N°. 193.
120® Jaargang.
1877.
Vrijdag
17 Augustus.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën 20 Cent per regel.
Geboorte- Tronw- Doodberichten enz.van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor Belgie en Frankrijk: de firma Havas, La?ïitk C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 16 Augustus.
FEUILLETOM.
ie.
Novelle van Grazia Pierantoni-Manzini.
MIDDELBIJRGSCHE
Morgen den 17eu dezer zal weder van de Ruhr
naar Vlissingen loopen een extra kolentrein.
De trein vertrekt uit Venlo te 10.20 's morgens
en zal 7.45 's namiddags te Vlissingen aankomen.
De door de Maatschappij tot exploitatie van staats
spoorwegen uiterst laag gestelde kolentarieven be
ginnen hoe langer hoe gunstiger resultaten op te
leveren. Ditmaal zal de trein bestaan uit 40 wa
gens, waarvan ieder 10,000 kilogram steenkolen
bevat.
Te Domburg is tot lid van den gemeenteraad
gekozen de heer Jan Mosselman (aftredend), met
31 van de 50 uitgebrachte stemmen.
Sedert de vorige opgave zijn te Domburg
aangekomen de volgende vreemdelingen:
In het bad-hotel: mejuffrouw Smissaert, van
's Gravenhage, en de dames Plaet, van Leeuwarden.
In het Schuttershof: de heer Claus, van
Antwerpen.
In het dorp: de heer Menek, van Rotterdam,
A 43a; de dames van den Broecke, A 38, de
heer en mevrouw H. Boogaert, A 79, mejuffrouw
Achilles, A 3, en de heer en mevrouw W. Spren-
ger, A 78, allen van Middelburg.
De Zutfensche courant heeft zich het verbazende
werk getroost van al de redevoeringen, in de
tweede kamer gedurende een jaar gehouden, op
te tellen en daarvan eene statistiek, naar de namen
der sprekers, te maken.
Het nut van dezen arbeid is ons niet duidelijk,
daar het genoeg bekend is dat jn ons parlement
te veel gesproken wordt, doch uit eene enkele
opgave van eijfers niet blijkt wie te veel spreekt.
Honderd goed doordachte redevoeringen van éen
bekwaam man, die tevens een der belangrijke
persoonlijkheden in de kamer is, zijn misschien
niet éen te veel. Tien onbeduidende speeches van
een weinig békend lid, kunnen er misschien juist
tien te veel zijn.
De optelling heeft echter éene goede vrucht
gedragen: eene aardige woordspeling in het Vader
land:
„Het „Dagblad" weet geen andere conclusie te
trekken uit de statistiek dan dat de beer van
Houten de praatlustigste is van de 80 leden. Onze
confrère had er kunnen bijvoegen en dat
(Uit het Italiaansch.
(Vervolg.)
XII.
„Hendrik, ga hier zitten; wij hebben hard
geloopen en toch beii ik druipnat."
Dit zeggende schudde het meisje hare blonde
druipende haarvlechten uit en droogde lachend
het gelaat en de handen af. In dat oogenblik
van bevallige achteloosheid scheen zij nog mooier
hare oogen waren levendig, hare wangen gloeiden,
hare borst hijgde; zij scheen de jeugd in persoon
en was geheel van gedaante veranderd. Maar
die vlugge bewegingen, die jeugdige en dartele
onbezorgdheid, ontnamen niets aan hare aangebo
ren zedigheid. Zij scheen thans, gelijk altijd,
rein en lieflijk, vol vertrouwen en onschuld.
Hendrik zag haar ontroerd aan: „Dora,zeide
hij eindelijk, terwijl hij naast haar ging zitten,
mijne zuster, ik ben zoo diep ongelukkig!"
Op eens verdween de lach van het jonge gelaat,
en het hernam zijne gewone weemoedige, onder
worpen uitdrukking. Zij sloeg bedeesd de oogen
naar haar neef op en toen zij op zijn gelaat de
de minister van financiën a parlé sms foi cent
fois.)
De heer de Broekert, agent van het expeditie-
kantoor van van Gent Loos te Middelburg, wordt
volgens het Handelsblad, met 1° Sept. a. als
assistent op het bureau der inkasseeringen overge
plaatst naar Amsterdam.
