BUITENLAND.
Teiegraphische berichten.
'IStritl)U*.
Burgerlijke stand,
Thermometerstand.
Algemeen Overzicht.
Voorts is gebleken dat dit briefje gesebreven
is op een afgescheurd stuk papier van de soort en
qualiteit welke door de firma gebruikt wordt, niet
te Rotterdam, maar op het, in 1874 nog niet ge
vestigde, kantoor te Middelburg. De klerk van
dat kantoor, de heer van Ruijven, heeft zooals
door een der getuigen is medegedeeld zich ook
herinnerd dat hij onlangs een afgescheurd strookje
met den naam der firma, van de gebruikte papier
soort, op 't kantoor gevonden en weggeworpen
heeft, zonder er destijds acht op te slaan.
Het briefje, in den lessenaar van den getuige
v. Nahuijs gevonden, draagt ook de sporen van
met opeet te zijn vuilgemaakt, welk opzet te meer
blijkt omdat het papier aan de binnenzijde, die
toch niet aan stof is blootgesteld geweest, ook
vuil is. De bekl. is hier waarschijnlijk al te
voorzichtig geweest, 't Papier is blijkbaar voor
een bepaald doel gebezigd en werd, zooals uit de
kleur en de waterlijnen zichtbaar is, niet te Rot
terdam, maar wel te Middelburg, en daar eerst
in 1875, gebruikt.
Dat briefje is gevonden in den lessenaar van den
get. Nahuijs, waarop de bekl. ook een sleutel had,
dien hij wel beweert bij zijn vertrek naar Middelburg
te hebben teruggegeven aan den kantoorbediende,
maar van die teruggave is niemand iets bekend.
Dit briefje is ook gevonden onder eenige kas-
briefjes. Ook in dit opzicht is de bekl. al te
voorzichtig geweest. De getuige v. Nahuijs toch,
die dagelijks in dien lessenaar kwam en natuur
lijk ook de kasbriefjes moest gebruiken, heeft ge
durende de twee en een half jaar die dat briefje
zich daar bevonden zou moeten hebben, er nooit
iets van bespeurd. Hij weet niets van de her
komst af en eerst onlangs, na lang zoeken op
aandrang van den bekl., heeft hij het daar gevon
den. Daar komt bij dat de bekl. omstreeks dien
tijd is geweest te Amsterdam, hetgeen blijkt uit
opgaaf van bet kantoor te Middelburg. De schrif
telijke uitnoodiging tot zoeken naar het briefje
werd den heer v. Nahuijs gebracht door den heer
van Ruijven uit Middelburg, welke laatste dit heeft
gedaan op bijzonderen aandrang van den heer de D.,
daar hij, hoezeer eerst voornemens met jl. Pinksteren
uit Middelburg naar Holland te gaan, uithoofde
van het ongunstige weêr reeds besloten had niet
uit de stad te gaan.
Ware de getuige v. Nahuijs te kwader trouw
geweest met opzicht tot het briefje, dan zou hij
dit natuurlijk niet zelf hebben overgelegd.
Spreker is door een en ander versterkt in zijne
ongunstige meening ten aanzien van den bekl.,
die zelfs in staat was, om, uit eigenbelang, iemand
op te offeren die hem, volgens zijn eigen getuige
nis, gedurende 17 jaren trouw heeft gediend en
ook het volle vertrouwen genoot.
Ook de getuige Burger is in zijne gunstige
meening tegenover den bekl. veranderd èn door
deze zaak èn door het voorgevallene met het schip
„Minister Fransen van de Putte".
Spreker releveerde hierbij de geruchten omtrent
laatstgenoemd vaartuig ten aanzien van eene ver-
valsehing van het scheepsjournaal, mede ten laste
van den heer de D. Toen dit bekend werd, heeft
de dispacheur gezegd, dat de heer de D. begrijpen
zou dat alle recht zijnerzijds vervallen was. Daar
hij hem evenwel sparen wilde, raadde hij hem te
verklaren dat hij van alle schadevergoeding wilde
afzien. De bekl. heeft dit gedaan en schrijft op
11 Mei jl. eene verklaring dat hij geen schade
vergoeding reclameeren zou en hij bereid was
om, als zijne firma hiermede geen genoegen nam,
de schade voor zijne eigene rekening te nemen.
