Adverteatiën. W aarschuwing. De kamer-ontbinding in Frankrijk. Handelsberichten. Graanmarkten enz. ii®s*sa van effecten. §1 25jarige Huwelijksvereeniging De kermis te Kruiningen begint den 23 Juni en eindigt den 29 Juni a. s. heer Gambetta ook dikwijls bij ons hebben opgei wekt, wij hadden niet vermoed hem zulke oratori sche talenten te zullen zien ontwikkelen. Hij heeft de verschillende soorten van oratorie toegepast, al zijne talenten ten toon gespreid. Het is onmogelijk die onuitputtelijke rijkdom van argumenten, die gevatheid, die scherpzinnigheid, die kracht van overtuiging, die juistheid van inzicht, die sier lijkheid van uitdrukking niet te bewonderen. Daarenboven wist hij zich te matigen, daar hij zich aan geen enkele van die ongepaste uitlatingen, aan geen enkele van die onvoorzichtigheden heeft schuldig gemaakt, die men hem vroeger wel eens heeft kunnen ten laste leggen; daaren tegen ontwikkelde hij een moed en geestkracht die hem in staat stelden kalm te bljjven als hij in de rede werd gevallen en zijn goeden luim te behouden ook als hij werd beleedigd. Maar lieve hemelwelk eene kastijding waaron der het ministerie, beschaamd en ontsteld aan den voet der tribune het hoofd moest buigenHoezeer gevoelde men dat het woord, hoewel een onlicha melijke zaak, kan ontwapenen en dooden. Ieder der minioters ontving op zijn beurt een slag met de geeselroeden van den spreker. Wat den heer de Fourtou betreft, de wijze waarop de heer Gam betta hem behandelde deed mij denken aan het verhaal van den reus die een geharnast ridder ontmoette, hem oppakte, doorbrak en uit elkander pluisde als een garnaal." De lectuur van het zittingsverslag en vooral van de schoone rede van den heer Gambetta wordt niet weinig benadeeld door de onophoudelijke interpellaties van alle zijden. Zóo heftig ging het somtijds toe, dat na hen herhaaldelijk tot de orde te hebben geroepen de president een beroep deed op de kamer om de censuur uit te spreken over de heeren Robert Michell en Paul do Cassagnac, wat ook geschiedde. Laatstgenoemde Bonapartis- tische schreeuwer en kemphaan zweeg echter toch niet, zoodat de president zich onmachtig tegenover hem verklaarde en het oordeel der kamer en van geheel Frankrijk over hem inriep. Aan manifes taties ontbrak het niet; merkwaardig vooral was eene ter eere van den heer Thiers, gedurende de rede van den heer de Fourtou, die beweerde, dat de mannen welke thans aan de regeering zijn, bij de verkiezingen van 1871 zijn gekozen en het land den vrede en de vrijheid hebben weergegeven. Verscheidene leden wezen toen op den heer Thiers en riepen: „hij is de bevrijder van het land!" De leden van de linkerzijde en het centrum stonden op, wendden zich tot den heer Thiers, groetten hem, knikten hem toe, en een donderend saluut van toejuichingen en applaudissement viel den grijzen staatsman te beurt, dat zich tot tweemalen toe herhaalde; eindelijk kon de minister voortgaan en was zoo slim zelf hulde te brengen aan den man van wien men in Frankrijk niet ongestraft kwaad kan spreken. Gisteren morgen is nog een ministerraad gehou den om te overwegen of de regeering zal aandrin gen op een spoedige uitspraak tot ontbinding dan wel of men de verkiezing van drie levenslange senatoren zal laten voorafgaan. Hoewel geen be slissing werd genomen schijnt het kabinet voor nemens den kortsten termijn te willen vragen. In de Hongaarsche kamer van afgevaardigden heeft de heer Iranyi eene interpellatie tot de regeering gericht, betreffende de gebeurtenissen in bet Oosten, in verband met de belangen van de Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie. De minister president Koloman Tisza antwoordde, dat het doel