N°. 140.
120® Jaargang.
1877.
Zaterdag
16 Juni.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
niet uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiêns 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekpnd naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitï G°. te Brussel en Parijs.
VERKIEZING
Mr. ECK;
Middelburg, 15 Juni.
Na de overwinning.
FETJILLET03ST.
De Gouvernante.
V.
MIDDELBLRGSC
Tan een lid Tan de tweede kamer der staten generaal.
De burgemeester ea wethouders van Middelburg
naaken bekend:
dat bij de op gisteren plaats gehad hebbende
opening van stembriefjes, tot benoeming van éen
lid van de tweede kamer der staten generaal, in
het hoofdkiesdistrict Middelburg, is geblekendat
daartoe is verkozen de heer
dat de processen-verbaal van steminlevering en
stemopneming van den 12en en 14en Juni 1877, in
de beneden voorzaal van het raadhuis aangeplakt
en ter secretarie voor een ieder ter inzage zijn
nedergelegd.
Middelburgden 15en Juni 1877.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHOEER.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De uitslag der verkiezingen op den 12™
dezer is zeer bevredigend.
Vier nieuwe namen, de heeren Holtzman,
Patijn, Dijckmeester en van Delden, zijn
de liberale meerderheid in de tweede kamer
komen versterken. Nergens verloor deze een
enkele stem. In twee districten, Delft en Al
melo, moet herstemming plaats hebben en of
schoon, hij de coalitie welke hij dergelijke
gelegenheden tusschen alle anti-liberale elemen
ten ouder gewoonte plaatsvindt, er geen reden
bestaat om zich veel illusiën temaken, ware het
echter onredelijk, als zeker aan te nemen dat
alle anti-revolutionairen aan de met zooveel
ophef door hun hoofdorgaan vooropgezette leus
ontrouw zullen worden en weder, als altijd te
voren, op den conservatieven of ultramontaan-
schen candidaat zullen stemmen.
Bij de winsten der liberale partij mag men
hier, waar het eene schoolwets-verkiezing be
trof, nog voegen den heer Roëll, die te Utrecht
de plaats heeft ingenomen van een anti-revo
lutionair, den heer Messchert van Vollenhoven.
De heer Roëll toch, ofschoon misschien een
twijfelachtig geestverwant van he't vooruitstre-
Naar het Duitsch van Maria Calm.
{Vervolg.)
Moet ik redenen van verschooning aanvoeren,
dat ik deze waarnemingen gedurende de godsdienst
oefening deed Ik geloof het niet. Die gestalte
moest ieders aandacht trekken, en gedurende de
twee en een half uur dat een Engelsche ochtend
kerk duurt, kan men de oogen toch niet onafge
broken neêrgeslagen houden.
Ik was nieuwsgierig naar de predikatie. Had
aangeboren welsprekendheid misschien dezen man
dit ambt doen kiezen, dat mij anders weinig ge
schikt voor hem toescheen In ieder geval had
hij het nog niet lang bekleeddat zag ik aan den
weinig deftigen stap, waarmeê hij van de consis
torie naar den kansel gingdat hoorde ik aan de
onzekerheid, aan de bijna beangste stem waarmede
hij zijne korte preek voordroeger scheen een pak
van zijn hart te gaan, toen hij „Amen" kon zeggen.
Desniettemin ontbrak het in zijne voordracht niet
aan uitdrukkingja hier en daar sprak er een gevoel
uit dat ik bij de meestal op eentonige wijze
voorgelezen Engelsche preeken dikwijls gemist had.
Op den weg naar huis vroeg ik Ethel naar den
jongen predikant. Zij zei mij, dat hij Ashbourne
vend liberalisme, is te Utrecht gekozen als
voorstander van het neutraal, openbaar onder
wijs. Hij komt dus het antwoord bevestigen,
dat de kiezers gegeven hebben op de hun zeer
duidelijk gestelde vraag en met dit antwoord
vóór ons, mag de hoop gekoesterd worden dat
de schoolquaestie thans weldra opgelost en aan
de noodzakelijke verbetering van het openbaar
onderwijs met kracht de hand geslagen zal
worden.
