m 135. 120® Jaargang. 1877. Maandag 11 Juni. DE VERKIEZING TE ZIEMEE. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen.' Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiên j 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parij Inwisseling Muntspeciën. SCHUTTERIJ. Middelburg, 9 Juni. MIDDELBU COURANT. t- jZ i Nog ontvangen bij de redactie van dit blad, ten behoeve van het gezin van den gewezen hoofdon derwijzer te Sint-Anna ter Muiden (Zie advertentie M. Ct. van 6 Juni) van P. V. te S. /2. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gezien de circulaire van den commissaris des ko- nings in Zeeland van den 5en Juni A n° 2562 le atd. (Provinc, blad n° 62); maken ten vervolge op hunne publicatie van den 30en April 1877 bekend: dat door den minister van financiën, naar aan leiding van 's konings besluit van 20 Mei 1877, n°. 38 genomen ter uitvoering der wet van 28 Maart 1877 (Staatsblad n« 43), is bepaald dat: 1° als kantoor waar de Nederlandsche koperen en later ook de Nederlandsche bronzen pasmunt, mits voor niet minder dan eene waarde van tien gulden, tegen standpenningen inwisselbaar zal zijn, voor deze gemeente is aangewezen het kantoor van den rijks-betaalmeester alhier, dat daartoe is opengesteld van den 16en tot en met den 25en van elke maand (Zon- en feestdagen uitgezonderd) op de gewone kantooruren; 2° dat de hierboven genoemde bepalingenwelke uitsluitend ten doel hebben aan de ingezetenen gelegenheid te geven zich van de te groote hoe veelheid koperen of bronzen munt te ontdoen, en ze weder elders te verspreiden, in werking treden met 1 Juli 1877. Middelburgden 8™ Juni 1877. De burgemeester en wethouders voornoemd, N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM, L. B. De secretaris, G-. N. DE STOPPELAAR. Ziting voor het jaar 1877. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gelet op art. 11 van zijner majesteits besluit van den 21en Maart 1828; maken bekend: 1° dat de alphabetische naamlijst van al de personen, die aan de loting van dit jaar moeten deelnemen, ter inzage van een ieder zal liggen op het raadhuis dezer gemeente van heden tot en met den 16en Juni a., des Zondags uitgezonderd, des voormiddags van tien tot twaalf uren; 2° dat de voorschreven loting zal plaats hebben op Dinsdag den 19en Juni a.des voormiddags te 10 uren op het raadhuis dezer gemeente; 3" dat almede bij de loting zullen moeten tegenwoordig zijn, teneinde tot eene naloting te worden toegelaten, alle personen vallende in de termen van schuttersplichtigheid, welke uit andere gemeenten sedert de laatste inschrijving in deze gemeente zijn komen inwonen en tot dusver buiten oproeping zijn gebleven; 4° dat niemand tot de loting zal worden toe gelaten dan de ingeschrevenen zelve of hun ge volmachtigden en dat ten blijke daarvan zal moeten worden vertoond een oprocpings-biljet dat aan ieder ingeschrevene vanwege het gemeente bestuur zal worden te huis bezorgd. Middelburg, den 8en Juni 1877. De burgemeester en wethouders voornoemd, N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM, L. B. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. Wij hebben ons voorgenomen ook aan de verkiezing te Zierikzee eene beschouwing te wijden en willen aan dat voornemen gevolg geven, ofschoon het van weinig practisch be lang schijnt te zijn. In het district Zierikzee toch wordt ditmaal geen strijd gevoerd en niet tegenstaande ook daar de anti-revolutionairen ter elfder ure een „naam'' gevonden hebben, op wien zij hunne stemmen kunnen uitbren gen, schijnt ten opzichte der herkiezing van den heer van Kerkwijk geen redelijke twijfel te bestaan. Wij hopen dat men zich niet ver- gisse en zich aan het voorbeeld van Middel burg spiegele. Van éen ding kan men daar, als overal, bijna zeker zijn: het getal anti revolutionaire stemmen, dat ten slotte uit de stembus te voorschijn komt, is altijd grooter Öan men verwacht had. Dat komt omdat de leiders dezer partij hun kiezers beter in de hand hebben dan bij de liberalen het geval is en zij, om dien invloed te behoudett-en te doen gelden beweegredenen tot hun beschik king hebbenwelke wij liberalenin het staatkundige tot zuiver aardsche beschouwin gen beperkt en geen enkel sleuteltje des hemels in onzen zak hebbende, niet bezitten. Wat nu de verdiensten van den heer van Kerkwijk betreft, men