N°. 213. 1206 Jaargang. 1877. Maandag 10 September. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nominers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën s 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels t 1,60 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. GEMEENTE-BELASTINGEN. GEMEENTE-BELASTINGEN. Benoeming van een Wethouder. Middelburg, 8 September, v MIDDELRllRGSCHE COURANT. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffits C°. te Brussel en Parijs. Suppletoir kohier n° voor de plaatselijke directe belasting op de inkomsten over 1877. De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend: dat het suppletoir kohier d» 1 voor de plaatse lijke directe belasting op de inkomsten, over het jaar 1877, waarvan de heffing is goedgekeurd bij koninklijk besluit van den 23e" December 1871, n° 31, van den 10en December 1875, n° 28, en van den 7en December 1876, n° 16, door den raad in zijne zitting van den 4en September 1877 vast gesteld, ingevolge art. 265 der gemeentewet, ge durende acht dagen, aanvangende Zaterdag den 8en September a., voor een ieder op de gemeente secretarie ter lezing zal zijn nedergelegd. Hiervan is op heden afkondiging geschied waar het behoort. Middelburg, den 7en September 1877. De burgemeester eu wethouders voornoemd, N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM, L.-B. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. Suppletoir kohier n» 1 voor de plaatselijke belas ting op de honden over 1877. De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend: dat het suppletoir kohier n° 1 voor de plaatse lijke belasting op de honden, over het jaar 1877, waarvan de heffing is goedgekeurd bij koninklijk besluit van den 8en Maart 1873, n° 17, door den raad in zijne zitting van den 4en September 1877 vastgesteld, ingevolge art. 265 der gemeentewet, gedurende acht dagen, aanvangende Zaterdag den 8en September a., voor een ieder op de gemeente secretarie ter lezing zal zijn nedergelegd. Hiervan is heden afkondiging geschied waar het behoort. Middelburg, den 7en September 1877. De burgemeester en wethouders voornoemd, N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM, L.-B. De secretaris, G. N. DE STÖPPELAAR. De burgemeester en wethouders van Middelburg,. maken bekend dat door den gemeenteraad tot wethouder der gemeente is herkozen de heer Mr.A. J VAM EBEK.EIaEM, die zich deze benoeming heeft laten welgevallen. Middelburg, den 7en September 1877. De burgemeester en wethouders voornoemd, N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM, L.-B. De secretaris, G. N- DE STOPPELAAR. FETJILLETOI7. 10. Eene vertelling van Marie Freun von Eb tierEsclienbach. Vervolg. Uit koppigen zucht om mij zeiven te plagen had ik mij voorgenomen op het bal te verschijnen. Ik wilde Hedwig een opgeruimd gelaat toonen, ik wilde haar zeggen: kunt gij mij opgeven, dan kan ik u opgevenHebt gij de zwakheid, dan beb ik de kracht! Toen ik echter op de eerste trede der helder verlichte trap stond, die geheel met bloemen versierd was, toen de ruischende tonen der dansmuziek tot mij doordrongen, toen bet schitterende beeld dat zich aan niiju oog zou voordoen, zoodra ik de balzaal betrad, voor mijn geest verrees, toen deinsde mijn wanhopende ziel huiverend terug om dat vroolijke schouwspel te gaan opzoeken. „Ik vloog de trap weer af, en snelde naar buiten. „Zooals gij waart? In nw rok, zonder hoed?" „In mijn rok, zonder hoed", zei Chlodwig met een glimlach, en de majoor sprak bedenkelijk: „Zeer onvoorzichtig." rSSST' Door den bewaarder van de hypotheken en het kadaster alhier is aan den heer