N°. 182. 120® Jaargang. Zaterdag 4 Augustus. 1877. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor Belgfê en Frankrijk: de firma Havas, Laffitk C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 3 Augustus. Novelle van Grazia Pierantoni-Manzini. Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s, MIDDELBIIRGSGHE COURANT. JilRIlIRKT. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gezien art. 12 der verordening op het marktwezen van den 13en Mei 1857, nader gewijzigd, maken bekend dat de kramen, tenten en andere inrichtingen, welke bij gelegenheid der jaarmarkt zijn opge richt, Dinsdag den 7™ Augustus a., des avonds zullen moeten zijn afgebroken en de daarin aan wezige koopgoederen en voorwerpen van de markt en pleinen weggevoerd. Hiervan is afkondiging geschied waar het be hoort. Middelburg den 3eE Augustus 1877. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De secretaris, Gr. N. DE STOPPELAAR. Z. K. H. prins Hendrik heeft in een buitengewone vergadering van aandeelhouders der Afrikaansche handelsvereeniging te Rotterdam verklaard, het hem aangeboden eere-voorzitterschap dier vereeui- ging te aanvaarden, als blijk van zijne bijzondere sympathie voor deze onderneming, die met groote geestkracht en oud-Hollandsche goede trouw op onafhankelijke en waardige wijze den Nederlandschen handel in verre gewesten vertegenwoordigt. In deze vergadering is eenparig besloten het maatschappelijk kapitaal uit te breiden, op eene wijze en tot een bedrag als later bepaald zal worden. De eerevoorzitter wenschte de vereeniging met dit gewichtig besluit geluk. Wij ontvangen de volgende bijdrage tot onze rubriek Spoorwegdieverijen. „Dinsdag morgen is een groote koffer per diligence van Yzendijke naar Breskens gebracht, en met de Scheldeboot van halfzeven over gevoerd, naar Vlissingen, om vervolgens per spoor te Leiden bezorgd te worden. Het adres luidde eenvoudig: „Leiden dr. H. L. Rogge, Oude Singel." De koffer kwam eerst Donderdag morgen te 10 uren aan het adres, vanwege het expeditie-kantoor van Gend en Loos. Oogenschijnlijk was alles in orde. De beide sloten waren dicht; maar de lippen der sluitingen waren van boven los. De schroeven, waarmede ze op het koffer-deksel beves tigd waren, bleken er uitgedraaid te zijn. Zonder veej moeite kon het deksel worden opgelicht, zonder de sloten te openen. Het touwwerk van het deksel was op beide plaatsen beschadigd, op eene wijze, FETJILLETOW. 5. (Uit het Italiaansch.) (Vervolg.) V. Drie dagen later zeide Emma tot hare moeder: „Van avond is er groot bal bij de markiezin de S.daar mogen wij niet gemist worden." „Och! hoedat, mijn kind? gij hebt immers gezegd dat die feesten u begonnen te vervelen, daarenboven heeft uw vader van daag een aanval van jicht, en de paarden Emma haalde de schouders op, fronste de wenk brauwen en liet de onderlip hangen. Dat was genoeg om alle hinderpalen als van zelve door een tooverslag uit den weg te ruimen. De mee gaande moeder zag hare dochter een oogenblik zwijgend aan en vervolgde: „Wenscht ge het? Het zij zoo! De graaf moet dan maar te huis blijven; wij zullen gemak kelijk een anderen cavalier vinden; als de paarden niet loopen kunnen nemen we een huurrijtuigals mijne migraine mij een weinig plaagt, zal ik morgen zien uit te slapen, en wie weet of het nog niet van avond overgaat, als ik mijne Emma in haar chik zie en schooner dan ooit." alsof men bij het openen een beitel had gebruikt. Bij de opening bleek terstond, dat de koffer open was geweest. Een doek, die over alles was gespreid, was ineengerold, in een hoek gestopt en de kleedingstukken werden meerendeels op andere plaatsen gevonden, dan waar men