N°. 206. 1206 Jaargang. 1877. Zaterdag 1 September. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiên i 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte? Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitk (1°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 31 Augustus, IUIDOELBURGSCHË COURANT. Woensdag den 12en September a. zal door de zorg der vereeniging Uit het volk voor het volk alhier ten derde male de tentoonstelling plaats hebben van bloemen en planten gekweekt door de arbeidende klasse. Twee malen verschafte dit bloemenfeest veel genot en voldoening aan velen derzulken, wier grootste deel in dit leven zorgen en teleurstelling zijn. Vooral ook aan de vele ondersteuning die het bestuur bij de burgerij on dervond had het te danken, dat zijne pogingen zoo goed slaagden. Meer nog dan de beide vorige keeren heeft het bestuur ditmaal behoefte .aan ruime bijdragen, daar de kas, tegenover onvoldoende inkomsten, onder aanzienlijke uitgaven gebukt gaat. Toeh zou het gaarne ook dit jaar weder velen gelukkig maken door ruimschoots bekroningen te kunnen uitreiken aan hen, die met zooveel zorg en liefde hun jonge teere planten hebben gekweekt, en tevens zooveel mogelijk tot spaarzaamheid willen opwekken door bij voorkeur spaarbankboekjes aan de bekroonden te schenken. Wij twijfelen dan ook niet of het beroep op onze bloemenminnende stadgenooten om ruime bij dragen te schenken voor de aanstaande tentoon stelling zal niet tevergeefs wezen, zoodat de dag van 12 September weder voor velen een blijde dag kan worden. Van de verdronken stad Reimerswaal kan niet gezegd worden wat Cd. Busken Huet in zijne „Italiaansche Reisaanteekeningen" zoo schoon over Pompeji schrijft De stad staat er nog heden, met hare straten en pleinen, hare woonhuizen en openbare gebouwen, hare winkels en graven, hare voltooide en onvoltQoide tempels Ik geloof niet dat ergens op aarde iets zoo merkwaardigs te zien is als deze bouwvallen Het is naar waarheid eene verrijzenis uit de dooden en daarbij, dank zij het liefelijk plekje waar het gelegen is, eene verrijzenis zonder spookachtigen bijsmaak. Enkel weemoed, enkel verhevenheid, enkel ernst." Wie van de schamele overblijfselen van Reimers- vsjaal iets zien wil, moet een paar uren vóór dat de ebbe het verdronken land van Zuid-Beveland bloot legt, op eene plek landen, bij de schippers onder den naam van „de Vogel" bekend. Van daar een 300tal roeden door zand, slijk en water wandelende, zal hij eenige rijen half vergane palen, wat steenen, potscherven, blauwe schaliën, over eind staande of omver liggende looierskuipen, waarin nog run aanwezig is, vinden, die verraden dat daar eenmaal havens, straten, woningen, fabrieken, kerken en torens stonden. Vóórdat hij den tijd heeft gehad om zijn onderzoek nauw keurig te volbrengen, zal de schipper hem waar schuwen dat de wassende vloed hem dwingt te vertrekken, want met het opkomende water valt daar niet te gekscheren. Hoe weinig aantrekkelijk of verheven deze sporen schijnen mogen van hetgeen eenmaal eene welvarende stad was, wat grooter dan Goes en wat kleiner dan Zierikzee thans zijn, toch laat de geheimzinnige aantrekkingskracht, die ons steeds boeit aan de plekken, welke de kenmerken vertoonen dat vroegere geslachten daar geleefd en gestreden hebben, zich ook hier niet onbetuigd. Daar zijn menschen, wien Reimerswaal door het hoofd spookt, niet minder dan Pompeji het een Napolitaansch geleerde van onzen tijd kan doen. Zulk een man was de heer J. A. Geluk J.Azn., in leven dijkgraaf, en als wetenschappelijk land bouwer in en buiten Zeeland bekend. Van zijne hofstede Cereshof, niet ver van Venusdam (hoe de Grieksche mythologie hier zonderling op de Zeeuw- sche stranden komt kijken!), liet hij het oog gaan over de tegenoverliggende plek, waar Reimerswaal eens lag en thans de gele golven der Schelde bruisen. Hij rustte niet vóór hij het bezocht en onderzocht en alles bijeenverzameld had, wat in de berichten der oude geschiedschrijvers' omtrent de verdronken stad te vinden was. De vruchten dier nasporingen zijn, na zijn dood, door den heer F. Caland, te St. Gillis, geordend' van