Ingezonden Stukken.
Zeetijdi n g e n.
Handelsberichten.
Russische politiek.
Ook geen windeieren.
SPrtJasen van effecten.
100}
102}
gen, in hem stellen. De minister bedankte den
president voor de gevoelens der commissie jegens
hem en verzekerde, dat hg het in hem gestelde
vertrouwen zal rechtvaardigen.
Dat de regeering den toestand als gespannen
beschouwtzoodat er gemakkelijk allerlei even
tualiteiten uit kunnen voortvloeien, blijkt wel uit
de instructies die door den minister van binnen-
landsche zaken aan de prefecturen zijn gegeven
en volgens welke de prefecten en onderprefecten
sedert gisteren op hunne posten aanwezig moesten
wezen en zich daarvan niet mogen verwijderen
zonder een speciale vergunning van den minister.
Een zeer aardige tegenhanger voor de onlangs
plaats gehad hebbende veroordeeling van den
president van den Parijschen gemeenteraad o. a.
wegens beleediging van maarschalk Mac Mahon, is
het vonnis der Berlijnsehe rechtbank, waarbij het
sociaal democratische lid van den rijksdagde
heer Bebeltot 9 maanden gevangenisstraf is ver
oordeeld wegens beleediging van prins Bismarck
in eene brochure.
Uit het Oosten geen ander nieuws dan eenige
geruststellende berichten omtrent do reis van prins
Milan naar Plojestio. a. in de te Weenen verschij
nende Politische Correspondenz die verzekert,
dat de prins volstrekt geen plan heeft op nieuwe
avonturen en de striktste neutraliteit in den Rus-
sisch-Turkschen oorlog zal in acht nemen. Recht
streeks wordt trouwens uit Weenen gemeld, dat
de Oostenrijkscbe regeering omtrent de reis van
den prins langs diplomatieken weg voldoende
opheldering heeft ontvangen en de overtuiging
verkregen, dat zij volstrekt geen politiek karak
ter heeft. In verband hiermede wordt uit Berlijn
medegedeelddat de Oostenrijkscbe gezant aldaar,
graaf Karolyi, na ten aanzien van de verdere ont
wikkeling der Oostersche quaestie te zijn gerust
gesteld voor zooveel betreft de belangen van
Oostenrijkzich naar Ems zal begeven.
Thans hebben de Engelsche lords hun aandacht
gewijd aan de wreedheden waaraan niet de Bul
garen in T u r k ij e maar de leden der Grieksche
kerk in Rusland blootstaan. Op de daarover
gevoerde correspondentie vestigde lord Alderley
de aandachtwaarna de lords HoughtonRpon
en Waveney er mede het woord over voerden.
De regeering verkaarde aan de zaak niets te kun
nen doen omdat Engeland geene vertoogen te
dien aanzien tot Rusland kan richtendaar deze
mogendheid niet onder garantie staatdaarentegen
kan Engeland wel protesteeren tegen de wreed
heden in Turkije bedreven.
Generaal Grant is gisteren te Londen aangeko
men waar hem het eereburgerschap der city is
aangebodenmet een adres waarin de gevoelens
van broederlijkheid en welwillendheid tusschen
Engeland en de Vereenigde staten worden uit
gedrukt.
Qui s'excuse s'accuse. Hoe meer pogingen Rus
land aanwendt om de mogendheden gerust te
stellen omtrent zijne bedoelingen en voornemens,
hoe meer het wantrouwen tegen hem toeneemt.
Terecht merkt een der invloedrijkste Duitsche
organen op, dat lord Derby, als het om de eerlijk
heid en geloofwaardigheid van Rusland te doen
is, tot de pessimisten behoort en in Duitschland
zelf is de stemming jegens den Noorder bondgenoot
volstrekt niet gunstig. Behalve het reeds mede
gedeelde gevoelen te Berlijn omtrent de Russische
verzekeringen, verdient opmerking de scherpe taal
van de Augsburger Allgemeine Zeitung over de
instructies aan de Russische gezanten bij de groote
mogendheden gegeven, strekkende om te verklaren,
dat Rusland niet op revolutionaire wijs handelt,
het Panslavisme onder de Slaven in Oostenrijk
niet propageert en de ondersteuning van Servië
niet aanneemt.