Maar tevens schreef hij, in de laatste dagen van
Mei jl., een briefje aan den heer Burger, gedateerd
4 Januari '77, met betrekking tot dezelfde zaak,
hetwelk hij hem verzocht te bewaren, daar het
wellicht later nog te pas kon komen. Ook hier
is dus sprake van een ondergeschoven, geantida-
teerden brief.
Dit alles versterkt mij in mijne overtuiging,
dat ook het in den lessenaar van den get. v. Na
huijs gevonden briefje een ondergeschoven briefje
is. Maar gesteld dat het briefje echt is, dan
blijkt daaruit alleen dat de bekl. den 13™ Octo
ber '74, zijnde de dag waarop het eerste telegram
van het stranden der „Ocoanus" ontvangen is,
order heeft gegeven tot het sluiten der assurantie
ad 60,000.
Voegt men bij al de genoemde feiten de poging
van den bekl. a posteriori om verschillende ge
tuigen over te halen om, indien zij als getuigen
mochten opgeroepen worden, „slechts éene stem
van het kantoor te doen uitgaan", waaraan
geen dier personen gelukkig gevolg heeft willen
geven, dan wordt de overtuiging ten uadeele
van den bekl. nog meer versterkt.
Toen er bedenking werd gemaakt tegen de
juistheid der in het meergenoemde artikel van de
N. Rott. cour. genoemde cijfers, heeft de bekl.
gezegd, dat als hij ook dit moest loslaten hem
niets meer restte.
Aan den get. van Leeuwen heeft hij, in strijd
met de waarheid, verzekerd dat de zaak van de
„Oceanus" in orde was, hetgeen wel door den
beklaagde wordt tegengesproken, doch welke
tegenspraak door hem niet wordt gestaafd, evenmin
als andere beweringen, ook ten aanzien van den heer
Nicaise, wien hij gesmeekt heeft niet in Nederland
te komen als hij geroepen werd om te getuigen,
hetgeen door dien heer evenwel geweigerd is,
waarvoor hem de hulde van alle weidenkenden toe
komt. Zoo ook heeft de bekl. beweerd dat de
heer Nicaise moedwillig zijn schip op strand zou
hebben gezet en hjj gearresteerd moest worden,
een en ander om hem te verwijderen.
Het doel der handelingen van den bekl. was een
verzekering polis te verkrijgen, eerst van f 60,000,
welke hij later tot 40,000 heeft gereduceerd, en
zulks met en om de wetenschap van het telegram
van 13 Oct. '74. Dat telegram bracht hem tot het
sluiten der assurantie. De bekl. wist ook en moest
als reeder weten, dat de door hem gebezigde
woorden „van Java naar Nederland" beteekenen
dat het schip „Oceanus" op Java in goeden staat
liggende was. Met en om de wetenschap van het
ongeval heeft hij de telegrammen van 13 en 17 Octo
ber 74 verzwegen. De reden waarom hij de som
van 60,000 later tot 40,000 heeft verminderd
is niet opgehelderd. De bekl. noemt het een abuis,
maar dat abuis wordt door niets gestaafd, daar
het niet aannemelijk is dat de bekl., gelijk hij
beweert-, zich zoozeer in de berekening der vracht
penningen zou vergist hebben. Bovendien is per
slot van rekening toch nog meer dan f 51000
bevaren.
Ook de kennisgeving van het abuis aan de
assuradeurs geschiedde met noodeloosen omhaal
„Uit Zeeland teruggekeerd," enz. luidde het'
blijkbaar met geen ander doel dan om te voorko
men dat zijn bedrog ontdekt zou worden. Die
vermindering van het bedrag der assurantie moest
strekken tot bevoordeeling van zich zeiven ten
nadeele van de aandeelhouders.
Het kwam den ambtenaar van het openbaar
ministerie alzoo voor, dat de door den bekl. ge
pleegde handelingen vallen onder art. 405 van
het wetboek van strafrecht, daar de manoeuvres
frauduleuses, een samenweefsel van list en bedrog,
aanwezig zijn, waardoor hij zich een polis deed
afgeven waarvan hij wist dat daardoor nadeel voor
anderen zou voortvloeien.
Spreker haalde eenige voorbeelden uit de juris
prudentie aan en beriep zich op arresten van
den hoogen raado. a. van 22 Nov. '59van
Januari '62 enz.tot staving zijner bewering dat
hier is gepleegd een strafbare poging tot bedrie-
gelijke oplichtingwelke poging door toevallige
en van den wil des daders onafhankelijke omstan
digheden is verijdeld geworden. Bij de bepaling
der strat moestvolgens het O. M.ook de positie
en de moraliteit van den bekl. in aanmerking
genomen worden.