aanteekeningen voorzien en nu bij de uitge vers van Benthem en Jutting alhier in het licht gegeven. Het boekje bevat alles wat in gedrukte besehei den omtrent Reimerswaal opgeteekend is, benevens eene photo-lithographie eener grondteekening der stad, vermoedelijk omstreeks 1550 door Jacobus van Deventer vervaardigd voor keizer Karei V, die destijds de reeds sedert 1530 in verval ver- keerende stad weder wilde opbeuren. De opkomst, de bloei, het verval en de onder gang der stad worden er kortelijk in beschreven. In het begin der 14a eeuw het eerst genoemd, bereikte Reimerswaal in de beide volgende eeuwen hare grootste welvaart als zee-, handels-en fabriek stad. In de 16e eeuw was het echter alsof alle elementen te gelijk haar ondergang gezworen had den. In 1520 legde een geweldige brand 300 harer huizen in de asch. Tien jaren later verzwolg het water, in den vreeselijken Sint Felix-vloed, achttien dorpen in haar omtrek en een groot deel harer eigen straten. Latere watervloeden, in 1532, in 1551, in 1552, in 1558, in 1561, in 1563 voltooiden het werk der vernieling, dat in 1558 door een tweeden feilen brand nog bespoedigd werd. Lang zamerhand geheel ontvolkt en verarmd, werd in 1634 wat er nog over was van de poorten, muren en straten verkocht voor f 540,90, ten behoeve der schuideischers. Reimerswaal had opgehouden te bestaan. Evenals de verwoestende gevolgen der eerste overstrooming ten deele toegeschreven werden aan de hebzucht en de zorgeloosheid van sommige particulieren, zoo werd ook het herstellen der toe gebrachte schade door tweedracht en kortzichtige gierigheid onmogelijk gemaakt. In dit opzicht bevat de noodlottige geschiedenis van Reimerswaal nog menige les voor het tegenwoordige. Gelukkig zijn wij thans zooveel vooruitgegaan dat de be hartiging der algemeene belangen niet meer door de „onafhankelijke" tegenwerking van enkelen in de waagschaal kan gesteld worden. Voor allen die in Zeeland's geschiedenis en in den worstelstrijd van Nederland met den erfvijand, het water, belang stellen, zal het werkje der hee- ren Geluk en Caland ongetwijfeld een welkome bijdrage zijn. Gisteren middag kwam Z. M. de koning, verge zeld van den minister van marine, van de heeren Taets van Amerongen en de Ranitz, per extra-trein van den Rijnspoorweg te Amsterdam aan. Hij werd opgewacht door Z. K. H. prins Hendrik, die van Soestdijk was gekomen en reeds van 11 tot 12 uren op de tentoonstelling in het Paleis voor volks vlijt een kijkje had genomen, en den burgemeester. Van het station reden de bezoekers rechtstreeks naar 's lands werf, waar zij werden ontvangen door den schout-bij-nachtdirecteur en kommandant der marine van Gogh. Op de binnenplaats stonden de mariniers onder bevel van den kapitein Su therland opgesteld, met de muziek der marine van het Nieuwediepmet een aantal hoofd- en andere officieren ter zee en van de marine, waaronder de kolonel-kommandant der mariniers Stengel. De muziek speelde het Wilhelmus en met prins Hen drik en den minister van marine, hield Z. M. een zeer minutieuse inspectie over de troepen, na af loop waarvan hij zijn hooge tevredenheid over hunne houding te kennen gaf. Met onderscheidene gedecoreerde officieren onderhield Z. M. zich min zaamst. Van de binnenplaats wandelden de vorstelijke personen door de magazijnenzagen de kanonnen voor de monitors, namen even een kijkje op bet rivierverdedigingsvaartuig Isala, lieten de konink lijke sloep, die gereed lag om hen naar de Was- senaer te brengen ongebruikt, maar zetten te voet den weg voort naar dat schip, dat evenals het wachtschip Prins Maurits binnen de sluis, en het instructie vaartuig Ternate daarbuitenvan boven tot beneden met vlaggen was getooid. In het want van de Wassenaer en de Prins Maurits paradeerden de knapen, en een tot tweemalen herhaald driewerf hoezee! vervulde het lucht ruim, toen de koning en de prins de Wassenaer beklommen. Zeer lang vertoefden de vorstelijke personen op het schip. Tot in de kleinste bijzon derheden werd alles in oogenschouw genomen, de jongens deden allerlei evolutiën gymnastiseerden, exerceerden, bewogen zich in het want en op de