BUITENLAND.
Oorlogsberichten.
Dagboek der belegering
van Kars.
Correspondentie.
Ingezonden Stukken.
Thermometerstand.
Algemeen Overzicht.
krachtige pogingen aangewend tot invoering van
de Majolica-industrie aldaar. Een bekwaam Italiaan
werd naar Berlijn ontboden en gedurende drie
jaren werd de vervaardiging van Majolica-voor-
werpen voortgezet, doch zij is than3 opgeheven bij
gemis aan voldoende deelneming van het publiek.
In de fabriek van S toll werk te Keulen is
men druk bezig juiste modellen van den Colorado
kever te vervaardigen. De bestellingen zijn zoo
talrijk, dat het onmogelijk is aan alle aanvragen
te voldoen; uit Engeland alleen zijn b. v. 10,000
doosjes besteld. Tegenwoordig is men druk bezig
om de door de autoriteiten voor de scholen
bestelde afbeeldingen te vervaardigen.
In het theater de la Monnaie te Brussel zal
iu het aanstaande opera-seizoen eene bekende zan
geres optredenmej. Minnie Hauckoud 27 jaren,
geboren te New-York. Ziehier een verhaal dat in
Engelsche bladen omtrent haar opgedischt werd.
Haar vader was naar Kansas verhuisd. Gedu
rende den oorlog met het Zuiden kreeg de familie
bericht dat zekere heer Jeromeeen rijk koopman
uit de Noordelijke statenin handen eener stam
van Indianen gevallen wasdie de partij van het
Zuiden ondersteunde. Zij veroordeelden hun ge
vangene tot de straf om door een spoortrein over
reden te worden. Reeds was hij aan de rails
gebondenreeds hoorde men het gefluit der
locomotief, toen de Indianendie op eenigen
afstand op de loer lagenplotseling een klein
meisje uit het struikgewas naar den weg zagen
snellendat bliksemsnel met een mes de touwen
doorsneedwaarmede de gevangene gebonden was
en hem in vrijheid stelde.
Over zulk eene stoutmoedigheid ontzetlieten
de Indianen het kind en den geredde ongedeerd.
De heer Jerome werd haar beschermer. Zij had
zich reeds vroeger in het koor der katholieke
kerk te New-York door hare zuivere krachtige
stem en het gevoel, waarmede zij zong, onder
scheiden. Door den heer Jerome ondersteund,
deed zij weldra haar intrede op het theater te
New-Yorken op den avond van haar debuut
schonk haar beschermer haar eene gift van 250,000,
teneinde haar geheel onafhankelijk van hare kunst
te doen zijn. Minnie Hauck bleef echter aan het
tooneel verbonden on heeft later te Londente
Parijs te Weenen en elders met roem haar rang
onder de eerste zangeressen gehandhaafd.
Den 2iea Juni jl. zijn in den staat Penn-
sylvanie elf moordenaars behoorende tot de bende
der Molly-M.agv.wesin drie staatsgevangenissen
opgehangen. Men vreesde dat er pogingen zouden
aangewend worden om de gevangenen te bevrijden,
doch niettegenstaande de omstreken der gevange
nissen vol vreemdelingen waren, zijn daartoe geen
pogingen aangewend. De veroordeelden waren op
hun tocht naar de galg zeer bedaardzij droegen
bloemen in hun knoopsgat en verscheidene hunner
hielden, op Amerikaansche manier, aanspraken
tot het volk, waarin zij meer over hunne mede
beschuldigden spraken dan over zichzelven. Een
hunner had zijne toespraak reeds gehouden toen
hij nog uitriep„Ik zou haast vergetenmijne
heerenu te zeggen dat ik onschuldig sterf. Wat
hen betreftdie mij hier gebracht en veroordeeld
hebbenik vergeef hen van ganseher harte. Moge
God mij ook vergeven!" Een oogenblik te voren
had deze „onschuldige" echter bekend dat hij van
een ander 10 dollars had aangenomen om een man,
dien hij nooit gezien hadvan kant te maken.
Dezelfde moordenaar riep zijn advocaat, dien
hij onder de toeschouwers zagtoe„Mr. Levelle,
ik geef u mijn zegen. Ik geef dien ook aan al
mijne vroegere beschermers." „God zegene u,
Jimwas het antwoord van den rechtsgeleerde.
12 Juli. 's av. 11 u. 63 gr.
13 's morg. 7 u. 61 gr. 's midd. 1 u. 63 gr.
's av. 6 u. 70 gr.