De commissaris des konings in Noord-Brabant
is door den koning gemachtigd tot bijeenroeping
der staten van dat gewest in buitengewone verga
dering op Donderdag 23 dezer, teneinde daarin
over te gaan tot de verkiezing van een lid van
de eerste kamer voor de tegenwoordige zitting der
staten-generaal.
Weder is bij het schijfschieten, ditmaal nabij
Breda door de cavalerie, een militair doodelijk
door een kogel getroffen en aan de gevolgen reeds
bezweken.
Treurig als het is dat de militaire oefeningen
in vredestijd jaarlijks in ons land een zeker aantal
mensehenlevens kosten, nog betreurenswaardiger
is het dat niet alle mogelijke voorzorgen worden
genomen om die ongelukken, zoo mogelijk, te
voorkomen.
Uit een brief van den 2e luit. H. C. A. Neeteson
aan de Bredasche bladen blijkt: 1° dat er bij het
schijfschieten te Breda geen officier van gezondheid
tegenwoordig was, 2» dat een burger-geneeskundige
die zich in de buurt bevond en wiens hulp werd
ingeroepen, verklaarde dit te „verdommen," omdat
hg „zijn eigen patiënten had" en er een officier
van gezondheid op het terrein behoorde te wezen.
Beide punten zouden wjj wenschen dat tot een
strafvervolging aanleiding bonden geven, wegens
„manslag door onvoorzichtigheid."
Het Handelsblad ontvangt „van een vertrouwd
en geloofwaardig man, die volkomen op de hoogte
kan zijn" een brief over de aanhechting der
Transvaal-Republiek en vestigt op dat betoog,
als van „volkomen bevoegde zijde afkomstig", de
aandacht van het publiek. De brief is gedagtee-
kend „Transvaal, Juni 1877", is zeer uitvoerig en
eindigt met deze woorden:
„Ik recapituleer kortelijk, met allen ernst; ik
doe het als iemand, die het beste deel van zijn
leven daar heeft doorgebracht en jaren van harden
arbeid heeft gegeven, met zijn beste krachten voor
den vooruitgang en het welzijn van het land. De
annexatie is een zegen voor de Transvaal om de
volgende redenen:
„Het bewaart ons: voor anarchie, voor een
algemeen bankroet, voor een kolossalen Kafferoor-
sporen van zijne innerlijke droefheid zag, fluisterde
zij medelijdend en droevig: „Wat scheelt er
aan
Daarop zwegen beiden: zij als waarschuwde
haar eene innerlijke ontroering dat haar een ge
vaar boven het hoofd hing, en hij in 't onzekere
of hij mocht spreken en of het gepast was dit te
doen in een oogenblik van zoo groote ontroering.
De regen, vermengd met hagel, bleef aanhouden
en tusschen den eenen donderslag en den anderen
hoorde men het luiden der klok, die de geloovigen
tot het gebed opriep, terwijl de zwaluwen in het
nest tegen hare kleinen tjilpten.
„Wat is u overkomen?" vroeg Dora nauw
hoorbaar.
„Van den dag waarop ik mijne moeder ver
loren heb, ben ik den leiddraad mijns levens kwijt.
Ik heb zooveel geleden; ik heb den dag mijner
geboorte vervloekt, ik ben aan alles gaan twijfe
len, tot zelfs aan mij zeiven, zelfs aan God!..."
„Spreek geen lastertaal, HendrikGramschap
tegen hetgeen men niet kent, dient alleen om de
menschelijke natuur te verlagen," viel zij be
daard maar ernstig in.
„O! welk een lijden! in hoofd en hart te
voelen dat men tot iets in staat is, en niet te weten
waartoeAan al het geschapene zijn eigen ge
heim te vragen, en altijd tevergeefs! Lijden,
strijden en dan en dan Zie om u heen,
Dora, welk een schouwspel, welk eene verwoesting!
Die storm duurt eerst enkele minuten en reeds
zijn millioenen wezens verwoest. Zie, die plan-
log, voor een jammerlijken burgeroorlog en voedt
ons op voor het genot van de onafhankelijkheid
en vrijheid, die eens zeker het deel van geheel
Zuid-Afrika wezen zullen als het er rijp voor is.
annexatie is een geluk voor de getrouwen
jn Nederland. Met den besten wil had de oude
regeering rente of kapitaal der spoorwegleening
niet kunnen betalen, door haar oumaeht en den
onwil des volks; nu zullen rente en kapitaal op
tijd worden betaald."