Van den rechtstreekschen invloed der ver»
kiezingen op den politieken toestand des lands
valt overigens nog niet veel te zeggen. Wij
leven in het stille seizoen der politiek. Komt
de tweede kamer den 17™ September a. weder
bijeen, dan ligt de behandeling der staatsbe-
grooting zoo dicht voor de deurdat het
niet onmogelijk is dat de regeering, door de
indiening van een nieuw schoolwets-ontwerp
met belangrijke wijzigingen, of door de behan
deling van andere gewichtige ontwerpen nog
haar ideaal, het rekken van haar leven,
gedurende eenigen tijd zal kunnen verwe
zenlijken. Wij moeten dus, met wat meer
gerustheid nu het openbaar onderwijs in de
tweede kamer in veiligheid gebracht is, de
toekomst afwachten.
Op deze zijde van het verkiezings-vraagstuk
zal trouwens gelegenheid genoeg bestaan om
terug te komen. Voor het oogenhlik wenden
wij ons tot ons eigen kiesdistrict en onderzoe
ken welke daar de beteekenis en de uitslag
van den strijd geweest zijn.
„Na de Nederlaag!", schreven wij voor twéé
jaren; met ons „na dé overwinning!" zouden
wij kunnen volstaan, indien het niet belang
rijker was, op te sporen wat uit de stembus
van 12 Juni jl. voor ons te leeren valt, dan
de lucht met onze zegekreten te vervullen.
„Wij moeten ons getroosten, schreven wij,
den 6ea Augustus 1875, nadat de verkiezing
van den heer Fokker die van den heer de Jonge
op den 8en Juni te voren zedelijk te niet ge
daan had, wij moeten ons getroosten gedu
rende vier jaren in de tweede kamer door den
uitverkorene der minderheid vertegenwoordigd
te worden en den verdienstelijken afgevaar
digde, die zooveel voor ons district gedaan
heeft, wellicht voor altijd te moeten missen.
Hard is ongetwijfeld die les, maar indien zij
voor 't vervolg de zorgeloosheid, welke ons op
8 Juni de nederlaag bezorgde, kon voorkomen,
heetteeen broeder was van den eigenaar van
Ashbonrne-Hall en pas sedert kort zijn ambt
bekleedde. „Mama heeft veel met hem op,"
voegde zij er bij„en wij ook bij komt dikwijls
bij ons."
VI.
Mevrouw Goring gaf een groot diner. Reeds
acht dagen te voren waren de uitnoodigingen rond
gezonden en sedert twee dagen (zoo als Milly mij
in het geheim toevertrouwde) regeerde een Lon-
densche kok in de keukengewelven, om de toe
bereidselen tot het gastmaal te maken. Mevrouw
verwaardigde zich de bezendingen, die aankwamen,
zelve te inspecteeren en met den hofmeester lange
gesprekken te voerenGeorgians zat onvermoeid
variatiën op een thema uit Mozart's Requiem in te
studeerende heer Goring zag er ('t geen ook
eene zeldzaamheid was) verdrietig uit, misschien
omdat hij bij deze feestelijkheden niets anders te
doen had dan de kosten te betalenen zijne zuster,
de arme juffer Goring, klaagde reeds den dag te
voren over hoofdpijn en sloot zich eindelijk geheel
in hare kamer op, minder, zoo als ik later
ontdekte, omdat zij niet van gezelschappen hield,
dan wel omdat hare schoonzuster geen plaats voor
haar aan de tafel reserveerde. Bij zulke gelegen
heden moest zij altijd onder een of ander voor
wendsel verdwijnen.
Toen wij den dag vóór de partij aan het lun-
dan zouden wij düt voordeel nog nauwelijks
te duur betaald achten."
Is deze wenscb door de uitspraak der stem
bus op dezen 12en Juni verwezenlijkt
Ja en neen.
