N°. 174,
12O0 Jaargan
1877.
Donderdag
26 Juli.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.'
Prijs per 3lm. franco f 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiên i 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte^
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 25 Juli.
FEXTI^LETÓrr.
R E l S -1 N D R U K K E N,
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
LBURGSOHE COURANT
In de zitting van den gemeenteraad van Vlis-
singen, heden middag gehoudenis het verzoek
van A. Maters en Sterzenbach om afstand van
grond in den omtrek van het havenstation, tot
het plaatsen van een keet aldaar, gewezen van de
hand, op grond dat het begeerde terrein eigendom
is van het rijk.
Benoemd tot klokkenist de heer C. van Sprang.
De beslissing aangaande eenige voorgestelde
wijzigingen in de verordening op het middelbaar
onderwijs werd aangehouden tot de volgende ver
gadering, omdat de stemmen staakten.
Aan de schutterij is eene subsidie van f 100
toegekend om deel te kunnen nemen aan dén
wedstrijd der schutterijen te Zierikzee.
Het programma voor de muziekuitvoering op het
Molenwater, door het muziekkorps der stedelijke
schutterij alhier, op Vrijdag den 27en dezer, des
avonds te 7J uur, is samengesteld als volgtn° 1,
Marseh, van Wettje; n° 2, Mazurka, van Dunkier;
n° 3, Souvenir de Belisaire, van Donizetti; n° 4,
Wals, van Kroll; n° 5, Aria uit „le Barbier," van
Rossini; n° 6, Potpourri „l'Ombre", van Flotow;
n° 7, Mandolinata, van Paladille.
In de Staats-courant van heden is opgenomen
het aan den minister van binnenlandsche zaken
uitgebracht verslag over den toestand van het
koninklijk kabinet van zeldzaamheden gedu
rende het tweede halfjaar 1876.
In het tijdperk van vier weken, 17 Juni tot
14 Juli jl. zijn, blijkens ingekomen ambtsberichten,
door longziekte aangetast: in Noord-Brabant
2 runderen, in Zuid-Holland 46, in Noord-Holland 1,
in Utrecht 1, in Friesland 2; totaal 52 runderen.
In het vorige tijdperk van vier weken waren
91 runderen door die ziekte aangetast.
Omtrent het vroeger medegedeelde aangaande het
IToox'dzeekanaal, verneemt de Haarl. Ct. nader,
dat het niet verkrijgen der diepte van 7.50 M. A.P.
betrekking heeft op het gedeelte tusschen de
sluizen en »?.e, Behalve een gedeelte van p. m.
2000 M., waar aischuiving heeft plaats gehad, is
het kanaal van Amsterdam tot aan de sluizen
reeds op 7.50 M. A. P. gebaggerd, zoodat men
met grond kan verwachten dat op 1 Aug. a. s.
de geheele diepte tot aan de sluizen verkregen
zal zijn.
DOOR
PEREGBINATOK.
Vervolg.)
Steile rotsen, beplante bergruggen en hellingen,
woud, beken, tunnels en dorpen, geven voortdurend
afwisseling en maken deze vallei, met hare schil
derachtige woningen, tot een der schoonste van
het Schwarzwald. Men vindt hier tevens zeer
eigenaardige volksdrachten. De vrouwen dragen
zwarte rokken met groene corsetten en breedge
rande stroohoeden, de laatste tusschen den rand
en de kap omzet met roode rozen van wol. De
mannen dragen lange jassen, met rood gevoerd.
Een paar stations verder dragen de vrouwen gele
hoeden, vrij wel overeenkomende met onze hooge
heerehoeden, terwijl wij den curieusten vrouwenhoed
zagen in den vorm van eene halve dames hoeden
doos of dikke kaas, naar 't scheen geheel gemaakt
van tulle, bloemen, linten, koralen, (een bloe
menmand). Wij kwamen omstreeks half twaalf
te Triberg aan en logeerden uitstekend in den
„Ochs." Na het middagmaal begeleidde ons een
zeer beleefde Pruisehe majoor, voorzien van 't ijzeren
kruis, naar den Triberger waterval. Deze waterval
wordt voor den sehoonsten van West Duitsehland
gehouden. Een goed voetpad bracht ons langs
Yan regeeringswege, zegt thans ook het Ven
loosch Wkb!., is den kruisheeren te St. Agatha
tegen 1 Januari 1878 de huur van hun klooster
opgezegd. Onder de redenen daardoor, heeft men
ook opgegeven, zegt het blad, „dat de eerw.
heeren de goederen niet beheerd hebben als een
goed huisvader."