Men schrijft ons uit Rotterdam
Wél mocht door u uit het schrale programma
der Rotterdamsche kermis de gevolgtrekking wor
den gemaakt, dat de kermissen hier te lande aan
uittering lijden.
Van den roem der Rotterdamsche kermis is geen
schaduw meer over. In de dagen, toen zij nog in
haar vollen bloeitijd was, vond men de talrijke
spellen en tenten over de verschillende pleinen in
het midden der stad verdeeld. De Groote of
Erasmus markt was het brandpunt, en van daar
trokken de joelende troepen naar de Nieuwe Markt,
het Boijmans-plein, de Vlasmarkt, enz. De Hoog
straat bood in die dagen, vooral op den vermaarden
kermis-Zaterdag, een tooneel van drukte en leven
digheid aan, waarvan niemand die het niet bijge
woond heeft, zich ook maar een flauw begrip kan
maken. Aan beide zijden van de Blaak vond
men de kramen met galanterieën, weelde-artikelen,
enz. enz.
Langzamerhand is men de kermis gaan verleggen.
Hofplein en Alkemadeplein werden ceritraalpunten
doch al spoedig week zij nog verder naar de uit
einden van het grondgebied der stad. Dit jaar is
zij geconcentreerd op de reusachtige zandvlakte
naast de Veemarkt, waar men plan had een
abbaUüU' te bouwen, welk plan echter, nu het
terrein met zeer veel kosten is gereed gemaakt,
schijnt te zijn opgegeven. In die uitgestrekte
woestenij nu vindt men het droevig overschot van
de Rotterdamsche kermis, met uitzondering alleen
van de kramen, die in de Jonker-Fransstraat zijn
geplaatst, en eenige wafel- en broedertjeskramen,
die hier en daar door de stad zijn verspreid.
De publieke vermakelijkheden hebben weinig
meer te beteekenen. Carré zelfs ontbreekt en in
zijn plaats is geen ander „groot" paardenspel.
Het lokaal op de Kruiskade, waar de van ouds
bekende fameuse „aalbessen-hos" werd gehouden,
(eene typische eigenaardigheid van de Rotterdam
sche kermis), is verdwenen en in plaats daarvan
staat nu eene kerk. Alleen de Doele handhaaft
onverzwakt haar ouden roem, doch de sinds lang
aanhangige plannen tot verbouwing der lokalen
van deze werkelijk éenige uitspanningsplaats be
dreigen ook dien roem.
ten, die bloemen, die vogeltjes Wat hadden
die misdaan? Waarom is de natuur zulk eene
wreede moeder voor hare kinderen? En toch is
die storm niets, in vergelijking van hetgeen hier
binnen woedt hierbij sloeg hij zich op
de borst. „Dora, raad mij Gij, die eene
heilige zijt. O! zeg mij wat ik doen moet
Ik zou mannelijk, ridderlijk willen handelen maar
zie er geen kans meer toe. Ik ben verloofd met
een meisje, dat ik niet meer bemin Ja, wat
zeg ik Dat ik nooit bemind heb, wanneer ik de
liefde beoordeel naar die reine, onoverwinnelijke
vereering, die ik koester voor eene andere, voor
„Hendrik mompelde Dora, wit en
koud als marmer. „Het is nog niet sedert lang
dat gij mij zuster noemt. Laat mij dien heiligen
naam behouden, en daar de hemel zelf ons dit
oogenblik van plechtige ontboezeming schijnt te
verschaffen, laat mij dan nu ook geheel openhar
tig met u spreken, zooals misschien uwe moeder
zelve zou spreken. Hendrik, antwoord mij oprecht
dat meisje uwe aanstaande, bemint zij u,
of houdt gij haar voor ontrouw?"
Hendrik boog zwijgend het hoofd. Kon hij
Dora zijne vermoedens, het tooneel van dien mor
gen mededeelen? Hij wist dat Emma lichtvaardig,
niet dat ze trouweloos wasen mocht hg liegen
„Ik geloof niet dat zij in haar trouw jegens
mij te kort is gekomen," zei hij op zachten
toon, „en ik geloof dat zg mg liefheeft
voor zoover als haar karakter het toelaat
„Dus zoudt gij de trouwelooze willen zijn?
