N°. 162,
12O0 Jaargang.
1»77.
Donderdag
12 Juli.
Dit blad verschijnt dagelij ks j
met uitzondering van Zon- en Feestdagen^
Prijs per 3/m. franco f 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën i 20 Cent per regel,
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte^
Hoofdagent voor Belgie en Frankrijk: de firma Hayas, Laffitk C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 11 Jul
FBITIIjLETOlSr.
De Gouvernante,
ats
MIDDELBERGSCHE COURANT.
L, ANDBOU"W.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
Gezien de circulaire van den commissaris
des konings in deze provincie, van den 7en
Juli 11., A n0 3105, 3e aid., (Provinciaal blad
n° 72), betrekkelijk het vinden van een leven
den Colorado-kever te Rotterdam;
waarschuwen de ingezetenen zoo waakzaam
mogelijk te zijn bij het vinden van eenig insect,
dat mocht overeenkomen met de teekening en
beschrijving van den Colorado kever, vroeger alge
meen Bekend gemaakt en waarvan een exemplaar
steeds voor ieder ter gemeente-secretarie ter visie
ligt, met uitnoodiging om daarvan dadelijk ten
raadhuize aangifte te doen, zoo mogelijk met over
legging van een exemplaar van dat insect, opdat
het feit met zekerheid worde bevestigd.
Middelburg, den 9eB Juli 1877.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHOEEE.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Door de opening der Bad- en Zweminrichting
alhier, welke naar wij vernemen op den 16en dezer
bepaald is, zal eindelijk in een lang gevoelde
behoefte voorzien zijn.
De inrichting is, naar onzen lezers bekend zal
zijn, gelegen op den Westelijken oever van het
kanaal door Walcheren, tegenover de haven, en
bestaat nit twee bassins, het eene voor baders en
ongeoefende zwemmers, het andere, diepere, voor
geoefenden, terwijl in zes badkamers gelegenheid
gegeven wordt om binnenbaden te gebruiken. Er
bevinden zich dertien ontkleedkamers. Het geheel
rust op drijvende ijzeren bakken.
De beer C. A. Goethals is als aannemer met de
vervaardiging der inrichting belast geweest. De
concessie, aanvankelijk door den beer G. Keijzer
verkregen, is door dezen zonder vergoeding over
gedragen aan de niéuwe onderneming, welker
bestuur is samengesteld uit de heeren J. J. H.
Doorenbos, voorzitter, F. G. Sprenger, penning
meester, mr. E. Fokker, secretaris, G. Alberta Ez.,
dr. H. A. de Jongh, G. Keijzer en H. Tak.
Tot zwemmeester en directeur is aangesteld de
heer Kamans, wiens echtgenoote als badjuffrouw
werkzaam is. Ook een assistent-zwemmeester zal
aangesteld worden, terwijl onder de voorhanden
zijnde middelen van voorzorg eene reddingboei
met lijn voorkomt. In bet reglement wordt be
paald, dat niemand zich in het diepe bassin begeven
mag zonder bewijzen gegeven te hebben van
voldoende oefening: ook wordt ten ernstigste
24.
Naar het Duitsch van Maria Calm.
{Vervólg.)
XVII.
„Morgen kan ik tijding van hem hebbenmis
schien vandaag reedsDit was de gedachte
die den volgenden morgen bij mijn ontwaken, na
het eerste zalige gevoel dat ik weêr te huis was,
op den voorgrond bij mij kwam. Hij zou mij
zeker dadelijk geschreven hebben. Hij had het
pakket te laat gekregen, want nn herinnerde ik
mijdat Bessytoen ik er haar naar vroeg,
eenigszins verlegen geantwoord had; hij was mis
schien eenige minuten na het vertrek van den
trein aan het station gekomen in den geest
zag ik zijn bezweeten Amoe, zag ik zijn zoeken
den en onthutsten blikzijn leedgevoel dat hij te
laat was. En toen was hij zeker naar huis geijld
en had bij zijne teleurstelling, zijne smart over
onze scheidingzijne hoop voor de toekomst op
het papier uitgestort. Ja, vandaag zou ik zeker
reeds een brief krijgen.
Maar de brievenbesteller ging juist toen ik mijne
kamer verlietons huis voorbij vandaag dus niet.
Mijn vurig verlangen had ruimte en tijd te kort geno
men, ik moest wat langer geduld hebben. Dit viel
gewaarschuwd tegen het zwemmen buiten de
inrichting, daar het toezicht van het personeel
zich niet verder uitstrekt dan tot de inrichting
zelve.
