BUITENLAND. Teiegraphische berichten. 'IStritl)U*. Burgerlijke stand, Thermometerstand. Algemeen Overzicht. Voorts is gebleken dat dit briefje gesebreven is op een afgescheurd stuk papier van de soort en qualiteit welke door de firma gebruikt wordt, niet te Rotterdam, maar op het, in 1874 nog niet ge vestigde, kantoor te Middelburg. De klerk van dat kantoor, de heer van Ruijven, heeft zooals door een der getuigen is medegedeeld zich ook herinnerd dat hij onlangs een afgescheurd strookje met den naam der firma, van de gebruikte papier soort, op 't kantoor gevonden en weggeworpen heeft, zonder er destijds acht op te slaan. Het briefje, in den lessenaar van den getuige v. Nahuijs gevonden, draagt ook de sporen van met opeet te zijn vuilgemaakt, welk opzet te meer blijkt omdat het papier aan de binnenzijde, die toch niet aan stof is blootgesteld geweest, ook vuil is. De bekl. is hier waarschijnlijk al te voorzichtig geweest, 't Papier is blijkbaar voor een bepaald doel gebezigd en werd, zooals uit de kleur en de waterlijnen zichtbaar is, niet te Rot terdam, maar wel te Middelburg, en daar eerst in 1875, gebruikt. Dat briefje is gevonden in den lessenaar van den get. Nahuijs, waarop de bekl. ook een sleutel had, dien hij wel beweert bij zijn vertrek naar Middelburg te hebben teruggegeven aan den kantoorbediende, maar van die teruggave is niemand iets bekend. Dit briefje is ook gevonden onder eenige kas- briefjes. Ook in dit opzicht is de bekl. al te voorzichtig geweest. De getuige v. Nahuijs toch, die dagelijks in dien lessenaar kwam en natuur lijk ook de kasbriefjes moest gebruiken, heeft ge durende de twee en een half jaar die dat briefje zich daar bevonden zou moeten hebben, er nooit iets van bespeurd. Hij weet niets van de her komst af en eerst onlangs, na lang zoeken op aandrang van den bekl., heeft hij het daar gevon den. Daar komt bij dat de bekl. omstreeks dien tijd is geweest te Amsterdam, hetgeen blijkt uit opgaaf van bet kantoor te Middelburg. De schrif telijke uitnoodiging tot zoeken naar het briefje werd den heer v. Nahuijs gebracht door den heer van Ruijven uit Middelburg, welke laatste dit heeft gedaan op bijzonderen aandrang van den heer de D., daar hij, hoezeer eerst voornemens met jl. Pinksteren uit Middelburg naar Holland te gaan, uithoofde van het ongunstige weêr reeds besloten had niet uit de stad te gaan. Ware de getuige v. Nahuijs te kwader trouw geweest met opzicht tot het briefje, dan zou hij dit natuurlijk niet zelf hebben overgelegd. Spreker is door een en ander versterkt in zijne ongunstige meening ten aanzien van den bekl., die zelfs in staat was, om, uit eigenbelang, iemand op te offeren die hem, volgens zijn eigen getuige nis, gedurende 17 jaren trouw heeft gediend en ook het volle vertrouwen genoot. Ook de getuige Burger is in zijne gunstige meening tegenover den bekl. veranderd èn door deze zaak èn door het voorgevallene met het schip „Minister Fransen van de Putte". Spreker releveerde hierbij de geruchten omtrent laatstgenoemd vaartuig ten aanzien van eene ver- valsehing van het scheepsjournaal, mede ten laste van den heer de D. Toen dit bekend werd, heeft de dispacheur gezegd, dat de heer de D. begrijpen zou dat alle recht zijnerzijds vervallen was. Daar hij hem evenwel sparen wilde, raadde hij hem te verklaren dat hij van alle schadevergoeding wilde afzien. De bekl. heeft dit gedaan en schrijft op 11 Mei jl. eene verklaring dat hij geen schade vergoeding reclameeren zou en hij bereid was om, als zijne firma hiermede geen genoegen nam, de schade voor zijne eigene rekening te nemen. Maar tevens schreef hij, in de laatste dagen van Mei jl., een briefje aan den heer Burger, gedateerd 4 Januari '77, met