Z. M. de keizer van Brazilië is zulk een
buitengewoon tourist, dat wij de volgende bijzon-
derbeden betreffende zijn verblijf te Utrecht,
welke opnieuw zijne veelzijdigheid als weten
schappelijk man in het licht stellen, niet onvermeld
willen laten.
Bij zijn bezoek aan 's rijks veeartsenijschool
vroeg de keizer naar een jeugdig geleerde, dr.
van 'tHoff, wiens brochure over La cliimie dans
Vespace 's keizers aandacht getrokken had. Don
Pedro wenschte meer van hem te vernemen
omtrent de isomerie, moedigde hem aan om in
deze richting voort te arbeiden en verzocht hem
om een Dnitsch exemplaar van zijn geschrift.
Na het academiegebouw bezocht te hebben
noodigde de keizer den hoogleeraar Donders uit,
naast hem in het rijtuig plaats te nemen, ten
einde onder diens leiding het physiologisch labo
ratorium te bezichtigen.
Aldaar bracht hij ruim anderhalf uur door.
Hij wenschte vooral de hier geconstrueerde
werktuigen te zien werken, die hij op de expositie
in het New-Kensington museum te Londen gezien
had. Met groote belangstelling sloeg hij alles
gade en trad over menig punt met prof. Donders
in discussie, op een wijze die den keizer voor
,den geleerde deed vergeten. Blijkbaar is de
keizer uitstekend dilettant op het geheele gebied
der natuurkundige wetenschappen en in sommige
gedeelten diep en grondig doorgedrongen. Van
zijn plan om ook het gasthuis voor ooglijders
te gaan zien, zag hij voorloopig af, vreezende
voor de talrijke inrichtingen die hij nog wenschte
t6 bezoeken, geen tijd over te houden. Maar reeds
te 5 nren werd prof. Donders afgehaald, om in
het genoemde gasihuis te komen, alwaar nu de
keizer en de keizerin met hun gevolg vereenigd
waren. Beiden verlangden hunne oogen door
prof. Donders onderzocht te zien en de noodige
voorschriften te ontvangen. Daarna wierp de
keizer nog een blik op de aanwezige werktuigen
en nam nauwkeurig kennis van de aanwezige
methoden, die gebezigd worden om de verschil
lende graden van kleurenblindheid te onderzoeken,
en die onlangs tot keuring van het personeel der
staatsspoorwegen in. het gasthuis waren aange
wend. Zoo werd een geheel uur in het gasthuis
vertoefd, waarna de keizer met den heer de Stuers
zijnen tocht naar de musea voortzette.
zeven verschillende vallen 180 meter hoog naar
den eersten val, waarover eene brug ligt. Hier
heeft men op verschillende plaatsen een overzicht
over alle vallen. Boven den hoogsten vindt men
op den weg naar Furtwangen een bierhuis en kan
men door het bosch of langs den grooten weg
terugkeeren.
Op den weg naar den waterval staat op een
hord de waarschuwing te lezen, dat de weg door
het woud in den herfst en in den winter niet veilig
is, 'tgeen wel is na te gaan, daar de regen en
sneeuw, boomen, steenen en rotsstukken dikwijls
van de steile hoogte over den uitgekapten weg
doen neerstorten.
Te Triberg heeft men eene voortdurende ten
toonstelling van kunst-snijwerk en uurwerken. Ik
meen, dat men ter bezichtiging wordt toegelaten
tegen eene kleine betaling van 25 pfennig of 15
cent. Behalve honderden verschillende uurwerken
van f 2.40 af vindt men er tegen vastgestelde
prijzen, doozen, thermometers, bierkannen, pijpen,
busten, wildjagers, enz.sommige keurig gesneden,
naar die dan ook over de honderd gulden kosten.
Zooals op vele andere kleine plaatsen vonden wij
hier ook waterbronnen en zerken drinkbakken,
om mensch en dier tot drenking te strekken, ter
wijl het kristalheldere water, dat onafgebroken
langs de straten loopt, als kleine beekjes, alle vuil
medevoert en de verwarmde atmospheer ver-
frischt.
