N°. 181.
12O0 Jaargang.
1877.
Vrijdag
3 Augustus.
Dit blad verschijnt dagelijks,'
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.'
Prijs per 3/m. franco f 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,'
Advertentiên i 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 2 Augustus,
FETJILLETOlSr.
Novelle van Grazia Pierantoui-Manzini.
MIDDËLBl)
Blijkens de door den heer m'. G. A. Fokker in
het jongste nommer van den „Economist" voort
gezette statistiek vair het spaarbankwezen in
Nederland, is het aantal spaarbanken in 1874 ver
meerderd met 8 en verminderd met 2, zoodat de
totale aanwinst 6 bedraagt. „Voorwaar, roept
de schrijver uit, eene bedroevend geringe ver
meerdering van spaargelegenheden, bij zoo groote
behoefte. Nog altijd toch zijn bijna 900 van de
1134 gemeenten van eene spaarbank verstoken
moet daarin door het particulier initiatief voorzien
worden, op de wijs als in de laatste 19 jaren
gedaan is, dan zal het nog ruim een eeuw duren
alvorens iedere gemeente van ons land eene
spaarbank heeft."
Het aantal spaargelegenheden bedroeg, met
inbegrip der aan coöperatieve vereenigingen ver
bonden spaarbanken en der bij banken, 280,
zijnde gemiddeld een op de 13,400 zielen der
bevolking, met een onbeduidenden vooruitgang
tegenover het vorige jaar, toen het cijfer 1 op de
13,900 bedroeg. Wat de provinciën betrett, staat
Groningen bovenaan, (éen op de 5800 zielen),
Zeeland ongeveer op 't midden (éen op de 14,000),
Limburg nog steeds het laatst, éen op de 230,000
zielen.
Het aantal bekende bewaargevers nam met ruim
10 pet. toe en bedroeg over het geheele rijk
134,396, of 35,7 op iedere 1000 zielen. Het spreekt
echter van zelf dat dit middelcijfer weinig betee-
kent, dewijl de gemeenten waar volstrekt geen
spaargelegenheid bestaat, daarop een overwegend
ongunstigen invloed uitoefenen. Zoo vindt men
b. v. over geheel Zeeland 23,2 spaarders op de
1000 zielen, doch indien men de berekening maakt
naar de plaatsen waar spaarbanken gevestigd zijn,
dan wordt de verhouding 75 op de 1000. Te
Middelburg is die 127, te Rotterdam 180, te
Breukelen 390 op de 1000. Zóo werkt de gele
genheid tot sparen op het sparen zelf!
Hetzelfde blijkt opnieuw uit het feit dat overal,
waar de spaarbankbesturen besluiten het aantal
zittingdagen te vermeerderen, ook onmiddellijk het
cijfer der spaarders en hunner inbrengsten toe
neemt. De postspaarbank in Engeland, die dage
lijks openstaat, heeft gemiddeld ieder jaar 127,000
nieuwe spaarders; de oude spaarbanken in het
zelfde land, die éen of twee zitdagen per week
houden, tellen gemiddeld jaarlijks slechts 37,400
nieuwelingen.
4.
(Uit het Italiaansch.)
Vervolg.)
III.
Voor Hendrik was dit eene bovennatuurlijke
verschijningdat „daar is zij't welk hij plotse
ling gehoord had, scheen tot hem gericht, de
bewonderende blikken van zoovele oiibekendeu,
de lach van het meisje, het kloppen van zijn
eigen hart, alles scheen hem toe te fluisteren:
„daar is de vrouw die gij zoekt." Hij was ont
roerd, verblind en had geen kracht meer om zich
te verwijderen; onbewust volgde hij de onbekende
naar de balzaal.
Bij de deur gekomen, bevond hij zich, door de
menigte, die zich daar verdrong, zóo dicht bij
haar, dat zij genoodzaakt was hem aan te zien;
en toen drong de betoovering van dat blauwe oog
nog dieper in zijn hart.
Op dat oogenblik kreeg hij het gevoel van
iemand, die eene bekende, dierbare persoon weder
ziet en herinnerde hij zich een klein miniatuur
portret, 't welk hij onder de kostbaarste reliquieën
op zijne studeerkamer bewaarde. Het stelde zijne
Het tegoed der bewaargevers bedroeg in 't ge
heele land f 19,046,000, behalve nog ruim een
half millioen in de spaarbank van het Nederland-
sche onderwijzersgenootschap. Dit geeft een voor
uitgang van 13,9 pet. over het vorige jaar.
