N°. 143, 1208 Jaargang. 1877. Dinsdag 19 Juni. Preventieve hechtenis. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiên i 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitk C°. te Brussel en Parijs. BBRIOiEIT. In het feuilleton der Middelbnrgsche Courant zal in de volgende maand o. a. worden opgenomen: //Dora", novelle van Grazia Pierantoni-Mancini, uit het Italiaansch vertaald door mevr. de wed. J. C. de Graaff-Holtrop. Bij het nemen van een abonnement vóór 1 Juli a., ontvangt men de tot dien datum verschijnende nommers gratis. GEMEENTE-PO LITIE. GEMEENTE-POLITIE. GEMEENTE-POLITIE. Middelburg, 18 Juni, COURANT. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gezien art. 127 der verordening van algemeene plaatselijke politie; besluiten: dat het merk, waarvan iedere bakker verplicht is zijn brood te voorzien, zal bestaan uit de eerste letter van zijn voornaam en van zijn geslachtsnaam, beiden in hoofdletters in het brood geprikt, ter grootte van minstens vijf centimeters. Hiervan is afkondiging geschied waar het be hoort, den 6en Juni 1877. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER, burgemeester. G. N. DE STOPPELAAR, secretaris. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gelet op deartikelen 59, 139, 144, 78, 91 en 111 der verordening van algemeene plaatselijke politie; besluiten: Art. 1. Tot het begraven van paarden of slacht vee en afgekeurde visch en levensmiddelen wordt aangewezen het terrein tusschen den Sloeweg, de gemeente-begraafplaats en het dijkje tusschen den weg en de begraafplaats. Art. 2. Tot het in het openbaar uitslaan van tapijten en vloerkleeden wordt aangewezen de weg achter de werf „Middelburg's Welvaren" bij het pakhuis „de Hoop." Art. 3. Tot het koken van olie wordt aange wezen het oliehuis op het bolwerk bij de voor malige Langeviele-barrière, en de tijdruimte bepaald van zonsop- tot zonsondergang. Art. 4. Tot het branden van varkens worden aangewezen a het gazon buiten de voormalige Yeersche poort bij den ouden Araemuidschen weg; 1) het plein bij de voormalige Noordpoort in het zoogenaamde Klein-Vlaanderen e het plein op het bolwerk, achter de voor malige Spekrookerijlaagte; allen kennelijk aan eenen witten paal, ter hoogte van twee meter Hiervan is afkondiging geschied waar het be hoort, den 6eu Juni 1877. De burgemeester en wethouders voornoemd, S C H O R E Ij- De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De burgemeester van Middelburg maakt bekend: Ten eerste: dat tot uitvoering van art. 90 der verordening van algemeene plaatselijke politie, ten aanzien van de plaatsing en de richting der voer tuigen, van pohtiewege de navolgende bepalingen zijn vastgesteld: a Voor de Nieuwe kerk op de Groenmarkt: 1° dat de voertuigen zullen moeten staan op eene lijn naast elkander; 2° dat de weg om heên te rijden zal zijn de Lange en Korte Burg; 3" dat niet mag worden gedraafd op de Groen markt. b Voor de Nieuwe kerk en de Koorkerk op- het Koor kerkhof: 1° dat de voertuigen zullen moeten staan op eene lijn naast elkander; 2° dat de weg om heên te rijden zal zijn de Reigerstraat; 3° dat niet mag worden gedraafd, alvorens de voertuigen de Reigerstraat zullen zijn doorgereden. c Voor de Oostkerk: 1° dat de voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, van de zijde der Ver- werijstraat; 2° dat de weg om heên te rijden zal zijn de Korte Breestraat. d Voor de kerken in de Lange Sint Pieterstraat: 1° dat de voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, aan de zijde der Balans; 2° dat de toegang naar en uit de Spanjaard- Straat open zal moeten blijven; 3° dat de weg om heên te rijden zal zijn de Lange Giststraat en Korte