genoodigd haren invloed aan te wenden bij de regee-
ring, opdat op de betrokken begrooting zoodanige som
men worden uitgetrokken, dat de mogelijkheid besta
om aan verdienstelijke ambtenaren eene eenigszins
billijke belooning toe te kennen als jaarwedde."
Ditvoor3tel, algemeene ondertseuning ondervindende,
komt mede dadelijk in behandeling.
De heer Moolenburgh meent dat het wel geen
lid dezer vergadering zal bevreemden dat uit haar
boezem een voorstel wordt gedaan als thans door hem
is ter tafel gebracht, aangezien in twee afdeelingen
met eenparigheid het gevoelen werd uitgesproken, dat
de traktementen der ambtenaren niet zijn in overeen
stemming met hunne verdiensten. Vele verdienstelijke
ambtenaren der griffie genieten geene bezoldiging
evenredig tot de diensten die zij bewijzen. Uit den
overgelegden staat der traktementen blijkt dat geen
hunner het vastgestelde maximum geniet, niettegen
staande meer dan öOjarigen dienst op de griffie. Spreker
zal niet uitweiden over de verdiensten van bijzondere
ambtenaren, wat hij minder kiesch acht, maar hij is
overtuigd dat zij voldoende bekend zijn.
Tot nogtoe zijn alle pogingen om verbetering te
brengen in dien toestand afgestuit op de ongezindheid
der regeering om daartoe mede te werken. Indien nu
de regeering althans zoover wilde gaan van de cijfers
goed te keuren zooals zij door de provinciale staten
zijn vastgesteld, dan zou men voorloopig kunnen
berusten; maar zij heeft telkens de voorgestelde cijfers
weder verminderd. Daarom blijft er z. i., indien de
vergadering den ernstigen wil heeft om verbetering
te brengen in het lot der ambtenaren, niets anders
over dan zich te wenden tot de tweede kamer. Een-
voudigheidshalve heeft hij voorgesteld, dat het adres
namens de vergadering zal worden gezonden door
gedeputeerde staten, aan wie de redactie daarvan
gerustelijk kan worden overgelaten. En toch ook niet
alleen eenvoudigheidshalve, want gedeputeerde staten
zijn het best bekend met de verdiensten der ambte
naren, zoodat men van hen kan verwachten dat zij de
zaak cum amore vergeef mij, zegt spreker, deze twee
Eatijnsche woordjes zullen ter harte nemen, zoodat
de uitvoering gerust aan hen kan worden overgelaten.
De heer Fokker merkt op dat de heer Moolenburgh
aan de staten voorstelt zich tot de tweede kamer te
wenden „met het verzoek, dat de kamer haar invloed
bij de regeering zal aanwenden enz". Spreker vreest
echter, dat de kamer niet zal weten wat zij met dat
adres moet aanvangen. Hoe, vraagt hij, open
baart zich de invloed der kamer op de regeering
Door het aannemen of verwerpen van wetten, door het
doen van moties of interpellaties. Maar op geen van
die wijze kunnen wij geholpen worden. Wij willen
de hulp der kamer inroepen om te doen, wat de regee
ring weigert te doen. De bedoeling van den voor
steller is ongetwijfeld, dat de kamer een voldoend
bedrag op de staatsbegrooting zal brengen. Het ver
zoek dat de kamer haar invloed zal aanwenden zal
dus Diets baten, en spreker geeft daarom den voorsteller
in overweging zijn voorstel in dien zin te veranderen,
dat de kamer worde verzocht op de staatsbegrooting
voor 1878 te brengen een som „waardoor de mogelijk
heid besta enz."
De heer Moolenburgh verklaart dat hij, tenge
volge van de haast door hem gemaakt om zijn voor
stel ter tafel te brengen, zich minder juist heeft
uitgedrukt, zoodat hij volkomen instemt met de voor
gestelde wijziging van den heer Fokker.