ze gelegd had. Kortom, er moest in gesnuffeld zijn. In een stevig gepakten koffer verplaatsen zulke goederen zich niet, al behandelt men het voorwerp nog zoo ruw. Dat de lippen van zelfs zouden zijn losge sprongen, is ondenkbaar; de koffer werd voor de tweede maal gebruikt. Bij de heenreis, toen de koffer de reis van Leiden als passagiersgoed mede- maakte, was er niet het minste aan beschadigd." De uitslag der herstemmingen ter verkiezing van gemeenteraadsleden in deze provincie is, voor zoover die nog niet gemeld is, als volgt: St. Jansteen: Getal kiezers 75. Ingeleverde geldige biljetten 32. Gekozen Antonius Alonisïus Ferket, met 22 stemmen. In het voormalig 4e district van Zeeland is met groote deelnoming vernomen het overlijden, van den heer B. Vrambout, gouverneur der pro vincie West-Vlaanderen, die na eene korte onge steldheid Woensdagavond op 72jarigen leeftijd te Brugge bezweek. „Ieder, zegt het Sluisch Weekblad, die eenigszins van nabij met den gulhartigen, hulp vaardigen en jovialen man bekend is, zal gewis met leedwezen deze tijding vernemen, niet alleen in de provincie West-Vlaanderen, waar hij als eerste ambtenaar des konings de belangen der West-Vlamingen op allerlei wijzen heeft trachten te behartigen, maar ook aan deze zijde der Schelde welker bewoners, waar zulks noodig was, in den heer Vrambout steeds iemand aantroffen, die ten alle tijde bereid was hen met zijn raad en voor lichting bij te staan. Altijd gemeenzaam als hij was, zagen wij hem in het zomergetijde steeds gaarne gezeten voor de société littéraire te Brugge, waar hij op echt Vlaamsche manier onder gezel- ligen kout aan alle gesprekken deelnam. Trotseh- heid was steeds verre van hem, hoewel hij daarom zijn gezag wist te handhaven." Uit 's Hage schrijft men aan het Utr. Dbl. „Het heeft velen verwonderd uit de dagbladen te vernemendat de minister van binnenlandsche zaken eensklaps het Binnenhof heeft verlaten om zich tot ontspanning voor twee a drie weken in het buitenland te begeven. „Wij vernemen echter, dat die plotselinge reis van den minister niet alleen ontspanning ten doel Emma lachte, knste de al te toegefelijke moeder en liep weg om haar baltoilet in orde te maken. Zij had van Rosine gehoord dat Hendrik Arnoldi naar dat bal zou gaan en was reeds besloten om op alle manieren de bekentenis van die liefde, die zij in zijne vlammende blikken gelezen had, uit te lokken. „Ah!" dacht zij, in den spiegel ziende: „hij heeft nog nimmer tot een vrouw gezegd dat hij haar beminde!" Van avond zullen wij zien!" Het ligt niet in onze bedoeling om haarklein die tweede ontmoeting te beschrijven. Emma deed haar best om verleidelijk en tegelijkertijd terug houdend te zijn, veinsde eene argeloosheid, die niet aan haar karakter eigen was en bracht Hen drik door al die kunstgrepen er toe om meer te zeggen dan hij wilde. Zij stelde hem aan hare moeder voor, die hem uitnoodigde bij haar aan huis te komen; wilde met hem dansen, hij die sedert den dood zijner moeder nog niet gedanst had, en gaf hem zeer listig al die blijken van ingenomenheid, die een meisje alleen kan geven aan den man dien zij tot echtgenoot uitverkoren heeft. Hendrik was onder den invloed eener onverklaarbare begoocheling en voor hij dien avond van haar scheidde, zwoer hij haar eeuwige liefde en zij beloofde hem opgetogen de licht te verkrijgen toestemming harer moeder. Den volgenden morgen ging Emma aan de voe ten harer moeder zitten, liet het blonde hoofdje op hare knieën rusten en verklaarde op vasten heeft, maar in verband staat met regeeringszaken. Ook wordt hij uiterlijk reeds den 10en Aug. te 'sGrsvenhage terug verwacht, omdat de kamer daarna