Waarom men niet liever de kermis afschaft
Omdat men verzet vreest van het lager geplaatste
deel der burgerij. Men wil het oude volksgebruik,
waaraan zoo velen nog gehecht rijn, liever lang
zaam laten wegsterven, dan er een gewelddadig
einde aan te maken. Zóo houdt men vrede, en
hoopt toch het doel te bereiken. Er was een tijd,
toen, vooral te Rotterdam, geheel de burgerij,
hoog en laag geplaatst, met uitgelatenheid aan de
kermispret deelnam. Dit echter is gedaande
beschaafdere klassen onttrekken zich meer en meer,
en het eigenigke kermishouden blijft noodzakeigk
beperkt tot de minst beschaafde klasse. Of ook
aan die klasse niet betere vermakeigkheden te
verschaffen waren?
Uit IJmuiden schrijft men aan het Handels
blad het volgende:
„Er zgn hier reeds twee koffiehuizen voltooid, en
naar den eisch des tijds ingericht. Voorts twee
gebouwen, waarin winkelnering en tapperij worden
uitgeoefend, terwijl een ander gebouw is gereed
gekomen, dienende tot winkel, en eenige woningen.
In aanbouw zgn twee blokken woningen voor
werklieden, een daarvan voor rekening van de
Nieuwedieper Sleepdienstreederg. Hier en daar
wordt een aanvang gemaakt met terreineffening
en uitgraving. Bij de sluizen bevinden zich aide
gebouwen, behoorende tot den openbaren dienst
en verder naar zee zgn reeds vier loodsenwonin-
gen naast het huis van den loodscommissaris op
getrokken.
„Wat de werkzaamheden te water betreft, kan
worden meegedeeld dat door de halstarrige weste
lijke windbuien het werken tusschen de hoofden
aan zee bgna geheel onmogelijk is geweest, wat
des te schadeigker was, omdat gedurende den
afgeloopen winter mede niet veel werkdagen aan
de aannemers zgn gebleven; ook toen waren de
westeigke winden de heerschende. Naar ik ver
neem, is er echter niet veel tijd meer noodig, om
de geul van de Noordzeehaven op de diepte te krggen
van 7.50 A.P.; volgens de aannemers zouden 14
dagen werkens daartoe voldoende zijn. In het ge
deelte tusschen de Noordzeesluis en de Sémaphore
is het baggeren bgna geëindigd; alleen aan den
zuideigken oever, waar nog oeverbeslag moet worden
aangebracht, bezigt men nog een of twee machines.
„Vóór het post- en telegraafkantoor is een zeer
doelmatige steiger gebouwd voor den stoomboot-
dienst AmsterdamIJmuiden van de heeren Gebr.
Goedkoop."
Waarom moet deze eerste aankomeling aan de nieuwe
haven onzer hoofdstad weer met een vreemden naam ge
doopt worden, in plaats van met het goed-Hollandsche
seinpaal of seinpost? Eed.
Zoudt gij een onschuldig meisje die schande, dat
verdriet willen aandoen?"
„Welke woorden! Ik dacht haar lief te
hebben, omdat zij uiterlijk op mijne moeder geleek.
Maar hoe verschilt haar hart van dat mgner dier
bare van het uwe Dora. Zg is vol hoovaar-
digheid en ijdelheid; kan geene terechtwijzingen,
geen raad velen. Zij kan mg niet gelukkig
maken
„Geluk, Hendrik! Houdt gij dat voor nood
zakeigk op uwen korten levensweg Ouw doel
moet veel hooger zijn Stel het in uw plicht,
iu het najagen van het ware en het goede. Hen
drik, word eeu groot man! Gg hebt verstand en
gevoel, waarom verspilt gg uwe dagen in ledig
heid? Kies een edel beroep, en oefen het uit!
Word de weldoener der lijdende menschheid
Wees sterk, liefderijk en geduldig, vooral met
haar En zij zal ook beter worden. Bedenk
dat zij nog niet in de school des lijdens geweest
is, zooals wij; zij weet niet wat het is eene ge
liefde moeder te beweenen! Zij wie alles
om haar heen toelacht. Op dien weg ligt uw
plicht, Hendrik, en ik geloof, ja ik geloof en hoop,
dat gij door dien weg te volgen eindigen zult
met gelukkig te worden
De storm was gaandeweg bedaardde wolken
dreven snel voorbij en de regenboog kleurde den
verwijderden, nog dampigen horizont.
Dora was onder het spreken opgewonden gewor
den en opstaande legde zg hare blanke, lichte
hand op den schouder van haar neef, die geheel