betrekking tot dezelfde zaak, hetwelk hij hem verzocht te bewaren, daar het wellicht later nog te pas kon komen. Ook hier is dus sprake van een ondergeschoven, geantida- teerden brief. Dit alles versterkt mij in mijne overtuiging, dat ook het in den lessenaar van den get. v. Na huijs gevonden briefje een ondergeschoven briefje is. Maar gesteld dat het briefje echt is, dan blijkt daaruit alleen dat de bekl. den 13™ Octo ber '74, zijnde de dag waarop het eerste telegram van het stranden der „Ocoanus" ontvangen is, order heeft gegeven tot het sluiten der assurantie ad 60,000. Voegt men bij al de genoemde feiten de poging van den bekl. a posteriori om verschillende ge tuigen over te halen om, indien zij als getuigen mochten opgeroepen worden, „slechts éene stem van het kantoor te doen uitgaan", waaraan geen dier personen gelukkig gevolg heeft willen geven, dan wordt de overtuiging ten uadeele van den bekl. nog meer versterkt. Toen er bedenking werd gemaakt tegen de juistheid der in het meergenoemde artikel van de N. Rott. cour. genoemde cijfers, heeft de bekl. gezegd, dat als hij ook dit moest loslaten hem niets meer restte. Aan den get. van Leeuwen heeft hij, in strijd met de waarheid, verzekerd dat de zaak van de „Oceanus" in orde was, hetgeen wel door den beklaagde wordt tegengesproken, doch welke tegenspraak door hem niet wordt gestaafd, evenmin als andere beweringen, ook ten aanzien van den heer Nicaise, wien hij gesmeekt heeft niet in Nederland te komen als hij geroepen werd om te getuigen, hetgeen door dien heer evenwel geweigerd is, waarvoor hem de hulde van alle weidenkenden toe komt. Zoo ook heeft de bekl. beweerd dat de heer Nicaise moedwillig zijn schip op strand zou hebben gezet en hjj gearresteerd moest worden, een en ander om hem te verwijderen. Het doel der handelingen van den bekl. was een verzekering polis te verkrijgen, eerst van f 60,000, welke hij later tot 40,000 heeft gereduceerd, en zulks met en om de wetenschap van het telegram van 13 Oct. '74. Dat telegram bracht hem tot het sluiten der assurantie. De bekl. wist ook en moest als reeder weten, dat de door hem gebezigde woorden „van Java naar Nederland" beteekenen dat het schip „Oceanus" op Java in goeden staat liggende was. Met en om de wetenschap van het ongeval heeft hij de telegrammen van 13 en 17 Octo ber 74 verzwegen. De reden waarom hij de som van 60,000 later tot 40,000 heeft verminderd is niet opgehelderd. De bekl. noemt het een abuis, maar dat abuis wordt door niets gestaafd, daar het niet aannemelijk is dat de bekl., gelijk hij beweert-, zich zoozeer in de berekening der vracht penningen zou vergist hebben. Bovendien is per slot van rekening toch nog meer dan f 51000 bevaren. Ook de kennisgeving van het abuis aan de assuradeurs geschiedde met noodeloosen omhaal „Uit Zeeland teruggekeerd," enz. luidde het' blijkbaar met geen ander doel dan om te voorko men dat zijn bedrog ontdekt zou worden. Die vermindering van het bedrag der assurantie moest strekken tot bevoordeeling van zich zeiven ten nadeele van de aandeelhouders. Het kwam den ambtenaar van het openbaar ministerie alzoo voor, dat de door den bekl. ge pleegde handelingen vallen onder art. 405 van het wetboek van strafrecht, daar de manoeuvres frauduleuses, een samenweefsel van list en bedrog, aanwezig zijn, waardoor hij zich een polis deed afgeven waarvan hij wist dat daardoor nadeel voor anderen zou voortvloeien. Spreker haalde eenige voorbeelden uit de juris prudentie aan en beriep zich op arresten van den hoogen raado. a. van 22 Nov. '59van Januari '62 enz.tot staving zijner bewering dat hier is gepleegd een strafbare poging tot bedrie- gelijke oplichtingwelke poging door toevallige en van den wil des daders onafhankelijke omstan digheden is verijdeld geworden. Bij de bepaling der strat moestvolgens het O. M.ook de positie en de moraliteit van den bekl. in aanmerking genomen worden. Om met een feit te eindigen, deelde de subst.