Maar wie heeft dan vraagt genoemd blad
de oproerige Bulgaren tot opstand aangemoedigd
en het kleine stukje Herzegowina tot een Euro-
peesch belang verheven? Wie heeft de Pansla-
vistische comité's in het leven geroepen, die overal
de hoop op ondersteuning der revolutie door Rus
land opwekten. Vanwaar dan is het geld ge
komen, dat voor dit doel is uitgestrooid? Wie
heeft de Serven, die niet de geringste reden tot
klachten jegens Turkije hadden, en onder de
suzereiniteit der Porte reeds een mate van vrijheid
en voorspoed genóten, die hen overmoedig maakte,
tot oorlog tegen de Porte opgewekt. Welke rol
heeft de Russische consul generaal daarbij ge
speeld? Heeft hij den zwakken prins Milan weer
houden, of heeft hij dezen niet veeleer aangespoord
het zwaard tegen Turkije te trekken Was het
niet deze Russische agent te Belgrado, die telkens
uitzicht gaf op de ondersteuning van Servië door
Rusland? Wie eindelijk heeft duizenden, ja geheele
compagnieën vrijwilligers aan het Servische leger
geleverd Wie heeft hen een aanvoerder gezonden
en welke rol heeft deze gespeeld? Heeft generaal
Tschernajeff zich niet aangesteld als een revolu
tionair, als een generaal van het Panslavismus,
als een praetor, die, toen de zaken schijnbaar
slecht begonnen te staan en zijn koningmakerij
een belachelijk einde nam, zich terugtrok en toch
weder in Russisehen dienst werd opgenomen.
Knoopte generaal Ignatief te Parijs niet weder de
vriendschappelijke .betrekkingen met generaal
Tschernajeff aan en deed hij geen pogingen dat
deze, na door hem bewezen diensten, weder in het
Russische leger werd aangenomen? Welke blik
vergunnen de verhouding tusschen Ignatieff en
Tschernajeff in de betrekkingen van eerstgenoem-
den tot het Panslavisme? En indien de Servische
beweging revolutionair was, waarom liet Rusland
hare onderdrukking dan niet over aan den wettigen
opperheer van het land, tegen wien de opstand
gericht was? Wie riep van Moskou uit het ver
goten Russische bloed op als een aanleiding tot
oorlog van Rusland tegen de Porte, en had dit Russi
sche bloed niet in de meest ongemotiveerde en
afkeurenswaardigste revolutie gevloeid?
En wat is de handelwijze van Montenegro tegen
Turkije anders dan een deel der Slavische bewe
ging? Wie levert prins Nikita de geldmiddelen
tot voortzetting van den strijd? Wie prijst hem
als „een voor altijd met roem bekroonden held,"
wie wekt hem op, wie acht de horden, die als zij
er zich niet mede tevreden stellen den gevangen
vijand neus en lippen af te snijden, ziju hoofd van
den romp afkerven, wie acht die horden ge
schikt tot toepassing van de eischen der humani
teit, welke keizer Alexander zooals de Nord
zegt het zwaard in de hand heeft gedrukt?
Wie eindelijk heeft Rumenië en zijn vorst tot
revolutie en oorlog tegen zijn leenheer gedwongen
en speelt Rusland met prins Karei, terwijl het
den schijn aanneemt den toestand van ellendige
onvrijheid en onderdrukking van hem en zijn land
te erkennen, niet dezelfde comedie, die Tscherna
jeff met prins Milan heeft gespeeld, die thans nadat
hij gebleken is persoonlijk ongeschikt te zijn voor
Panslavistische doeleinden en zijn rol heeft uitge
speeld, om eene audiëntie bij den czaar bedelt
Do geschenken aan paus Pius IX ter gelegen
heid van zijn bisschopsjubileum aangeboden zijn
allen tentoongesteld in de „Kaartenzaal" van het
Vatikaan. Kerkelijke gereedschappen en kleede
ren nemen de grootste plaats in en er bevinden
zich zeer kostbare en prachtige voorwerpen onder.
