Telegraphische berichten.
Thermometerstand.
Gemeenteraad van Zierikzee.
ken bezwaren tegenover de reederij der heeren
van Zeijlen Decker, vooral wat assuradeurs en
Nederlandsche Handelmaatschappij betreft, door
de bemoeiingen van het tegenwoordige hoofd der
firma ten eenemale zijn opgeheven.
De stoomkanonneerbooi Hydra, al3 wacht
schip dienstdoende te Vlissingen, is Maandag
morgen uit de haven gestoomd om op de Schelde
te kruisen.
Naar wij vernemen, zal aan het personeel der
Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen,
dat zich bij den brand aan het station te Vlissin
gen, heeft onderscheiden, van wege de Maatschappij
eene gratificatie worde toegekend.
Een ingezeten van Vlissingen solliciteerde
naar de betrekking van veldwachter in eene kleine
gemeente van Noord-Brabant. Namens den burge
meester werd hem geantwoord, dat hij, om zijn
kans te vermeerderen, maar in persoon moest over
komen.
Onder aan den brief leest men
„NB. Voor de betrekking komen alleen in aan.
merking zij die den R-K. godsdienst belijden."
Het postcriptum is met potlood, maar blijkbaar
met dezelfde hand geschreven als de brief. Vad.)
Naar aanleiding van het eerlang te vieren
300jarig gedenkfeest van den geboortedag van
Jacob Cats zal binnen kort bij de boekhandelaars
S. Ochtman Zoon te Zierikzee verschijnenJacob
Cats, Tooneelmatige Schets met zang, in twee
Tafereelen, door J. K. de Regt, lid van den Neder-
laudschen Tooneelbond. Gaarne vestigen wij hierop
de aandacht van rederijkers-gezelschappen en ver
dere belangstellenden.
Door vijf leden van den Rotterdamschen ge
meenteraad is het voorstel gedaandat de raad
zich tot den minister van binnenlandsche zaken
zou wenden, om zijne medewerking te verzoeken bij
de aanstaande regeling van den winterdienst,
opdat aan alle reizigersonverschillig naar welke
richting, gelegenheid gegeven worde om hetzij
aan het station Beursplein plaats te kunnen nemen,
of aldaar te mogen afstappen. Voorts ook te
willen doen bepalen, dat aldaar bestelgoederen tot
eene beperkte maat of gewicht zullen wórden aan
genomen. Het voorstel werd ingetrokken toen
het bleekdat burgemeester en wethouders zich
reedsook namens den raad geheel in dien geest
tot den minister hadden gewend.
Herhaaldelijk is het te Amsterdam voorge
komen dat militairen weigerden de politie te
hulp te komenwanneer deze bij het doen van
arrestatiën bij volksoploopen enz.te kort schoot.
Deze aangelegenheid is thans bij dagorder van
den garnizoens-commandant geregeld. Den mili
tairen wordt daarin duidelijk te kennen gegeven,
wat ze hebben te doen, wanneer de politie in
zekere gevallen hun bijstand verlangt.
Laatstleden Woensdag, een dag vanpleizier-
treinen en kwartjesdag op de tentoonstelling van1
kunst-nijverheid, was de drukste die de Amster-
damsche omnibus-maatschappij ooit heeft beleefd.
Zij vervoerde bijna 28,000 personen op dien ëenen
dag, en de tentoonstelling werd door ruim 10,000
menschen bezocht.
Tot adjunct archivaris van Amsterdam, belast
met het doen van historiseh juridische onderzoe
kingen in het stedelijk archief, is aangewezen de
heer N. de Roever j"r. doctorandus aldaar. Ge
noemde heer is ook voorgedragen tot archivaris
der gemeente Zwolle.
Naar aanleiding van 'tfeit, dat men in den
nacht van 15 dezer onder Avereest een drenkeling
halverwege in 't water heeft laten liggen, in de
meening dat er eerst een politie-beambte moest
tegenwoordig zijn, heeft de burgemeester dier ge
meente bij publicatie op 't gruwzame en 't geheel
verkeerde dier meening gewezen. Hij voegd er bij
dat ieder, die een drenkeling vindt, bevoegd en
zelfs verplicht is hem zoo spoedig mogelijk uit
het water te halen eu te behandelen overeenkom
stig de overal verspreide voorschriften.
