BUITENLAND.
Telegraphische berichten.
Verkoopingen en aanbestedingen.
Thermometerstand.
Gemeenteraad van Goes,
Algemeen Overzicht»
heeft, dit dan maar een oogenblik is geweest.
Maar ook dit kan niet waar zijn. Want als men
mededeeling ontvangt van een telegram van zoo
veel gewicht, dan is het natuurlijk, dat men het
herhaalde malen leest, om te zien of men er ook
meer licht uit kan putten.
De verklaringen dus van bekl. in dit opzicht
dragen geheel den stempel van onwaarheid,
Verder komen in het brievenboek twee allerbe-
langrijke te brieven voor van 22 October, waaruit
ook weder ten duidelijkste blijkt, dat het telegram
van 17 Oct. niet het eerste bericht is dat bekl.
op de hoogte stelt van wat er met de Oceanus is
voorgevallen. In die brieven toch wordt van de
ramp van de Oceanus gesproken als van een be
kende zaak.
In den eersten brief, die aan van Leeuwen,
komt een zinsnede voor van zoodanigen aard, dat
die onmogelijk uit de pen van Nahuijs kan zijn
gevloeid, zonder dat beklaagde dit heeft geweten.
En wat de tweede brief van 22 Oct. betreft,
aan Nicaise geschreven, het is alsof bekl. een
voorgevoel had, dat er iets zou voorvallen. Daar
in toch wordt verzocht vooral te zorgen, dat de
assurantiepapieren goed in orde zijn. Het is inder
daad alsof men hier te doen heeft met iemand,
die zich bewust is iets kwaads te hebben gedaan
en die nu maar brutaal weg over de zaak spreekt,
om zich later op zijn onschuld te kunnen beroepen.
Eindelijk in het brievenboek, of juister gezegd
thans niet in het brievenboek, debrief van22Oct
aan de heeren van Leeuwen en C°. te Soerabaija
geschreven. Ik nu ben de eerste om toe te geven,
dat het telegram, gisteren door mij ontvangen en
aan het hof overgelegd, niet als bewijsstuk kan
dienen voor deu inhoud van den brief. Ik beweer
alleen dit: uit het brievenboek ontbreken bladen;
uit den index blijkt, dat op een van de ontbre
kende bladen een brief moet zijn afgedrukt geweest,
den 22e" Oct. aan de firma van Leeuwen eu C°.
te Batavia geschreven; den inhoud van dien brief
kennen wij uit het overgelegd telegram: ieder nu
kan uit die feiten de conclusie trekken.
Maar ik vraag: wie anders dan deze bekl. kan
er belang bij gehad hebben dien brief uit het
brievenboek te scheuren?
Niemand. En nu zegge men niet, dit kan Na
huijs of een ander hebben gedaan. Want nog
nimmer heeft men in deze zaak op een der bedien
den een schijn van kwade trouw durven werpen.
Daarenboven, get. Nahuijs zegt: ik weet mij
van dien brief niets meer te herinneren. Maar is
hij geschreven, dan heeft hoogstwaarschijnlijk bekl.
mij den inhoud er van opgegeven. Maar positief
weet ik het niet. Doch juist die verklaring van
Nahuijs is voor mij het bewijs, dat bekl. hem
werkelijk opgave van den inhoud heeft gedaan.
Want hoe hebben wij Nahuijs hier leeren ken
nen? De man heeft eenvoudig gedaan wat hem
gezegd werd; uit zich zelf deed hij niets; hij
schreef geen brieven zonder bepaalde order en
zonder opgave van den inhoud door zijn meester.
En wanneer nu Nahuijs in dit geval wel een brief
zou hebben geschreven zonder medeweten van zijn
meester, hij die nooit iets uit zich zelf deed, dan
zou hij zich zulk een belangrijken brief zeker wel
herinneren.
Van het telegram van 17 Oct. is gebruik ge
maakt bij het schrijven der brieven van 22 Oct.
Maar heeft men nu van het telegram van 17 Oct.
ook bericht gegeven aan assuradeuren, of aan de
aandeelhouders? Neen.
Nu is er een oogenblik geweest, waarop bekl.
gezegd heeft, dat hij eerst wilde afwachten de
nadere bevestiging van het bericht en dat de zaak
hem nog zoo heel ernstig niet toescheen.