Om met een feit te eindigen, deelde de subst.-
offieier van justitie ten slotte mede, dat de be
klaagde gedurende zijn preventieve gevangenschap
te Rotterdam getracht heeft uit de gevangenis te
ontvluchten en een bewaarder om te koopen, om
de voorbereiding voor die vlucht te vergemakke
lijken, hetgeen echter is verijdeld geworden. Hier
door komt het karakter van den bekl. z. i. nog
beter uit.
Op grond van al het aangevoerde requireerde
hij ten slotte schuldigverklaring van dezen be
klaagde aan poging tot bedriegelijke oplichting en
veroordeeling tot een jaar cellulaire gevangenis
straf, alsmede eene geldboete van /T000 en in de
kosten van het procesde boete bij niet- betaling
na aanmaning te vervangen door cellulaire gevan
genisstraf van veertien dagenmet teruggave der
overtuigingstukken aan de eigenaren of recht
hebbenden.
De heer de D. kreeg op zijn verzoek het woord
en verzekerde, ten aanzien van de beweerde
poging tot ontvluchtingdat hij alleen den be
waarder beloofd heeft dat hijindien hij het ge
luk had op vrije voeten te komenhem f 100 zou
gevenwelke som die mandie wilde gaan trou
wen noodig zeide te hebben. Toen hij echter niet
op vrije voeten kwamvraagde die man de helft
der toegezegde som en op zijn verzoek heeft de
bekl. toen een briefje aan zijne vrouw geschreven
waarin hij haar verzocht dien man f 50 te geven,
hetgeen ook is geschied.
Vervolgens was het woord aan den verdediger.
(Wordt vervolgd.)
(Van 17—24 Juni.)
Middelburg. Ondertrouwd: A. Menheere, jm.
26 j., met M. Coppoolse, wed®. 48 j. D. Heijnis,
jm. 23 j., met M. Keukelaar, jd. 26 j. J. Gr. Ding-
mans, jm. 49 j., met W. J. Hoenderdos, jd. 24 j.
J. A. J. Beckers, jm. 47 j., met H. A. van Sta-
vanger, jd. 52 j.
Bevallen: J. Rozemond, geb. de Vos, d.
P. Joosse, geb. Tange, z. C. de Valk, geb. van der
Vliet, z. M. Schuit, geb. de Nooijer, d. R. de
Rijke, geb. de Bruine, z. I. Compter, geb. Moens, d.
C. de Hamer, geb. de Visser, z. (levenl.) A. C.
Janse, geb. van de Woestijne, z. (levenl.)
Overleden: W. van Tiel, z. 7 m. A. Gies, wed.
van M. Blom, 77 j. H. J. van Deinse, wed. van
J. Ackermans, 70 j.
(Van 16—23 Juni.)
Vlissingen. Gehuwd: P. de Bruijn, jm. 34 j.,
met J. C. M. de Konink, jd. 29 j. W. Weijer-
mans, jm. 21 j., met K. W. van Vliet, jd. 20 j.
Bevallen: P. Jacobse, geb. Dekker, d. M. W.
van de Velde, geb. Queysen, d. M. L. Allaert,
geb. Dütrieüx, d. J. C. Ceulen, geb. Le Marchand,
d. H. J. Essenberg, geb. Tompot, d. M. Sebus,
geb. van der Star, d. J. S. Stroo, geb. Meijers, z.
J. M. Krng, geb. Luijmes, d.
OverledenP. M. van SpraDg, wed®. van J. Kos,
78 j. J. Menk, man van A. A. de Zwart, 74 j.
J. C. Winkelman, z. 9 m.
Goes. Gehuwd: H. A. Hoxel, jm. 26 j., met
S. H. Dominicus van den Bussche, jd. 25 j.
Bevallen: J. Geldof, geb. Nonnekes, d. J. Pas.
•sieux, geb. van den Ende, d. M. L. Zandboer, geb.
Bouman, z. M. van Acker, geb. van 't Westende,
d. J. Nagelkerke, geb. Anker, z.
Het gerechtshof te 's G-ravenhage heeft in zijne
zitting van Zaterdag den beklaagde M. van de K.
van Oud-Vossemeer (zie ons vorig nommer) ter
zake van diefstal van geld uit het bureau van
den landbouwer bij wien hij woonde, veroordeeld
tot 5 jaren tuchthuisstraf.