raas, en ook de mariniers aan boord exerceerden onder het persoonlijk bevel van den koning. Nauwelijks was Z. M. op de trap om het schip te verlaten of de jongens paradeerden weêr in het want en hieven het hoezee aan. Na een bezoek aan de werkplaatsen verlieten Z: 12. on Z. K. H. te ruim half drie, onder de toe juichingen der menigte, die op Kattenburg was saamgestroomd, 's lands werf, en begaven zij zich naar het Paleis op den Dam, waar te 6 uren diner was in de Mozeszaal. Tot de genoodigden behoorde de burgemeester en de militaire autoriteiten. Des avonds te 9.40 keerde Z. M. per extra trein van den Rijnspoorweg naar den Haag terug. Prins Hendrik vertrok naar Soestdijk. Heden namiddag te éen uur zou de koning in spectie houden in de Maliebaan, te 's Gravenhage, over het regiment grenadiers en jagers, gekleed in marschtenue. Zaterdag zal Z. M. de kazerne van dat regiment inspecteeren. In December van het jaar 1878 zal het 300jaren geleden zijn dat de Unie van Utrecht werd gesloten tusschen Holland, Zeeland, de Groningsche omme landen en de meerderheid der staten van Utrecht en Gelderland, en waarbij zich ook later Friesland, Overijsel, Groningen en Drenthe voegden. Ruim twee eeuwen was het toen gesloten verbond het voetstuk waarop de republiek der Vereenigde Nederlanden was gebaseerd, en geen wonder dat zooals het Utrechtsch dagblad mededeelt het denkbeeld om het sluiten der Unie van Utrecht op feestelijke wijze te herdenken veler sympathie ondervindt. Reeds velen zijn toegetreden op uitnoodiging der voorloopige commissie, bestaande uit de heeren mr. L. E. Bosch, dr. W. G. Brill, dr. M. Cohen Stuart, J. D. Gerlings, Rich. Hol, dr. G. A. Hulsebos, E. Mijaberg, A. J. Nijland, dr. J. J. van Oosterzee, mr. H. P. G. Quack, A. J. Servaas van Rooijen, J. W. Schubart en J. Spruit. Onder de toegetre- denen noemt men de hh. van Wassenaar v. Catwijk en Lenting, leden der tweede kamer, de hoogleer aren Jorissen en Doedes; de heeren mr. Boer, wethouder, dr. v. Toorenenburger, den bibliothecaris der kon. academie dr. Campbell, mr. A. Grothe, mr. U. H. Huber, mr. Chais van Buren, Dercksen, Eekhoff en vele anderen, waaronder geachte inge zetenen van Utrecht. Ook de rector van 't Utrecht- sche studentenkorps heeft in warme bewoordingen zijn adhaesie betuigd. Aan de Arnhemsche courant ontleenen wjj het vol gende betreffende de ongeregeldheden te Arnhem „Vrij algemeen hebben de ingezetenen maatre gelen tegen de baldadigheid der bende straatschen ders genomen. Wie geen buiten-jaloeziën heeft, heeft planken voor zijne spiegelruiten laten spij keren om ze tegen de steenen te beveiligen. Nogtans is het aantal verbrijzelde ruiten niet zóo groot als de geruchten wel beweren, maar nie mand wil' de kans wagen om de zijnen te laten vernielen. Vele huizen worden op die wijze be veiligd voor rekening der verzekering-maatschap pijen, door wier tusschenkomst de schutsels des morgens weder worden weggenomen. Van de gaslantarens zijn er velen zonder glas. „Woensdag avond was het betrekkelijk rustig, niettegenstaande men verwacht had dat de kermis te Velp, die een aantal bewoners uit onze stad derwaarts lokt, in den voornacht grootere drukte zou doen ontstaan. Wel liepen er nog troepjes jongelieden door de straten, die het „doorloopen „doorloopentot leus hadden aangenomen, maar de patrouilles hielden hen in ontzag en dreven hen bijtijds uiteen, waarbij weder een aantal per sonen werden gearresteerd wegens straatgerucht of verzet tegen de openbare macht. „Nadat Donderdag morgen te acht uren de infanterie en een deel der artillerie was uitgerukt om op de Soerensche heide te bivouakeeren, rukte tegen 10 uren een bataljon van het zevende regiment uit Nijmegen hier binnen, dat met de achtergebleven artilleristen dezen avond dienst zal doen. „Het gerucht beweert, dat het zeer levendig zal zijn, ook wegens de Velpsche kermis, maar het openbaar gezag heeft met het oog daarop zijne maatregelen genomen." Gisteren werd te 's Gravenhage, onder leiding van den heer M, D. graaf van Limburg Stirum de tweede jaarlijksche vergadering van het Anti- dienstvervangingbond gehouden, waarin de