Duitschland is sterk vertegenwoordigd. Uit Keu
len kwam een prachtig gebonden misboek, parti
turen van kerkelijke muziek enz. Uit München,
Regensburg, Nünberg werden kelken en smaak
volle kandelabres gezonden, waarin echter Italië
den eersten prijs behaalde; een reliquarium uit
Florence uit het atelier van Branchi munt uit
door keurigheid van de details. Milaan leverde,
als geschenk van den hertog Scotti, een miskleed
van rood fluweel met goud gestikt, een mees
terstuk op dit gebied, benevens twee Majolica-
vazen in den stijl van Giorgione, een copie naar
de beroemde Byzantijnsche zoogenoemde Madonna
van Lucas, en een draagstoel, alles van groote
waarde. Een gouden geciseleerde beker door den
Turynsehen zilversmid Murcy bewerkt, is een
geschenk van den hertog van Aosta, voormalig
koning van Spanje. Pisa zond zijn geschen
ken in albast, terwijl het beroemde huis Bionchi
te Rome een met gemmen bezette Mitra aanbood.
Een album der Romeinsche aristocratie is gevat in
een prachtband van violet fluweel met zilveren
beslag in den stijl der 16e eeuw; kantwerken van
ouden en nieuwen datum uit Foligno behooren
tot de kostbaarste voorwerpen evenals een reus
achtige gaskandelabre uit het atelier van Talviate
in Venetië.
Frankrijk munt uit door de gobelins, die maar
schalk Mac Mahon zond en die de beroemde
Madonna van Murillo in het Louvre op uitmun
tende wijze voorstellen; voorts door een met
zes amethysten van zeldzame grootte bezet kmis,
door de familie Orleans geschonken. Prachtig
is ook een ring met amethysten en brillanton be
zet, een geschenk van de universiteit te Rijssel.
Poitiers zond zeldzame miniaturen uit den tijd der
I3e eeuw en een katholieke arbeidersvereeniging
te Parijs kunstbloemen van buitengewone natuur
lijkheid.
De geschenken uit België bestaan voornamelijk
uit een groot aantal koffers met kleederen voor
missionarissen; Engeland munt uit door kanten
en miniaturenZwitserland door een massa horlo
ges in goud, zilver en nikkel.
Oostenrijk staat niet achteraan. Den 5en Juni
werd de prinses Arsoli, dochter der hertogin van
Berry en gemalin van prins Massino, in een parti
culiere audiëntie bij den paus toegelaten en over
handigde hem een met goud geborduurde fluweelen
beurs, bevattende duizend twintigfrankstukken,
allen met het beeld van Karei X, dus een bijzonder
legitieme Pieterspenning. Dit was een geschenk
van den graaf en de gravin de Chambord.
Op denzelfden dag werden ook de Poolsche
pelgrims onder aanvoering van de prinsen Czarto-
ryski, Radziwill en Jablonowski ontvangen, die,
na de voorlezing van een adres, een fijn bewerkt
net, bevattende eenige staven gedegen goud, ter
waarde van 30,000 lire, aanboden, benevens een
zilveren bekken gevuld met biljetten van duizend
franken der Belgische bank.
Hoewel de paus zeer vermoeid schijnt te zijn,
duren toch de audiënties dagelijks van 11 tot 2
uren voort.
Eïerbied voor de 19oode.
M. H. Met dezen neem ik de vrijheid u beleefd
te verzoeken aan onderstaande regelen een plaatsje
te verleenen in uw veel gelezen blad.