J. Ph. Nee- teson, wegens hoogen leeftijdmet ingang van 1 November a., eervol ontslag verleend als concierge in het Oost-Indiesch huis, en in diens plaats aangesteld de heer D. Broeksma, gepens. sergeant majoor te Ter Neuzen. De lijn Vlissingen— Queensboro begint hoe langer hoe meer reizigers te trekken. In de laatste dagen komen te Vlissingen aan en vertrek ken van daar gemiddeld honderd reizigers per dag. Ook het goederenvervoer blijft zich ontwik kelen, dank zij de ijverige pogingen daartoe door de Exploitatie-maatschappij aangewend. Sedert den lcn dezer zijn weer twee nieuwe speciale tarieven ingevoerd, het eene in het verkeer met de stations van den Hoilandseh ijzeren spoorweg, voor het vervoer van bloembollen, het andere voor het vervoer van koerier-ijigoed tusschen Bazel en Vlissingen. In het arsenaal der voormalige marine-werf te Vlissingen is heden voor de eerste maal eene bloemententoonstelling van Floralia geopend. Een bezoek in het gebouw, dat, hoewel wat te spaarzaam het daglicht toelatende, toch door de ruimte zijner zalen daarvoor zeer geschikt is, levert een waarlijk verrassend gezicht op. Twee zalen van dit gebouw zijn voor dit doel afgezon derd. De eene, geheel in een tuin herschapen, dient tot tentoonstelling der ingeleverde planten; de andere is ingericht voor muziekuitvoering en het verstrekken van ververschingen. Bloemisten en liefhebbers zoo van Middelbnrg als van hier hebben medegewerkt om de tentoon stelling op te luisteren en ze zijn volkomen ge slaagd het is schoon en lieflijk en het bestuur van Volksvermaken tot eer, en een bezoek van iedereen overwaardig. Vooral des avonds wanneer het volle gaslicht die bloemen verlicht zal het een aangename aanblik zijn. De deelneming van „het volk" is overvloedig. Van de 181 personen die 894 stekken ontvangen hebben, zijn door 118 personen ongeveer 500 pot ten met schoon ontwikkelde planten ingeleverd. Ook te Vlissingen wordenzooals uit achter staande advertentie blijktpogingen aangewend om een district der Vereeniging „Eigen Hulp" te „Hier en daar flikkerde een ster aan den win- terachtigen hemel, tusschen de drijvende wolken, en een ijskoude wind gierde door de dorren takken. Ik draafde voort, over den hard gevroren grond. O! hoe weldadig was mij die koude! hoe heerlijk die eenzaamheid! Ik wierp mij in een dennen- boschje op een bank neder en drukte mijn gelaat tegen de sneeuw, die op de boomen lag. Welk recht had ik gisteren gehad om mij ongelukkig te voelen? Bij beden te vergelijken was ik toen een bevoorrecht mensch, want zij behoorde mij wel niet toe, maar ook geen ander. En er was een tijd geweest waarop ik haar na aan het hart lag. Die kus, die hoogste gunst, die zij ooit aan iemand zou bewijzen, had ik ontvangen! „Woede en jaloezie verteerden mij, en er schoot een wanhopig denkbeeld door mijn brein. Moet de gevoelloozen alles medeloopen. Moet niet eenmaal de jammerkreet die zij veroorzaakt heb ben, tot hen doordringen." Als ik hen nu eens dwong dien te vernemen? Gelijksvloers in de kamer van den jager hingen zijne pistolen. Als ik er een ging halen! Als te midden van het feestgejuich een schot knalde, en er een mensch met een kogel in de borst op den drempel gevonden werd. Op dat zelfde oogenblik terwijl ik daar over nadenk kraakt de sneeuw onder haastig naderende voetstappen, en er zinkt iemand op de bank naast mij neder. Het is een man, ik meen hem te herkennen en roep. Daar knarst de haan van een vuurwapen, en er valt een schot. Ik spring op, er zinkt een stuip- organiseeren. Evenals elders twijfelen wij niet of de zaak zal ook in Vlissingen bijval vinden en daar zp eersLdan