BUITENLAND. Telegraphische berichten. Oorlogsberichten. Uit Konstautinopel. Correspondentie. Ingezonden Stukken. Gemeenteraad van Goes, Algemeen Overzicht. binnenland. Konstantinopel. Do autoriteiten te Kus- tendjé hebben de Muzelmannen aangespoord de stad te verlaten. De heer Layard heeft rapporten ontvangen, waarin wordt geconstateerd, dat de Muzelmannen in Bulgarije aan allerlei wreedhe den blootstaan. Bucharest. Nieopolis is door de Russische troepen bezet. Londen. Aan Beuter wordt uit Konstanti- nopel getelegrafeerd, dat achtien bataljons Bus sen door Bulgaren geleid door de Schipkapas het Balkan-gebergte zijn gepasseerd en te Jeni Sagra (tan zuidwesten van Sliano en ten noordwesten van Jamboli) zijn aangekomen. Zitting van "Vrijdag 13 Juli. Voorzitter de heer Blaaubeen. Tegenwoordig 9 leden. Afwezig met kennisge ving de heeren van Hoek, van Asperen Vervenne en Del Baere. De notulen worden gelezen en goedgekeurd. De voorzitter deelt mede dat op verzoek eervol ontslag is verleend als onder-brandmeester aan J. Nalche, en in zijn plaats is benoemd J. D. Eomondt, en in plaats van C. B. de Jongh (over leden) L. Meijler, beiden tellers, en tot tellers J. Snoep en A. de Jonge Jz.dat is herbesteed het schilderwerk aan de schoolgebouwen in öper- ceelen voor de som van 617dat bericht van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs is ontvangen dat de overgangsexamens voor de meisjes den 9™ en die der jongens den 12™ en 13en dezer zullen plaats hebben. De na men der overgegane leerlingen zijn en zullen worden gepubliceerd. Dat nog van de gemeenten Dordrecht, Botterdam, Leiden, Zierikzee en Vlis- singen gemeenteverslagen over 1876 zijn ingekomen. Waren ingekomen de navolgende missiven, als: van gedeputeerde staten goedkeuring der raads besluiten afkoop jachtrecht door A. Kakebeeke en de af- en overschrijving van eenige posten der gemeente-begrooting 1876, alsmede bericht der ontvangst van een afschrift, wijziging der veror dening op de straten enz.; dat de kasopneming bij den gemeente-ontvanger door burgemeester en wethouders heeft plaats gehad en in kas was en behoorde te zijn f 12,174.78). Nu komen in behandeling de staten, ingekomen van den gemeente-ontvanger, van restanten en onin bare posten van den hoofdelijken omslag en die der belasting op de honden over 1875 en '76, tot een bedrag van 1052.75. Burgemeester en wet houders stellen voor, ingevolge het advies der finaneieele commissie, deze posten alzoo goed te keuren, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten en tevens de ontvanger gemach tigd nog in de rekening van 1876 te brengen voor nog invorderbare posten van den hoofdelijken omslag van f 439.55J en der honden belasting f 25.50. De voorzitter deelt mede dat B. en W. opnieuw getracht hebben eene huur-overeenkomst aan te gaan voor de lokalen van het raadhuis in gebruik bij het kantongerecht op dezelfde voorwaarde als vroeger, maar dat door den minister te kennen is gegeven dat 500 voldoende is. Zij stelt dien tengevolge voor hiertoe te besluiten. Het advies der finaneieele commissie om f 600 te bedingen wordt echter door den voorzitter eerst in behandeling gebracht en verworpen met 5 tegen 4 stemmen, waarna het voorstel van B. en W. aangenomen wordt, behoudens goedkeuring van ged. staten. Hierna komt het voorstel van B. en W. in be handeling om het kosteloos gebruik van het Man huis in te trekken en voortaan dit gebruik aan de armbesturen toe te staan tegen betaling der onderhoudskosten en dit voortdurend totdat zulks zes maanden te voren schriftelijk wordt opgezegd. Hierin wordt deelgenomen door het burgerlijk armbestuur voor 18 kamers, waaronder 2 dubbele of f 216.80, de diakonie der Ned. herv. gem, 7 en kele kamers of 77.98 en door het B.