Moukhtar-pacha, de Turksche opperbevelhebber
der Turken in Klein-Azië, ondervindt de wissel
valligheid der fortuin en der menschen. Eenigen
tijd geleden, toen Ardahan in handen der
Russen gevallen was, wilde men hem als een
scholm en verrader wegjagen; thans, nu het hem
gelukt is den vijand gevoelige slagen toe te bren
gen, zijn geen woorden mooi genoeg om hem te
prijzen.
Het officieel bericht uit Russische bron, ons
gisteren per telegraaf reeds medegedeeld, dat gene
raal Melikoff het beleg van Kars opgegeven had
werd later gevolgd door een ander, uit Tiflis,
meldende dat generaal Tergukasoff er in ge
slaagd was het Russische garnizoen inBaya-
zid te ontzetten. „Eene volkomen zegepraal,
zoo luidde het telegram verder, werd op de
30,000 Turken, die het belegeringsleger uitmaak
ten, bebaald, 4 kanonnen vielen in onze handen;
Bayazid werd verwoest." Van de overdrijving
ontdaan, die aan dit bericht waarschijnlijk kleeft,
kan het beteekenen dat de Russen op de achter-
waartscbe linie Alexandropol—Erivan—Bayazid,
welke zij gedwongen zijn geweest in te nemen,
zich bevestigd en hun vijanden van daar verdre
ven hebben. Hun eerste beweging in Klein-Azië,
waar men zoo hoog van opgaf, is dus mislukt en
van den loop der omstandigheden in het oproerige
Russisch-Kaukasië zal het waarschijnlijk afhangen,
of zij in de gelegenheid zullen zijn het geleden
belangrijke nadeel te herstellen.
De Turksche minister van oorlog, Redif Paeha,
kan gelukkig nog van den voorspoed zijner wa
penen genieten. Hij is niet dood. Zoo althans
wordt „officieel" gemeld. En als een minister
officieel levend verklaard wordt, dan dient men
ook wel aan te nemen dat het zoo is.
Van den Donau is geen ander dan eenig diplo
matisch nieuws. De twee kleine bondgenooten
van het groote Rusland, Servië en Rumenië, ver
langen niets liever dan in den „heiligen" oorlog
hun sporen te verdienen. Prins Milan heeft, na
tweemaal te vergeefs om eene audiëntie gesmeekt
te hebben, eindelijk te Plojesti keizer Alexander
gesproken. Maar de czaar, door zijn kanselier
prins Gortchakoff ingelicht, toonde zich volstrekt
niet begeerig om door de Servische soldaten onder
bevel van Horvatovicb, Leschanin en andere helden
uit den oorlog van verleden jaar, geholpen te
worden. Evenmin wil hij van een overtocht van
den Donau door het Rumenisshe leger hooren.
Alle verzoeken der vorstendommen om een bond
genootschap, met verzekering hunner onafhanke
lijkheid en van hun deel in den toekomstigen
buit, worden standvastig afgewezen. Men belet
hen niet bepaald om mede te vechten, doch waar
borgt hen niets. En zonder waarborg verkiezen
Serviërs noch Rumeniërs aan het spel deel te nemen.
De verklaring van dien toestand is niet moeilijk,
als men op Oostenrijk en Engeland let. Beide
mogendheden zijn het than3 nagenoeg met elkander
eens. Zoodra prins Milan in het veld verschijnt, en zich
op weg begeeft naar zijn toekomstig Slaven-konink-
rijk, is Oostenrijk voornemens achter zijn rug
Servië te bezetten. Dan is het met het „localiseeren"
van den oorlog gedaan en uit de Besica-baai zou
men misschien de Engelsche vloot spoedig de Dar-
denellen zien instooraen en op het Suez-kanaal de
hand leggen. Daartoe wil prins Gortschakoff geen
aanleiding geven.
De geruchten omtrent veranderingen in het
Engelsche ministerie zijn even wisselvallig als de
oorlogsberichten en even weinig te vertrouwen.
Het gerucht der aanstaande aftreding van lord
Beaconsfield, door de Daily News verspreid, is
aanstonds door de conservatieve Globe tegenge
sproken.