De inrichting zal dagelijks geopend zijn van
'smorgens 6 uren tot een uur na zonsondergang;
op Zondagen, Hemelvaartsdag en tweeden Pink
sterdag van 's moreens 6 tot 9 uren. Zij is alleen
voor vrouwen toegankelijk Maandag, Dinsdag,
Donderdag en Vrijdag van 9 tot 12, Woensdag
en Zaterdag van 10 tot 2 uur. Dagelijks bestaat
gelegenheid tot het nemen van zwemles; voor
vrouwen alleen op Woensdag en Zaterdag van
10 tot 2 uur. Voor min- en onvermogenden zijn
de bassins kosteloos opengesteld des Zaterdags
van 's middags half drie tot des avonds.
De abonnementsprijzen worden bij algemeen
verspreide biljetten bekend gemaakt. Stadgenooten
kunnen alleen bij abonnement van de inrichting
gebruik maken. Voor vreemdelingen kost een
bad 40 of 50 cent.
Wij vertrouwen door deze mededeelingen iets
tce te brengen tot de bekendheid dezer nuttige
onderneming, waarvan de noodzakelijkheid zoo
herhaaldelijk is uitgesproken, en wij hopen dat
de algemeene deelneming het bestuur in staat moge
stellen om de inrichting, die door belanglooze
en veelzijdige medewerking tot stand is ge
komen, meer en meer aan hare bestemming te
doen beantwoorden.
Het programma voor de muziekuitvoering op
het Molenwater, door het muziekkorps der
stedelijke schutterij alhier, op Vrijdag den 13cn
dezer, des avonds te 7^ uur, is samengesteld als
volgt: n°. 1, Parade marsch, van Hoffman; n°. 2,
Rita-mazurka, van Ascher; n°. 3, Ouverture
Norma, van Bellini; n°. 4, Potpourri, les Dragons de
Villars, van Maillart, n°. 5, Romance, voor solo
clarinet, van Beethoven, n°. 6, Fantasie uit Webers
Oberon, van A. de Jong; n°. 7, Quadrille, van
Buggerhout.
Naar wij vernemen bestaat het uitzicht, dat het
zich thans in het droge dok alhier bevindende
driemastschip Utrecht a. Zondag het dok verlaten zal.
De gemeenteraad van Ter Neuzen heeft be
sloten de politieverordeningen der gemeente zoo
spoedig mogelijk te herzien, daar de kantonrechter
verklaard had ze niet te kunnen toepassen, dewijl
de afkondiging niet volgens de wet heeft plaats
gehad.
Ook is door burgemeester en wethouders last
gegeven tot het vervaardigen van een plan en
teekening om eene verdieping op het gemeente
huis te plaatsen, en zulks naar aanleiding eener
hier bovendien gemakkelijker dan ergens elders;
moeder wachtte mij reeds in de huiskamer, waar
het ontbijt klaar stond, en ik had een lang gesprek
met haar. O, had ik na den verwachten brief
maar in mijn bezit gehad en haar alles mogen
zeggen. Telkens kwam de bekentenis op mijne
lippen, maar ik hield die nog terug; ik had mij
vast voorgenomen haar de spanning van het
wachten, hoe kort dit ook duren mocht, niet te
laten deelen. Mij zelve viel dat ook lichter, als
ik bet alleen droeg.
Het was mij pijnlijk, reeds bij dit eerste gesprek
de helft der laatst overgezonden som te moeten
terugvragen. Ik zei, dat mevrouw Goring plotse
ling op reis was gegaan, zoodat ik er haar niet
over had kunnen spreken. Gelukkig was het
geld nog onaangeroerd en haastte ik mij nu de
vijf pond aan Ford terug te zenden. Ik voegde
er slechts een woord van dank bij, en toen ik het
adres schreef deed ik de gelofte den gehaten naam
nimmermeer op een adres te zetten, noch hem ooit
meer uit te spreken, ja, als het kon, hem te
vergeten.
Eerst laat kwam Emma bij ons; de opwinding
van den vorigen avond had haar een slechten
nacht bezorgd en nu bij het daglicht zag ik welke
verwoestingen de ziekte op het onlangs nog zoo
jeugdige gelaat had aangericht. Het was onmo
gelijk, haar ziende, zich nog met hoop te vleien.