Tot mijne groote verwondering toch las ik in
der tijd in de Midd. courant dat de uitgestelde
muziekuitvoering in den buitentuin, die had moeten
plaats hebben op Zondag 3 Juni, thans door het
overlijden van H. M. de koningin zoude plaats
hebben op Dinsdag 12 Juni daaraanvolgende, na
eenige dagen te voren gelezen te hebben dat het
eerste zomerconcert was uitgesteld tot 14 Juni,
een bericht hetwelk mij toen zoo ongeloofelij k
voorkwam, dat ik aan eene drukfout dacht, en den
almanak raadpleegde of ook 14 Juli somwijlen
een Donderdag was, en die datum bedoeld werd.
Eerstgenoemd bericht hielp mij echter uit den
droom. Toen ik dat alles zoo las, ook van de
muziekuitvoering op het Molenwater, en de kennis
bezat dat het stoffelijk overschot van H. M. onze
geliefde koningin eerst den 20en Juni a. s. zoude
worden bijgezet in den koninklijken grafkelder,
rees bij mij onwillekeurig de vraag op: Is dat
eerbied voor de doode? Verraden zulke daden
liefde en rouw voor en over de ontslapene Vorstin?
Maar mijne verwondering zou nog meer stijgen.
In de Midd. courant van gisteren avond lees ik
met groote letteren gedrukt eene annonce, waarin
kennis wordt gegeven dat op Zondag 17 Juni des
avonds te 8 uren in het Schuttershof een Vauxhall
en bal champêtre zal plaats hebben, en vol ver
ontwaardiging vraagden allen voor wie ik las:
„Spot men thans met de doode?" Is en wordt
alom voorgesteld om op dien dag, de jaardag toch
van onze geliefde koningin, te rouwen, men zal
dan hier rouwende een feest geven, en de aan het
huis van Oranje zoo zeer verknochte Zeeuwen,
althans naar het adres van rouwbeklag verzonden
door onzen gemeenteraad, zullen toonen dat zij
op dien treurigen gedenkdag ook een middel heb
ben gevonden om de gedachte aan dood en
eeuwigheid verre van zich te zetten, dat zij in
éen woord geen eerbied, geen liefde, geen men-
schelijk gevoel meer bezitten, terwijl men te Vlis-
singen èn des Zondags èn des Maandags Middel-
burg's voorbeeld zal volgen.
Acht dagen lang hebben de doffe plechtige
tonen der klokken ons luide den dood van H. M.
de koningin verkondigd, en nog weerklonk de na
galm in onze ooren, of ziet daar verheffen zich
slechts een dag later de tonen der muziek, om
Donderdag- en Vrijdag avond bij vernieuwing zich
te doen hooren, en hoe schoon die tonen anders
mogen klinken, thans vormen zij m. i. een wanklank.
Dat onze burgemeester er vrijheid toe vindt, zulke
dingen toe te staan is buiten twijfel; ook in Hol
land schijnt het zoo te zijn, en daarom is de be
paling wel niet overbodig dat een dag vóór en op
den dag der begrafenis nogmaals de klokken ons
driemaal des daags zullen herinneren dat zij, Neêr-
lands koningin, niet meer is; men zou het toch
zeer onschuldig kunnen vergeten zijn. Mij, en
velen met mij, komt het echter ongepast voor dat
zulke dingen plaats hebben, zoolang althans het
koninklijke lijk nog niet begraven is, en verraadt
feet van de zijde van het volk e6ne groote oneer
biedigheid, om geen ander woord te gebruiken,
tegenover het huis van Oranje, tegenover de zoo
zeer beminde koninklijke doode.