- offieier van justitie ten slotte mede, dat de be klaagde gedurende zijn preventieve gevangenschap te Rotterdam getracht heeft uit de gevangenis te ontvluchten en een bewaarder om te koopen, om de voorbereiding voor die vlucht te vergemakke lijken, hetgeen echter is verijdeld geworden. Hier door komt het karakter van den bekl. z. i. nog beter uit. Op grond van al het aangevoerde requireerde hij ten slotte schuldigverklaring van dezen be klaagde aan poging tot bedriegelijke oplichting en veroordeeling tot een jaar cellulaire gevangenis straf, alsmede eene geldboete van /T000 en in de kosten van het procesde boete bij niet- betaling na aanmaning te vervangen door cellulaire gevan genisstraf van veertien dagenmet teruggave der overtuigingstukken aan de eigenaren of recht hebbenden. De heer de D. kreeg op zijn verzoek het woord en verzekerde, ten aanzien van de beweerde poging tot ontvluchtingdat hij alleen den be waarder beloofd heeft dat hijindien hij het ge luk had op vrije voeten te komenhem f 100 zou gevenwelke som die mandie wilde gaan trou wen noodig zeide te hebben. Toen hij echter niet op vrije voeten kwamvraagde die man de helft der toegezegde som en op zijn verzoek heeft de bekl. toen een briefje aan zijne vrouw geschreven waarin hij haar verzocht dien man f 50 te geven, hetgeen ook is geschied. Vervolgens was het woord aan den verdediger. (Wordt vervolgd.) (Van 17—24 Juni.) Middelburg. Ondertrouwd: A. Menheere, jm. 26 j., met M. Coppoolse, wed®. 48 j. D. Heijnis, jm. 23 j., met M. Keukelaar, jd. 26 j. J. Gr. Ding- mans, jm. 49 j., met W. J. Hoenderdos, jd. 24 j. J. A. J. Beckers, jm. 47 j., met H. A. van Sta- vanger, jd. 52 j. Bevallen: J. Rozemond, geb. de Vos, d. P. Joosse, geb. Tange, z. C. de Valk, geb. van der Vliet, z. M. Schuit, geb. de Nooijer, d. R. de Rijke, geb. de Bruine, z. I. Compter, geb. Moens, d. C. de Hamer, geb. de Visser, z. (levenl.) A. C. Janse, geb. van de Woestijne, z. (levenl.) Overleden: W. van Tiel, z. 7 m. A. Gies, wed. van M. Blom, 77 j. H. J. van Deinse, wed. van J. Ackermans, 70 j. (Van 16—23 Juni.) Vlissingen. Gehuwd: P. de Bruijn, jm. 34 j., met J. C. M. de Konink, jd. 29 j. W. Weijer- mans, jm. 21 j., met K. W. van Vliet, jd. 20 j. Bevallen: P. Jacobse, geb. Dekker, d. M. W. van de Velde, geb. Queysen, d. M. L. Allaert, geb. Dütrieüx, d. J. C. Ceulen, geb. Le Marchand, d. H. J. Essenberg, geb. Tompot, d. M. Sebus, geb. van der Star, d. J. S. Stroo, geb. Meijers, z. J. M. Krng, geb. Luijmes, d. OverledenP. M. van SpraDg, wed®. van J. Kos, 78 j. J. Menk, man van A. A. de Zwart, 74 j. J. C. Winkelman, z. 9 m. Goes. Gehuwd: H. A. Hoxel, jm. 26 j., met S. H. Dominicus van den Bussche, jd. 25 j. Bevallen: J. Geldof, geb. Nonnekes, d. J. Pas. •sieux, geb. van den Ende, d. M. L. Zandboer, geb. Bouman, z. M. van Acker, geb. van 't Westende, d. J. Nagelkerke, geb. Anker, z. Het gerechtshof te 's G-ravenhage heeft in zijne zitting van Zaterdag den beklaagde M. van de K. van Oud-Vossemeer (zie ons vorig nommer) ter zake van diefstal van geld uit het bureau van den landbouwer bij wien hij woonde, veroordeeld tot 5 jaren tuchthuisstraf. Blijkens de acte van beschuldiging wordt aan P. H. de Bruijn, vroeger secretaris der Amsterdamsche kanaalmaatschappij, ten laste ge legd, dat hij aandeelen aan toonder van 1000, 500 en 100 gulden nominaal, tot een gezamenlijk be drag van minstens f 276,400 nominaal, arglistig ontvreemd en zich toegeëigend heeftvoorts dat hij