Voor het eerst wordt in het regeermgsverslag
over 1874 „aangaande de verrichtingen van het
armbestuur" iets gezegd over het sparen in de
school, dat, oorspronkelijk naar het schijnt eene
Nederlandsche „uitvinding", in België en in
Frankrijk zulk eene groote vlucht genomen heeft.
De heer Fokker maakt in zijn overzicht gebruik
van de cijfers, over de schoolspaarbanken medege
deeld in de Middelburgsche courant van den 10en
Januari jl. Sedert dien tijd zijn wij een belang
rijk overzicht in de Indépendanee Beige rijker
geworden, waarvan eene vertaling in de N. Rott. Ct.
van 25 Juli jl. gevonden wordt.
Daaruit blijkt dat te Brussel en te Gent het
sparen in de scholen langzaam maar geregeld
toeneemt, wat het ingebracht kapitaal betreft
doch, wat het aantal spaarders betreft, op het
eenmaal verkregen, belangrijk cijfer nage
noeg staan blijft. In 1876 waren onder de 10761
leerlingen der lagere scholen 7576 spaardershun
inleg bedroeg 149,389 franken; te Gent hadden
de leerlingen der verschillende gemeentescholen
in 1876 155,487 fr. bijeengebracht. In Frankrijk
zijn tot in de kleinste gemeenten de schoolspaar
banken goefl ontvangenin een arm, bergachtig
arrondissement in het Zuiden, had men op het
einde van 1876 46 schoolspaarbanken met 707 in
leggers, tot een bedrag van 1518 Ir.in het dep.
der Aube hadden 3683 scholieren in 214 school
spaarbanken 53,405 fr. gebrachtin l'Aisne bezaten
494 schoolspaarbanken aan deposito's van 2214
leerlingen 47,648 franken.
Deze cijfers stellen eehter slechts een deel van
het nut voor, door de schoolspaarbanken gesticht.
„Ieder jaar, lezen wij, vereenigen zich
te Gent onder den gelukkigen invloed dezer
inrichtingental van werklieden om door sparen
hun toestand te verbeteren. Een dezer vereeni
gingen, de „Vrijheidsliefde"telde 1027 leden,
waarvan 459 beneden de 18 jaren861 hunner
hadden een spaarbankboekje."
Niet zonder reden kende men dus in Frankrijk in
1873 den prijs-Guinard, van 10,000 franken, toe
aan prof. Laurent, den invoerder der schoolspaar-
bank in België, „voor het beste werk of de nut
tigste uitvinding om den stofïelijken en zedelijken
toestand dor werkende klasse te verbeteren."
„Het is een opmerkenswaardig feit, schrijft
men uit Frankrijk, dat overal waar school
spaarbanken opgericht worden, de gewone spaar
banken zich terstond in grootere deelneming mogen
verheugen. Het voorbeeld der kinderen, de inlich-
moeder in hare jeugd voor, in bruidsgewaad, en
nu, was het zinsbedrog of werkelijkheid?
kwam het hem voor dat dit meisje op dat portret
geleek. Die erkende gelijkenis wekte plotseling
zijne sympathie op, omdat hij meende, met het
gelaat, ten minste een deel van die onsterfelijke
ziel teruggevonden te hebben. Kort te voren
wist Hendrik volstrekt niet dat er eene freule
Emma Benedetti bestonden zoodra hij haar
ontdekt heeft, voelt hij dat zij zonder slag of stoot zijn
hart beheerseht, alsof hij haar reeds sedert jaren
bemind en van oudsher gekend had.
IV.
Maar wie was die Emma, die zoo schielijk het
hart van Hendrik veroverd had?
Laat ik haar u voorstellen, terwijl zij plaats
neemt in de zaal, en reeds bestormd wordt door
eene bende sierlijke heertjes, die buiten adem om
de eer van een dans komen vragen. Zij is schoon,
niet waar? zooals zij daar lachende bare gunsten
uitdeelt, en in een ivoren boekje, dat aan het zijden
waaierlint hangt, de namen der gelukkigen opschrijft,
zonder acht te slaan op de jaloersche blikken en
scherpe gezegden der minder bevoorrechte mede
dingers.
Emma was de eenige dochter van den graaf
Benedetti da Pianezza, laatste afstammeling van
een aloud Pimonteesch geslacht. Hare moeder had
haar op rijperen leeftijd ter wereld gebracht, toen
zij reeds sedert jaren alle hoop had opgegeven om
tingen door hen verstrekt, doen spoedig de ouders
besluiten het voorbeeld der kinderen te volgen.