-C. armbestuur voor 8, waarvan 2 dubbele kamers, of 105.40. Mocht echter de Chr. Ger. diakonie ook eenige kamers behoeven, zoo zoude zij in overleg met de andere armbesturen kunnen treden, waardoor natuurlijk deze kosten verminderen. Wordt alzoo op gelijkluidend advies der finaneieele commissie besloten. Voorts komt in behandeling de kennisgeving van J. Pij te om het jachtrecht der gemeente op zijne gronden af te koopen en wordt op voorstel van B. en W. en rapport der finaneieele com missie besloten daarvoor te betalen voor de gronden op zijn erf 6.50 en voor de overige gronden 12 per hectare of j 353.22 in 't geheel en alsdan de pachtsom van het jachtrecht te verminderen met 7.50, waarna de voorzitter de vergadering sluit. Nogmaals heeft het Fransche ministerie zijn toevlucht genomen tot uitstel van executie. Het gevoelt waarschijnlijk, dat zijn lot reeds beslist is, maar tracht zich aan iederen stroohalm vast te houden, die nog eenige kans op redding kan aan bieden. Toch zinkt het al dieper en dieper om, naar men hooptin den afgrond der verkiezingen voor goed ten onder te gaan. De houding der bevolking wordt uitstekend genoemd; met kalmte wacht de natie het oogen- blik af, waarin zij zich zal wreken over de wijze waarop de regeering met haar heeft gespeeld. De pogingen door deze aangewend om het volk te overbluffen zijn mislukt. De prefecten van den heer de Fourtou verwekken wel ontevredenheid en agitatie, maar zij boezemen niemand vrees in. De rollen zijn omgekeerd, want zij die door de pre fecten moesten worden onderdrukt gaan offensief te werk. Er zijn tegenwoordig twee soorten van persprocessendie welke de prefecten tegen de dagbladen voeren en die van de dagbladen tegen de regeering. Hierdoor wordt natuurlijkerwijs het prestige der autoriteiten niet versterkt. Dat van de toekomstige officieele candidaten wordt nog minder genoemd, omdat zij grooten- deels zullen behooren tot hen die bij de verkiezingen van 20 Februari geslagen zijn. De herinnering aan hunne laatste nederlagen is bij de kiezers nog versterkt door het treurige schouwspel hunner onderlinge verdeeldheid. Tegenover de 363 aan eengesloten republikeinen staat thans een mengsel van verschillende partijen, vertegenwoordigd door geheel uiteenloopende comités. De officieele can- didaturen maken dezen toestand nog ongunstiger, want iedereen is overtuigd, dat zij die tegenwoordig aan het gezag zijn dit slechts voorloopig in handen hebben. Noch de bedreigingen van den heer Brunet tegen de ambtenaren aan de universiteiten, noch die van den heer Paris tegen de beambten bij de spoorwegen maken indruk, want de meesten ach ten het zeker dat deze ministers slechts drie maanden hun chef zullen zijn. In de hoop, dat er misschien nog eenige veran dering ten haren gunste zal komen, heeft de regeering den dag der verkiezingen weder verdaagd en, naar men verzekertop 16 September a. bepaald. De ministerieele organen beweren, dat binnen weinige dagen het officieele besluit daartoe zal verschijnen en de lijsten der officieele candidaten bekend zullen worden gemaakt. De strijd tusschen de ministers Dccazes en Berthaut aan de eene en den heer de Fourtou aan de andere zijde is door den maarschalk in dien zin beslist, dat de kiezers tegen 16 September zullen worden opgeroepen. Sommige conservatieve