Niemand meer het woord over dat voorstel ver
langende, wordt het zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Daar verder over de ontworpen begrooting noch
voor algemeene beraadslagingen noch bij de behande
ling der artikelen niemand het woord verlangt, wordt
zij in stemming gebracht en aangenomen met
algemeene stemmen. Afwezig waren de heerenvan
Waesberghe Janssens, Onghena en Dierick.
K. Voorstel van gedeputeerde staten tot wijzi
ging der provinciale begrooting voor 1976,
te weten:
Inkomsten.
Hoofdstuk V. Afdeeling III. Art. 6 (nieuw). Ge
deelte van het goed slot van den dienst 1875 f 3000.
Totaal van hoofdstuk V, van memorie te brengen op
f 3000. Totaal der inkomsten, van f 344.608,75 te
brengen op f 347.608,75.
Uitgaven.
Hoofdstuk II. Afdeeling I. Art. 10. Bijdrage voor de.
kosten van onderhoud van den weg van Sas van Gent
over Westdorpe naar Axel, uitgetrokken met f 250,
te doen wegvallen. Totaal van hoofdstuk II, van
f 33.643 te brengen op f 33.393.
Hoofdstuk III. Afdeeling I. Art. 2. Onderhoud
van het gebouw te Middelburg, staande op het Oude
kerkplein wijk D n°. 73, van memorie te brengen op
100. Totaal van hoofdstuk III, van f 213,70 te
brengen op f 313,70.
Hoofdstuk VII. Art. 4. Aandeel der provincie in
de te verstrekken tegemoetkoming aan de calamiteuzo
polders in Zeeland, volgens art. 9 der wet van 19 Juli
1870, Staatsblad n°. 119, van 100,000 te brengen op
f 110.000. Totaal van hoofdstuk VII, van 111,250
te brengen op f 121.250.
Hoofdstuk VIII. Art. 6. Kosten van het in druk
uitgeven van den inventaris van het oud archief der
provincie, van f 500 te brengen op f 200.
Art. 7. Vergoeding voor reis- en verblijfkosten van
leden van de staten, aan welke door de vergadering
der staten bijzondere commissiën zijn opgedragen
(uitgetrokken met f 500) te doen wegvallen.
Art. 16. Subsidie voor de Spoorbootmaatschappij
te Middelburg, van f 12,000 te brengen op f 9287.32,^.
Art. 17. Subsidie voor eene in de provincie op te
richten landbouwschool (uitgetrokken met f 3000) te
doen wegvallen. Totaal van hoofdstuk VIII, van
58,642 te brengen op f 52,129.324.
Hoofdstuk IX. Art. 1. Onvoorziene uitgaven, van
30,620.05 te brengen op f 30,282.72^.
Wordende gedeputeerde staten gemachtigd van deze
30,282.721, tot een bedrag van f 29,782.724 af- en
over te schrijven op enz.; blijvende dit artikel verder
onveranderd. Totaal der uitgaven van 344,608.75 te
brengen op f 347,608.75.
De heer Hoogenboom brengt het algemeen verslag
der afdeelingen uit, waaruit blijkt dat aan het onderzoek
38 leden hebben deelgenomen, waaronder 6 leden der
gedeputeerde staten.
De afdeelingen hebben zich eenparig met het voor
stel van heeren gedeputeerde staten vereenigd.
De voorzitter deelt mede dat dit verslag natuurlijk
aan gedeputeerde staten geen aanleiding heeft gegeven
tot wijziging aan hun voorstel en geeft in overweging
het dadelijk te behandelen. Hiertoe wordt besloten, en
niemand het woord verlangende, wordt het zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
L. Voorstel van gedeputeerde staten tot wijziging
der provinciale begrooting voor 1977 te
weten:
Inkomsten.
Hoofdstuk V. Afdeeling III. Art. 8 (nieuw). Ge
deelte van het goed slot van den dienst 1875 f 25.000.
Totaal van hoofdstuk V, van f 7.800,00 te brengen op