Ik geef nu toe, dat het telegram van 13 Oct.
niet zoo bij zonder ernstig was; het vermeldde niet
zulk een groote ramp. Maar dit was geenszins
het geval met het telegram van 17 Oct. Ik wil
toegeven, dat het telegram van 13 Oct. nog geen
reden opleverde om dadelijk aan de aandeelhouders
te schrijven, maar het telegram van den 17en gaf
daartoe wel degelijk reden. Dat telegram toch
werd door bekl. zelf van zooveel gewicht geacht,
dat hij daarop aan kapitein Nicaise laat schrijven:
dit is nu een verloren reis. En was dit nu zoo,
dan was dit zeer zeker wel een der omstandig
heden, een dier gewichtige voorvallen, waarvan,
volgens het reederij-contract aan de aandeelhouders
kennis moest worden gegeven.
Dit is echter niet gebeurd en het is daarom niet
gebeurd, omdat de kennisname van het telegram
van 17 Oct. assuradeuren licht zouden hebben
kunnen doen opklimmen tot het telegram van 13
Oct., waardoor zij toen reeds tot de ontdekking
zouden zijn gekomen van hetgeen nu is gebleken.
Maar nu het Keuters-telegram. In een Engelsch
blad kwam een bericht voor uit Batavia omtrent
de stranding van de Oceanus. Bekl. begreep toen,
vooral nadat hem het bericht officieel door de
redactie van de N. Rott. Ct. was toegezonden,
dat hij de zaak niet langer geheim kon houden
en hij gaf toen order tot het schrijven der brieven
aan de aandeelhouders. De heer J. F. van Leeuwen,
mede aandeelhouder en afzender van het telegram
van den 13en, schijnt echter geen bericht te hebben
ontvangen, althans het is bij hem niet gevonden.
Eh nu geloof ik, dat die heer dit zeer natuurlijk
kan hebben gevonden, want hij had zulk bericht
niet noodighij wist dat de stranding had plaats
gehad, want hij zelf had er bericht van gezonden.
Nu kan men wel zeggen: het is niet wettig
bewezen, dat de brief niet verzonden is, maar
zeker is het toch, dat het niet onmogelijk is, dat
de brief is achtergehouden. En zelfs al neemt
men het onmogelijke er van aan, ofschoon ik dit
niet aanneem, dan is het nog zeer goed mogelijk,
dat de afzender vau den brief, nadat die op het
postkantoor was bezorgd, dien van daar heeft
teruggehaald.
De aandeelhouders nu hebben bericht gekregen.
Maar hebben ook de assurantiebezorgers zoodanig
bericht gekregen, met verzoek er de assuradeuren
w i u te maken? Dit is niet gebleken.
Wel hebben de aandeelhouders Schaay en Ledeboer
een brief ontvangen, maar het is geenszins gebleken,
dat hen ook verzocht is van het. voorval kennis
te geven aan assuradeuren.
Het bericht, dat Schaay en Ledeboer hebben
ontvangen, is vervat in het briefje van 27 October.
Maar gelijk reeds in het debat is opgemerkt, dit
briefje is van geen belang, omdat daarin melding
wordt gemaakt van de oorzaak van het ongeval,
hetgeen alleen bekend kan zgn uit het telegram
van 13 October. En merkwaardig inderdaad is
liet na te gaan hoe kunstig dat briefje van 27
October ineen is gezet en hoe daarin gecom
bineerd zijn de telegrammen van 13 en 17 en het
Reutertelegram van 25 October. Op mij ten minste
heeft het den indruk gemaakt, alsof in dat briefje
opzettelijk verschillende feiten waren gecombineerd
maar tevens ook dat het bevatte een akte van'
beschuldiging tegen den bekl., waarin ook ver
schillende feiten zijn gecombineerd.
De bekl. heeft daarenboven aan get. Burgers
bekend het telegram lang geleden te hebben gezien,
op welk telegram aan den achterkant de namen
voorkomen der verschillende tusschenstations van
de lijn RoosendaalMiddelburg, kennelijk met de
hand van bekl. geschreven.