Nog minder stevig dan het Engelsche kabinet,
dat voor het oogenblik alleen door de buitenland-
sche crisis in moeilijkheid gebracht kan worden,
zit het Fransehe ministerie, dat tusscheu binnen-
en buitenland ligt te worstelen. In de jongste
ministerraden hebben de hertog Decazes en de
generaal Berthauld, de ministers van buitenlandsche
zaken en van oorlog, steeds op spoedige verkie
zingen aangedrongen. Eerstgenoemde wil, bij de
ernstige gebeurtenissen die ieder oogenblik in
het Oosten kunnen voorkomen, geen gevaar loopen
om tot de eene of andere beslissing geroepen te
worden op een oogenblik dat zijn land midden in
eene politieke crisis verkeert. Heftig heeft de
heer Fourtou zich tegen dien spoed verzet, op
grond dat hij met al zijne maatregelen dan onmo
gelijk gereed kan zijn. Men schijnt het nu eens
geworden te zijn omtrent den 2™ September als
datum der verkiezingen: niet vroeger omdat de
oogst dan nog niet afgeloopen zou zijn, niet later
omdat de verkiezingen dan midden in den wijn
oogst zouden vallen. De minister van oorlog
kan nu daarnaar zijne maatregelen nemen ten
opzichte der oefening van de miliciens.
Tussehen de verbonden drie partijen der rech
terzijde wordt de eensgezindheid niet grooter.
Twee bekende clericalen, de heeren Kolb-Beruard
en de Mun zijn benoemd tot voorzitter en secretaris
van het zoogenaamd algemeen verkiezingsbureau
der rechterzijde. Maar de Bonapartisten hebben
zich een eigen verkiezingsbureau voorbehouden
onder bestuur van den heer de Saint-Paul, dat
aan den eenen kant bij den minister van binnen-
landsche zaken oppermachtig is en aan den anderen
kant in rechtstreeksche gemeenschap staat met het
ex-keizerlijke hof te Chiselhurst. Natuurlijk is dit
alles niet naar den zin der bondgenooten, die steen
en been klagen omdat het Bonapartisme hen te
machtig is, op welke klacht de Bonapartisten ant
woorden dat zij alleen de ware conservatieven zijn
en niemand het recht beeft zich te beklagen.
Dat het ministerie geen enkel middel ontziet
om invloed uit te oefenen, blijkt opnieuw uit eene
circulaire van den minister van openbare werken
aan alle spoorwegdireatiën. Na betoogd te hebben
dat deze maatschappijen een aanzienlijk personeel
in haar dienst hebben, dat de exploitatie der lijnen
haar door den staat toevertrouwd en dus ook aan
het toezicht der regeering onderworpen is, brengt
de minister in herinnering dat de regcering ook
het recht heeft het ontslag van sommige ambte
naren te eischen. Met het oog op dit recht ver
zoekt de minister de directiën om, zonder de
vrijheid van iemands gevoelen eenigszins
te verkorten, te zorgen dat geen spoorweg
ambtenaren hun invloed aanwenden ten nadeele
der regeering. Die zich daaraan schuldig maken
moeten ontslagen worden en de minister verwacht
de noodige voorstellen daartoe.
Het jammerlijkste van al deze misbruiken van
het gezag is dat de politieke zeden van een land
er in den grond door bedorven worden. Onver
schillig hoe de uitslag der aanstaande verkiezingen
zijn moge, zal iedere volgende partij zich altijd
weder kunnen beroepen op het ministerie de
Broglie-Fourtou, om de schandelijkste buitenspo
righeden, zoo niet te rechtvaardigen, dan toch te
vergoelijken.
Men zegt dat het rechtskundige comité der
republikeinendat het bekend advies over de
pers heeft uitgebracht en nu weder bezig is aan
een rapport over den verplichten datum der ver
kiezingen door de regeering als onwettig ver
volgd zal worden. Daar de voorzitter van dit
comité een der bekendste rechtsgeleerden van
Frankrijk isde heer Renouard namelijk, vroeger
procureur-generaal bij het hof van cassatie, zou
dit een merkwaardig proces kunnen worden.
Do annexatie van de Transvaalsche Republiek
is door het Engelsch parlement met overgroote
meerderheid aangenomen. Geen enkele kreet van
verontwaardiging tegen deze daad van geweld is
in het parlement opgegaan. Wel verhieven zich
enkele stemmen er tegenmaar meer op utiliteïta
gronden dan omdat men de daad als zedeloos
brandmerkte.
„Veel eer leggen wij er niet bij in," zegt Daily
Newsmaar 't blad keurt den roof toch goed.
Bayazid in Klein Azië, dat in handen der Russen
is, wordt door de Turken bedreigd. De hoogten
die de vesting beheerschen zijn door Ismail Pacha,
met een detachement van den rechtervleugel bezet.
Volgens het zeggen van eenige Kozakken, die
door de Turken gevangen zijn genomen, heerscht
in de plaats gebrek aan levensmiddelen en zal zij
zich weldra overgeven.