Blijkens de acte van beschuldiging wordt
aan P. H. de Bruijn, vroeger secretaris der
Amsterdamsche kanaalmaatschappij, ten laste ge
legd, dat hij aandeelen aan toonder van 1000, 500
en 100 gulden nominaal, tot een gezamenlijk be
drag van minstens f 276,400 nominaal, arglistig
ontvreemd en zich toegeëigend heeftvoorts dat
hij gelden tot een bedrag van minstens 2000,
welke hem als secretaris door verschillende persoDen
waren ter hand gesteld, niet verantwoord, maar
bedriegelijk ten eigen bate heeft aangewend. De
kamer van strafzaken der rechtbank te Amster
dam zal bij de behandeling der zaak op 27 dezer
zijn samengesteld uit den vice president, m®. van
Wessern, voorziter; m". Rethaan Macaré en Surin-
gar, rechters; m®. Teding van Berkhout, substituut
officier van justitie, en mr. Meerburg, substituut
griffier.
buitenland.
St. Petersburg. Een officieel Russisch be
richt bevestigt, dat bij het oversteken van den
Donau en het bezetten der hoogten op den rech
teroever, een hevig gevecht is geleverd, waarbij
van Russische zijde 7 officieren en 41 manschap
pen sneuvelden, terwijl 90 werden gewond. In
den namiddag van den 23™ heeft generaal
Zimmerman Matchin bezet.
Honstantinopel. De Russen gaan voort
tegenover het noordelijke gedeelte vandeDobrnd-
scha den Donau over te trekken. EeD gedeelte
van het garnizoen der hoofdstad is naar den Donau
gezonden.
St. Petersburg. Met het oprichten van bat
terijen tot het bombardeeren der noordelijke for
ten van Kars wordt krachtdadig voortgegaan.
Den 22™ hebben de Turken een uitval gedaan,
doch zijn teruggeslagen.
Een groote menigte Koerden uit het land van
Wan heeft Bajazid ingeslotenhet garnizoen heeft
echter verscheidene aanvallen afgeslagen. Reeds
zijn versterkingen naar de belegeraars afgezonden.
Te Vlissingen had heden een jongen, die een
onbedwingbaren lust toonde om eenige krabbetjes
machtig te worden die aan de oppervlakte van
het water langs de kaaimuren loopen, het ongeluk
zelf in 't water te raken. Gelukkig kwam er [dra
iemand aanloopen met een eind touw dat hem
toegeworpen werd en waaraan hij zich wist vast
te houden totdat de sloep van eene in de nabij
heid liggende loodsboot hem in veiligheid bracht.
Het aangekondigde muziekfeest te Oostburg
zal Vrijdag den 29en dezer plaats hebben. Men
verwacht muziek vereenigingen uit Vlissingen,
St. Margriete, Groede, Maldeghem, Aardenburg,
IJzendijke en Zuidzande.
De Delftsche courant en fiet Vaderland be
vatten gisteren tot aanbeveling van den liberalen
candidaat A. M. Schagen van Leeuwen een adver
tentie, die door ongeveer 800 kiezers uit de ver
schillende gemeenten van het district Delft is
onderteekend.
23 Juni 's av. 11 u. 56 gr.
24 's morg. 7 u. 58 gr. 's midd. 1 u. 65 gr.
's av. 11 u. 54 gr.
25 's morg. 7 u. 57 gr. 's midd. 1 u. 68 gr.
's av. 6 u. 66 gr.
Eindelijk is het dan officieel uitgesproken, „dat
de toestand van Europa zeer zorgwekkend is",
uitgesproken door een man, die in den laatsten
tijd herhaaldelijk geroepen was om noodelooze
angst en bekommering te bezweren, en die gerui-
men tijd de hoop op de toekomst heeft levendig
gehouden: de Engelsche secretaris van staat voor
buitenlandscbe zaken sir Stafford Northcote.
Toen hij Zaterdag jl. in antwoord op een toost,
bij gelegenheid van een banket in Trinity House,
die verklaring aflegde sprak hij voorzeker uit,
wat duizenden reeds lang met hem hebben gevoeld,
want ieder die gewoon is wel eens na te denken
over de gebeurtenissen en omstandigheden die zich
aan zijn blik voordoen, en zich wel eens afvraagt
wat daaruit zal moeten voortvloeien, heeft het
voorzeker begrepen, dat de tegenwoordige tijd
zeer gewichtig is. Zelden toch hebben zoovele
en zoo uiteenloopende quaesties gelijktijdig zich
voorgedaan; zelden hebben in éen punt des tijds
zoovele en zoo gewichtige nationale en internatio
nale vraagstukken en moeilijkheden Europa in
beroering gebracht; zelden waren zooveel brand
stoffen voor verschrikkelijke ontbrandingen en
schokken aanwezig als tegenwoordig.