Van Triberg spoorden wij door eene menigte
van tunnels naar Donaueschingen op den weg naar
Bij de uitreiking der bekroningen voor de
Phiiadelphia-tentoonstelling, welke gisteren
in het Gebouw voor kunsten en wetenschappen te
's Hage plaats had, was eene talrijke en uitgelezen
schare tegenwoordig. De voorzitter der hoofdcom
missie, de heer von Baumhauer, hield eene rede,
waarin hij een overzicht gaf van de door Nederland
verkregen resultaten. Aan alle industrieelen, die
hun medewerking hadden verleend, bracht bij zijn
hartelijken dank. Maar met leedwezen moest hij
er bijvoegen, dat zeer vele industrieelen hadden
geweigerd deel te nemen en dat dientengevolge
vele takken van nijverheid, waarin Nederland
veel praesteert, niet vertegenwoordigd waren
geworden, en dat ook velen niet die kosten hadden
willen maken, die noodig waren om de uitstalling
in overeenstemming te doen zijn met de 'keus der
waren zelf. Dat was des te meer te betreuren,
omdat in het buitenland nog maar al te veel werd
gezegd: Nederland is een handeldrijvend volk,
maar op industrieel gebied beteekent het weinig.
En indien men spreker nu op den man af vroeg,
of die industrieelen, die wel hadden meegedaan,
dan niet in staat waren geweest om in den vreemde
Neerland 's naam op nijverheidsgebied te verhoogen,
dan moest hij ronduit ontkennend antwoorden.
Dit nam echter niet weg, dat Nederland op
menig gebied uitstekend vertegenwoordigd geweest
was.
De minister van binnenlandsche zaken, de heer
Heemskerk, deed vervolgens het gewicht der
tentoonstelling, samenvallende met het honderdjarig
bestaan der Amerikaansche republiek, aan welke
Nederland door zoovele banden verbonden is, uit
komen. De vakken opnoemende in welke onze
nij verheid het best vertegenwoordigd was geworden,
vestigde hij de aandacht opde wijze waarop de
werken der Nederlandsche ingenieurs waren aan
schouwelijk gemaakt, dc kunstproducten onzer
beroemde schilderschool en de voortbrengselen van
den landbouw, alsmede de producten onzer Oost-
Indische bezittingen, voornamelijk de tentoonstelling
van kinasoorten door den heer Moens, de wijze
waarop ons lager en middelbaar onderwijs was
vertegenwoordigd, de inzending en uitstalling der
Vereeniging tot bevordering van den boekhandel,
de physische instrumenten, de wetenschappelijke
werken, de voortbrengselen der wolindustrie door
de Tilburgsche inzending en de wollen dekens van
Haarlem, dat alles maakte op de wereldtentoon
stelling een uitstekend figuur. Hetzelfde was het
geval met de verlakte artikelen van Nooijen en
van der Lucht, de nabootsingen van marmer- en
houtsoorten en de Arnhemsche eaudecologne-fabriek.
In de afdeeling machinerieën was Nederland niet
vertegenwoordigd. Het ingezondene was niet van
belang genoeg om hiervan een afdeeling te maken.
Constanz en de Bodensee. Wij bezichtigden er
het park van den vorst van Fiirstenberg. Onder
de vensters van het slot bevindt zich een water
bekken met een zinnebeeldige zandsteengroep,
doelende op de Donau-Brig en Breg. Men verzekert
dat op deze plaats de Donau zijnen oorsprong
vindt, doch minstens even bekwame lieden spreken
zulks tegen.
Het meer in 't park wemelt van forellen. Schuins
tegenover dé kerk bevindt zich een hotel, welks
bezitter uitmunt door vriendelijkheid en hulpvaar
digheid. Voor 15 Mark 9), bekwamen wij kier
een rijtuig naar Neustadt, om den volgenden dag
per rijtuig a 20 Mark ot f 12 (beide nog al duur)
tot Freiburg te komen.
Neustadt is een morsig stadje; de „Post", het
eenige hotel, daaraan gelijk; de bezitter een roode
spekneus, een vogelaar. Ergens stond te lezen
In Hornsberg is het vuil als hier
Doch zorgt de Oastwirth voor papier.
Niettegenstaande de verzekering, dat Thorbecke
en zijne familie er eenige jaren ook gelogeerd
hadden, kon het er best wat deftiger zijn zonder
dat de rekening er hooger om gesteld behoefde
te worden. Langs den bruisenden Dreisam reden
wij den volgenden dag door het Höllenthal en het
Himmelreicb, een prachtige rit, naar Freiburg.
De Höllenpas is slechts 15 minuten lang. Het
schoonste punt, ten minste een der schoonste,
is de hertensprong.