Bekl. zegt nu wel, dat hij zijn eigen handschrift
-niet meer kan herkennen. Maar vooreerst hebben
de getuigen positief verklaard, dat het is het
schrift van bekl.; ten tweede is er schrift van
bekl. overgelegd, waaruit big kt dat er zeer karak
teristieke vormen van letters zijn, die men in bet
potloodschrift terugvindt; en ten derde was er
voor niemand anders aanleiding dan voor hem om
die woorden op dat telegram te schrijven, vooral
omdat juist in den tijd, toen het telegram is aan
gekomen en hij het in zijn zak heeft gestoken,
de plannen tot oprichting van het droog dok te
Middelburg in hunne geboorte waren en de bekl.
heen en weder naar Middelburg trok, zoodat er
voor hem aanleiding bestond kennis te nemen met
de namen van voor hem zeker nog vreemde stations.
Het telegram draagt ook duidelijk de kenmerken
van in den zak te zijn geweest en de beklaagde
heeft dit ook zelf erkend, want hij heeft toegegeven
zijn eigen schrift niet meer te kunnen herkennen,
alleen omdat bet door ouderdom was uitgegaan
de namen der stations stonden er dus reeds sedert
lang op.
Maar nu verder. Door den rechter-commissaris
wordt den bekl. gezegd dat, wanneer hij zijn eigen
schrift niet meer kan herkennen, er dan nog wel
een andere weg is om te constateereu of het schrift
wel van zijn hand is. En toen liet hij hem op
een stuk papier dezelfde namen schrijven als op
den achterkant van het telegram voorkomen. Maar
nu geloof ik, dat het al een bijzonder knap des
kundige in het vak van schriftuur moet zijn,
die in dat schrift het schrift van bekl. kan
herkennen. Mij ten minste is zelden een schrift
onder de oogen gekomen zoo ten eenenmale af
wijkende van het gewoon handschrift en zoo
verdraaid als dit.
En nu vraag ik: wanneer bekl. werkelijk het
telegram niet gehad heeft; wanneer hij zich niet
bewust was van schuld, welke reden had hij dan
om het vergelijkend schritt zoo geheel afwijkend
te schrijven van zijn gewoon schriftIk zie hierin
een nieuw bewijs van zijne kwade trouw.
En nu vergete men niet dat al wat in deze
zaak bewijst voor de kwade trouw van bekl. per sé
ook bewijst, dat hij het telegram van 13 October
moet hebben ontvangen en gezien, want juist die
kennis van dat telegram op den 13en is voor hem
het meest bezwarend feit. En had hg het nu
later ontvangen, dan bestond er voor hem geen
enkele reden om verklaringen af te leggen afwij
kende van de waarheid.
Wordt vervolgd).
BINNENLAND.
Gravenhage. Het rechtsgeding tegen den
heer do Decker werd heden voor het hof voort
gezet. De advocaat mr. van Gigb, zijn pleidooi
vervolgende, herinnerde reeds te hebben aange
toond, dat het niet bewezen was, dat beklaagde
den inhoud van het telegram van den 13en dien
dag had gekend, waarna hij overging tot het
juridiek betoog, dat al neemt het hof de feiten
als bewezen aan, deze nog niet vallen in de termen
van art. 405 van het wetboek van strafrecht, om
dat zij een niet-strafbare daad opleveren. De ver-
eischten bedoeld in genoemd artikel zijn niet
aanweziger zijn geen manoeuvres frauduleuses
gebezigd, geen daad gepleegd tot opwekking van
hersenschimmige verwachtingen. En al ware dit
het geval dan is het door het openbaar ministerie
niet bewezen. Wat in de strafzaak bewezen
moet worden, en dus de grondslag is van de ge-
heele vervolging, vervalt.
Indien de beklaagde voor het aangeven der
assurantie de stranding van de Oceanus had ge
weten dan was slechts verzwijging van eene om
standigheid aanwezig, maar geen misdrijf gepleegd
in den zin der strafwet.
Bij zijn repliek legde de advocaat-generaal stuk
ken over ten bewijze van de eerlijkheid en goede
trouw van den heer Nicaise, terwijl hij voorts zijn
feitelijk en rechtskundig betoog heeft volgehouden.
Voorts legde hij over den inhoud van den brief
door den heer de Decker aan den heer van Leeu
wen te Soerabaija den 22°a October geschreven.
De advocaat van Gigh dupliceerde nog.