Ja, in zooverre de liberale candidaat dit
maal een aantal stemmen op zich vereenigd
zag, zoo groot als in geen jaren het geval
was geweest. De heer Tak behaalde er in
1875 1059, in 1871 934 en in 1870 667,
welke cijfers, hij de algemeen flauwe opkomst
der kiezers en hij de verdeeldheid der tegen
partij voldoende waren om zijne verkiezing te
verzekeren; de heer Fokker had in 1875 1185,
de heer van Eek in 1873 1029 stemmen en
wij moeten tot den 8™ Juni 1869 opklimmen
om op dezen laatste het cijfer van 1204 stem
men vereenigd te zien, dat met het nu behaalde
van 1214 zoo goed als gelijk staat.
Deze cijfers bewijzen dat de les van 1875
de oogen der liberalen geopend heeft voor het
gevaar, waaraan zij blootstaan, indien zij zich
niet éénmaal om de twee jaren de moeite van
een gang naar de stembus getroosten, om ge
tuigenis af te leggen voor beginselen, welker
waarde zij met den mond belijden. De oprich
ting, sedert 1875, van drie afdeelingen van
„Volksonderwijs", eene in het Westelijk deel
van Zeeuwsch Vlaandereneene andere te
Vlissingen, de derde te Middelburg, waren
zooveel teekenen van verhoogde belangstelling
in het groote politieke vraagstuk van den dag,
die hij de stembus niet zonder invloed geble
ven zullen zijn en in circulaires, strooibiljetten
en vergaderingen op het tijdstip der verkiezing
van hun aanwezen deden blijken. Ook nu
weder doen de. cijfers zien welk eene krach
tige opkomst der kiezers wij aan onze vrien
den in bet voormalig 4e district te danken
hebben, welk verschijnsel, afgescheiden zelfs
van de vraag aan welke partij het ten goede
komt, altijd te waardeeren is. Alles toch is
heter dan onverschilligheid.
Geeft de verkiezing op den 12 Juni ons dus
veel reden tot dankbaarheid, zelfverblinding
ware hetde oogen te sluiten voor de andere
lessen welke zij bevat. Klom dë liberale partij
weder tot haar cijfer van 1869, de tegenpartij
steeg hooger dan zij, de verkiezing van
1875 uitgezonderd, ooit gekomen was. In
1873 had de heer de Jonge 719in 1871
dr. Knijper 367 en graaf van Zuijlen 407, in
cheon zaten, zei mevrouw Goring, terwijl zij haar
blik vluchtig over mijn hoofd liet heenglijden,
dat het haar genoegen zou doen mij den volgenden
avond in het salon te zien. „Vooraf," eindigde
zij, „zult ge wel zoo goed zijn de kinderen in de
eetzaal te brengen, om aan het dessert deel te
nemen."
Ik was op iets dergelijks voorbereid geweest.
Milly had mij reeds gezegd dat de vroegere gou
vernante, miss Johnson, hen altijd aan, het dessert
gebracht had; maar zonder het kind daarop te
antwoorden, had ik besloten aan dien eisch, die
mij kwetste, niet te voldoen. Desniettemin voelde
ik hoe het bloed mij naar het gelaat steeg en
mijne stem een weinig beefde, toen ik over de
geheele lengte der tafel heen aan mevrouw Goring,
die niet meer aan mij scheen te denken, antwoordde
„Het spijt mij dat ik aan dien wensch niet kan
voldoen, daar hétgeen van mij verlangd wordt, in
strijd is met mijne begrippen omtrent de positie
van eene gouvernante."
Mevrouw Goring zag mij aan met groote oogen,
met denzelfden half verbaasden half misnoegden
blik, dien zij mij kort te voren had toegeworpen
toen ik haar verklaard had, dat niet tegenzin
tegen rouwkleederen, maar bijzondere redenen,
mij bewogen hadden ze af te leggen. Ford, die
ondertusschen bezig was eene kip te ontleden,
keek naar mij, zonder dat echter zijn perkamenten
gelaat eenige deelneming of bevreemding aan den
dag legde. Milly daarentegen, zette zich in pos
tuur alsof zij een vinnig tooneel verwachtteen
1870 deze laatste 386 en de heer van Tets
137in 1869 de heer van Lijnden van San-
denburg 262 en de heer van Tets 422 stem
men. De heer Wolbers behaalde er nu 854.