bladen uiten ware nood kreten. La Défcnse smeekt de conservatieven toch eensgezind te zijn; zij spreekt over „bekla genswaardige verdeeldheden", over prefecten die hun plicht niet hebben begrepen, en verklaart, dat men vóór alles „den maarschalk moet redden". „Er zullen, zegt genoemd bladnoch Bonapar- tische, noch légitimistische candidaten zijn, er zullen slechts candidaten van den maarschalk tot 1880 wezen! De partijen zijn echter volstrekt niet geneigd deze leuze aan te nemende Univers en de Union voeren een geheel andere taal, zoodat de toekomst voor het ministerie-de Broglie niet gunstiger wordt en de kansen der republikeinen steeds verbeteren. De bureaux van de drie groepen der linkerzijde van den senaat hebben gisteren morgen eene bijeen komst bij den heer E. Arrago gehouden om zich als verkiezingscomitó te constitueeren. 'Tot algemeen secretaris van dit comité is gekozen de heer Her bette, voormalig prefect van Tarn et Garonne. Hij zal zijn bureau vestigen in het locaal in de Rue Louis le Grand, waarin de Eepublikeinsche unie van de kamer van afgevaardigden hare bij eenkomsten houdt. Hoezeer de heer Thiers een levendig aandeel neemt in den gang van zaken kan men wel hieiuit opmaken, dat thans weder lord Lyons den avond bij hem heeft doorgebracht en hij eerst naar Dieppe zal vertrekken indien de politieke toe stand hem dit zal veroorlooven. Terwijl de Bussen in Bulgarije steeds verder voorttrekken en den Balkan naderen hebben zij in den Kaukasus weder een offensieve houding tegen de Turksche troepen aangenomen. Onder generaal Alchasoff trokken zij den 13 dezer uit Pokveli en Kvartascheli op den rechteroever van de Chaligsi. De Turken werden daar volgens het bericht uit St. Petersburg uit hunne verschansingen ge dreven en weken achter Mokva terug. Daarentegen maken zoo wordt uit Konstan- tinopel gemeld Ismail en Faïk Pacha zich ge reed om het Bussische gebied in de richting van Erivan binnen te trekken. De Bussen gaan voort hunne troepen ten noorden van Kars te concentreeren, terwijl het Bussische garnizoen te Bayazid nog tegenstand biedt. In de Donaustreken kan men het eerst een beslissende handeling verwachten. De Bussen heb ben reeds een groote oppervlakte in bezit, doch zijn rondom ingesloten door een aanzienlijke vijandelijke macht, die zich voorstelt een schitterende over winning op den voortdringenden vijand te bevechten. Nu en dan ontstaan weder geruchten omtrent pogingen tot vredesonderhandelingen die echter weldra worden bestreden. Zoo meldt thans een telegram uit St. Petersburg dat prins Bismarck voor het oogenblik iedere poging in het belang van den vrede onmogelijk heeft verklaard. Tevens wordt daarin verzekerd, dat tusschen Bumenie en Servie geen overeenkomst bestaat, terwijl Rusland en Oostenrijk het eens zijn om de vorstendommen roet goeden raad bij te staan, zonder zich echter eenig recht tot interventie aan te matigen. Geeft dit hoop op localiseering van den oorlog, de berichten uit Athene luiden daarentegen on gunstig en wekken de vrees op, dat Griekenland nog te eeniger tijd zich in den strijd zal mengen. Het leger is versterkt door de oproeping van de reserve, terwijl de nationale garde onder de wapenen is geroepen. Daarenboven voeren de ministerieele bladen een oorlogzuchtige taal. Daily Telegraph bevat een telegram uit Andri- nopel van Donderdag avond jl. meldende, dat te Plevna een gevecht werd geleverd. De Turken, die van Widdin kwamen, begonnen tegen den rechtervleugel van de Russen te opereeren. Deze schenen te trachten zich