Toch zag zij er nog liefelijk uit, toen zij mij Lydia
toonde, die door het dienstmeisje binnengedragen
werd.
bekomene kennisgave, dat het rijk niet genegen
is voor zijne rekening een locaal voor het houden
der zittingen van het kantongerecht aldaar te
laten bouwen.
Ter aanvulling van ons telegrafisch bericht van
gisteren omtrent de verkiezingen van leden der
eerste kamerdient nog gemeld te worden dat
door de provinciale staten van Friesland het
aftredende lidjhr. mr. F. J. J. van Eysinga,
met 35 van de 39 stemmen herkozen werd.
In Drenthe had geen stemming plaats daar het
eenige voor die provincie zitting hebbende lid,
mr. Carsteneerst in 1883 aftreedt.
De heer mr. »P. Smitz, die in Noord Brabant
ter vervanging van den heer Verschoor gekozen
werd, is kantonrechter te Eindhoven en lid der
tweede kamer voor dat kiesdistrict. Neemt hij
de benoeming aan, dan zal dus daar eene ver
kiezing plaats moeten hebben.
De val van jhr. C. Hartsen, het sedert 1859 voor
Noord-Holland zitting hebbende lid, is niet zonder
politieke beteekenis. De koloniale behoudspartij is
daardoor in de eerste kamer van een bekwaam
woordvoerder beroofd. Zijn vervanger, jhr. mr.
A. V. Teding van Berkhout, wordt liberaal genoemd
evenals de heer Coenenburgemeester van
Zutfenoud-lid der kamerdie in Gelderland den
heer Schimmelpenninck van der Oije verving.
Bij de gisteren door ons nit het Handelsblad
overgenomen beschouwing van de Pall Mall Gazette
over den toestand van het Nederlafidsehe leger,
behoort de volgende opmerking der Arnhemsche
courantbetreffende de traktementen der officieren
„Eene omstandigheid verlieze men echter niet
uit het oog ofschoon zij aan de hoofdzaak
weinig afdoet dat 83 en 150 p. st. wel in
waarde nagenoeg gelijk staan met ƒ1000 en f 1800,
maar dat men in Engeland voor die sommen veel
minder bekomen kan dan in Nederland. Het
leven in Engeland is veel duurder dan bij ons,
en dit moet in het oog der Engelschen den toe
stand nog ongunstiger doen schijnen dan hij
reeds is."
De minister van binnenlandsche zaken brengt
in de Staats-courant van gisteren ter algemeene
kennis, dat in September a. gelegenheid zal worden
gegeven tot het afleggen der examens, ter verkrij
ging van diplomata voor het eerste natuurkundig
examen en het natuurkundig examen voor hulp
apothekers, het tweede natuurkundig examen,
of van akten van bevoegdheid als hulp-apotheker,
en apotheker.
Dag en plaats dier examens zullen nader worden
Vandaag alzoo geen brief, maar dan morgen,
of zeker overmorgen. Morgen en overmorgen
verliep echter en de vurig begeerde brief kwam
niet. Ook de daaraan volgende dag ging voorbij
en ten slotte de geheele week. Iedeven dag wist
ik nieuwe gronden te bedenken, waarom hij niet
dadelijk bad kunnen schrijven; het pakket was hem
misschien in 't geheel niet bezorgd, hij was op reis
gegaan, ja zelfsdaarmede kwelde ik mij om
hem te verontschuldigen, bij was ziek geworden
en riep op zijne legerstede om mij Alle moge
lijkheden, die eene opgewekte verbeeldingskracht
bedenken kan, haalde mijn beklemd hart bijeen,
om zijn zwijgen te verklaren, maar desniettemin
kon ik het niet begrijpen.
Ik had eens do geschiedenis van een jongmeisje
gelezen, dat, bij eene oude stijve tante inwonende,
een brief wachtte van haar verloofde die naar
Amerika gegaan was. Door die koortsachtige
spanning, die maanden lang duurde, was zij krank
zinnig geworden. Aan die geschiedenis moest
ik telkens onwillekeurig denken. Evenals dat
meisje telde ik 's nachts de uren tot den morgen,
als de brievenbesteller kou komen; evenals zij
keek ik met een bonzend hart naar hem uit en
zag met een inwendigen smartkreet over de bittere
teleurstelling hem voorbijgaan of wel ijlde ik
hem met hooggekleurde wangen te gemoet als [hij
binnenkwam om een brief van geen beteekenis
af te geven. Ja, ik begreep volkomen, dat het
arme kind er het verstand door verloren had en
geloof inderdaad dat haar lot het mijne zou gewor-
bekend gemaakt. Zij, die tot de examens wenschen
te worden toegelaten, moeten daarvan vóór 20
Augustus e. k. schriftelijke opgave doen aan den
voorzitter der commissie van examen: voor het
eerste natuurkundig examen en het natuurkundig
examen voor hulp-apothekers, den hoogleeraar dr.