Ten aanzien der verzending van kunstwerken
van 't Loo en uit het koninklijk paleis te 's Hage,
verneemt men nader dat deze niet uitsluitend
bestemd zijn voor 's konings hotel te Parijs, maar
deels ook in bruikleen worden afgestaan aan de
commissie voor de wereldtentoonstelling, ter op
luistering van de Nederlandsche expositie.
De vermakelijke geschiedenis van den kapel
meester en zijn broek, of de militaire verwikke
lingen in Kampen, is nog niet ten einde. Er
verschenen ingezonden stukken over en, naar men
schrijftzijn de gemoederen in Kampen zeer ge
spannen.
Is het niet of er een noodlot op Kampen rust,
dat juist deze stad, aan wie de overlevering
reeds zooveel ten laste legt, ook van deze gebeur
tenis het tooneel moest zijn Een novellist met
een weinig fantasie zou er een aardig thema in
kunnen vinden voor een vroolijk verhaal.
Zondag heeft weder iemand te Nieuwediep
den dood in het water gezocht en gevonden,
namelijk een oud mandie van een klein pensioen
moest leven en bij zijn kinderen inwoonde.
Op Urk zijn Zondag drie rijksveldwachters
aangekomendie daar eenigen tijd zullen blijven
om de orde te handhaven onder het werkvolk,
dat gebezigd wordt ter verbetering der haven.
De groote buitgewone tuinbouw tentoonstelling
die, b^ gelegenheid der Rubensfeesten, te Antwer
pen in de Eikenstraat wordt gehouden, is naar
wenseh geslaagd. Vele inzendingen uit het bui
tenland zijn ingekomen; ook uit Nederland is de
deelneming niet onbelangrijk. Zaterdag hebben
de juryleden, waaronder afgevaardigden uit Duitsch-
land, Frankrijk, Engeland en Nederland, de inge
zonden voorwerpen beoordeeld. Ons land is ver
tegenwoordigd door de heeren N. Redeker Bisdom,
van Amsterdam, en Glijm en de Vos, en van
Utrecht.
Onder de inzendingen uit Nederland is o. a.
bekroond Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden,
le prijs, buiten mededinging.
Men herinnert zich de manifestatiën, die bij de
laatste verkiezingen te Antwerpen hebben plaats
gehad en waarbij ten huize van verschillende
ingezetenenen voornamelijk van eenige clericale
volksvertegenwoordigersglasruiten werden inge
worpen en andere schade werd aangericht,
De burgerlijke rechtbank te Antwerpen heeft
thans uitspraak gedaan in een der actiëndoor
den afgevaardigde Coremans tegen het Antwerp-
sehe gemeentebestuur wegens de tooneelen van
den 13m Juni 1876 ingesteld.
De stad is veroordeeld tot betaling 1° eener
som van 5,925 franken wegens *de ten huize van
gezegden heer Coremans aangerichte schade; 2e
eene som van ƒ1500 voor schaden en interesten.
Onder de namen dergenen, die door de Société
d'encouragement au Hen onlangs zijn bekroond
geworden, behoort ook die van de koningin van
Portugal, de dochter van Victor Emmanuel. Vóór
drie jaar toch stortte deze zich met doodsgevaar
in de golven, om hare beide kinderen, de kroon
prins en Don Alfonso te redden, die eensklaps
aan strand door de zee werden weggesleept.
Ook de koningin zelve ware in de golven om
gekomen, indien het niet aan den wachter van
een vuurtoren had mogen gelukken, haar met hare
kinderen te redden.
Van den oudsten zoon van den kroonprins
van Pruisen wordt in een Duitsch werkje over de
opvoeding het volgende verhaald, dat evenwel
reeds voor eenige jaren moet hebben plaats gehad,
daar de prins reeds achttien jaren is. Als kleine
knaap had hij een grooten af keer van 's morgens
bau vernield moest worden, 250 man kwamen
met de oorlogstoomers Bromo en Banjermassing
om dat werk te verrichten, of liever om ons een
handje te helpen.