voorzitter al terstond kennis gaf van zijn voor nemen om, met het oog op zijn hoogen leeftijd, zijne betrekking neer te leggen, onder bereidver klaring evenwel haar nog éen jaar te blijven waarnemen. Eene beschouwing over de verhouding der par tgen in de kamer na de jongste verkiezingen in betrekking tot de quaestie die het bond bezig houdt bracht den voorzitter tot de slotsom, dat, komt er een sterk bewind uit de liberale partij tot stand, er eenige kans bestaat, dat zij zal trachten het beginsel van persoonlijken dienstplicht in de wet gevestigd te krijgen, mits niet de heer de Roo van Aiderwerelt zijn toekomstige minister van oorlog zij. Met het oog op den tegenstand der katholieke leden, trachtte de voorzitter verder aan tetoonen, dat in den persoonlijken dienst niets is wat strijdt met de macht hunner kerk. Na in eene opsom ming te zijn getreden van de redenen, die ver moedelijk oorzaak zijn van het onbeantwoord laten van 's Bonds adressen aan den koning (tot wien men zich deswege niet nader zal wenden), besloot de voorzitter zijne rede met nogmaals te wijzen op het hooge belang, dat de koning en het Huis van Oranje hebben bij de groote quaestie der invoering van den persoonlijken dienstplicht. Het verslag van het hoofdbestuur herinnert, dat het 2e hondsjaar voor de regeering, wat den per soonlijken dienst betreft, een jaar van rust was, door den eigenaardigen toestand, die na de intrek king van het militie-ontwerp intrad ingevolge de verwerping van de contingentsverhooging, Van de indiening van de wetsontwerpen tot regeling van de levende strijdkrachten verwacht men een jaar van strijd en inspanning voor het Bond. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de werkzaamheden van het bestuur, waaruit o. a. valt op te teekenen, dat het hoofdbestuur het nemen van initiatief voor spreekbeurten aan de afdeelingen wenscht over te laten en optreding van het Bond in den verkiezingsstrijd niet wenschelijk werd geacht. Op 30 Juni jl. waren er 66 afdeelingen. Het cijfer der deelnemers klom tot 8359. De aftredende leden van het hoofdbestuur zijn herbenoemd. Het voorstel om den naam te ver anderen in dien van Bond voor de invoering van algemeenen dienstplicht, is verworpen. Voorts is beslist, dat vrouwen leden kunnen zijn. Men schrijft ons uit Rotterdam: De zaak der tramways, die in den laatsten tijd de gemoederen zoo zeer in beweging heeft gebracht, zal dan toch in orde komenHet blijkt, dat terwijl deze zaak onder het publiek zoo druk besproken werd en het gemeentebestuur van verzuim werd beschuldigd, burgemeester en wethouders druk in onderhandeling waren en zelfs reeds den gemeente raad in geheime zitting hadden geraadpleegd over deze zaak. Het behandelen van gewichtige zaken in gesloten vergaderingen van den gemeenteraad is een eigenaardig Rotterdamsch gebruik. „Er zijn tal van aanvragen om concessie ingeko men ook van stadgenooten. B. en W. hebben, in overleg met den raad, besloten geen openbare mededinging open te stellen, maar onderhandelingen te openen met den concessie-aanvrager, die hun voorkwam de beste waarborgen aan te bieden. Het gevolg is geweest, dat bij den raad heden is ingekomen een voorstel om de concessie te ver- leenen aan den heer de la Hault te Parijs, die reeds in verscheiden steden van Frankrijk en ook te Genua en Frankfort tramway's heeft aangelegd en in exploitatie gebracht. „De voorwaarden, waarop die heer de concessie aanvaard heeft, zijn voor hem tamelijk bezwarend en voor de gemeente voordeelig. De vastgestelde jaarlijksche retributie kan zelfs eene aardige bij drage worden voor de gemeentekas. „Er zullen voorloopig drie lijnen in exploitatie komen. De hoofd- of circuleerende lijn loopt van het centraalstation buiten de Delfschepoort langs Cool- en Schiedamschen singel door de Witte de Withstraat, langs het uiteinde van den Eendrachts- weg, over Vasteland, Schiedamsehendijk, Noord- blaak naar het Beursplein, en van daar langs Westnieuwland Groote MarktSteigerBinnen- Rotte, Meent, Heerenstraat, Goudschensingel, Hof plein naar het centraalstation. Eene tweede lijn

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1