Op eene vooruitspringende rots aan den weg
Daarentegen was op het gebied van landbouw de
eer van Nederland krachtig opgehouden, in de
eerste plaats door de Holiandsche, Geldersehe en
Zeeuwsche Maatschappijen; ook op het gebied der
verduurzaamde levensmiddelen, en ten opzichte
der industrie van jenever en fijne likeuren kon
hetzelfde worden gezegd. Over den tuinbouw
was mede met voldoening te spreken, terwijl tal
van Nederlandsche dames aan de uitnoodiging
harer Amerikaansche zusters hadden gehoor ge
geven, door met haar fraaie handwerken de ten
toonstelling op te luisteren.
onderscheidingenBenoemd tot ridder in de
orde van den Nederlandsehen leeuw A. H.
Eigeman, fabrikant te Leiden, en L. C. van Kerk
wijk, gepensioneerd luitenant-kolonel van het
Nederlandsch Oost-Indische leger, te 's Gravenhage
en bevorderd tot kommandeur in die orde dr. E. H.
von Baumhauerhonorair hoogleeraar aan het
Athenaeum illustre te Amsterdam, te Haarlem.
Vergunning verleend aan M. H. van Lee, te
Brusseltot het aannemen en dragen der versier
selen van ridder 2e klasse der orde van den Zah-
ringer leeuw, hem door Z. K. H. den groothertog
van Baden geschonken.
belastingen. Benoemd H. B. Vollenhoven van
Daalen, thans ontvanger der directe belastingen,
in- en uitgaande rechten en accijnsen te Brouwers
haven c. a., tot ontvanger derzelfde middelen te
Lemmer c. a.en J. W. G. A. van Nouhuys, thans
ontvanger der directe belastingen, in- en uitgaande
rechten en accijnsen en van den waarborg op de
gouden en zilveren werken te 'sHertogenboseh,
tot ontvanger voor de accijnsen op wijngedistil
leerd, zout, bieren, azijn en zeep te Amsterdam.
rijksgebouwen. Op verzoek eervol ontslag ver
leend aan W. C. van Goor, uit' zijne betrekking
van opzichter over de rijksgebouwen onder beheer
van het departement van financiën in de provinciën
Zuid-Holland en Zeeland, standplaats Rotterdam.
Naar aanleiding van het gerucht, dat vóór
1 October niemand meer in de gelegenheid zal
worden gesteld eenig academisch examen af
te leggen, en bij den twijfel daardoor ontstaan,
of de beer Heemskerk wel genoegzaam indachtig
is aan de rechten der studeerende jongelingschap,
wordt in het D. v. Z. H. voorgesteld om, nu de
studenten wijd en zijd zijn verspreid en zich dus
niet gezamenlijk tot den koning kunnen wenden,
hun ouders en voogden voor hen te doen optre-
bevindt zich hoog in de lucht een gebeeldhouwd
hert, als eene herinnering aan den sprong, dien
dit dier zoude gemaakt hebben van de eene zijde
naar de andere, toen het achtervolgd werd. 't Zijn
dingen, waartegen niet valt te redeneeren. 't Is
een droit divin" van de goede lieden hen op
gezag te gelooven.
Aan weerszijden van den straatweg verheffen
zich steile rotsen en komt men, langs eene menigte
van zigzags, met geremde wielen, beneden. Hier
en daar vindt men op de steilte een kruis, als
herinnering aan een ongeluk daar voorgevallen.
Door zwaar bosch, rotsen en bergen langs de snel
vlietende Dreisam leidt de straatweg u tot Sterne's
logement, ruim 700 meter hoog. 't Is de pleister
plaats voor mensch en dier.
Hier dichtbij bevindt zich een waterval. Na
wat te hebben uitgerust en gewacht tot deregen,
die hier 's ochtends nog al meer valtophield,
zetten wij den rit voort door de zooeven genoemde
Höllenpas naar het Hemelrijk, een effene vrucht
bare vlakte, in tegenstelling van de gepasseerde
ruwe rotsen en het donkere woud.
Langs ooftboomen, waaronder vele kersenboomen,
aan de zijden der wegen geplant, welke boomen
jaarlijks verpacht worden, bereikt men Freiburg.
Freiburg ligt circa 4 uren Oostwaarts van den Rijn.
Hij die dus liever per boot den Rijn afvaart, kan
zich tot daar per rijtuig laten brengen. Van Frei
burg uit kan men even goed schoone wandelingen
maken in het dal van den Dreisam naar zijne
wijnrijke vlakten en de hooge bergen in 't Schwarz-