N°. 163 120® Jaargang. 1 1Ö77. V rijdag 13 Juli. Dit blad verschijnt dagelijks,' met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m, franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiên i 20 Cent per regel.' Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs. Bij deze courant behooren twee Bijvoegsels. NATIONALE MILITIE. Middelburg, 12 Juli. feuilleton. De Gouvernante. r- r r. COURANT. Oproeping Tan verlofgangers der lichtingen 1874 en 187S. De burgemeester van Middelburg, gezien de circulaire van den commissaris des konings in deze provincie van den 12en Mei 1877 A. n°. 2175, 3( afdeeling (Provinciaal blad n°. 58.) roept bij deze op de in deze gemeente wonende milicien-verlofgangers der lichtingen 1874 en 1875, behoorende tot het regiment grenadiers en jagers, het 3e en het 6e regiment infanterie; de milicien verlofgangers der lichting 1874, behoorende tot het le, 2e, 4e, 5% 7' en 8« regiment infanterie, de regi menten hussaren, de compagniën hospitaal soldaten, de regimenten veldartillerie, de milicien-verlofgan gers der lichting 1875 behoorende tot het bataljon mineurs en sappeurs, om op den tijd en plaats als in de aan hen uit te reiken order is vermeld, tegenwoordig te zijn, voorzien van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen, benevens van hun verlofpas, teneinde rechtstreeks naar hun korps te vertrekken. Zij moeten zich vooraf en wel op Woensdag den 1™ Augustus a. des voormiddags tusschen 10 en 11 uren bij den burgemeester hunner woonplaats aanmelden, voorzien van hun verlofpas, teneinde de noodige biljetten, alsmedé daggeld, indien zij dit verlangen en daarop recht hebben, te ontvangen. De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet ter aflevering verschijnen, worden bij hun korps gestraft. Zij die niet aan de oproeping voldoen, worden als deserteurs behandeld; terwijl degenen, die door ziekte verhinderd worden op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, van die omstandig heid, onder overlegging van eene verklaring van den geneesheer, tijdig kennis behooren te geven aan den burgemeester. Na hun herstel vervoegen zij zich bij hun korps. Middelburg, den llen Juli 1877. De burgemeester voornoemd, SCHOKEE. Men schrijft ons uit Zierikzee, van den 11™ dezer: In de heden avond gehouden vergadering van onze afdeeling „Volksonderwijs" werd met nage noeg algemeene stemmen besloten om zich niet met de ophanden zijnde verkiezing van gemeenteraads leden te bemoeien, hoofdzakelijk omdat het niet op den weg der Vereeniging ligt de voorgestelde candidaten uit een ander oogpunt dan dat van het onderwijs te bespreken en eene veelzijdige bespre king wenschelijk is. 25. Naar het Duitsch van Maria Calm. Vervólg.) XVII. Ik liet haar in dien waan. Het eenige, vrat mij in mijne smart troostte, was dat ik die alleen mocht dragen. Mijne goede moeder leed er dan althans niet onder. Wat zal ik zeggen van de weken, die nu volgden? Zij waren somber en treurig, zoo buiten als binnen. Het laatste overschot van leven in de natuur kampte met den verstij venden adem van den herfst, en zoo kampte ook in de borst der arme zieke de laatste levenskracht met den killen adem van den dood. Ja, van den dood! Ik bemerkte zijne nabijheid weken achtereen, voordat hij zijn werk had vol bracht; en iets verschrikkelijks is die nabijheid! De doode, het lijk van degene die wij zoo innig hebben lief gehad, heeft nooit vrees of huivering ingeboezemd; maar in de tegenwoordigheid te zijn van den dood, van dat iets, dat wij niet kunnen zien of hooren en toch zoo duidelijk bemerken alsof wij het zouden kunnen tasten, getuige te wezen van den strijd dier onzichtbare, onver biddelijke kracht met den armen sterveling, die voet voor voet moet wijken, o dat is vreeselijk, dat is ijzii Bij de breede beraadslaging, die aan dit besluit