naar het Westen te richten, met het doel den Balkan langs den weg van Sofia over te trekken, teneinde op die wjjzo het défilé van Chipka te vermijden. Men acht het echter niet waarschijnlijk, dat zij dit doel zullen bereiken, want de troepen van Suleiman Pacha, die van Montenegro komen, rukken in die richting op. In een woord de Turksche troepen beginnen de Russen in te sluiten, wier linie zich van Plevna uitstrekt tot Tirnova en over Biela en Monakir naar den Donau. Volgens een correspondent van de Morning Post te St. Petersburg zijn de Panslavisten aldaar zeer ontevreden over de bezetting van Armenië en eischen zij de vervanging van generaal Melikoff door generaal Tchernajeff. Intusschen denkt men over een tweede bezetting van Armenië wanneer de strijdkrachten in den Kaukasus voldoende zullen zijn versterkt door troepen, die men, des noods, van de grenzen van centraal-Azië zou ontbieden. Ditmaal zou men echter willen beginnen met zich meester te maken van Batoum en de Abchasen te onderwerpen. In hetzelfde blad wordt bepaald tegenge sproken het bericht dat prins Bismarck in een onderhoud met lord Odo Eussell dezen zou hebben verzekerd, dat de bezetting van Konstautinopel door de Russen Duitschland overscbillig zou laten. Eveneens is het onwaar, dat de Duitsche vloot in de Turksche wateren zou worden versterkt. De Turquie verzekert, op grond van vandaar ontvangen berichten, dat noch Kustendjé, noch Medjidié door de Russen bezet zijn. Eerstgenoemde stad is zoo goed als geheel verwoest. De meeste inwoners hebben niet kunnen vluchten. Zij leven in groepen van 10 a 15 gezinnen bij elkander. De man nen maken patrouilles in de omstreken en de paniek is algemeen. De consuls vertoeven te Kustendjé, maar de Turksche autoriteiten bevinden zich te Medjidié. Te Kustendjé begint gebrek aan water te heerschen, dat werd aangevoerd uit op eenigen afstand gelegen bronnen, doch niemand durft meer de stad te verlaten uit vrees door een stroopende bende te worden overvallen. Een particulier telegram uit Weenen meldt, dat de zending van Redif Pacha naar het terrein van den oorlog gedeeltelijk ten doel heeft de verdeeling van 20 millioen piasters onder de troepen, als achterstand op hun soldij, te verrekenen. Uit Bagusa wordt bericht, dat den 13™ een Turksch eskader bestaande uit 17 schepen te Bagusa is gepasseerd, op weg naar Autivari, alwaar reeds 10 andere schepen geankerd liggen. Al deze schepen zijn bestemd om de afdeeling van Suleyman Pacha in te laden. Tevens wordt uit Cettinje verzekerd, dat de aanvoerder Petro Pétrovits den 10™ dezer de Turken op den oever van de rivier Tara heeft geslagen, hen groote verliezen heeft toegebracht en vervolgens 10 Turksche dorpen heeft bezet. Zara 14 Juli. Mohamet Ali Paeha is met zijn leger van do grenzen van Montenegro naar Lienica vertrokken. De prins van Montenegro heeft lastgegeven bij Nicsich verscheidene bataljons te concentreeren met het doel die plaats te belegeren. Sedert den overtocht van den Bussen over den Donau brengt de sultan vele slapelooze nachten door. De opperbevelhebber van het Turksche leger in Bulgarije Abdul Kerim Pacha tracht in zijne depêches den sultan gerust te stellen en verzekert, dat hij op zijn beurt de Russen zal slaan en over den Donau terugdrijven, maar hij verkiest geen inlichtingen te geven omtrent zijn plannen. De beheerscher der geloovigen gevoelt zich echter volstrekt niet op zijn gemak en heeft den minister van oorlog, vergezeld van Namek Pacha en den eersten aide de camp van het keizerlijke