De beklaagde verklaarde zich niet te herinneren
dat hij den brief van 22 October heeft geschreven.
De uitspraak is bepaald Dinsdag den 18en dezer.
BUITENLAND.
EoDsfantinopcl. Er zijn geen officieele
berichten van Osman Pacha noch van Suleyman
Pacha ontvangen.
Eene afdeeling van 5000 Moutenegrijnen heeft
de verschansingen aan den voet van den Balkan
aangevallen, doch is na een gevecht van 15 uren
afgeslagen.
By de beschieting van Widdin vernielde het
Turksche vuur de meeste vijandelijke redoutes
en woningen aan de overzijde van den Donau.
Ook Rehova is beschoten.
Naar ons wordt medegedeeld heeft zich deze
week te Vlissingen een geval voorgedaan gelijk
soortig met een wat hier vroeger is voorgekomen,
namelijk dat een agent van politie een hondje,
niet voorzien van muilkorf of band volgens voor
schrift, met zijn sabel een poot heeft afgehouwen.
Of er door den eigenaar eene vordering in rechten
tegen de gemeente is ingesteld weten wij niet.
't Is, met het oog op de bestaande jurisprudentie,
voor haar niet te hopen.
Te Scheveningen wordt bij den tramdienst
een proef genomen met een verbetering, die ook
te Amsterdam reeds lang wordt gewenscht,
maar nog altijd uitblijft. Er wordt namelijk een
bureau geopend, waar genummerde plaatskaartjes
worden uitgegeven, die volgens rangorde recht
geven op vervoer met het eerstvolgende rijtuig,
voor zoover daarin plaats is.
Een spekslagër te Purmerende heeft dezer dagen
een voordeelig varken geslacht. Hij haalde een
ongeschonden bankbiljet van f 25 uit de maag van
het beest.
Men meldt uit Katwijk van 13 Sept.H. K. H.
prinses Marianne der Nederlanden is heden geluk
kig aan een ernstig gevaar ontkomen. Een rijtuig,
waarin de prinses gezeten was, is omgevallen. De
koetsier van H. K. H. had een vroegeren rij weg
ingeslagen, onbewust dat deze niet meer als zoo
danig werd gebruikt. Toen hij het ontdekte moest
hij wenden, een der wielen van het rijtuig zakte
in den omgewerkten grond en dit had ten gevolge
dat het rijtuig omsloeg. Gelukkig echter heeft noch
de prinses, noeh een van de leden van haar gevolg
eenig letsel bekomen.
Eergisteren avond werden een paar Deiftsche
studenten te 's Gravenhage, in een open rgtuigje
gezeten en op hun gemak een sigaar rookende,
door eenige politiedienaren van het Huyghenspark
naar het bureel op de Groenmarkt „getrokken"
(zij leidden de paarden bij de teugels), omstuwd
en gevolgd door een steeds grooter wordende
menigte nieuwsgierigen, waarvan eenigen door de
beeren werden uitgenoodigd bij hen in 't rijtuig
plaats te nemen, terwijl zij anderen sigaren aan
boden. De studenten waren niet beschonken, maar
hadden geweigerd den politiedienaren hun namen
mede te deelen.
Nadat zij met bijzondere beleefdheid hun na
men aan den inspecteur van dienst aan 't com
missariaat hadden opgegeven en nadat proces
verbaal tegen hen was opgemaakt wegens 't over
dadig gebruik van de zweep, vertrokken de heeren
weder.
Te Haarlem is in het lokaal der vereeniging
Weten en Werken, op de Gedempte Oudegracht,
eene tentoonstelling geopend van voorwerpen
vervaardigd door werklieden in hun vrijen tijd.
Vele voorwerpen zijn zeer bezienswaardig. Men
vindt er graveerwerkstoomwerktuigen in minia
tuur electrische machine nagebootste ingelegde
tafels (schilderwerk)bouwkundige teekeningen;
een violoncelvervaardigd door een schilders
knecht; viool en een geelkoperen strijkijzer, ver
vaardigd door een timmermansknechtpaarden
tuigen voorwerpen, vervaardigd door leerlingen der
te Haarlem gevestigde Fröbelschool, enz. enz. Het
lokaal is voor deze gelegenheid in en uitwendig
zeer doelmatig en netjes versierd, terwijl op zeer
keurig geschreven kaarten de namen der bekroonden
met de door hen verworven prijzen aan de voor
werpen zijn bevestigd.