Sint Pieterstraat; 4° dat niet mag worden gedraafd, alvorens de voertuigen het zoogenaamd Annahof zullen zijn voorbij gereden. t Voor de kerk in de Lange Noordstraat: 1° dat dè voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, aan de zijde van het Hofplhin; 2° dat de weg om heên te rijden zal zijn de Groote Markt; 3° dat niet mag worden gedraafd, alvorens de voertuigen den Helm zullen zijn voorbijgereden. f Voor de Engelsche kerk: 1° dat de voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, van de zijde van den Penninghoek 2° dat de weg om heên te rijden zal zijn de Lange Noordstraat 3° dat niet mag worden gedraafd, alvorens de voertuigen de Lange Noordstraat zullen hebben bereikt. g Voor de kerk in de Hoogstraat: 1° dat de voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, aan de zijde der Beestenmarkt; 2° dat de weg om heên te rijden zal zijn de Nieuwe Haven. h Voor de kerk op het Molenwater: a aan de zijde van den Zuidsingel: 1° dat de voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, aan.de zijde der Rijschool; 2° dat de weg om heên te rijden zal zijn de Zuidsingel. b aan de zijde van de Bree: 1° dat de voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, aan de zijde van het Molenwater 2° dat de weg om heên te rijden zal zijn de Wagenaarstraat; 3° dat niet mag worden gedraafd, alvorens de voertuigen den ingang naar het Cellebroersplein zullen zijn voorbij gereden. i Voor de kerk in de Langedelft: 1® dat de voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, van de zijde der Korte Delft 2° dat de toegang naar en uit de Nieuwstraat open zal moeten blijven 3° dat de weg om heên te rijden zal zijn de Lange Delft. k Voor de kerk in de Segeerstraat 1° dat de voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, van de zijde der Houtkaai; 2® dat de weg om heên te rijden zal zijn naar de zijde van de Lange Delft; 3° dat in de Segeerstraat niet zal mogen wor den gedraafd. I Voor de kerk in de Heerenstraat 1° dat de voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, van de zijde der kaai 2° dat de weg om heên te rijden zal zijn de Lange Delft; 3° dat niet mag worden gedraafd in de Hee renstraat. m Voor den schouwburg 1° dat de voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, langs de boomen, aan de zijde van het Noorder Schelppad 2° dat de weg om heên te rijden zal zijn langs de Koepoort; 3° dat niet mag worden gedraafd, alvorens de voertuigen de Koepoort zullen zijn voorbij gereden. n Voor de concertzaal 1° dat de voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, langs de Nieuwe kerk, de Kapoenstraat en het Koorkerkhof; 2° dat de toegang naar en uit de belendende straten open zal moeten blijven 3° dat de weg om heên te rijden zal zijn de Lange en Korte Burcht 4" dat niet mag worden gedraafd op de Groenmarkt. o Voor de sociëteit Sint Joris 1° dat de voertuigen zullen moeten staan in eene rij achter elkander, van de zijde der Wage naarstraat 2° dat de toegang naar en van de Bree moet open blijven 3® dat niet door de Wagenaarstraat terug ge reden mag worden. p Voor het Schuttershof: 1° dat des zomers, voor bijeenkomsten in den tuin, de voertuigen moeten staan óf vóór de poort in de Beddewijkstraat in eene rij van de zijde der Langeviele en zoo noodig in die straat van de zijde der Pottenmarktóf in de Krommeweele in eene rij van de zijde der Seisbrug; 2® dat des winters, bij bijeenkomsten in de zalen, de voertuigen de Schuttersholstraat moeten inrijden van de zijde der gracht en in eene rij geplaatst worden van de zijde der Langeviele brug; 3° dat niet mag worden gedraafd voor de Bed dewijkstraat of de Schuttershofstraat is doorgereden. g dat deze