Dit cijfer is aanzienlijk. Neemt men in aan
merking dat hier een sinds 28 jaren bekend
afgevaardigde van Zeeuwsche geboorte stond
tegenover een mandie aan de kiezers zoo
volkomen vreemd was, dat een aantal hunner
zelfs niet in staat waren zijn zeer gemakke-
lijken naam goed op de stembiljetten te schrij
ven, dan wordt het cijfer bijna verontrustend,
wijl er uit blijkt hoevele kiezers zich reeds
door een naameen klankop de enkele aan
beveling van anderenmet prijsgeving hunner
zelfstandigheid laten medesleepen.
Men houde ook in het oog dat thans het
monsterverbond der anti-liberalen in ons district,
ofschoon niet geheel opgelost, toch losgeraakt
was. Er bestond strijd in de hulptroepen der
anti-revolutionairen. Van de conservatieven
mag verwacht worden dat zij zich althans
onthouden zullen hebben van te stemmen op
een candidaatin wien een „radicalisme" zich.
belichaamdeveel scherper dan. dat wat zij
vroeger in den heer Tak bestreden. Bij de
katholieken liep echter tweëerlei stroom. Invloed
rijke katholieken bevalen in het openbaar den
liberalen candidaat aan. Daarentegen schreef
ons een geestverwant in het 5" distriet„De
pastoor van-heeft, zich in den
namiddag onledig gehouden met het in persoon
uitreiken en in de herbergen brengen van
bijgaand strooibiljet." Daarin werd de heer
Wolbers aanbevolen als „een godsdienstig man,"
welke zijne gezindte was werd voorzichtig
verzwegen, „verdediger van het bijzonder
onderwijs en voorstander van recht voor allen.",
Ook de op niets gegronde berekening van 15
millioen hooger uitgaven voor het openhaar
onderwijs, als gevolg, eener aanneming van
het wetsvoorstel-Moens j bleef niet achterwege.
Dezelfde correspondent voegde ér bij „Onze
Noord-Brabantsche geestelijken zijn woedend,
omdat zoovele katholieken de candidatuur van
den heer van Eek door hun handteekening op
de bekende lijst gesteund hebben. Maar we
zijn hier, Goddank, nog niet in Limburg of
Brabant."
Hieruit blijkt dus dat het is gegaan, zooals
wij in ons nommer van den 9™ dezer meenden
te mogen voorspellen. Enkele anti-liberalen
riep: „Ik weet wel, mama, waarom miss Elten
niet wil komen; zij zal geen fatsoenlijke japon
hebben om aan te trekken."
Hare moeder legde haar met een blik het stil
zwijgen op en zei daarop bedaard: „Goed, dan
kunnen de kinderen alleen komenEthel is boven
dien oud genoegEn mag ik nu vragen of
het ook met uwe begrippen van de positie eener
gouvernante strookt in het salon te komen en
iets voor ons te zingen? Gij schijnt eene goede
stem te hebben, en ofschoon ik persoonlijk niets
om muziek geef, is het toch aangenaam om de
gasten te onderhonden. Bovendien zou ik niet
willen, dat men dacht dat ik u opsloot."
Ik had een scherp antwoord op de lippen, want
mevrouws ongemanierdheid (die zij openhartigheid
noemde) prikkelde mij daartoe altijd aan; maar
ik onderdrukte het. Had ik mij niet voorgenomen
alles te verdragen, indien ik mijn doel, de mijnen
te ondersteunen, maar bereiken mocht? Ik gaf
dus ten antwoord, dat ik bereid was des avonds
in het salon te verschijnen en ook te zingen, als
het verlangd werd.
De gewichtige dag was aangebroken. Milly
verkeerde in groote opgewondenheid, want zij had
een nieuw kleedje van rose zijde gekregen, 't geen
haar zoo zeer vervulde, dat er voor de lessen
geen aandacht over was. Zelfs de koele Georgians
was gedurende de muziekles verstrooid; doch of
haar geest zich met haar toilet of met andere
dingen bezig hield, kon ik natuurlijk niet door
gronden.