paleis, naar het tooneel van den oorlog gezon den, alwaar zij zooals men weet zijn aangekomen. Redif Pacha heeft in last om den opperbevelheb ber opening van alle zijne plannen te vragen en zich op de hoogte te stellen van den staat van zaken aan den Donau. De opperbevelhebber had tot nogtoe standvastig geweigerd om te voldoen aan de bevelen, die hem door het ministerie van oorlog waren gezonden, omdat, zooals hij misschien volkomen terecht beweerde, men zich op het terrein van den oorlog moet bevinden om te kunnen beoordeelen wat moet worden gedaan ter bestrijding van den vijand. Hij heeft er daarom zelf het eerst op aangedrongen, dat de minister van oorlog naar Schoemla zou worden gezonden, opdat hij in persoon zou kunnen kennis nemen van de besluiten in de krijgsraden aldaar genomen omtrent de verdere operaties. De sultan is bijzonder nieuwsgierig naar de planneD van den opperbevelhebber, die zich verzekerd houdt, de Bussen een nederlaag te bereiden. Gedurende de afwezigheid van Redif Pacha is de leiding van het ministerie van oorlog opgedra gen aan Mahmoud-Damat Pacha. Men onderstelt te Konstantinopel dat de opper bevelhebber voornemens is de linie van den Donau prijs te geven om zich op die van den Balkan te versterken, die krachtiger middelen van tegenstand aanbiedt. In de vorige week was men te Konstan tinopel bezig met het embarkeeren van troepen, bestemd om naar Varna te worden overgebracht, toen zij tengevolge van een telegram uit Schoemla weder uit de schepen aan land werden gebracht en per spoortrein naar Sofia werden vervoerd. Sedert zijn 23,000 man, waarvan 10,000 van de keizerlijke garde, en 52 stukken geschut naar Sofia en Nisch gezonden, alwaar zich ook 40 bataljons bevinden van de troepen die tegen Mon tenegro zouden opereeren. Deze hebben eveneens bevel ontvangen zich met Suleyman Pacha en Mehemed Ali Pacha te vereenigen. De Turken hebben talrijke contingenten vrijwilligers en sol daten van het territoriale leger, die ook naar den Balkan zullen worden gezonden, en men is over tuigd, dat bij slot van rekening de Bussen in Bulgarije niet gelukkiger zullen zijn dan in Azië. De komst van de Engelsche vloot in de Besika- baai geldt in de Turksche hoofdstad als een voorloopig protest van Engeland tegen het even tueels voornemen van Rusland om een coup de main jegens Konstantinopel te ondernemen, en al zoodanig wordt de maatregel van groot Brittannië door de Turken zeiven als voorbarig beschouwd. Den heer S. te M. Dank voor de toezending; plaatsing zoodra mogelijk. Mijnheer de redacteur! Te midden van al de dwaasheden die dezer dagen op 't gebied der gemeenteraadsverkiezingen worden gepubliceerd, zij 't mij vergund een ernstig woord te doen hooren. De liberale partij in hare verschillende gedeel ten heeft in onze gemeente najaren en jaren strijds eindelijk de macht in handen gekregen. En wat ziet men thans gebeuren? Nu doen zich verschijnselen voor alsof een deel der liberalen, opgezet door een paar ruziestokers, onderling strijd zou willen gaan voeren. Heeft dan de liberale partij te Middelburg zulk een gebrek aan ernst? Heeft zij dan zóo weinig geleerd Heeft zij dan zóóveel vergeten Nauwe lijks zijn wij liberalen aan de heerschappij van aristocratie en clericalisme,tot zelfbehoud vereenigd, eindelijk ontkomen ontwassen mogen wij wel zeggen, of men hoort van zoogezegd liberale zijde beweren dat een aristocraat toch eigenlijk zoo kwaad niet is, en komt een ook al „liberaal"(!) orgaan, 't „Zeeuwsch dagblad", gisteren nog conservatief en clericaal