van het memorandum van Berlijn, de resoluties op de conferentie van Konstantinopel genomen en van het protocol van Londen niet in strijd zijn met de belangen der monarchie; voor het oogen- blik zou de regeering eerder kunnen besluiten zich bloot te stellen aan een afkeurend votum der kamer dan eene politiek te volgen die zij in strijd acht met de ware belangen van het rijk. Eene politiek anders dan tot nogtoe door de regeering is gevolgd zou een oorlog tengevolge hebben, waarbij Hongarije van nabij betrokken zou zijn. De kamer heeft met groote meerderheid van stem men verklaard akte te nemen van het antwoord van den heer Tisza. De berichten omtrent onderhandelingen tusschen de mogendheden over maatregelen tegen depogin gen van bet Vaticaan tot het verwekken van manifestaties ten gunste der wereldlijke macht van den paus worden officieus tegengesproken in eene nota in de Norddeutsche allgemeine Zeitung, waarna wordt verklaard, dat de heer von Keudell volstrekt niet met betrekking daartoe naar Weenen is gezonden. Alles wat betreffende die zaak is gemeld wordt zuiver verzinsel genoemd. Toen in de zitting van de Fransche kamer van afgevaardigden Zaterdag jl. de minister van binnenlandsche zakende Fourtou, het woord kreeg begon hij met de verklaring, dat namens den president der republiek op dat oogenblik tot den senaat het verzoek werd gericht om de kamer te ontbinden. „Dit besluit zal u zeide de minister niet verrassen. Sedert 16 Mei is een ernstig verschil gerezen tusschen den president der republiek en de kamer. Onze tegenwoordigheid op deze plaats is daarvan het bewijs en zij kan op geen andere Wijze worden verklaard. „De president der republiek heeft door twee ernBtige maar onvruchtbare pogingen de overtui ging verworven, dat geen ministerie een vaste meerderheid in deze kamer kan verkrijgen zonder den steun te vragen eener party, die de radicale beginselen voorstaat, en deze by gevolg zou moeten bevorderen. „Doordrongen van eerbied voor de instellingen onder welke wij leven en vast besloten om die ongeschonden te handhaven, gelooft by het recht te hebben om gebruik te maken van de voorrechten die zij hem aanbieden, teneinde zich te verzetten tegen eene richting die het land tot den ondergang zou leiden. Hg heeft daarom ministers gekozen die dit gevoelen met hem deelen en de verant woordelijkheid daarvan tegenover Frankrijk op zich nemen. „In het geval dat een geschil als het tegenwoor dige tusschen twee openbare machten ontstaat, heeft de constitutie, om er een einde aan te maken, voorzien, nl. door een beroep op de uitspraak van het land, door ontbinding der kamer van afge vaardigden. De president der republiek zou er echter de voorkeur aan hebben gegeven de ont binding uit te stellen totdat de kamers het onder zoek en de vaststelling der begrooting voor 1878 zouden hebben ten einde gebracht. Met het oog daarop zijn de zittingen der kamer een maand verdaagd, in de hoop dat de beweging door de laatste gebeurtenissen veroorzaakt tot kalmte zou komen en dat een ernstige behandeling van zaken mogelgk zou worden. „Deze hoop is echter niet verwezenlijkt: de groote meerderheid van deze kamer heeft in een extra-parlementaire vergadering gemeend te moeten protesteeren tegen het gebruik dat de pre sident der republiek van zgu recht heeft gemaakt. Een algemeen verspreid en gepropageerd manifest heeft in alle deelen van Frankrgk eene agitatie verwekt, die hij niet lang mag laten duren. Daarenboven heeft de vgandige houding door de meerderheid dezer kamer tegen de regeering aan genomen en de reeds openbaar gemaakte verkla ringen haar de overtuiging verschaft, dat het budget door u niet kan worden aangenomen. „Indien