gelden tot een bedrag van minstens 2000, welke hem als secretaris door verschillende persoDen waren ter hand gesteld, niet verantwoord, maar bedriegelijk ten eigen bate heeft aangewend. De kamer van strafzaken der rechtbank te Amster dam zal bij de behandeling der zaak op 27 dezer zijn samengesteld uit den vice president, m®. van Wessern, voorziter; m". Rethaan Macaré en Surin- gar, rechters; m®. Teding van Berkhout, substituut officier van justitie, en mr. Meerburg, substituut griffier. buitenland. St. Petersburg. Een officieel Russisch be richt bevestigt, dat bij het oversteken van den Donau en het bezetten der hoogten op den rech teroever, een hevig gevecht is geleverd, waarbij van Russische zijde 7 officieren en 41 manschap pen sneuvelden, terwijl 90 werden gewond. In den namiddag van den 23™ heeft generaal Zimmerman Matchin bezet. Honstantinopel. De Russen gaan voort tegenover het noordelijke gedeelte vandeDobrnd- scha den Donau over te trekken. EeD gedeelte van het garnizoen der hoofdstad is naar den Donau gezonden. St. Petersburg. Met het oprichten van bat terijen tot het bombardeeren der noordelijke for ten van Kars wordt krachtdadig voortgegaan. Den 22™ hebben de Turken een uitval gedaan, doch zijn teruggeslagen. Een groote menigte Koerden uit het land van Wan heeft Bajazid ingeslotenhet garnizoen heeft echter verscheidene aanvallen afgeslagen. Reeds zijn versterkingen naar de belegeraars afgezonden. Te Vlissingen had heden een jongen, die een onbedwingbaren lust toonde om eenige krabbetjes machtig te worden die aan de oppervlakte van het water langs de kaaimuren loopen, het ongeluk zelf in 't water te raken. Gelukkig kwam er [dra iemand aanloopen met een eind touw dat hem toegeworpen werd en waaraan hij zich wist vast te houden totdat de sloep van eene in de nabij heid liggende loodsboot hem in veiligheid bracht. Het aangekondigde muziekfeest te Oostburg zal Vrijdag den 29en dezer plaats hebben. Men verwacht muziek vereenigingen uit Vlissingen, St. Margriete, Groede, Maldeghem, Aardenburg, IJzendijke en Zuidzande. De Delftsche courant en fiet Vaderland be vatten gisteren tot aanbeveling van den liberalen candidaat A. M. Schagen van Leeuwen een adver tentie, die door ongeveer 800 kiezers uit de ver schillende gemeenten van het district Delft is onderteekend. 23 Juni 's av. 11 u. 56 gr. 24 's morg. 7 u. 58 gr. 's midd. 1 u. 65 gr. 's av. 11 u. 54 gr. 25 's morg. 7 u. 57 gr. 's midd. 1 u. 68 gr. 's av. 6 u. 66 gr. Eindelijk is het dan officieel uitgesproken, „dat de toestand van Europa zeer zorgwekkend is", uitgesproken door een man, die in den laatsten tijd herhaaldelijk geroepen was om noodelooze angst en bekommering te bezweren, en die gerui- men tijd de hoop op de toekomst heeft levendig gehouden: de Engelsche secretaris van staat voor buitenlandscbe zaken sir Stafford Northcote. Toen hij Zaterdag jl. in antwoord op een toost, bij gelegenheid van een banket in Trinity House, die verklaring aflegde sprak hij voorzeker uit, wat duizenden reeds lang met hem hebben gevoeld, want ieder die gewoon is wel eens na te denken over de gebeurtenissen en omstandigheden die zich aan zijn blik voordoen, en zich wel eens afvraagt wat daaruit zal moeten voortvloeien, heeft het voorzeker begrepen, dat de tegenwoordige tijd zeer gewichtig is. Zelden toch hebben zoovele en zoo uiteenloopende quaesties gelijktijdig zich voorgedaan; zelden hebben in éen punt des tijds zoovele en zoo gewichtige nationale en internatio nale vraagstukken en moeilijkheden Europa in beroering gebracht; zelden waren zooveel brand stoffen voor verschrikkelijke ontbrandingen en schokken aanwezig als tegenwoordig. Terwijl de meeste groote mogendheden, voor namelijk