met goed gevolg kan werken indien velen zich bij haar aans'uiten, hopen we dat de pogingen van het Vlissingsche comité door een talrijke deelneming aanvankelijk met goed gevolg zullen bekroond worden. Te Krabbendijko zijn de gekozen raads leden geïnstalleerd, daar op al de bezwaren, ten aanzien der verkiezing ingebracht, door gedepu teerde 3taten afwijzend is beschikt. Tot wethouder en ambtenaar van den burger lijken stand is opnieuw benoemd de heer D. Blok ea tot derden ambtenaar van den burgerlijken stand de heer D. P. Dominïcus. Naar men ons mededeelt is de nieuw in te dijken polder voor Krabbendijko in de Ooster- Schelde dicht en wordt nu met spoed opgewerkt. Op de algemeene begraafplaats te 'sHage is gisteren ochtend in stillen eenvoud ter aarde besteld het stoffelijk overschot van wijlen mr. M. F. Lantsheer, in leven lid van den hoogen raad der Nederlanden. Een groot getal vrienden en ambtgenooten brachten door hun tegenwoordigheid een laatste zwijgende hulde aan de hoedanigheden en de verdiensten van den betreurden doode. Dagbl Een vriendelijke hand heeft ons in staat gesteld nagenoeg de woorden zelf te kunnen mededeelen, waarmede de vice-president van den hoogen raad mr. Pape in de zitting van jl. Dinsdag het over lijden van mr. Lantsheer heeft herdacht. „Voordat ik deze openbare terechtzitting sluit, Edel HoogAchtbare Heerennog een enkel woord: „Toen ik gisteren de eerste terechtzitting van den hoogen raad opende, u mijn welkomstgroet bracht, uitte ik de hoop, ja het vertrouwen, dat onze ambtgenoot Lantsheer binnen kort weder aan onze werkzaamheden zou kunnen deelnemen. Die hoop en dat vertrouwen zijn teleurgesteld, want Lantsheer is heden morgen tot hooger werk kring plotseling opgeroepen! „Beweent een trouwe gade, thans zijn weduwe, een waardigen, hooggeachten echtgenoot; betreu ren bloed- en aanverwanten een uitstekend lid van hun geslacht, wiens naam alom met eere ge noemd werd; missen zijn vele vrienden voortaan in hunnen kring een beproefd vriend, op wien men bouwen konin den hoogen raad der Nederlanden is, M. H.door den dood van Lantsheer een zetel ontledigd, waarin onze ontslapen ambtgenoot, in trekkend lichaam aan mijne voeten en ik vang een stervende in mijne armen. Boven aan den hemel heeft de maan gezegevierd over de wolken die haar verborgen, en tusschen de kale takken dringt een straal van haar rein licht door en valt op het gelaat van een doode, in de strakke wijd opgespalkte oogen van Friedrich. Mensch! de woeste daad waaraan ik zooeven dacht, had hij ten uitvoer gebracht. Ik kreeg het gevoel alsof ik bij mijn eigen lijk nederknieldeevenais men in een droom zichzelve in een ander verplaatst ziet en toch alles zelf voelt. De wonde, waaraan Friedrich bezweek, was de mijne, ik voelde haar branden. En dat oog, dat ik met bui vering aanstaarde, ontmoet ik in kwade oogen- blikken nog. weet gij wanneer?" Chlodwig bukte zich en sprak langzaam op fluisterenden toon, als aarzelde hij een lang bewaard geheim te verraden: „Als ik in den spiegel kijk. „Kom, bom" zei de majoor. Zijn vriend was zeer bleek geworden en vervolgde op gemaakt kalmen toon: „Uit het slot kwamen menschen aansnellen, en ik zond om den dokter, die heel spoedig kwam, en reeds uit de verte riep: „Bedaard, bedaard! geen opschudding maken de graaf laat het verzoeken. De familie neemt juist afscheid. Al maar bedaard „Hij bukte zich over den doode, voelde zijn pols, lag de hand op zijn hart en zei„het is uit." „Daar reden een paar voorrijders met fakkels op eenige passen van ons van daan, in vollen draf voorbij, op de hielen gevolgd door twee zijn gezonde dagen, zoo