Terwijl de meeste groote mogendheden, voor
namelijk Rusland, Oostenrijk en Engeland betrok
ken zijn bij de oplossing vau het Oostersche vraag
stuk, en iedere phase daarvan met angstige bezorgd
heid gadeslaan, verwekt de heerschzucht van het
Vaticaan een algemeene onrust in alle Europee-
sche landen en eene omwenteling in Frankrijk, die
een dreigend karakter heeft voor de rust van
geheel Europa. Stilstand of achteruitgang van
handel en industriein Duitschland tengevolge
van den oorlog van 1870/71 en een ten top ge
voerd militairisme, in Frankrijk door vrees voor
nieuwe schokken, in Rusland en Engeland door
den oorlog, in Oostenrijk door een sedert jaren
gevoelde malaiseleiden tot verarming en ontevre
denheid, waartegen de banier van het socialisme
wordt opgeheven, tot grooten schrik der regeerin
gen, die in den regel niet beter weten te doen
dan zoo sterk mogelijk te reageeren, waardoor zij
de gemoederen nog meer verbitteren en dus den
toestand nog erger maken. Voegt men nu hierbij
nog de kerkelijke moeilijkheden als b. v. in En
geland, Duitschland en België, den strijd tusschen
de regeeringen en de parlementen als in Zweden en
Denemarken, de maatschappelijke kwalen als de
bffgandage in Italië en de fueristische neigingen
in Spanje, gepaard met een meer of minder alge
meene verwaarloozing van het onderwijs ten be
hoeve van het militairisme, dan zal men de juist
heid der woorden van sir Northcote volmondig
erkennen.
Nu Engeland eenmaal gebroken heeft met het
stelsel om in internationale aangelegenheden Gods
water ovej Gods land te laten loopen, maar zich
wil doen hooren in den raad der mogendheden, is
bet geen wonder dat sir Northcote in algemeene
termen de gedrachtslijn aanwees die de regeering
van Engeland verder denkt te volgen. Over het
algemeen, zeide hij, zijn de politieke beginselen
der regeering haar ingegeven door het vertrouwen
van het land, dat haar in staat stelt om desnoods
krachtig te handelen. De regeering gelooft, dat
de belangen van Engeland die van geheel Europa
en der geheele wereld zijn, want de belangen van
Engeland eischen niet alleen het spoedige einde
der vijandelijkheden maar ook handhaving van de
eer en de goede trouw. Engeland verlangt deel
te nemen aan de regeling van alle Europeesche
quaesties; men moet niet meenen dat Engeland
zich in alle moeilijkheden zal mengen, maar men
moet nog minder verwachten, dat het de gebeur
tenissen niet zou volgen. Wij weten -— zeide de
heer Northcote, dat de zaken in een staat van
verwarring verkeereu, maar vroeg of laat moet de
orde terugkeeren. Of zij een weinig verschilt van
de vroegere orde van zaken doet er minder toe,
indien zij ons slechts voldoet. In ieder geval moe
ten wij ons deel hebben in regeling der toekomst.
't I3 dus duidelijk genoeg dat Europa eenigszins
zal worden gemetamorphoseerd. In weerwil van
alle verzekeringen van den czaar omtrent het
tegendeel zal men zich wel op een kleine revisie
der kaart van Europa kunnen voorbereiden, ter
wijl in de onderlinge betrekkingen en verhoudin
gen waarschijnlijk ook nog wel verandering zal
komen.
Zijdelings laat zich dit ook opmaken uit een
bericht in de Kölnische Zeitung uit Berlijn, naar
aanleiding van de in verschillende bladen verspreide
geruchten betreffende nieuwe overeenkomsten tus
schen Rusland en Oostenrijk. Te dien aanzien,
meldt de berichtgever, wordt de toestand beheerscht
door de bezorgdheid welke de Fransche crisis
verwekt, tengevolge waarvan de betrekkingen tus
schen Duitschland en Rusland nog inniger moeten
worden, wat zijdelings weder zal terugwerken op
de houding van Oostenrijk, 't Heeft dus al den
schijn, dat het beroemde of beruchte driekei-
zersbond tegenover Frankrijk in al zijn kracht
zal worden gehandhaafd.