Men heeft herhaaldelijk opgemerkt, dat een aantal
personen vóór de vestiging van schoolspaarbanken
niet wisten dat de postkantoren gelden ontvangen,
den intrest bijschrijven en eveneens op de eerste
aanvraag de gestorte gelden terug betalen.
„De schoolspaarbanken bewijzen ook bierdoor
groote diensten aan onze bevolking. De scholieren
zijn trotsch op hun spaarbankboekje, en zij wer
ken ijverig mede om het gebruikmaken van de
spaarbanken te bevorderen".
Ongelukkig zonden de schoolspaarbanken,
zelfs als ze bestonden, ten onzent zulke diensten
niet kunnen bewijzen. Postspaarbanken bezitten
wij niet en wat de bij koninklijk besluit geregelde
„medewerking der postadministratie" bij het sparen
betreft, de ondervinding heeft doen zien hoe juist
de voorspelling geweest is dat deze maatregel een
wassen neus zou blijken.
„De Nederlandsche wetgever, schrijft mr.
Fokker niet zonder bitterheid, bemoeit zich
niet met zulke zakendie heeft geen tijd (of geen
hart?) voor de bevordering van zulke volks-be-
langen. Terwijl de Belgische regeering van het boekje
van Laurent 8000 exemplaren voor de gewone scholen
en 1900 voor de normaalscholen kocht en ver
spreidde, heeft onze regeering niets te zeggen
over deze ook voor ons nieuwe zaak." Wat zij
omtrent de invoering der schoolspaarbanken in
ons land weten kon, verwaarloost zij of vermeldt
zij ternauwernood, in een algemeenen, oppervlak-
kigen volzin. Er is toch inderdaad een begin.
Op vier gemeentescholen in den Haag brachten
884 van de 1940 leerlingen 5550 bijeen. Te Rot
terdam geven 2223 livretten van kinderen op 12
scholen een totaal van ƒ5519; te Amsterdam 312
livretten van 9 scholen 1937. (Zie een stuk
over de spaarbank te Rotterdam in het Handelsblad
van heden, door den heer A. van Eek.) Ook
elders heeft men de band aan het werk
geslagen. Hopen wij dat het particulier initi
atief der hoofdonderwijzers en schoolautoriteiten
in deze doen mogen wat de regeering en de
wetgevende macht bij ons nalaat en de heer
Fokker spoedig zijn wensch vervuld mag zien, dat
„eene' statistiek van het sparen op de school",
welke vooralsnog niet gegeven kan worden, „voor
taan moge worden opgenomen in het verslag
omtrent het onderwijs, waarin die cijfers eigenaar
dig te huis behooren."
Door vriendelijke bemoeiing van een onzer
stadgenooten zijn wij in de gelegenheid gedurende
eenigen tijd een model van den Colorado-kever,
in verschillende toestanden van ontwikkeling, op
kinderen te krijgen. Emma was nu eigenlijk wel
niet de gewenschte stamhouder, op wien de fami
lienaam kon overgaan, maar ik behoef toch niet
te zeggen dat zij bijzonder gestreeld en bewon
derd werd door hare ouders. En niet ten onrechte,
want zij was van kind af allerbevalligst en groeide
met de jaren als het mooiste meisje op, dat men
zich kan voorstellen. Zij was niet zeer groot van
gestalte, en had sierlijke, slanke vormen, maar er
lag eene zekere matheid in hare bewegingen, die
wellicht een niet zeer sterken geest verried. Van
kindsbeen af gewoon al hare wenschen vervuld
te zien, hadden hare schoone oogen eene hoogmoe
dige uitdrukking gekregen, en zagen ze stoutmoe
dig iedereen aan die met haar sprak, als wilden
zij zeggen: „Te vergeefs tracht gij aan onze
macht te ontkomen." Uit de donkere sehoonge-
welfde wenkbrauwen, welke zij somtijds pleegde
saam te trekken en daarbij het voorhoofd licht
fronste, sprak een wil die niet gewoon was ooit
tegengesproken te worden^ terwijl het hoog opge
heven hoofd duidelijk zei: „Buig voor zooveel
schoonheid."
Die trotsche uitdrukking van oogen en voor
hoofd werd getemperd door een voortdurenden
glimlach, die misschien te verleidelijk was om het
uitvloeisel van oprechte goedhartigheid te zijn; en
die fijne lipjes, waartusschen de kleine witte
tandjes zichtbaar warenen dat zware bijna
woeste haar, dat alles had Hendrik, opmerker
en navorscher als hij was, op zijn hoede moeten
doen zijn. Maar de hartstocht, die hem zoo plotse-
natuurlijke grootteter bezichtiging te stellen;
Belangstellenden kunnen zich daartoe aan ons
bureau aanmelden.