De grootvorst-opperbevelhebber van het Russische
leger in den Kaukasus meldt dat de legerafdeeling
van Erivan, na te Igdyr zijn voorraad levensmid
delen en krijgsbehoeften aangevuld te hebben, zal
oprukken tot het ontzet van Bayazid, waarvan
de bezetting, ofschoon door 20 Turksche bataljons
en 10,000 ruiters ingeslotenzich nog steeds
staande houdt. Zie de latere berichten in ons
algemeen overzicht.)
Het cijfer der Russische troepen dat bij Sistowa
den Donau is overgetrokken, wordt thans op 90,000
man geschat.
De vier gepantserde schepen met welke de
Engelsche vloot in de Besica-baai versterkt zal
worden, zijn de Shannon, de Temerarious, de
Hercules en de Thunderer of de Dreadnought.
Volgens de officieele opgaven van den groot
vorst-opperbevelhebber zijn bp het gevecht te
Biela, op den 27e" Juni jl., aan de zijde der Russen
buiten gevecht gesteld 725 man, zijnde 298 ge
sneuvelden, 398 gewonden en 29 vermisten.
Het bombardement van Eupatoria, in de
Krim, op den 9en dezer, heeft 3| uur geduurd. De
Turksche schepen hebben 72 projectielen in de
stad geworpen, die echter weinig schade hebben
aangericht. De Russische batterijen hebben ge
antwoord met 36 granaten, waarvan enkele de
schepen bereikt hebben. De vloot is daarna weder
vertrokken.
Niettegenstaande het protest van den consul
van Italië, dat door de leden der commissie voor
de scheepvaart op den Donau ondersteund is, heb
ben de Russen eenige met steenen geladen schepen
in de mondingen van den Donau doen zinken.
Generaal Tergukassoff meldt dat hij op zijn
tocht naar Bayazid een aantal Christen-familiën
uit dorpen in de vallei van Alackherd moest
medenemen, die voor de bachi-bozouhs en de Kurden
vluchtten. Geheele dorpen werden uitgemoord.
Van den anderen kant klaagt de Porte over de
Russische troepen, die in Bulgarije voortgaan
mannen, vrouwen en kinderen te vermoorden en
hunne woningen te verbranden.
De beide strijdende partijen hebben dus, helaas,
elkander niets te verwijten.
Gedurende het nu door de Russen zoo goed als
opgegeven beleg van Kars heeft een correspondent
der Daily Telegraph op het oorlogstooneel een
dagboek bijgehouden, waaruit men een goed over
zicht van den loop der zaken putten kan. Het
volgende is daaraan ontleend:
30 April. Vertrek van Moukhtar Pacha met
9 bataljons, bij de nadering der Russen.
3 Mei. Aankomst der eerste Russische troepen.
De Turksche bezetting der stad wordt dadelijk,
uit voorzorg, op half rantsoen gesteld.
5 Mei. Eerste ernstige aanval der Russen, be
staande in eene bestorming van het fort Termas,
die volkomen mislukte.
14 Mei. De telegraphische verbinding der vos-
ting met Moukhtar Pacha is afgesneden. Eene
Russische batterij van vier zware kanonnen begint
de stad te beschieten, doch met weinig gevolg,
daar de granaten veel te ver nedervallen. Het
Turksche geschutvuur belemmert de belegeraars
zeer. In den volgenden nacht doet de bezetting
een uitval met weinig gevolg.
18 Mei. De Russen doen een woedenden storm
op het gewichtige fort Karadagh, dat niet alleen
een citadel, maar ook den straatweg naar Alexan-
dropol beheerscht, Ofschoon de Russen met be
wonderenswaardige"* dapperheid vochtenkonden
zij echter tegenover het welgerichte gelederenvuur
der Turken geen stand houden en toen deze laatste
eindelijk tot de bajonet de toevlucht namen, sloegen
de Russen geheel op de vlucht. Door deze over
winning werd het moreel der bezetting zeer ver
sterkt, dat door de volkomene afsluiting van de
buitenwereld reeds eenigszins geleden had.
25 Mei. Van de verflauwing van het vuur der
Russen werd gebruik gemaakt om een uitval te
doen, waarbij eenige vooruitgeschovene belegerings
werken der Russen vernield werden.
30 Mei. Op dezen dag bereikte de hagel van
granaten, waarmede de Russen alle vestingwerken
onder hun bereik aanhoudend overdekten, zijne
grootste dichtheid, zonder echter zooveel schade
aan te richten als het geval ware geweest indien
het vuur goed gericht ware.