En nu moge de heer Decazes al verklaren, dat
het buitenland volkomen gerust is over den gang
van zaken, dit blijkt waarlijk wel anders. Deofficieele
Strassburger-Zeitung verklaart, dat de Fransche
regeering de publieke opinie bedriegt. In de
Figaro was nl. opgenomen een officieuse mede-
deeling der regeering, dat generaal Gialdini en
prins Hohenlohe zich in het minst niet verbaasd
of verwonderd hadden getoond over de taal van
den heer Decazes en dat alle ambassadeurs
hem de hand hadden gedrukt. De Strasabur-
ger Zeitung verzekert, dat hiervan niets waar
isalthans wat prins Hohenlohe betreft en, zoo
als zij zeker meent te weten, ook voor zooveel
generaal Gialdini aangaat. Zeer beteekenisvol is
ook de taal in de officieuse Politische Correspon
ded, waaraan uit Berlijn wordt geschrevendat
men daar den gang van zaken in Frankrijk zorg
vuldig gadeslaatovertuigd dat het gouvernement
de combat de macht en den moed heeft om het
Bonapartisme op den troon te voeren; men is in
Berlijn op alle mogelijke eventualiteiten bereid en
haalt de schouders op over de verklaringen van
den heer Decazesdaar men de politieke geschie
denis van Frankrijk en de wijze van handelen
van zijn politieke mannen te Berlijn althans even
goed kent als de Franschen zeiven. Dat de Fran
sche gezant bij het hof te Berlijn de heer Gon-
taut Biron eenige weken te Ems gaat doorbrengen
moet louter toevallig wezenhoewel hij er althans
de gelegenheid zal hebben keizer Wilhelm her
haaldelijk te ontmoeten.
Hoewel de Fransche regeering aanvankelijk in
het onzekere verkeerde of zij nogmaals tot verda
ging van de kamers of wel tot dadelijke ontbinding
zou besluiten werd gisteren het ontbindingsbesluit
tegen heden verwacht. De nieuwe verkiezingen zul
len waarschijnlijk in October plaats hebben, zoodat
de regeering zorgt den noodigen tijd te hebben
tot voorbereiding. Onmiddellijk na de ontbinding
zullen de groepen der linkerzijde een nieuw mani
fest uitvaardigen, bevattende eene declaratie van
de onverbreekbare overeenstemming van de 363
afgevaardigden die het manifest van 18 Mei tee
kenden en de motie van 19 Juni aannamen. Zij
zullen hunne kiezers uitnoodigen hen te herkiezen
en geen andere republikeinsche candidaten tegen
hen over te stellen. Ieder der 363 zal de candidatuUr
van de anderen steunen en bevorderenterwijl zij
allen hun invloed en ondersteuning toezeggen aan
republikeinsche candidaten in districten die thans
door de Bonapartisten of mouarchalen zijn verte
genwoordigd. 'tls niet te ontkennen, dat een
dergelijke samenwerking en wederkeerige onder
steuning krachtig is en indruk zal maken, maar
van Juni tot October kan de regeering veel be
derven.
't Is dan eindelijk een feit, dat de Russen in
den nacht van den 22™ dezer den Donau
zijn overgetrokken en wel bij Galatz in den Noor
delijksten hoek van de Dobrudscha. De zich al
daar bevindende Turken zijn naar Matchin terug
getrokken. De oorlog is dus nu op Turksch gebied
overgebracht en men kan spoedig belangrijke
gebeurtenissen te gemoet zien, daar de strijd voor
de Russen op een smalle strook vijandelijk grond
gebied eigenaardige bezwaren zal opleveren.
Het bericht dat de Engelsche regeering een
crediet van 2 millioen pond zou aanvragen voor
oorlogsmaatregelen wint in Londen algemeen veld
aangezien dezer dagen herhaaldelijk conferenties met
de koningin en ministerraden werden gehouden,
verwacht men wel spoedig opheldering te dien
aanzien.
Volgens de Dagstelegraf heeft het Deensche
ministerie besloten tegen ieder van de hoofden der lin
kerzijde der kamer, die na de sluiting der zitting
hot manifest hebben geteekend waarin de regeering
wordt beschuldigd van schending der grondwet»
een proces in te stellen.