Ik ben maar iemand uit de volksklasse en acht mij
te ongeleerd om in couranten te schrijven, maar nu
ik toch bemerk dat niemand zijne stem daartegen
verheft, niemand deze handelwijze critiseert, achtte
ik het op aanraden van vele mijner vrienden noo-
dig daartegen mijne stem te verheffen. Die zwijgt
stemt toe, zegt het spreekwoordalzoo zij het Diet
met mij. Dat het niet helpen zal wist ik al
voor ik schreef, maar ik wensch dan ook to toonen
dat er in Middelburg nog velen zijn, die niet
instemmen met de handelwijze der meerderheid,
die het niet kunnen gelooven dat de veredeling
van het volk gevaar zou loopen wanneer in 3
weken geen muziekuitvoering plaats had, wien het
grieft dat op den jaardag van wijlen H. M., zon
der te spreken van het onchristelijke der Sab
batschending, een feest zal worden gegeven aan
den avond van dien dag.
U dank zeggende voor de plaatsing dezer re
gelen noem ik mij Uw dw. dienaar.
V.
(Wij zijn het met den geachten schrijver volko
men eens omtrent het stuitende van het „vauxhall
en bal" op den droevigen gedenkdag der geboorte
van H. M. onze overledene koningin, over welk
onderwerp wij nog van andere zijde een ongetee-
kend stuk, van gelijke strekking ontvingen. Daar
echter de officieel voorgeschreven rouw tijd ver
streken was, twijfelen wij of er aanleiding kon
bestaan om te verbieden hetgeen door een gepast
gevoel van betamelijkheid van zelf achterwege
had moeten blijven. Red.)
Mijnheer de redacteur
Vergun mij enkele opmerkingen over eene zaak,
die tegenwoordig algemeen druk wordt besproken
en bijna ook van algemeen belang mag worden
geacht, omdat er bij betrokken zijn èn de aandeel
houders in de Nijverheidsvereeniging èn de huurders
van den tuin op het Noordbolwerk alhier. Ik
bedoel de oprichting in dien tuin van de aldaar
geplaatste monumentale gaslantaarn. Over de
glossen op de vooral bij dag leelijke bloempotten
en leeuwenkoppen, en zelfs over het beeld (in de
wandeling reeds „Haagsche Leen" genaamd) zal
ik zwijgen want over het geheel vind ik het stuk
mooi, maar ik veroorloof mij de vraag: heeft het
bestuur der Nijverheidsvereeniging gehandeld in
het belang van genoemde aandeelhouders en huur
ders. Dit betwijfel ik zeer.
Er was in den „Theetuin" behoefte aan licht;
dit werd algemeen erkend, doch niet op éene plaats,
maar overal. En wat is nu het geval? dat er
een groote hoeveelheid licht is geconcentreerd op
eene plaats waar er de minste behoefte
aan bestond, terwijl elders de duisternis des
te grooter is. De nieuwe lantaarn toch is geplaatst
bijna nog in den lichtkring der muziektent, en bij
de laatste muziekuitvoering is dan ook reeds ge
bleken, dat het licht van die tent dat van de
lantaarn neutraliseert. Wanneer op 3 of 4 plaatsen
eenvoudige, maar nette lantaarns waren geplaatst,
met twee of drie lichten, zouden de bezoekers van
den Theetuin zeker meer zijn gebaat dan thans,
en men had dan het doel: te voorzien in de be
hoefte aan licht, waarschijnlijk op doelmatiger en
goedkooper wijze kunnen verkrijgen.
Dit laatste mag toch m. i. ook wel gelden met
het oog op den financieelen toestand der Nijver
heidsvereeniging, die, vooral na de ongunstige
exploitatie der garnalenvisscherij, aan de aandeel
houders waarlijk geen te groote voordeelen afwerpt,
zoodat de aandeelen dan ook op verre na niet a
pari kunnen worden verkocht. En toch zal het
waarschijnlijk hierbij wel niet blijven, want nu
het bestuur eenmaal heeft begrepen in de behoefte
aan licht te moeten voorzien, zal het later nog
meer lantaarns van dezelfde soort dienen te plaatsen,
die, naar ik hoor, f 600 a f 700 kosten.