Den 10™ Mei gingen wij op verkenning met vijf
gewapende sloepen. Marbau ligt aan eene tamelijk
bveede rivier, onbevaarbaar voor groote schepen
wegens de zandbanken die het binnenkomen on-
mogelijk maken, zooals met de meeste rivieren in
Atjeh het geval is; alleen met sloepen kan men
de rivier opkomen. De vijand vergezelde onze
troepen langs het strand, wij voeren kort langs
den wal heen. Het was een aardig gezicht de)
manoeuvresder Atjehers te zien dansen, springen
zoogenaamd tandakken, ons uitdagen om aan den
wal te komen, enz. Meer dan eens richtten zij
hunne donderbussen op ons, doch durfden of wil
den niet schieten, waarschijnlijk in de verwachting
dat wij zonder te vuren aan wal zouden stappen.
Toen wij een goede landingplaats gevonden had
den, trokken wij terug.
Den volgenden dag, den llen Mei, hadden wij
dezelfde manoeuvre, maar nu werden de Atjehers
op een hagelbui kogels onthaald en vele werden
er gedood; wij kregen van hen nog al tamelijk
veel vuur terng, hetwelk ons echter niet veel
schade veroorzaakte. Enkele Atjehers lieten zich
liever doodschieten, dan zich van het strand ver
wijderen. Toen de vijand de vlucht genomen had,
sprongen wij aan den wal; de 250 man landings
troepen werden zoo spoedig mogelijk' de rivier
overgezet, benevens omstreeks honderd man der
marine. Ons eerste werk was de kampong met
eenige salvoos te begroeten. De le en 2e sectie,
waarbij ik behoorde, werd gekommandeerd om er
stormenderhand op in te loopenwij ontmoetten
geen volk. Onmiddellijk werden de huizen in
brand gestoken (de huizen der Atjehache kampongs
zijn doorgaans zóo aaneengebouwd en met struik
gewas en boomen omgeven, dat men van het
eene huis niet tot het andere kan zien)de troepen
werden toen in sectien verdeeld; rechts en links
trokken wij door de kampong, alles vernielende
wat wij op onzen weg ontmoetten. De sectie,
waar ik bij behoorde, bestond uit 20 man, allen
van Z'. M". stoomschip Deli; wij ontmoetten op
onzen weg den missigit of tempel; nauwelijks
stond hij in brand, of wij werden omringd naar
mijn gissing door ruim 30 Atjehers; wij gaven
onmiddellijk snelvuur, doch zij schenen er weinig
om te geven, want zij vielen ons met een lievig
geschreeuw te lijf. Het werd nu een gevecht man
tegen man. Wij sloegen er gelukkig door, doch
lieten op die plaats vier dooden en twee ernstig
gekwetsten. Ik hen er gelukkig heelhuids afgeko
men. Yan de Atjehers lagen er acht dooden,
Wij gingen voort ons vernielend weikte verrichten,
en toen alles verbrand was, trokken wij terug en
waren denzelfden avond nog aan boord.
BUITENLAND.
Antwerpen. Het gedenkteeken op het graf
van den schilder Jordaèns is heden te Putte, even
over de Nederlandsche grens, plechtig onthuld.
De heeren de Wael, burgemeester van Antwerpen,
en de Jonge van Ellemeet voerden het woord,
terwijl laatstgenoemde, aan het einde der plech
tigheid, den lieer de Wael, namens Z. M. koniDg
Willem III, het officierskruis der orde van de
Eikenkroon overhandigde.
De Middelburgsche correspondent van het
Handelsblad schrijft dat hij de verzekering heeft
ontvangen dat de in den laatsten tijd nog al bespro-
mogen da tong los te maken; en op dat oogeü-
■blik herkreeg zij bijna volkomen haar spraakver
mogen: „O! zijt ge eindelijk gekomen! Ik
verlangde er meer naar om uw engelen gelaat
nog eens te zien, dan naar mijn eigen kinderen.
En de Heer weet hoe ik er naar snak om ze weer
te omhelzen! Maar voor de ongelukkigen loopt
alles tot het laatste toe tegen!" Hier vielen
langzaam een paar tranen uit hare oogen.
Dora kwam naderbij en trachtte haar te troos
ten met goede woorden, maar ze merkte weldra
dat de arme ziel niets hoorde; zij ging op een
ruw bankje zitten en luisterde geduldig naar
de uitweidingen der kranke.
„Wat zijt ge bleek, arme juffrouw! laat mij
uwe handen eens zien. Ach! die zijn bijna door
schijnend! Gij zijt reeds eene fee, een engel en vliegt
misschien nog vóór mij naar den hemel, vóór mij
arme zondares, die alvorens te sterven tijd moet
hebben tot berouw over al hare zonden."