De uitslag der herstemmingen ter verkiezing
van gemeenteraadsleden in deze provincie is, voor
zoover ons fhans bekend is, als volgt:
Biervliet: Getal kiezers 84. Ingeleverde
geldige biljetten 50. Gekozen P. Lijbaart met 41
stemmen.
Bruinisse: Getal kiezers 100. Ingeleverde
geldige biljetten 72. Gekozen Wouter van den
Berg Dz. met 38 stemmen.
Domburg. Getal kiezers 67. Er kwamen
52 kiezers aan de stembus, doch bij de opening
bleek dat 53 briefjes waren ingeleverd.
Er waren uitgebracht op C..M. Elout 26, op
J. Mosselman 25 stemmen en werden 2 briefjes
van onwaarde verklaard.
Daar dus het bestaand verschil tusschen het
getal der briefjes en dat der kiezers, die gestemd
hebbenop de verkregene meerderheid van stem
men van invloed heeft kunnen zijn, moet ingevolge
art. 70 der kieswet eene tweede vrije stemming
plaats hebben.
'sGravenpolder: Getal kiezers 54. Inge
leverde geldige biljetten 46. Gekozen Jan Wou-
tersen met 26 stemmen. J. Polderdijk verkreeg
18 en J. Remijn 2 stemmen.
Meliskerke: Getal kiezers 56. Ingeleverde
geldige biljetten 34. Gekozen Klaais Wisse, met
18 stemmen. Janus de Korte bekwam 16 stemmen.
Ovezande: Getal kiezers 46. Ingeleverde
geldige biljetten 38. Herkozen P. A. Rijk met
21 stemmen. Jan A. Huige verkreeg 17 stemmen.
St. Maartensdijk: Getal kiezers 156. In
geleverde geldige biljetten 131. Gekozen E. Bent-
schap Knook, aftredend lid, met 70 stemmen.
Stavenisse: Getal kiezers 72. Ingeleverde
geldige biljetten 56. Gekozen Cornelis Potappel
Lz. met 37 stemmen.
Stoppeldijk: Getal kiezers 57. Ingeleverde
geldige biljetten 57. Gekozen J. de Schepper van
Trappen met 31 stemmen.
Y e r s e k eGetal kiezers 68. Ingeleverde
geldige biljetten 61. Gekozen J. Kriekaard met
32 en Willem de JoDge met 32 stemmen. A. van
der Burght verkreeg 30 en G. Schipper 25 stemmen.
Tot aanvulling van het in ons nommer van
Dinsdag jl. overgenomen bericht aangaande de
gemeenteraadsverkiezing te IJzendijke, schrijft
men ons van daar het volgende:
„Bij de herstemming voor een raadslid werd
heden de burgemeester Bekaar met eene verplet
terende meerderheid herkozen. Hij bekwam 84
ling overvallen had, benevelde zijn verstand en
belette hem met wijsheid te oordeelen.
Vraag mij nu geene schildering van het geestelijk
en zedelijk leven van Emma; het arme kind was
hetgeen thans gewoonlijk nog alle meisjes uit de
groote wereld zijn; het ontbrak haar niet aan
geest, maar wie bad er ooit aan gedacht dien te
beschaven? Zij sprak goed Franseh en slecht
Italiaanschdaar zij nooit las en niet gewoon was
na te denken, schreef zij beide talen even slecht,
met eene mooie hand; zij speelde piano zonder
gevoel, maar met eene zekere bevalligheid en
zong romances met eene vleiende, frissche stem.
En vindt ge dat weinig Mooi, van adel, rijk,
welke andere dame kon-met haar wedijveren?
Als men deze hoovaardige schoonheid en de be-
scheidene Dora tegenover elkaar stelde, zou men
dan de eerste niet kunnen vergelijken bij eene
kostbare, maar geurlooze kasplant, en de andere
bij het nederige veldviooltje?
Maar keeren wij tot bet feest terug. Emma
heeft reeds verscheidene malen gedanst., eenigszins
vermoeid, nieuwe aanzoeken afgeslagen en rust nu
uit, al pratende met een levendig meisje, dat,
ofschoon ze eerst vijftien jaren telt, door hare
gesprekken en blikken genoeg verraadt, hoe goed
zij reeds te huis is in de Piëmonteesche groote
wereld, helaasal te ijverig in het navolgen der
Fransche- lichtzinnigheid en wuftheid, die tegelijk
met de modeplaatjes de Alpen overtrekken.
„Zeg eens, Rosine, wie is dat jonge mensch
met die zwarte oogen, die daar zoo pal, onbeweeg-