2 Juni. De insluiting van Kars wordt voltooid.
Men zegt dat de hoofdmacht der Russen onder
Loris Melikoff op den So'ghanludagh (nabij Kars)
gelegerd is.
12 Juni. Door de Turken worden eenige Krupp -
kanonnen van 15 cm. opgesteld om de belegerings
werken beter te kunnen bestrijken.
14 Juni. De forten Termas en Karadagh werden,
onder een onafgebroken geschutvuur, andermaal
"■fc^ljMaldeiyk door de Russen bestormd, zonder
>"gévHg. Den volgenden dag kwam het tot een
bloedig gevecht, waarbij aan beide zijden woedende
aanvallen met de bajonet gedaan werden.
17 en 18 Juni. Door de Russen werden 8 bat-
tergen, met 25 zware kanonnen op de forten
Muschlis, Arab en Karadagh gericht, op den 23™
werd laatstgenoemd fort weder bestormd, waarbij
men echter niet handgemeen werd, daar de aan
vallers door het Turksche vuur by geheele gelederen
ter aarde werden geworpen vóórdat zij nog de
wallen konden beklimmen.
25 Juni. Men bemerkt dat het Russische vuur
zwakker wordt en dat belangrijke troepen-
afdeelingen in Oostelijke richting aftrekken.
26 en 27 Juni. Het wordt langzamerhand in
de geheele omgeving doodstil, behalve aan den
Oostkant, waar nog een soort van ongeregeld vuur
onderhouden wordt.
30 Juni. Eene onbeschrijfelijke vreugde ver
spreidt zich onder de heldhaftige bezetting, op het
bericht dat de gemeenschap naar den Westkant
weder volkomen vrij en onbelemmerd is. De ver
liezen aan de zijde der Turken waren gedurende
de geheele belegering uiterst gering. De gezond
heidstoestand der troepen was gehard en voortref
felijk. Buitengewoon werd de cavalerie geprezen,
welke minstens even goed was als de beroemde
kozakken.
Naar aanleiding van dezen afloop van het beleg,
schrijft een Russisch blad, de Moskauer Zeitung
„Dat generaal Loris Melikoff niet met beter gevolg
gestreden heeft, ligt daaraan dat bijna by alle ge
vechten in Klein Azie de getalsterkte der Turksche
troepen oneindig veel grooter is dan die der Rus
sen. Aan den Donau hebben de Turken gebrek
aan soldaten, hoe komt het dan dat zy in Azië
zulk een overvloed hebben? Omdat wy hier niet
alleen met Turkye, maar met een ander Maho-
medaansch rijk te doen hebben, namelyk het
Engelsch-Indisehe ryk. Wy vermoeden
dat onderdanen barer Indische majes
teit onder de Turksche vanen strij-
den, onder het masker van Arabische
bataljon s."
Het ingezonden stuk uit Vlissingen zal morgen
geplaatst worden.
Mijnheer de redacteur!
Indien gij mij, na de vele ruimte die men van
uw blad reeds ter bespreking van de aanstaande
gemeenteraadsverkiezingen heeft gevergd, nog een
klein plaatsje over dat onderwerp kunt toestaan
zou ik een enkele opmerking willen maken. Van
de bespreking of aanbeveling van candidaten zal
ik my onthoudeD, om de doodeenvoudige reden, dat
ik er mij niet toe bevoegd acht en om verdere
spraakverwarring te voorkomen.
Nadat in uw noinmer van eergisteren eene ad
vertentie voorkwam, waarin o. a. de heer G. Al
berts Lz. werd eandidaat gesteld, is dezecandida-
tuur in uw nommer van gisteren avond door „vele
kiezers" o. a. bestreden op grond dat de heer
Alberts katholiek is. Ik heb juist van verschil
lende zijden en ook door erkende liberalen het
wenschelijke van die candidaluur hooren verdedigen
èn omdat de heer Alberts een flink industrieel èn
ook omdat hij katholiek is. Er wordt dezer dagen
door velen beweerd, dat speciaal met bet oog op de
aanstaande verkiezing, de politieke gevoelens van
de candidaten niet in aanmerking behoeven te
komen, omdat het liberale element in den gemeen
teraad sterk genoeg vertegenwoordigd is, maar
zegt men er moet worden gezorgd, dat zooveel
mogelijk alle klassen en alle belangen vertegen
woordigd worden. Ik onderstel echter, dat er in
casu geen quaestie zal wezen van de godsdien
stige gevoelens van den heer Alberts, maar dat
wel degelijk zijn politieke denkbeelden zullen
worden bedoeld, indien men hem wil weren om-