Dora keek ook naar hare kleine vermagerde
handen, en lachte even; de gedachte aan den
dood had niets verschrikkelijks voor haar arm
bedroefd hart. Zij sloeg de zachte oogen ten
hemel en fluisterde bijna voor zich heen: „D&ar
is rust!"
En Gina vervolgde, terwijl haar beweeglijk oog
op eens van toorn gloeide: „Ik weet het dat
ook gij ongelukkig, bedrogen zijt, u ook hij leek
mooi en braaf, maar het is beter de mannen nooit
te vertrouwen!Daarenboven hadden de kaar
ten het my herhaaldelijk gezegd, altijd kwam het
spel uit met een harteboer, die de koningin sloeg
maar gij noemdet het gekheid en wildet mij niet
gelooven
Dora bloosde verwonderd, en legde haar met
de hand het zwijgen op; maar daar de arme ver
lamde zoo vaak gedwongen was te zwijgen, rami
melde zij zonder ophouden voort, nu ze er toe in
staat was:
„De goede tee verdiende een beter lothij
heeft u laten zitten, niet waar, nadat hij u gouden
bergen beloofd had! Ik zon voor éen dag
slechts weder mijne krachten willen herkrijgen,
om hem onderhanden te nemen, dan zou bij zien,
dan zou hij
Het meisje voelde zich door die taal beleedigd
en beschaamd, maar zij schudde tevergeefs het
hoofd, de andere lette er niet op. Eindelijk stond
zij op om heen te gaan. Die beweging herinnerde
de kranke aan het verzoek dat zij Dora had wil
len doen: „Zorg voor mijne arme weezen,"zei
ze met bewogen stem „Ik ga van daag naar
het gasthuis van Tottolengo: ik hoop dat zij mij
daar zullen kunnen komen bezoeken. Men zegt dat
ik bezwaarlijk zal herstellen; maar de dokters weten
er niets van, het kan best zijn dat ik er, in weer
wil van hen, toch bovenop kom. Maar als ik wezenlijk
sterven moest, dan, dan Hier werd hare
tong weder dik en zij stamelde nog eenige onver
staanbare woorden.
Dora gaf haar te drinken, droogde met haar
eigen zakdoek hare ingevallen bleeke wangen
af, schudde de kussens op, wees met den vinger
naar den blauwen, helderen hemel en scheen te
zeggenVertrouw daarop, daar zullen we elkaar
wederzien
Daarop ging ze heen, terwijl de arme vrouw
een onverstaanbaar Ave prevelde, door jammer
klachten afgebroken.
XV.
Een lang aanhoudend gefluit en daar houdt de
locomotief met veel gedruis stil bij het kleine
station van Porta Susa. Het is in de maand
Februari, er is veel sneeuw gevallen en de koude
noopt alle reizigers om, in hunne mantels gehuld,
hard voort te loopen. Onder de menigte merken
wij een langen donkeren heer op, met een streng
uiterlijk en eene eenigszins vreemde kleeding; hij
is uitgestapt bijna voordat de trein nog stilhield
en toch onder al de menschen, die hun vrienden
en bloedverwanten omhelzen, is er niemand die
hem opwacht. Hij loopt haastig het station uit,
blijft aangedaan, bevend staan en ontbloot zijn
hoofd, als trof hem eensklaps iets eerbiedwaardigs.
Zijne haren zijn met vele grijze vermengd, hij
heeft een vollen, dichten gekrulden baard; zijn
edel voorhoofd is licht doorgroefd met vroegtijdige
rimpels en zijn geestige, maar tevens vastberaden
blik noopt iedereen, bijna ouwillekeurig om op
hem te letten.
„Daar is mijn Turijn, ddar zijn mijne plata
nen en daar is de geliefde heuvel, die het beste
deel van mijzelven bevat;" denkt onderwijl
onze reiziger, in wien het niet gemakkelijk is
gewasschen te worden en zoo dikwijls mogelijk
ontsnapte hij. Dan liep hij naar buiten en zijn
grootste genot was voor zich het geweer te laten
presenteeren door de militairen. De bedienden
van den k'einen prins klaagden bij den kroonprins
die daarop beval den jongen zijn zin te geven
maar tevens gaf hij order dat de soldaten geen
notitie van hem nemen zouden. Toen de prins
op een morgen geen enkel militair eerbewijs ont
ving, snelde hij naar zijn vader om zich daarover
te bekiagen. De kroonprins hield zich zeer ver
toornd, maar vroeg, met zijn zoontje naar buiten
gaande, of hij zich gewasschen hal.