ons vertellen dat mr. Boetert Tak die met zooveel moeite tegen over jhr. de Jonge in den gemeenteraad werd gebracht (waarmede de liberale partij hare beslis sende overwinning behaalde) en die zich zijne plaats aldaar in de meest verschillende opzichten zoo ten volle waardig heeft betoond door den heer G. Alberts moet worden vervangen. Als men dergelijke dingen ziet en boort, mijn heer de redacteur, dan zou men geneigd zijn zich af te vragenzijn dan de liberalen stapelgek ge worden, ware 't niet dat een oogenblik nadenken tot een geheel andere beschouwing moest leiden. Het is hierliberale kiezers past op uwe neuzen Wat is eigenlijk de zaak? Onze vroegere tegen partij vindt 't volstrekt niet aangenaam 't is haar niet kwalijk te nemen dat zij eindelijk het onderspit heeft gedolven. Een deel daarvan heeft zich eenvoudig bij de overzijde gevoegd en een ander deel tracht steeds in troebel water te vissehen. Was 't water nu maar eens goed troebel en was er kans om met gunstig gevolg te vissehen, dan zouden de al te lichtgeloovigo liberalen wel eens heel verbaasd kunnen ontwaren, hoe op eenig gegeven oogenblik plotseling de tegenpartij weer met nieuwe kracht, en versterkt door het dan tot haar teruggekeerd deel der liberalen, op hoogst verrassende wijze in 't veld verscheen. En dan? Dan zou men uitroepen: hoe is 't mogelijk! wie had dat gedacht! Maar het zou te laat zijn! Het kunstje, dat men nu heeft trachten te vertoo. nen, was om door de candidatuur van den heer Alberts twist te gaan stoken onder de liberalen. Maar de heer Alberts heeft bedankt om aan dat kunstje meê te doen. Heel handig was 't trouwens niet aangelegd, want 't was voor elk, die den heer Alberts maar eenigszins kent, buiten allen twijfel dat hij, als ernstig liberaal, geen candidatuur zou willen aannemen tegenover een man als m'. Boetert Tak, wiens verdiensten als raadslid door geen vrijzinnige kunnen worden ontkend. Maar is het kunstje nu mislukt, bedenkt wel mag men den liberalen kiezers toeroepen dat de tegenpartij blijft woelen en werken om ons liberalen te verdeelen en te verzwakken. In den laatsten tijd heeft men daartoe ook aanvallen gericht tegen „de Grondwet," het bolwerk van het liberalisme in onze gemeente. „De Grondwet" is niet liberaal genoeg zoo roept er een. „De Grondwet" is veel te radicaal, roept een ander. „De Grondwet" is, mijnheer de redacteur, de afspiegeling van ons publiek leven, ziedaar alles! Men zou van de zijde onzer tegenstanders zoo gaarne zien, dat „de Grondwet" zich oploste in een meer geavanceerde kiesvereeniging en in eene vereeniging, „die meer plaatselijke toestanden erkende, niet te zeer ingreep in die toestanden en de oud-Middelburgsche denkbeelden niet geheel en al verwierp." Laten wij liberalen ons toch vooral in acht nemen voor onze zoogenaamde vrienden, die ons ter zijde zullen blijven zoolang voor ons de zon schijnt, die bij sommige gelegenheden zich zelfs wel willen verwaardigen om een liberaal kleed aan te trekken; laten wij steeds en ook bij de stemming op morgen blijk geven dat wij uit vroegere toestanden veel hebben geleerd en nie t s hebben vergeten. Een liberaal kiezer met een vrij goed geheugen. Mijnheer de redacteur, Notitie te nemen van ongeteekende adver- tentiën bij gelegenheid van verkiezingen, is een onbegonnen werk. Men doet het best den liedën de onschuldige liefhebberij te laten van zich zelf, onder den vorm van „eenige", „vele", „een groot aantal" kiezers enz. gedrukt te zien ea

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 2