Heden heeft te Vlissingen de aanbesteding plaats
gehad voor de levering van 150 hektoliters roode
of Rijntarwe, 450 hektoliters witte of Zeeuwsche
tarwe, ten behoeve van het garnizoen te Vlissin
gen. Aangenomen de roode of Rijntarwe ad 13.85
en de witte of Zeeuwsche tarwe ad f 13.86, alles
per hektoliter.
Gisteren had te Ter Neuzen de aanbesteding
plaats van het maken van werken tot verdediging
van den oever van den calamiteuzen Nieuwen
Neuzenpolder, waarbij het minst werd ingesshre-
ven door den heer H. Hage, te Middelburg, voor
81,972.
13 Sept.'s av. 11 u. 60 gr.
14 's morg. 7 u. 60 gr. 's midd. 1 u. 65 gr.
's av. 6 u. 63 gr.
Zitting van Donderdag 13 September.
Voorzitter de heer Blaubeen.
Tegenwoordig 12 leden. Afwezig de heer Bevier
de Fouw, wegens beroepsbezigheden.
De notulen der vorige en voorlaatste vergade
ringen worden na voorlezing goedgekeurd en
onveranderd vastgesteld.
De voorzitter zegt dat door de periodieke aftre
ding van eenige raadsleden en bedanken van andere
leden eenige raadseommissiën zijn ontbonden en
stelt daarom voor tot eene nieuwe benoeming over
te gaan waarvan de uitslag is dat worden benuemd
als president van het gasthuis in plaats van den heer
Delbaere, de heer van der Feltz; als hoofdcommis
saris der vereeniging van werklieden het aftredend
lid de heer den Boertot leden derfinancieele commis
sie de aftredende leden Busing en de Marees van
Swinderen en in plaats van den heer van Hoek, de
heer Bevier de Fouw, terwijl de heer Busing met 10
stemmen tot voorzitter wordt herkozen; als leden der
commissie voor de strafverordeningen in plaats van
de heeren Del Baére en van Hoek, de heeren de Ma-
rees van Swinderen en van der Feltztot leden
der commissie van kazerneering, in plaats van de
heeren de Marees van Swinderen en Pompe van
Meedervoort, de heeren Quist en van Asperen
Vervenne.
Daarna zegt de voorzitter dat burgemeester en
wethouders weder gaarne zouden benoemd zien
eene commissie in zaken den hoofdelijken omslag
en verzoekt deze zelve te mogen aanwijzen. Dit
goedgekeurd zijnde vraagt de voorzitter de heeren
den Boer, de Marees van Swinderen en van der
Hoek of zij bereid zijn deze taak op zich te nemen,
die, evenals alle tegenwoordig zijnde benoemde
leden, zich bereid verklaren.
Nog deelt de voorzitter mede dat de beer J. M.
Kakebeeke, zijne benoeming als lid van de com
missie van toezicht op de inrichtingen van mid
delbaar onderwijs aanneemt. Deze mededeeling
wordt voor kennisgeving aangenomen.
"Voorts deelt hij mede dat is ingekomen een
adres van de vereeniging: „Help u zeiven" om
een gedeelte grond aan de Laurens Pieter v/d
Spiegelstraat, tot het bouwen van arbeiders wonin
gen met voorstel dit adres te stellen in handen
van burgemeester en wethouders tot nader voor
stel. Dit wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen. Niemand meer iets voor te stellen
hebbende sluit de voorzitter de vergadering.
Het vonnis tegen Gambetta uitgesproken heeft
aanleiding gegeven dat de France, de Temps en
de Bien public eergisteren avond in beslag zijn
genomen, onder beschuldiging dat zij het vonnis
openbaar hadden gemaakt. Nadat echter was
gebleken, dat men zich ten aanzien van de beide
eerstgenoemde organen had vergist, werd het beslag
voor hen opgeheven en bleef alleen van toepassing
voor den Bien public, die zich werkelijk aan het
ten laste gelegde feit had schuldig gemaakt.