J. W. Gunning, te Amsterdam; voor het tweede
natuurkundig examen, den hoogleeraar d*. D. Hui-
zinga, te Groningenen voor het praktisch examen
van hulp-apotheker en de examens van apotheker,
den hoogleeraar d'. W. Suringar, te Leiden.
In den loop der maanden September, October,
November en December zal gelegenheid worden
gegeven tot het afleggen der examens ter verkrijging
van een akte van bevoegdheid als arts en van
eene akte van bevoegdheid als tandmeester.
Dag en plaats dier examens zullen nader worden
bekend gemaakt.
Zij die tot de examens wenschen te worden
toegelaten vóór 1 November, moeten daarvan vóór
25 Augustus; zij die het examen na 1 November
wenschen at te leggen, tusschen 1 en 15 October
schriftelijk opgave doen aan den voorzitter der
commissie van examen, den hoogleeraar dr. L. C.
van Goudoever te Utrecht.
De verdere voorwaarden zijn mede in de Staats
courant vermeld.
De tentoonstelling te Amsterdam werd giste
ren, uithoofde van de ramp die het koninklijke
huis en in het bij zonder den eere-voorzitter der
regelingscommissie, Z. K. H. den prins van Oranje
en haar voorzitter, prins Alexander, getroffen
heeft, zonder plechtigheid geopend.
De toespraak, door den heer Wolterbeek bij die
gelegenheid gehouden, doet het best het karakter
dezer tentoonstelling kennen.
„Een tentoonstelling van kunst, zoo sprak
hij, toegepast op nijverheid, omvat al die voor
werpen, waarop naar hunnen aard kunst toegepast
kan worden, of met andere woordende voorwerpen,
welke zonder daarom aan doelmatigheid en bruik
baarheid te verliezen, den zin voor het schoone
streelen.
„Tot de voortbrenging van kunstnij verheid
voortbrengselen wordt vereischt de vereeniging
van het scheppend genie, de dichterlijke phautasie
van den kunstenaar, met den practischen zin van
den industrieel.
„De versiering onzer woningen, het huisraad
dat ons in huiskamer en keuken omringt, de stoffen
waarmede wij ons kleeden of de wanden onzer ver
trekken en onze meubels behangen en overdekken,
ziedaar het eigenaardig terrein waarop de kunst
en de nijverheid elkaar ontmoeten. Ofschoon de
grenzen van zulk een tentoonstelling eng schijnen,
den zijn, als ik haar eentonig, werkeloos leven
had moeten leiden. Maar ik had eene zieke zuster
te verzorgen, eene oude moeder te helpen en op een
kind te passen, en zoolang men kan werken en
voor anderen leven, wordt men niet waanzinnig.
Op zekeren morgen ik was juist met de
kleine Lydia bezig trad moeder mijne kamer
binnen en overhandigde mij een brief. „Uit Enge
land," sprak zij, terwijl zij hem met een vragenden
blik aan mij overhandigde.
Ik voelde dat al het bloed naar mijn hart
stroomde, welks kloppen mij bijna den adem
benam; maar een blik op het adres deed deu
storm bedaren: het was Ethel's hand.
Intussehen kwam de brief toch uit Engeland en
kon hij mij tijding van hem brengen. Met bevende
hand brak ik hem open. Ethel was kort te voren
op Airy-Hill teruggekomen; de zeelucht had haar
goed gedaan, maar de doctoren hadden toch voor
geschreven, dat zij den winter in een zachter
klimaat moest doorbrengen. „Wij, dat wil zeggen
mama en ik," schreef zij, „vertrekken dus over
eenige weken naar NLzza; mama is zoo lief voor
mij."
Het gevaar moest wel groot zijn, om zulke
maatregelen noodig te maken. Thans leerde dus
de moeder het kind lief hebben, nu zij misschien
op 't punt stond het te verliezen. Doch ik hield
mij niet lang bij die beschouwingen op, maar liet
het oog haastig over den brief gaan, of ik nergens
zijn naam zou zien.
Daar stond wat! „Gisteren ben ik met de