thans om den maarschalk zooveel mogelijk in moeilijkheid te brengen met de partij, die bijna zeker bij de verkiezingen de overwinning zal behalen, teneinde op die wijze eene overeenstem ming tusschen het hoofd van den staat en een kabinet uit de aanstaande meerderheid zoo bezwa rend mogelijk te maken. De Morningpost betoogt, dat door de houding van Mac Mahon en zijne ministers de kiezers de candidaten van den maarschalk niet zullen kunnen onderscheiden van de vijanden der repu bliek, een toestand door den president zeiven in het leven geroepen, die een ministerie heeft be noemd, dat in strijd is met de gevoelens der meerderheid. Het ongeluk is zegt het Engel- sche ministerieele orgaan dat de maarschalk, terwijl hij zich beroept op zijn trouw aan de constitutie, den steun der kiezer» vraagt voor Even ongunstig is het gevoelen van de Berlijn* sche National Zeitung, die van oordeel is dat het manifest van den maarschalk spottenderwijs een verkiezingsmanifest wordt genoemd. Ten aanzien van de verkiezingen laat het geen keus aan Frankrijk en het bevat niets dan donkere en be- teekenisvolle bedreigingen. De proclamatie zegt het Berlijnsche blad is de onverholen uitdrukking van een allengs opgewekten harts tocht en slecht humeur, en zij die zich ten doel hebben gesteld den president der republiek te verleiden dat hij de grenzen van zijn constitutio- neele plichten zou overschrijden, kunnen zich met het door hen verkregen resultaat geluk wenschen. Men behoeft geen coup d'état meer te verwachten. De plechtige verklaring dat men de ongunstige uitspraak van het land niet zal eerbiedigen, is het besluit tot en de verwezenlijking van den coup d'état. De Europeesehe pers treft dus den maarschalk ten tweeden male met haar scherpe veroordeelingen, en wat hij ook moge zeggen Europa vertrouwt hem niet, zoodat, wanneer hij zich blijft verzetten tegen de uitspraak der natie, dit een ramp voor Frankrijk zal wezen. Prins Bismarck stelt voor Frankrijk slechts vertrouwen in de republiek en indien de maarschalk volhardt in zijn oppositie tegen haar, kan hij er op rekenen niet de sympathie te genieten vau den invloedrijksten diplomaat van het hedendaagsch Europa. De beteekenis der ontmoeting tusschen de beide diplomaten te Salzburg wordt algemeen gevoeld, hoewel men niets zeker weet omtrent de strekking er van. Een Weensch orgaan, de Deutsche Zei tung, beweert, dat prins Bismarck aandringt op naleving van het Russische programma, strekkende tot vrijverklaring van de Bulgaarsehe en Bosnische Christenen en opening der Dardanellen voorts zou hij de neutralisatie van den Donau en de onaf hankelijkheid van Rumen ië ondersteunen en ten slotte voorstellen het protectoraat over de Donau vorstendommen aan Oostenrijk op te dragen. Den heer G. B. te K. Het ingezondene i» niet voor plaatsing als ingezonden stuk geschikt, doch behoort onder de advertentiën (rubriek: „Liefda digheid", d. i. tot den halven prijs) thuis. Binnengekomen het sehoonerschip Jeanne Ma rie gezagvoerder de Breeden het barkschip Walcherengezagvoerder Larsenbeide van Riga met hout. Gent, 21 September. Roode en witte tarwe (nieuwe) ad 100 kilo fr. 34.50; rogge ad 100 kilo fr. 24.50; gerst ff. haver fr. 21.50; boek weit fr. 17.paardenboonen fr. 19.— koolzaad fr. 46.lijnzaad fr. 36.50; lijnkoeken fr. 28.50 koolzaadkoeken fr. 22.50boter fr. 2.90 per kilo gram eieren fr. 2.15 per 26 stuks. Vhssingen, 21 September. Boter per kilogram 1.25 a 1.12. Eieren 4.60 per 104 stuks. Amsterdam, 21 September. Raapolie op zes weken 45}. Lijnolie 35}. Amsterdam, 20 Sept. 21 Sept. Veder!Cert. Werk. schuld. 2$ pet. 63| 63A Certific. dito dito .3 75} 75 dito dito dito 4 100 100} Aand. Handelmaatschappij. 5 103} 103} dito exploitat. Ned. Staatssp. 103$ 103$ Loten stad Rotterdam. 3 104 103} dito dito Amsterdam 3 102 101} Relglë. Cert. bij Rothschild. 2$ Frankrijk. Inschrijvingen3 Inschrijvingen5 Rusland. Oblig. 1798/1816. 5 95 94$ Certific. laser. 5e serie 5 56} Obl. Hope CJ. 1855 6® serie. 5 75 74} dito 1000 18645 86 85yV dito L. 100 18725 77 A 77$ dito L. 100 1873 5 „77} 78 Loten 18645 B 124$ 127$ Loten 1866. 5 125 125 Oblig. Hope Cc. Leen. 1860. 4$ 75} 75} Certific. dito4 Inscr. Stieglitz C°. 2ea4L. 4 60 A 60} Obligatiën 1867694 68} 68} Certificaten6 39 Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5 101 101} Oblig. dito4$ 82} dito dito. .........4 Aand. Kiew-Brest5 43} dito Baltische spoorweg. 8 „43} 44 Oblig. spoorweg Poti-Tiflis 5 80} 80} dito dito Jelez Griasi. 5 83} dito dito Jelez Orel 5 80$ dito dito Charkow Azow 5 75} 76 Polen. Schatkistobligatiën 4 Aand. Warschau-Bromberg. 4 49} dito dito Weenen. .5 *47} 47} Oostenrijk. Obligatie metal. in zilver Januari/Juli. 5 67 oo* Obligatiën dito April/Oct. 5 56$ öb dito in papier Mei/Nov. 5 54A 54} dito dito Febr./Aug. 5 64A 54* Aand. Nation, bank!23| Loten I860uil 1131 dito U4*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 3