Hoe meer de regeering reageert zooveel te
sterker bevordert zij haar ondergang. De bevol
king verkeert nog geheel onder den indruk van
het onverwachte overlijden en de begrafenis van
Thiers en de bladen zijn nog dagelijks opgevuld
met allerlei bijzonderheden dien aangaande. Steeds
komt het nog meer uit welk een buitengewone
achtiDg en genegenheid de overleden staatsman
zich in alle oorden der wereld had verworven;
de bewijzen van sympathie en de verzekeringen
van deelneming, die mevrouw Thiers nog iede-
ren dag ontvangt van de hoogstgeplaatste en
beroemdste personen uit de geheele wereld,
nemen" nog geen einde, 't Spreekt van zelf
dat het volk, altijd gereed om vergelijkingen
te maken, ook nu daarin niet achter blijft,
en wanneer het dan tegenover den grooten naam
van den voormaligen president der republiek stelt
de onbeduidende houding van den maarschalk die
de speelbal is van Bonapartistische en elericale
elementen, welke zich ten doel stellen af te bre
ken wat door den heer Thiers was tot stand
gebracht, dan is het geen wonder dat de geest
van verzet des te krachtiger ontwaakt en men
des te meer haakt naar de gelegenheid om het
werk van den beroemden doode te handhaven
tegenover de aanvallen van eene partij heersch-
zuchtigen, die alle vrijheid en zelfstandigheid van
het volk aan eigen belang en voordeel willen ten
offer brengen. En hoe heviger de haat der regee-
ring tegen den heer Gambetta aan het licht treedt
des te meer neemt zijne populariteit toe.
Niet weinig zal voorzeker daartoe bijdragen de
thans openbaar gemaakte brief, waarin de advocaat
Allou zich bereid verklaarde de verdediging op
zich te nemen van den heer Gambetta voor de
rechtbank te Parijs. De heer Allou toch, een der
sieraden van de Parijsche balie, is een van die
gematigd liberalen, die een groot vertrouwen ge
nieten. In dien brief zegt hij, dat tegenover de
mannen der regeering staan in de voorste gele
deren: de conservatieven, de gematigden, de libe
ralen, waartoe ook hij behoort. Aan den onzeke-
ren toestand, die reeds zeven jaren duurt moet
een einde komen, en de eenig mogelijke regee-
ringsvorm op dit oogenblik is, volgens zijne
meening, de republiek. De aanstaande verkiezin
gen zullen werkelijk zoo betoogt hij het
karakter hebben van een plebiscit. De quaestie
is zuiver gesteldmonarchie of republiek, de per
soonlijke of de parlementaire regeeringsvorm
hieromtrent moet het land zijn wil uitspreken.
In het belang van zekerheid voor den arbeid, van
den openbaren vrede is een zuivere oplossing
noodzakelijk, waaraan niemand zich kan onttrek
ken. Dit hebt gij zegt de heer Allou tot zijn
cliënt—-te Rijssel willen zeggen en voor de balie
wilde hij getuigen en bevestigen, dat de republi-
keinsche eenheid door het verlies hetwelk zij heeft
geleden niet is verbroken. „Als de zegevierende
aanvoerder schrijft hij ten slotte te midden
der strijdende valt is dit dikwgls de nederlaag,
maar het is ook dikwijls eene nieuwe opwekking
en de overwinning!"
Indien dit laatste eenigermate van toepassing
kon wezen voor de Russen zou men hen bijna
een spoedige overwinning durven voorspellen
want volgens een bericht uit het Russische hoofd
kwartier zelve zijn in den strijd vóór Plevna twee
aanvoerders der Russen gesneuveld: de komman-
dant Schitar en de generaal Dobrovolsky, terwijl
generaal Rodronoff licht is gewond. De strijd die
daar nu gedurende acht dagen wordt gevoerd is
zeker tot nogtoe de moorddadigste van den ge-
heelen oorlog. Alleen op den llen verloren de
Russen volgens hun eigen opgaaf 5000 gewonden,
terwijl het aantal dooden onbekend is, dat wil
zeggen, dat zij het niet durven opgeven. Zij ver
zekeren tevens drie kleinere redouten en de grootste
die van Griviea te hebben genomen, zoodat de
Russen zich vlak voor de Turksche vestingwerken
bevinden, die, naar van andere ^ejvordt ge
meld, Dinsdag a,
zullen worden bestormd. In-
tusschen bestookt Mebemcd Ali Pacha de Russen