voorafging, was door enkele leden opnieuw gewé zen op de lang gevoelde behoefte om een uit geversterm te gebruiken aan eene liberale kies- vereeniging in het liberale Zierikzee. Om dit billijke verlangen te bevredigennam de heer D. P. B. Zuurdeeg, na het sluiten der bijeenkomst, het woord om het nut en de noodzakelijkheid daarvan aan te toonen. Dit had tengevolge dat er eene voorloopige kiesvereeniging werd saam- gesteld, met den heer Zuurdeeg als voorzitter en den heer I. Franse als secretaris. Al de aanwe zigen een dertigtal traden dadelijk als leden toe en de zoo onverwacht geboren vereeniging toog onder leiding van haren voorzitter onmiddellijk aan 't werk, om te doen wat Volksonderwijs niet had kunnen doen: eene veelzijdige bespreking namelijk der voorgestelde candidaten voor vier raadsleden. De vrucht van de discussie daarover was dat van de aftredende leden werden gekozen de heeren J. C. Pilaar met 29W. A. Ochtman met 27 jhu mr. J. W. D. Schuurbeque Boeije, in herstem ming met den heer A. Giljam met 14. De laatste verkreeg 13 stemmen. In plaats van jhr. mr. P. J. F. Rethaan Macaré, werd uit de drie voorgestelde en besproken candi daten met 25 stemmen gekozen de heer E. R. van Nes van Meerkerk, ingenieur van 's rijks-waterstaat. Spoedig zal er nu eene vergadering gehouden worden om de voorloopige vereeniging in eene blijvende te veranderen en op deugdelijke grond slagen binnen Zierikzee eene kiesvereeniging te vestigen, die waarschijnlijk, voor zooveel de ver kiezing van leden voor de provinciale staten en de tweede kamer aangaat, zich over geheel Schou wenDuiveland zal uitstrekkenen door alle liberalen, naar we met recht hopen, zal worden gesteund. Den 10™ Juli jl. herdacht de heer L. H. Leunis te Groede den dag, waarop hij vóór 40 jaren de bevoegdheid verkreeg tot het uitoefenen der ge neeskundige praktijk. Het ontbrak hem bij die gelegenheid niet aan bewijzen van sympathie en toegenegenheid. De vaderlandsche vlag wapperde uit vele woningen, van tal van personen ontving hij geluk wenschen, ambtgenooten boden hem-een prachtig geschenk aan en de muziekvereeniging „Eendracht maakt macht" bracht haar feestvieren den voorzitter eene serenade. Des avonds wachtte den jubilaris eene eigenaar dige verrassing, hem door eenige belangstellenden bereid. De tuin achter zijne woning nl. was schit terend a giorno verlicht en er werd een net vuur werk ontstoken. Het fanfarengezelschap, dat ook Hoe menigen nacht, wanneer de storm rondom ons huisje gierde en de koude regendroppels tegen de ruiten kletterden, verbeeldde ik mij sidderend, dat de dood aan het venster klopteen 's morgens, als na den in leed doorwaakten nacht de eerste fletsche schemering zich met het schijnsel der lamp vermengde, meende ik de donkore schaduw, zijne schaduw, van de legerstede der kranke naar de hoeken der kamer te zien terugwijken, om eiken avond terug te keeren en zijn slachtoffer nauwer en nauwer te omstrikkentotdat op zekeren nacht de schaduw zoo groot en donker scheen, dat zij het geheele vertrek vervulde, dat zij de zwoegende borst van lucht beroofde, dat ook de laatste glinstering van het oog er door uitgedoofd werd. Stom van smart knielde ik aan het bed neêr, in mijne hand klemde ik de leven- looze hand, die ik niet meer kon verwarmen, maar die daarentegen de mijne deed verstij ven; ik voelde de donkerebenauwende schaduw loodzwaar ook op mijne borst nederdalenOntzet sprong ik op en wierp de vensterluiken open. De morgen was aangebrokeneen licht, dat mij verblindde, viel in de kamer en verhelderde het bleeke gelaat, daar op de sponde. De storm had uitgewoed; stil en zacht was gedurende denacht uren een sneeuwkleed op de aarde neergedaald, dat nu, door de morgenzon beschenen, een glans van zich gaf waardoor de donkere schaduw week. Hierbinnen en daarbuiten had de natuur den