tot afdoening van eenige urgente zaken vermoedelijk nog zal worden bijeengeroepen." Burgemeester en wethouders van Botterdam hebben besloten hun voorstel omtrent het bekende verzoek der maatschappij tot bet bouwen van een droge dok aldaar nog niet aan de orde te stelleD, dewijl in het tegenwoordig seizoen vele leden van den gemeenteraad afwezig zijn en zij het wenschelijk achten, een zoo gewichtig onderwerp in eene meer voltallige raadszitting te behandelen. In de voortgezette vergadering der Vereeniging tot bevordering van fabriek- en handwerks- nijverheid is o. a. over pnnt XVIII van den beschrijvingsbrief, „middelen ter bevordering van kunstzin bij den Nederlandschen werkman", het volgende besproken. Er werd breedvoerig gediscussieerd om te Haarlem een kunstindustrie museum op te richten. De heer Victor de Stuers betwijfelde of men het dool, ontwikkeling van kunstzin, met een museum zal bereiken. Hoofdzaak biijft het ouderwijsen dit is zeer gebrekkig. De spreker toonde dit uit voerig aan. Hij laakte zeer de ambachtsscholen, aangezien daar geen kunstzin wordt gekweekt. Andere inrichtingen zijn wenschelijk, waar dit doel wel wordt bereikt. Voor een dier scholen zou ongeveer f 30,G00 noodig zijn. Deze som gaat het vermogen dezer Vereeniging te boven. Er moet dus bij de regeering worden aangeklopt. Intusschen, een museum te Haarlem heeft sprekers sympathie't is een gunstig teeken des tijds. De heer Meiboom wees op de nuttige scholen van de Maatschappij tot bevordering van den werken den stand. De heer Mouton uit den Haag ontwik kelde zeer breedvoerig een plan tot bereiking van het doel dat de vereeniging zich heeft voorgesteld. Besloten werd ten slotte, aan de regeering een adres te richten in den volgenden zin „Het is wenschelijk dat de regeering zich de bevordering van de kunstnijverheid en de ontwik keling van den kunstzin van het volk aantrekke. Om die reden verzoekt het hoofdbestuur door de algemeene vergadering te worden gemachtigd, zich te wenden tot onze regeering, opdat van regeeringswege 1° het teekenonderwijs worde verbeterd en uit gebreid 2° eene normaalschool voor teekenonderwijs worde gesticht; 3° de ambachtsscholen worden gesteund; 4» de instelling worde bevorderd van een of toon, alhoewel eenigszins blozende, dat zij gaarne Hendrik Arnoldi wilde huwen. Ofschoon de gravin gewoon was te buigen voor den wil harer dochter, ontstelde zij zeer bij het hooren van die beslissing, te meer daar zij geheel andere plannen voor de toekomst harer dochter koesterde. Wat zou de graaf zeggen, die trotscher was dan iemand anders op zijn adeldom Emma vergoot echter een paar traantjes, een onfeilbaar wapen, en weldra was moeder op hare hand. Aan vader zou men later denkenhij aanbad zijne eenige dochter, zou zich eene poos laten bidden, maar stellig eindigen met ja te zeggen. Hendrik werd spoedig in het huis der Bene- detti's ontvangen. De eerste dagen waren vol ongekende aandoeningen en rijk aan vreugde voor den jeugdigen wijsgeer. Maar de betoovering was van korten duur; er was nog geene maand ver- loopen of hij had reeds ontdekt, dat het meisje zijner verbeelding en Emma niets met elkaar gemeen hadden dan het schoone gelaat. Niet dat zijne liefde reeds verflauwd was, maar zij was niet sterk genoeg om zijn doorzicht ge heel te verblinden. Hij was gelijk een beschon- kene, die nog genoeg bezinning heeft om te merken dat hij, al voortloopende, in eene sloot zal vallen, maar zich zelf toch niet genoeg meester is om een anderen weg in te slaan. En al had hij zich willen terug trekken, kon hij het dan nog met, eere doen Neen, zijn geweten gedoogde geene halve maatregelen. In een oogenblik