het advies van den senaat in overeen stemming is met het verzoek van den president der republiek zal de nieuwe kamer, binnen den wettigen termijn bijeengeroepenvoldoenden tijd hebben om in den dienst van het volgende jaar te voorzien. De regeering zal er zich daarom toe bepalen van u de vaststelling van eenige urgente wetten te vragen betreffende belangen, die gij niet zult willen doen lijden door de omstandigheden." In eene redevoering, die tot 7 uren des namid dags duurde, repliceerde de heer Gambetta den minister op heftige wgze en verklaarde niet te gelooven aan de gehechtheid van de ministers aan de republiek. Vooral viel hij de Bonapartisten heftig aan, die naar een coup d'état streven, ter- wijl hij het kabinet van clericalisme beschuldigde. Uitvoerig schetste hg den politieken toestand van het land, verwierp de beschuldigingen van het ministerie en betoogde dat de 16 Mei een clericale coup was geweest. De triomf der coalitie zou zeide hij het sein wezen voor den burgeroorlog of voor den buitenlandschen oorlog. Na zgne rede is de heer Gambetta in onmacht gevallen, doch zijn toestand levert geen reden tot bezorgdheid. De beer Decazes verklaarde dat de buitenlandsche betrekkingen voortdurend vriendschappelijk blijven. De voortzetting van het debat is tot beden verdaagd. In den senaat heeft de Broglie de volgende boodschap van den president der republiek voor gelezen „Krachtens art. 5 der constitutioneele wetten van 5 Februari 1875 heeft de president het recht de kamer van afgevaardigden te ontbinden op een dienovereenkomstig advies van den senaat. Deze ernstige maatregel schijnt mij thans noodzakelijk. Ik kom u vragen er uwe toestemming toe te geven. „Mijne ministers zullen u de gronden ontwikke len die mg daartoe leiden. Op 16 Mei heb ik aan het land moeten verklaren, dat er verschil bestond tusschen de kamer van afgevaardigden en mg, en heb ik geconstateerd, dat geen minister zich kon handhaven in deze kamer, zonder het bondgenoot schap te zoeken en zich aan de voorwaarden te onderwerpen van de radicale partg. Een regeering, aan znlk een noodzakelijkheid onderworpen, is geen meester meer van hare daden, welke ook hare persoonlijke gevoelens mogen zijn zij wordt er toe gebracht de inzichten te dienen van hen, wier steun zg aannam, en hunne komst aan het bestuur voor te bereiden. Het is daarom, dat ik er mg niet langer toe heb willen leenen. Wanneer eene zoodanige oneenïgheid bestaat tusschen de publieke machten, is ontbinding het middel, door de constitutie voorzien, om er een einde aan te maken. „Ik had gewenscht, den datum daarvoor later te stellen dat alvorens uiteen te gaan de kamers de begrooting hadden kunnen behandelen en dat de thans verstreken verdaging zou kunnen dienen om de gemoederen tot bedaren te brengen. Dit resul taat is echter niet verkregen. Nauwelgks was de verdaging uitgesproken, of meer dan 300 afgevaar digden protesteerden in een manifest tegen het gebruik, dat ik van mijn constitutioneel recht had gemaakt. Hierbij is het echter niet gebleven. Een groot aantal afgevaardigden heeft zich in brieven of redevoeringen tot de kiezers gewend, sommige in uitdrukkingen die aanleiding hebben gegeven tot vervolging tegen de dagbladen, waarin die woorden werden medegedeeld. Een zoodanige agitatie zou indien zij langer duurde ernstige ver warring veroorzaken. Ik bepaal mij er dus toe> te vragen dat de kamer van afgevaardigden eenige urgente wetten behandele, die de vaderlandsliefde der partgen voorzeker niet onbeslist zal willen laten. De daarna onverwijld uitgesproken ontbin ding zal toelaten, dat de nieuwe kamer, binnen den wettigen termgn bijeengeroepen, tgdig genoeg hare zittingen