Rusland, Oostenrijk en Engeland betrok ken zijn bij de oplossing vau het Oostersche vraag stuk, en iedere phase daarvan met angstige bezorgd heid gadeslaan, verwekt de heerschzucht van het Vaticaan een algemeene onrust in alle Europee- sche landen en eene omwenteling in Frankrijk, die een dreigend karakter heeft voor de rust van geheel Europa. Stilstand of achteruitgang van handel en industriein Duitschland tengevolge van den oorlog van 1870/71 en een ten top ge voerd militairisme, in Frankrijk door vrees voor nieuwe schokken, in Rusland en Engeland door den oorlog, in Oostenrijk door een sedert jaren gevoelde malaiseleiden tot verarming en ontevre denheid, waartegen de banier van het socialisme wordt opgeheven, tot grooten schrik der regeerin gen, die in den regel niet beter weten te doen dan zoo sterk mogelijk te reageeren, waardoor zij de gemoederen nog meer verbitteren en dus den toestand nog erger maken. Voegt men nu hierbij nog de kerkelijke moeilijkheden als b. v. in En geland, Duitschland en België, den strijd tusschen de regeeringen en de parlementen als in Zweden en Denemarken, de maatschappelijke kwalen als de bffgandage in Italië en de fueristische neigingen in Spanje, gepaard met een meer of minder alge meene verwaarloozing van het onderwijs ten be hoeve van het militairisme, dan zal men de juist heid der woorden van sir Northcote volmondig erkennen. Nu Engeland eenmaal gebroken heeft met het stelsel om in internationale aangelegenheden Gods water ovej Gods land te laten loopen, maar zich wil doen hooren in den raad der mogendheden, is bet geen wonder dat sir Northcote in algemeene termen de gedrachtslijn aanwees die de regeering van Engeland verder denkt te volgen. Over het algemeen, zeide hij, zijn de politieke beginselen der regeering haar ingegeven door het vertrouwen van het land, dat haar in staat stelt om desnoods krachtig te handelen. De regeering gelooft, dat de belangen van Engeland die van geheel Europa en der geheele wereld zijn, want de belangen van Engeland eischen niet alleen het spoedige einde der vijandelijkheden maar ook handhaving van de eer en de goede trouw. Engeland verlangt deel te nemen aan de regeling van alle Europeesche quaesties; men moet niet meenen dat Engeland zich in alle moeilijkheden zal mengen, maar men moet nog minder verwachten, dat het de gebeur tenissen niet zou volgen. Wij weten -— zeide de heer Northcote, dat de zaken in een staat van verwarring verkeereu, maar vroeg of laat moet de orde terugkeeren. Of zij een weinig verschilt van de vroegere orde van zaken doet er minder toe, indien zij ons slechts voldoet. In ieder geval moe ten wij ons deel hebben in regeling der toekomst. 't I3 dus duidelijk genoeg dat Europa eenigszins zal worden gemetamorphoseerd. In weerwil van alle verzekeringen van den czaar omtrent het tegendeel zal men zich wel op een kleine revisie der kaart van Europa kunnen voorbereiden, ter wijl in de onderlinge betrekkingen en verhoudin gen waarschijnlijk ook nog wel verandering zal komen. Zijdelings laat zich dit ook opmaken uit een bericht in de Kölnische Zeitung uit Berlijn, naar aanleiding van de in verschillende bladen verspreide geruchten betreffende nieuwe overeenkomsten tus schen Rusland en Oostenrijk. Te dien aanzien, meldt de berichtgever, wordt de toestand beheerscht door de bezorgdheid welke de Fransche crisis verwekt, tengevolge waarvan de betrekkingen tus schen Duitschland en Rusland nog inniger moeten worden, wat zijdelings weder zal terugwerken op de houding van Oostenrijk, 't Heeft dus al den schijn, dat het beroemde of beruchte driekei- zersbond tegenover Frankrijk in al zijn kracht zal worden gehandhaafd. En nu moge de heer Decazes al