strijd volstreden en was er stilte gekomen. in den tnin plaats genomen had, gaf intusschen nog eenige stukken ten beste. Begunstigd door het prachtigste weder, maakte een en ander een heerlijk effect en werd de fees telijke stemming daardoor verhoogd bij allen, die tegenwoordig waren eD bij wie dit jubilé onge twijfeld de aangenaamste herinneringen zal achter laten. Men schrijft uit Wolfaartsdijk aan de Goesche courant Dat de gunstige beslissing, welke gevallen is omtrent de reisgelegenheid per spoorboot aan onzen steigerhier met welgevallen vernomen werd, laat zich lichtelijk begrijpen. Intusschen is het te bejammeren, dat zulks ten opzichte van destoom- booten, varende tusschen Middelburg en Rotterdam, hetgeen altijd nog van grooter belang was voor ons en aangrenzende gemeenten, vervallen is, waarvan het ongerief zich nu al aanstonds laat gevoelen met de gist-verzending aan de bakkers. Bijaldien wat eerder de blijken geleverd waren van de nu betoonde belangstelling door de ge meenten van westelijk Zuid-Beveland in het behoud van een communicatie-middelhetwelk voor dit gedeelte van ons gewest zoo bijzonder dienstig is, dan betwijfelen wij het, of de beschikking van den minister, r.u maar onlangs op advies van gedeputeerde staten genomenook voor die Maat schappij van stoomvaart wel bevredigend zou zijn uitgevallennaardien toch het afnemend gebruik maken van onzen steiger hoofdzakelijk een gevolg is geweest van de toepassing eener voor velen bezwarende verhoogiug van het vervoertarief op de stoombooten. Uit de provinciale verslagen blijkt, dat de heffing van rechten voor het gebruik van den steiger te Wolfaartsdijkaangevangen den 15 Sept. 1848, tot er. met 1874, en alzoo gedurende 25 jaren, heeft opgebracht ƒ18,381,60, of gemiddeld per jaar f 735,26. Het hoogste bedrag was in 1869, toen zulks ƒ1405,49 beliep. Met zekerheid wordt gemeld, dat de memorie van beantwoording betrekkelijk de wet op het lager onderwijs spoedig de tweede kamer be reiken zal. Men verneemt dat met 1 November a. de over eenkomst of proeftijd eindigt, voor den tijd van drie jaren gesloten tusschen den staats- en den Rijnspoorweg, om, ten gerieve van het reizend publiek, alle treinen van den staatsspoorweg te Utrecht op het station van den Rijnspoorweg te doen aankomen en vertrekken. De directie der staatsspoorwegen zou deze overeenkomst niet willen vernieuwen, maar evenals vroeger hare XVIII. Wij hadden haar ter ruste gelegd in het donkere bed, waar eeuwige vergetelheid woont en eeuwige rust heerscht. Zonder tranen had ik de kist onder de zoden zien verdwijnen en telkens was de verzuchting in mij opgestegen„O, dat ik haar volgen mocht! Dat ik in hare plaats daar lageMaar mijn lot was harderik mocht niet rusten, maar moest leven en werken. Het was boog tijd, dat ik wederom aan 'twerk ging! De kleine som, in Engeland verdiend, was sinds lang uitgegeven, de dokter en de apotheker moesten nog betaald worden, en er was niets voorhanden om dat te doen. Reeds onder de bezorgdheid voor de zieke en de smart over de doode was de pijnlijke vraag opgerezen: waarvan zullen wij, die achterblijven, leven? Helaas dat men leven moet, wanneer het leven zoo zwaar valt en het sterven zoo licht zou zijn Doch wij hadden haar legaat, het kind en daarvoor moesten wij leven en arbeiden. Reeds den dag na de begrafenis liet ik eene ad vertentie plaatsen, dat ik lessen in de muziek en de Engelscbe taal gaf. Ik had dat reeds vroeger gedaan en vleide mij, nog goede her inneringen te hebben achtergelaten. Weldra meldden zich dan ook verscheidene mijner oude leerlingen aan, nieuwe kwamen er bij, eu zoo vatte 'k de bekende, maar moeitevolle taak van het lesgeven weêr op. Aanvankelijk kostte elk Engelsch woord, dat ik moest uitspreken, mij eene inspan- eigen treinen weder op haar eigen station doen aankomen