aanvange om in het volgend dienst jaar den dienst te verzekeren. „Ik zal mij met vertrouwen tot de natie wenden. Frankrijk wil, als ik, de ongedeerde handhaving der instellingen. Het wil niet, dat die instellingen ontaard zullen worden door radicalisme. Het wil niet, dat in 1880 alles van te voren voorbereid zal zijn voor de desorganisatie. Ik ben zeker dat Frankrijk tot mandatarissen zal kiezen diegenen, die beloven zullen mg bg te staan." De senaat besloot het voorstel tot ontbinding naar de afdeelingen te verzenden. Rotterdam 18 Juni. De aanvoeren waren klein. Tarwe"71 en rogge 10 cent hooger winter en zomergerst 10 cent en erwten 25 cent lager. Overigens slap hetzelfde. Amsterdam, 18 Juni. Raapolie op zes weken f 40 j. Lgnolie f 32}. Amsterdam, 16 Juni. 18 Juni. Nederl. Cert. Werk. schuld. 2} pet. 63 64 Certiüc. dito dito .3 76 764 dito dito dito 4 100 j 101 Aand. Handelmaatschappij. 5 101-j 101} dito exploitat. Ned. Staatssp. 1044 Loten stad Rotterdam. 3 1004 1004 dito dito Amsterdam 3 102} 1024 België. Cert. bij Rothschild. 24 Frankrijk. Inschrijvingen3 Inschrijvingen 5 100 S&usland. Oblig. 1798/1816. 5 97 97 Certiüc. Inscr. 5e serie 5 Obl. Hope C". 1855 6e serie. 5 77-} dito f 1000 18645 90} 91 dito L. 100 18725 79j dito L. 100 1873 5 79j j 791 Loten 18645 130 129 Loten 18665 126 j 126 Oblig. Hope Cc. Leen. 1860. 44 80 80 Certiüc. dito4 Inser. Stieglitz C°. 2ea4L. 4 634 63 Obligatiën 186769 4 73 j 71} Certificaten 6 Aand. Spoorw. Gr. Maatscb. 5 103 104 Oblig. dito44 844 884 dito dito4 Aand. Kiew-Brest5 324 dito Baltische spoorweg. 3 44 46 Oblig. spoorweg Poti-Tiflis .5 84J dito dito Jelez-Griasi. 5 8I4 83 dito dito Jelez Orel 5 854 84 dito dito Charkow Azow 5 794 Polen. Schatkistobligatiën .4 Aand. Warsehau-Bromberg. 4 50} 50 dito dito Weenen. .5 49 Oostenrijk. Obligatie metal. in zilver Januari/Juli. 5 51-}} 51}} Obligatiën dito April/Oct. 5 52} -52}} dito in papier Mei/Nov. 5 474 48,^ dito dito Febr./Aug. 5 47} Aand. Nation, bank3 1044 Loten 18605 884 894 dito 1864108} 104 Hongarije. Schatkistbiljett. 6 Oblig. Theiss spoorweg 5 Italië. Certific. Amsterdam. 5 Oblig. Z.-Ital. spoorweg. 3 394 39} §panje. Obligatiën Buitenl. 3 104 10 Oblig. Binnenlandsche. 3 10 Portugal. Obligatiën 3 52 52 Turkije. Insehr. Alg. schuld. 5 64 Obligatiën 1869 6 7-,^ 74 Egypte. Obl. 18687 504 Ooi. 1873 7 Amerika.Obl.Ver.Stat.1904. 5 1044 Obligatiën dito dito 1885. 6 99}} Illin. Cert. Amsterdam 514 Oblig. Illinois Redemtion. .6 dito Central Pacific. 6 100} Certific. Chic. N. W7 41} 42-Jj Oblig, Madison Ext7 82} dito Winona-St. Peter 7 74 74 dito N. W. Union7 72 714 dito Union Pac. Hoofdl. .6 98 984 Obl.St.Paul&Pac.Spw.l-sec. 7 dito dito dito 2esec. 7 22} Brazilië. Oblig. 1863 44 85 Obl. 18655 94} 95 Prijzen van coupons. Amsterdam 18 Juni. Metall. f 19.85 dito zilver f 22.12 j; Div. Eng. per f 11.87 jEng. Portugal per f Spaansche piasters .56; Amerikaanscbe dollars (in goud) f 2.444. van A. MAAS en i A. J. LOUWERSE. 3 ih Gapinge, 19 Juni 1877. mu hunne dankbare kindere[j. ug» Amsterdam, 16 Juni. Metall. f 19.85; dito zilver f 22.124 5 Div. Eng. per 11.874 '1 Eng. Russen per 12.024Eng. Portugal per Frans, f 47.65Belg. f 47.65Pruis, f 58.65 Hamb. Russen 1.414Russen in Z. R. /1.25Pool- sche per fl. Poolsche per Z. R. Spaan sche piasters .56 Spaansche binnenlandsche .50; Amerikaansche dollars 2.444papier 2.27. Onze trouwe en ijverige dienstbode PIETER NELL A PIETERSEN, met welke wij steeds lief en leed mochten deelen, geniet heden het voor recht den dag te berdenken, waarop zij vóór 50 jaren onze ouderlijke woning mocht betreden. Vlissingen, 19 Juni 1877. DE FAMILIE DE KOSTER. Voorspoedig bevallen van een Meisje M. W. VAN