Eindelijk nog deze vraagis een zoodanige uit
gaaf en de oprichting van een dergelijk stuk te
motiveeren,ook in verband met het overigeinden
theetuin? Er is noch aaD het gebouwtje, noch
aan den tuin eenige luxe, alles is netjes en doel
matig, uitgenomen de muziektent, die leelijk. en
ondoelmatig is, zoodat men somtijds aan de mu
ziek niets heeft, 't Komt mij voor, dat eenvoudiger
en goedkooper verlichting, gepaard met eene ver
betering der muziektent, meer aan het doel zou
hebben beantwoord en meer in het belang zou zijn
geweest van aandeelhouders en leden voornoemd,
waartoe ook de eer heeft te behooren.
Uw dv. d.
N. N.
M. M.
In het nommer 138 uwer courant wordt door
een ooggetuige geklaagd over het slachten op
Zondag avond den 10e° dezer in perceel K 179,
waardoor de bewoners der aangrenzende huizen
grooten last hadden van het door de goten weg-
loopende vuil en bloed, wat veel stank veroorzaakte.
Daargelaten dat die slachting moest plaats heb
ben om de klanten des Maandags van versch
vleesch te voorzien, had die stank en dat vuil en
bloed evenzoo gestroomd wanneer men op Zaterdag
of een der overige dagen der week had geslacht.
Alzoo beschouwd is du8 die klacht overdreven,
zoo niet voorbarig; doch een ander feit waarop
de politie of de gezondheidscommissie (zoo die
hier bestaat) dient opmerkzaam te worden ge
maakt, is het volgende
Maandag en Dinsdag jl., 's morgens te 10 en
11 uren, werden uit een der perceelen in wijk K
op den Beenhouwerssingel wagens met mest, ver
mengd met bloed en vuil, openlijk geladen en
vervoerd, hetgeen zoo een ondraaglijke verrot
tende peststank veroorzaakte, dat die stank zelfs
des namiddags en des avonds nog in die wijk
merkbaar was en in de woningen was doorge
drongen. De atmosfeer aldaar was die 2 dagen
geheel verpest en zelfs nu nog kan men de
sporen van dat vervoer aldaar op de straatsteenen
ontwaren.
Zoude dit nu niet door de politie te verbieden
zijn, opdat er zorg werd gedragen dat het vervoer
van mest, bloed en afval des nachts plaats hebbe,
opdat bij een fatsoenlijk ingezetene zijne woning
niet verpest wierd?
Middelburg, 15/6 '77. X.
Gisteren arriveerde het barkschip Riga gezv.
A. Jörgensen te Sundsvall in Zweden.
Van Vlissingen vertrokken het Engelsche
schoonerschip Harvestman, gezagv. Walters,
naar Londen.
Het gisteren morgen op de zoo gevaarlijke
punt van den westhavendijk te Neuzen vastge
raakte, geladen tjalkschip van C. van de Velde
is des namiddags, met hoog water, na gedeelte
lijke lossingweder in goeden staat vlot gekomen
en dadelijk naar zijne bestemming vertrokken.
Amsterdam, 15 Juni.
Vederï. Cert. Werk. schuld. 2} pet. 63 j
Certific. dito dito .3 76}
dito dito dito 4 100 jf
Aand. Handelmaatschappij. 5 101}
dito exploitat. Ned. Staatssp. 104
Loten stad Rotterdam. 3 100}
dito dito Amsterdam 3 102}
België. Cert. bij Rothschild. 2}
Frankrijk. Inschrijvingen .3
Inschrijvingen5
Rusland. Oblig. 1798/1816. 5 97J
Certific. Inscr. 5e serie 5 „60
Obl. Hope C®. 1855 6e serie. 5 77^
dito f 1000 18645 91}
dito L. 100 1872. 5 79}
dito L. 100 1873 5
79}
Loten 18645 128
Loten 18665 124
Oblig. Hope Cc. Leen. 1860. 4} 80
Certific. dito- 4 62}
16 Juni.
63}#
76TV
100}
101#
100
97
77#
90}
79}
79f}
130
126}
80