bepalingen moeten worden in acht genomen, bij het afhalen van lieden van of uit voormelde publieke plaatsen, behalve in het geval sub. litt. p genoemd, wanneer het voorgeschrevene eveneens bij het brengen van personen geldig zal zijn; r dat, wanneer twee voertuigen of sleden elkander tegenkomen, of een voertuig door een ander wordt ingehaald, dat spoediger voortrijdt, van de linker- naar de rechterzijde (van de hand) zal moeten worden uitgehaald. Ten tweede: dat, onverminderd de bovenver melde algemeene bepalingen, de koetsiers en voer lieden in bijzondere gevallen, krachtens voornoemde verordening, zich zullen hebben te gedragen naar de aanzeggingen der politie, op de straffen bij die verordening vastgesteld. Hiervan is afkondiging geschied waar het be- fchoort, den 6"> Juni 1877. De burgemeester voornoemd, S CHORE R. {Ingezonden.) Mijnheer de Redacteur! Men ergert zich dezer dagen over de schro melijke gevolgen van de onbeperkte bevoegd heid onzer rechtbanken om iemand in zekere gevallen voorloopig naar de gevangenis te zen den. Men betuigt instemming met het inge zonden stuk in uw nommer van 2 dezer, waarbij op controle en critiek van de hande lingen en nalatigheden der rechterlijke macht wordt aangedrongen. Men is verontwaardigd over de meer dan ergerlijke geschiedenis te Yerseke, waaraan uw naaldscherp, maar zeer juist, hoofdartikel van gisteren was gewijd. Maar hoe lang zal die verontwaardiging duren Zal het daarmede niet gaan als met de verontwaardiging over bestaande toestanden van anderen aard, welke niet de politiek, de kerk of onze beurs raken Voor groote be langstelling in zoogenaamde maatschappelijke quaestiën hebben wij meestal geen tijd. Het blijft dienaangaande gewoonlijk slechts bij eenige phrases. Over die preventieve hechtenis heeft „men" zich reeds zoo dikwijls geërgerd en veront waardigd betoond en waartoe heeft die ver ontwaardiging geleid? Zijn onze rechterlijke ambtenaren wat minder onvoorzichtig gaan omspringen met het hun in handen gegeven wapen? Volstrekt niet. Woont iemand in het rechtsgebied eenér rechtbank, die dade lijk gereed staat om voorloopig in hechtenis te doen nemen, dan hangt het maar van een verzoek van den ambtenaar van het openbaar ministerie af, om de deuren der gevangenis voor zoö iemand hem te zien ontsluiten en na eenige weken of wel eenige maanden (zooals met den inwoner der gemeente Yerseke) die deuren weer te zien openen, onder mededeelingdat de justitie zich heeft vergist. Intusschen is de voorloopig in hechtenis gestelde door die vergissiDg van de justitie misschien zijn bestaan kwijt, is zijn gezin tot armoede vervallen en zijne gezondheid verwoest, gezwegen uog van het verlies vau zijn goeden naam in de oogen van eenige onontwikkelde lieden, wier aantal echter voortdurend ver mindert. Om in dien toestand verandering te brengen is er iets anders noodig dan nu en dan wat ergernis, bij een sterk sprekend voorbeeld van voorloopige inhechtenisstellingen en vergissingen der justitie. De natie moet krachtig blijk geven van haar bepaalden wil om aan dien toe stand een einde te maken. Als onze vertegen woordiging dan eens een oogenblik tijd heeft bij al hare politiek-kerkelijke en kerkelijk- politieke beraadslagingen, zal de een of ander waarschijnlijk inzien dat aan dit verlangen der natie toch op de eene of andere wijze moet worden voldaan en daartoe het initiatief nemen. A. Wij hebben aan dit opstel, als blijk onzer instemming, hier een plaats ingeruimd. De vraag is echter: wat moet, wat kan de natie doen Het resultaat, door zoogenaamde „bonden" in ons land in de laatste jaren behaald, staat in omgekeerde reden tot de talrijkheid dier lichamen; voor