menige proeve heeft ge leverd van zijn scherpzinnigheid, wetenschappelijke kennis en warme belangstelling in een goede rechtspraak. Zijn dood is een veelzijdig verlies, vooral omdat de ontslapen ambtgenoot bij zijn groote bekwaamheid, later breeder te herdenken, ons meer dan éénmaal de bewijzen heeft geleverd, dat wij in hem bezaten een man van karakter, hetgeen vooral hoog is te waardeeren in den tijd, dien wij beleven. „Moge ook zijn zetel worden ingenomen door een even waardig opvolger, de naam van Lantsheer, M. H., zal bij den hoogen raad immer in eervoile herinnering blijven en ik gevoelde mij reeds nu verplicht, aan zijn nagedachtenis deze korte hulde te brengen, overtuigd als ik ben daarbij de tolk van uw aller gedachten te zijn." Vaderland Door de enquête-commissie betrekkelijk de be smettelijke longziekte werd gisteren gehoord de heer jhr. mr. C. van Cittersburgemeester der gemeente Heinkeuszand. Het onderzoek naar de kleurenblindheid van het trein- en wegpersoneel der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen is thans geheel afgeloopen. Dit onderzoek heeft aangetoond, hoe noodzakelijk het is dat het personeel dat met de seinen te maken heeft nu en dan onderzocht wordt of het de kleuren weet te onderscheiden. Bij het onderzoek toch is gebleken dat er velen aan kleu renblindheid lijdende zijn. Deze zullen in andere betrekkingen by de staatsspoorwegen geplaatst worden. De Staats-courant van heden bevat het konink lijk besluit van 1 dezer, Staatsblad n° 175, tot nadere wijziging van eenige artikelen van het reglement, betreffende den vorm, de samenstelling en de afmetingen der maten en gewichten, vastgesteld bij koninklijk besluit van 16 October 1869 (Staatsblad n° 159). Den 8en November a. zal het surnumerairs- examen plaats hebben, voor het personeel dat reeds in dienst is der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen. Omtrent de quaestie over de goederen vau St. Agatha zegt de Zutphensche courant in een tweede artikel o. a. nog het volgende „De regeering stelde bij monde van den heer Betz voor, „omdat het wenschelijk is de bestaande verschillen betreffende de goederen van het voor malig klooster van St. Agatha te beëindigen", zeven verschillende bouwhoeven, ieder gemiddeld sleden. De paarden snuifden, hun warme adem steeg als rook uit hunne neusgatende schellen klonken vrooiyk, terwijl zij over de blinkende sneeuw in het maanlicht op het wijd geopende tuinhek toesnelden." Chlodwig zweeg en eenige oogenblikken hoorde men niets in de kamer dan het tikken van de blok, die even daarna sloeg. „Kwartier over tienen!" zeï de majoor; maar Chlodwig maakte geen toebereidselen om op te staan, en zat peinzend in zijne herinneringen verdiept. „Een jaar later", begon hij weer „werd Holen- stein verkocht. De graaf hield veel van het goed, maar een fabrikant bood hem een hoogen prijs en daar bezweek hij voor. Zoo zijn heden ten dage de groote lui." „Zouden we niet naar bed gaan?" vroeg de majoor. „Mijn klein nest zou ik niet willen verkoopen," zei Chlodwig, „maar ik ben ook maar een boer. Zaaien, oogsten, altijd edeler vruchten aan mijn grond ontwoekeren, daaraan besteedde ik mijn leven. Alles is mettertijd ook beter geworden. Rambusseb zou weer beginnen te schreien maar van blijdschap, als hij nu de akkers zag, die ik toen aan den graaf verkocht en daarna weer in gekocht heb. Maai' wat geeft het eigenlijk? Ik ben toch alleen op de wereld." „Ja", zuchtte de majoor, „wij zijn alleen." De vrienden stonden op, wenschten elkaar goeden nacht en begaven zich ieder naar hun kamer.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1