verklaren, dat het buitenland volkomen gerust is over den gang van zaken, dit blijkt waarlijk wel anders. Deofficieele Strassburger-Zeitung verklaart, dat de Fransche regeering de publieke opinie bedriegt. In de Figaro was nl. opgenomen een officieuse mede- deeling der regeering, dat generaal Gialdini en prins Hohenlohe zich in het minst niet verbaasd of verwonderd hadden getoond over de taal van den heer Decazes en dat alle ambassadeurs hem de hand hadden gedrukt. De Strasabur- ger Zeitung verzekert, dat hiervan niets waar isalthans wat prins Hohenlohe betreft en, zoo als zij zeker meent te weten, ook voor zooveel generaal Gialdini aangaat. Zeer beteekenisvol is ook de taal in de officieuse Politische Correspon ded, waaraan uit Berlijn wordt geschrevendat men daar den gang van zaken in Frankrijk zorg vuldig gadeslaatovertuigd dat het gouvernement de combat de macht en den moed heeft om het Bonapartisme op den troon te voeren; men is in Berlijn op alle mogelijke eventualiteiten bereid en haalt de schouders op over de verklaringen van den heer Decazesdaar men de politieke geschie denis van Frankrijk en de wijze van handelen van zijn politieke mannen te Berlijn althans even goed kent als de Franschen zeiven. Dat de Fran sche gezant bij het hof te Berlijn de heer Gon- taut Biron eenige weken te Ems gaat doorbrengen moet louter toevallig wezenhoewel hij er althans de gelegenheid zal hebben keizer Wilhelm her haaldelijk te ontmoeten. Hoewel de Fransche regeering aanvankelijk in het onzekere verkeerde of zij nogmaals tot verda ging van de kamers of wel tot dadelijke ontbinding zou besluiten werd gisteren het ontbindingsbesluit tegen heden verwacht. De nieuwe verkiezingen zul len waarschijnlijk in October plaats hebben, zoodat de regeering zorgt den noodigen tijd te hebben tot voorbereiding. Onmiddellijk na de ontbinding zullen de groepen der linkerzijde een nieuw mani fest uitvaardigen, bevattende eene declaratie van de onverbreekbare overeenstemming van de 363 afgevaardigden die het manifest van 18 Mei tee kenden en de motie van 19 Juni aannamen. Zij zullen hunne kiezers uitnoodigen hen te herkiezen en geen andere republikeinsche candidaten tegen hen over te stellen. Ieder der 363 zal de candidatuUr van de anderen steunen en bevorderenterwijl zij allen hun invloed en ondersteuning toezeggen aan republikeinsche candidaten in districten die thans door de Bonapartisten of mouarchalen zijn verte genwoordigd. 'tls niet te ontkennen, dat een dergelijke samenwerking en wederkeerige onder steuning krachtig is en indruk zal maken, maar van Juni tot October kan de regeering veel be derven. 't Is dan eindelijk een feit, dat de Russen in den nacht van den 22™ dezer den Donau zijn overgetrokken en wel bij Galatz in den Noor delijksten hoek van de Dobrudscha. De zich al daar bevindende Turken zijn naar Matchin terug getrokken. De oorlog is dus nu op Turksch gebied overgebracht en men kan spoedig belangrijke gebeurtenissen te gemoet zien, daar de strijd voor de Russen op een smalle strook vijandelijk grond gebied eigenaardige bezwaren zal opleveren. Het bericht dat de Engelsche regeering een crediet van 2 millioen pond zou aanvragen voor oorlogsmaatregelen wint in Londen algemeen veld aangezien dezer dagen herhaaldelijk conferenties met de koningin en ministerraden werden gehouden, verwacht men wel spoedig opheldering te dien aanzien. Volgens de Dagstelegraf heeft het Deensche ministerie besloten tegen ieder van de hoofden der lin kerzijde der kamer, die na de sluiting der zitting hot manifest hebben geteekend waarin de regeering wordt beschuldigd van schending der grondwet» een proces in te stellen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 3