niets zou anders meer en bil lijker aanleiding bestaan dan voor de oprichting van een „anti-misbruik-van-preventieve-hech- tenis-bond." Dit toch is een gevaar dat ieder be dreigt. Het bekende bon-mot van den Franschen rechtsgeleerde„wanneer men mij beschuldigde de torens van Notre-Dame gestolen te hebben, zou ik beginnen, niet met op mijn goed recht te vertrouwen, maar met op de vlucht te gaan. Men kan toch nooit weten wat er gebeuren zal," dat woord lijkt eene belachelijke over drijving, vergeleken met het zwaard, dat ieder Nederlander voortdurend boven het hoofd hangt, van door onze „preventief" wakende justitie achter slot en grendel gezet te worden. Wij weten dus niet wat aan te raden om aan het verlangen van den geëerden inzender te voldoen. In afwachting dat er het een of ander tot stand komt, een bond, een mon ster-petitie -aan den koning of aan de staten- generaal, óf wat ook heffen wij alleen den kreet aan, die onze justitie zoo vaak als muziek in de ooren klinkt, en roepen, zoo hard onze longen het toelaten: „Houdt den dief!" De kamer van koophandel en fabrieken te Middelburg zal op Dinsdag 19 dezer een openbare vergadering houdendes namiddags te 2J uur. Men schrijft qit Vlissingen aan het Handelsblad „Het wekt meermalen ergernis, voornamelijk bij de beambten van het loodswezen dat de gezag voerders van Nederlandsche schepenhier binnenkomende, bij voorkeur Belgische loodsen nemen. Zoo werd heden weder door den 'gezag voerder van het Nederlandsche schip Johanna, de Nederlandsche loods afgewezen en een Belgische aangenomen om het schip naar Antwerpen te loodsen." Uit verschillende groote steden wordt gemeld dat vele inwoners aldaar voornemens zijn op aan staanden Woensdagde dag der begrafenis van het stoffelijk overschot van H. M. de koningin, door het sluiten hunner huizenhet uitsteken van rouwvlaggen enz. hunne deelneming in den natio- nalen rouw aan den dag te leggen. Ook hier ter stede koesterennaar wij verne men, een aantal ingezetenen, zoo particulieren als neringdoendenhetzelfde voornemen. Het zou zeker wenschelijk zijn dat hun voorbeeld alge meen navolging mocht vinden. Het Nederlandsche comitéopgericht tot onder steuning der pogingen van Z. M. den koning der Belgen tot het doen van onderzoekingstochten in Midden-Afrikaheeft than3 in de provinciën Groningen en Zeeland sub-comités gevestigd. Het provinciaal comité voor Zeeland isonder het eere-voorzitterschap van jhr. mr. W. Six, com missaris des koningssamengesteld uit de heeren J. P. I. ButeuxJ. H. de FremeryJ. G. Spren- gerP. Forbes Wels, J. A. A. Fransen van de Puttemr. J. P. N. Ermerins en C. C. P. Piers- sens. De Staats-couraut van 17 en 18 dezer bevat het koninklijk besluit van den 7eE Juni jl., Staatsblad n° 143, tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 December 1867, Staatsblad n" 154, bepa lende de aanstelling van tien hulppredikers, ter voorziening in de godsdienstige behoeften van inlandsche Christen-gemeenten in Nederlandsch- Indië, alsmede het koninklijk besluit van den 10e" Juni jl., Staatsblad n® 146, tot regeling van kosten in zake den in-, uit- en doorvoer van goederen en de accijnsen. Een bericht, voor reizigers van belang, is dat met 30 Juni aan de circulatie onttrokken en niet meer als wettig betaalmiddel toegelaten worden? Belgische geldstukken van 2 franken, 1 frank en 50 centimes, van vóór 1866 Fransche van bovenstaand bedrag, niet den beeldenaar dragende van de republiek of van Napoleon III (couronné) Italiaansche van dat bedrag van vóór 1863; Zwitsersche dito van 1850 on 1852 en die van 2 franken en 1 frank van de jaren 1860 en 1863.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1