De knaap bloosde en bekende het verzuim.
„O, dat verandert de zaak; de soldaten zijn
volkomen in hun recht. De wet verbiedt hun
vorsten te salueeren, die zich niet gewasschen
hebben."
Van dat oogenblik af vergat de prins niet meer
behoorlijk zijn morgen toilet te maken.
Een Dnitsch ambtenaar in den Elzas, die
bewijzen wilde, dat hij de landtaal meester was,
richtte dezer dagen aan zijne vrienden den vol
genden communicatie-brief
Anton R Königlicher Kaiserlicher Ober-
Hauptzoll Amt Assistant a M. se donne l'honneur
de vous declarer que sa femme a coucbóe cette
nuit avec un beau gargon."
De colorado-kever is thans ook in Schil dau
bij Torgau verschenen, waarop terstond de noodige
verdelgingsmaatregelen zijn genomen,
Prins Bismarck is Maandag uit Varzin weder
te Berlijn aangekomen, zonder dat iemand met
zekerheid van zijn aanstaande komst verwittigd
was; men onderstelt dat zij in verband staat met
zijn voorgenomen reis naar Gastein.
Bij gelegenheid van de ontmoeting der keizers
van Duitschland en Oostenrijk te Ischl had een
jonge Branswijksche schoone zich in het hoofd gezet
keizer Wilhelm bij zijn vertrek een bouquet aan
te bieden. Nadat zij reeds drie uren voor de
trappen van het hotel Elisabeth had post gevat,
kwam eindelijk de keizer, dien zij niet kende, naar
beneden. Zij liet zich wijzen wie de keizer was
en verzocht, eer hij in het rijtuig stapte, een naast
hem staanden Pruisischen officier den keizer haar
kostbare bouquet te willen overhandigen. Zeer
beleefd voldoet de officier aan dit verzoek en bracht
haar vriendelijk lachende de dankbetuiging des
keizers over. Tot hare verbazing zag zij echter
den officier plaats nemen naast den keizer, en op
haar vraag wie hij was kreeg zij ten antwoord:
de keizer van Oostenrijk.
21 Aug.'s av. 11 u. 63 gr.'
22 's morg. 7 u. 64 gr. 's midd. 1 u. 71 gr.
's av. 6 u. 69 gr.
Zitting van Dinsdag 21 Augustus.
Afwezig de heer Fokker, zijnde uit de stad.
Na beëediging en installatie van het herkozen
raadslid, den heer E. R. van Nes van Meerkerk,
worden de notulen der vorige vergadering gelezen
en goedgekeurd eu komt o. a. ter tafel de reke
ning der dienstd. schutterij over 1876, welke
wordt gesteld in handen der heeren Labrijn,
Bocije en Pilaar.
Twee verzoekschriften van den heer H, J.
Bastmeijer, hoofdonderwijzer aan de openbare
school voor gewoon en meer uitgebreid lager
onderwijs, het eene om verhooging zijner jaarwedde,
en het andere om verhooging der vergoeding voor
het gemis van vrije woning en der toelage voor
het schoonhouden der school en schoolmeubelen,
welke zijn gesteld in handen der plaatselijke
schoolcommissie tot advies; eene kennisgeving
onzen Hendrik te herkennen, zoo geheel verschil
lend van den zwakke onervaren jongeling, dien
we hebben zien vertrekken.
„Mijn Italië, ik groet en zegen u; zie, hier
ben ik weder teruggekeerd om u nimmer, nimmer
meer te verlaten!"
Hendrik liep eenige straten door, ging een mooi
huis binnen en wierp zich weldra in de armen
van zijn ouden vader. Deze keer was hunne ontmoe
ting minder koel dan gewoonlijktrots verwarmde
het gemoed van den grijzen magistraat.
Na twee jaar kwam zijn zoon, die vertrokken
was als een knaap, onbruikbaar voor zich zelf eu
anderen, terug als een volwassen man, met een
naam die beroemd was geworden door edele daden
Daarvan getuigden de dagbladen, zijne diploma's
en zijne ontvangen decoraties.
{Wtrdi vervolgd.)