en vertrekken. Wanneer dit voornemen werkelijk werd uitgevoerd, zou opnieuw het reizend publiek groot ongerief ondervinden, tenzij de Rijnspoorweg mocht besluiten om, evenals er eerlang tramwagens van zijn station naar den Oosterspoorweg zullen rijden, maatregelen te nemen om ditzelfde ook naar den staatsspoorweg te doen. {EU.) Z. K. H. de prins van Oranje is Dinsdag ochtend, vergezeld van m'. F. F. von Weckherlin, secretaris van wijlen H. M. de koningin, naar Darmstadt vertrokken. De prins heeft aan den heer J. A. Stötzer, adj> onderoff. der koninkl. maréchaussee, die gedurende ruim 15 jaren op 's prinsen militair bureau is werkzaam geweest, een fraai gouden horloge doen toekomen. Tengevolge van de invoering der wet van den 28™ Maart 1877 (Staatsblad n°. 35), tot wering van besmetting door uit zee aankomende schepen, worden de navolgende heerën, bij beschikking van den minister van marine van den 11™ Juli, met den laatsten dier maand, eervol ontheven van de waarneming der betrekking van visiteur der quarantaine, op de achter hunne namen vermelde standplaatsen, als: A. C. van der Minne te Brielle; L. Trip te Delfzijl; J. K. de Bruijne te Zierikzee J. Moolen- burgh te Brouwershaven; dr. J. J. Buwalda op Ameland; J. C. Hemsing te OostmahornJ. F. G. T. Kluge, gepensioneerd officier van gezondheid der le klasse bij de zeemacht te HellevoetsluisS. Ver steeg te MaassluisH. L. Koning, officier van gezond heid der le klasse bij de zeemacht te Vlissingen; J. G. Knijpenga te TermunterzijlA. N. Erkelens te Terschelling en op Vlieland. Staats-cour De Haagsche correspondent van de Zaanlandsche courant vestigt de aandacht op eene zaak, eenige dagen geleden voor het gerechtshof te 'sG-ra- venhage behandeld. Zeker persoon, als getuige in eene strafzaak gedagvaard, weigerde den eed af te leggen, omdat het afleggen van den eed met zijne godsdienstige overtuiging in strijd was. Hij was niet Doopsgezind en verklaarde tot geen enkel der erkende kerkgenootschappen te behooren. Wat besliste nu het hof? Het bleef aan de jurisprudentie van den hoogen raad getrouw, want het besliste, dat het den bedoelden persoon niet geoorloofd was zich van do wettelijke verplichting, op iederen niet-Doopsgezinde rustende, om den eed af te leggen, te ontslaan. Godsdienstige over tuiging mag alzoo, ook volgens het hof, geen ning, en als ik zingen moest had ik te kampen met de tranen die opkwamen; maar de nood is een harde meester en ik leerde hem gehoorzamen. Twee jaren waren verloopen, een korte tijd als men er op terug ziet, maar een eindeloos lange als men dien in stil verdriet doorleeft. De eenige verandering, die zich in ons vreugdeloos leven had voorgedaan, was dat wij, wegens den aanleg van een nieuwen spoorwegons huisje hadden moeten afstaan, ofschoon voor eene som, aanzienlijk genoeg om ons verder van zorg te bevrijden. Om de wille van moeder en Lydia verheugde mij dit; voor m^ zelve kon geen lotwisseling geluk aan brengen; dat woord was uit mijn levensbook geschrapt. De rust van binnen zou ik echter weergevonden hebben, indien alles duidelijk en boven twijfel verheven ware geweest; maar de sluier, die over het verledene lag, folterde mij zonder ophouden. Had hij mij geschreven dat zijne omstandigheden of de tegenwerking zijner familie hem niet ver gunden het mij gegeven woord te houden, ik zou er mij, al ware het met een bloedend hart, in geschikt hebben, ja zelfs de tijding van een huwelijk van hem met Georgiana zou mij, omdat het dan een koudonwedersprekelijk feit was, waarvoor elke onzekerheid moest wijken, welkom geweest zijn. Doch niets, rechtstreeksche noch zijdelingsche tijding Zoo kwam de zomer terug. Dat nu ook Duitsch- land met zijne talrijke gezondheidsbronnen weêr door vele arme zieken werd opgezocht, was na-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1