van onbe dachtzaamheid had hij zijn hart geschonken en meer scholen voor meergevorderde ambachtslieden (b. v. van 16 tot 24 jaar) welke tevens tot het geven van normaallessen aan onderwijzers voor ambachtsscholen en tot opleiding van werkbazen en opzichters kunnen dienen." Tot eereleden der vereeniging zijn benoemd Z. K. H. prins Alexander, de heer Heemskerk, minister van binnenlandsche zaken, en de heer D. J. baron Mackay, aftredend voorzitter. De commissarissen van politie en de water schouten in de verschillende zeehavens hebben van den minister van justitie dezer dagen de noodige instructiën ontvangen omtrent het toezicht op de schepen van oorlogvoerende mogendheden, en zulks naar aanleiding der aanwezigheid van de Russische oorlogskorvet Bogatyr te Vlissingeu. (Stand.) De Staats-courant van heden bevat weder eene nominative opgave van Europeesche militairen, overleden na evacuatie uit Atjeh, voor zooverre daaromtrent tot op den 27en Juni 1877 bij het departement van oorlog in Nederlandsch Indië bericht was bekomen, te weten: P. J. van Kerk hoven, geboren te Westmeerbeek (België), kanon nier 2e klasse; H. J. Couez, geb. te Merville (Frankrijk), werkman 3e klasse; A. Schubiger, geb. te Uznach (Zwitserland), fuselier; H. Hein- ricbs, geb. te Amsterdam, ziekenoppasser; H. Sief- kes, geb. te Rotterdam, en J. Paquié, geb. to Antwerpen, beiden fuseliers. notarissen. Benoemd tot notaris binnen het arrondissement Leeuwarden, ter standplaats de gemeente Ameland, A. Heringa, candidaat-notaris en deurwaarder te Sneek. rechterlijke macht. Benoemd tot substituut- officier van justitie bij de arrondissements-rechtbank te Amsterdam mr. A. J. Karseboom, thans amb tenaar van het openbaar ministerie bij de kanton gerechten in het arrondissement Amsterdam, voor de kantons Amsterdam (3e en 4e kanton) en Hilversum. Op de algem. vergadering der Onderw. vereeni ging van het 6e schooldistrict van Zeeland, den 31™ Juli jl. te Zaamslag gehouden, werd eeno bijdrage voorgelezen, door een oud-lid der vereeni- ging ingezonden, inhoudende een geschiedkundig overzicht van het schoolwezen in elke gemeente van dit district, sinds de beide vorige eeuwen. wat nog erger was, had hij een ander hart in ruil ontvangen. Op hem rustte de verantwoor- lijkheid voor dat jeugdige gemoed: door zijne liefde kon hij haar beter maken, tot zich opheffen. Emma was wel wat ij del en hoogmoedig, niet ontwikkeld, en hield niet van al te ernstige gesprekkenmaar kon het arme kind dat helpen Zei haar lach niet dat haar hart goed was hot was zijn plicht om van dat kind een mensch te maken. Als hij dan dat volmaakt schoone gelaat aanzag, trachtte hij den twijfel te verjagen, die hem over de mogelijkheid van deze zedelijke opvoeding drukte en met het hoofd in de handen riep hij bijna radeloos uit: „Welk een twijfe laar ben ik geworden? Ik geloof aan niets meer; ik ben bang om diep in mijn eigen binnenste te dringen Dan beproefde hij weder zijn edel voornemen ten uitvoer te brengen; maar, daar hij rijker was aan goeden wil dan aan volharding en geloof, liet hij zich bij de eerste hinderpalen afschrikken en verre van haar leermeester te kunnen zijn, onder wierp hij zich gelijk alle anderen aan den wil van het heerschzuchtige en grillige schoone meisje. Op een avond stootte een vriend onwillekeurig de scherpe punt van den twijfel nog dieper in zijn hart. „Men zegt in de eerste kringen van de stad dat gij het mooierijke gravinnetje zult huwen, Hendrik! Gij zijt onder een gelukkig gestarnte geboren, dat gij eindelijk genade gevonden hebt bij die trotsche schoone. Hoevelen hebben haar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1