DE VELDE-Queijsen. Vlissingen, 17 Juni 1877. Algemeene kennisgeving. Heden overleed onze veelgeliefde vader en be- huwdvader PIETER MARINUS VAN SPRANG, in den ouderdom van 78 jaren. Vlissingen, Uit aller naam, 17 Juni 1877. J. C. VAN SPRANG. Strekkende deze tot algemeene en bgzon- dere kennisgeving. De ondergeteekenden bedanken voor de vele belangstelling bg bun huwelgk ondervonden. Veere, 18 Juni 1877. CHr. VOLKERS en Echtgenoote. Die iets verschuldigd zgu aan, of te vorderen of onder berusting hebben van den heer C. VAN DE PUTTE Cz, in leven boomkweeker te Middel burg, overleden den 14en Juni 1877, gelieven daarvan betaling of opgaaf te doen aan en ten huize van den heer J. M. VAN DITMARS (Dwars- kade te Middelburg) vóór of op 15 Juli 1877. De zaken van den overledene zullen voorloopig op denzelfden voet worden voortgezet. Heden den vgftienden Juni 1800 zeven en zeventig. Ten verzoeke van FRANCINA HERMJNA HA RINGMAN, naaister wonende te Vlissingen, huis vrouw van na te melden JACOBUS NUSTELIJN, tot het instellen van een eisch tot echtscheiding gemachtigd bij beschikking van den Edel Acht baren Heer President der arrondissements-rechtbank te Middelburg, van 16 April 1877, en kosteloos procedeerende ingevolge dispositie van vermelde rechtbank van 12 Februari 1877. Heb ik, ondergeteekende, CORNELIS ALEXAN DER KOULON, deurwaarder bg vermelde recht bank, wonende te Middelburg in de Nieuwstraat wijk H n°. 34. Aan JACOBUS NUSTELIJN, echtgenoot mijner requirante, laatst gewoond hebbende te Middelburg doch wiens tegenwoordige woon- of verblijfplaats onbekend is; dientengevolge exploit doende bij aan plakking aan de hoofddeur der gehoorzaal van meer gemelde rechtbank; verder een tweede afschrift overgevende aan den Heer Ambtenaar van het openbaar ministerie bij dat rechterlgk college, die het oorspronkelgk exploit met „gezien" heeft geteekend en voorts bij plaatsing in de Mid- delburgsehe courant. Aangezegd dat aan mijner requirantes procureur, den heer Meester ADRIAAN JOOST VAN DEINSE, als zoodanig gesteld by de ten haren verzoeke tegen den geïnsinueerde uitgebrachte dagvaard van 23 April 1877, eervol ontslag uit vermelde zijne betrekking is verleend, waardoor bet, bg die dag vaard aangevangen geding van rechtswege is schorst Dat mijne requirante het alzoo geschorste geding hervat op het laatste gedingstuk, terwijl voor haar zal optreden Meester MICHIEL JACQUES DE WITT HAMER, procureur bg de arrondissements rechtbank te Middelburg, wonende aldaar in de Lange Delft wijk B n°. 116, alwaar ook mijne requirante, de eischeres bij gezegd exploit, wordt geacht haar domicilie te hebben gekozen. Wor dende de geïnsinueerde voor zooveel noodig ge sommeerd, om op tijd en plaats, in de beteekende en hiervoren vermelde dagvaard aangewezen, bij voorafgestelden procureur le verschijnen teneinde met de eischeres op de uitgebrachte dagvaard en de daarbij beteekende stukken voort te proceederen als naar rechten. Kosten debet, (Get.) KOULON Deurwaarder. Gezien door ons Officier van Justitie, ambtenaar van het openbaar Ministerie bij de arrondissements te Middelburg, op heden den 15 Juni 1877. (Get.) VAN HOEK. In de betgerigistreerd te Middelburg den vgftien den Juni 1800 zeven en zeventig, deel 42, blad 67, voorzijde vak 8, twee bladen een revooi. Ver schuldigd voor recht ƒ0,80 voor 38 opcenten f 0,30} te zamen een gulden tien en een halve cent. De Ontvanger g.a. (Get.) L. J. BOURICIUS, Voor Afschrift, KOULON Deurwaarder. De persoon J. F. H. TILROE alhier is door mij niet gemachtigd tot inning van gelden, noch bg mij in dienst. Middelburg, 18 Juni 1877. J. STEENMEIJER,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 3