kent die te Zierikzee beter dan wij. Specialiteit in spoorwegzaken, telegrafie en openbare werkenvan erkende bekwaamheid ten aanzien van financieele onder werpen neemt de afgevaardigde van Zierikzee in de tweede kamer eene plaats in, die door niemand vervuld zou kunnen worden evenals zijn gemisdoor zijne grondige bekendheid met alle belangen van zijn district en van Zeelandvoor deze beide onherstelbaar zou zijn. Wat de liberale partij aan hem heeft, is nog het laatst gebleken door zijn voorstel tot afschaffing der jachtwet, een der belang rijkste onderwerpen zeker, die in den laatsten tijd van liberale zijde in de tweede kamer op den voorgrond gesteld en besproken zijn. Dat de kamer in 't algemeen met het initiatief barer leden niet veel opheeft, dat de tegenstand der conservatieve en anti revolutionaire heeren jagers te machtig wasdat de regeering hun denkbeeld niet ondersteunde en zij zeiven niet bij machte waren om hun wetsvoorstel zoo volledig te maken en van alle zijden toe te lichten, als de regeering haar eigen wetsont werpen in staat is te doendat alles neemt niets weg van de waarheid, dat de griet van den landman, zijne machteloosheid, ten genoege van een klein aantal jachtliefhebberstegen over het „gedierte dat men wild noemt," waardoor zijne akkers vernield en zijne oogsten bedorven worden, door het wetsvoorstel der heeren van Kerkwijk Gratama en Idzerda aan de orde gesteldgrondig onderzocht en bespro ken zijn. Dat de afschaffing der jachtwet voortaan op het liberale programma gesteld is en eene der daden is, welke men met grond van het weder „regeeren" der liberale partij te gemoet zien mag, is het gevolg van hun niet genoeg te waardeeren initiatief. Deze laatste beschouwing geeft tevens het standpunt aan, van waar wij de verkiezing op den 12en dezer met de Zierikzeesche kiezers wenschen te bespreken. De heer van Kerkwijk is in ons oog een der vertegenwoordigers van het werkzaam liberalisme, in tegenstelling van het toeziend en bespiegelend liberalisme, dat zich bepaalt tot het beoordeelen der staatsbegrooting of van andere aan de orde komende onderwerpen, en dat overigens, terende op hetgeen in de eerste jaren na 1849 door de liberalen verricht is, zich voor satisfait houdt en meent dat het nu „voor zijn tijd" wel schikken kan. Dat er zulke liberalen in de tweede kamer zijn, al zouden zij ook hun portret in deze schildering niet willen herkennen en al getuigen hun redevoe ringen ook vaak in tegenovergestelden zin, heeft de óndervinding ons genoeg doen bemer ken. Aan hun invloed is het toe te schrijven wanneer de liberale partij in de kamer in sommige opzichten ten achteren geraakt is bij de behoeften en aspiratiën, die onder het volk leven en aan hun invloed zal het te wijten wezen wanneer, nadat de schoolquaestie, die op het oogenblik alles beheerschteens van de baan zal zijnde noodzakelijkheid zich hij de liberale kiezers zal doen voelen, om eene schifting te maken tusschen die libe ralen, die getoond hebben vooruit te willen en hen die, ofschoon onder de plooien der liberale vlag staande, echter door hun daden toonen dat zij meer tot de partij van het behoud dau tot die van den vooruitgang behooren. Overzien wij de teekenen van werkzaamheid, door dit „actief" gedeelte der liberale partij in de laatste jaren gegeven, dan wordt ons oog voornamelijk getrokken door: het wetsvoorstel- Moffed, het voorstel tot het houden der enquête naar den staat der koopvaardijvloot, met het belangrijke verslag daarover uitgebracht, dat wij aan den heer Tak van Poortvliet danken, de voorstellen van den heer van Houten betreffende den kinderarbeid en de intrekking der bepalingen van het strafwetboek, op arbei ders-coalitiën toepasselijk, en ten laatste het reeds besproken voorstel tot intrekking van de jachtwet, dat wij aan het mede-initiatief van den Zierikzeeschen afgevaardigde verschul digd zijn. Deze verschillende voorstellen geven in enkele hoofdlijnen de richting aan, waarin het vooruitstrevend liberalisme zich beweegt, en het behoeft geen betoog, dat wie inderdaad op staatkundig gebied eene liberale overtuiging koestert, alle in zijn bereik liggende middelen moet aanwenden om zijn instemming met die richting aan den dag te leggen. Met het oog op deze plaats, welke de heer van Kerkwijk in de liberale partij inneemt, zoude het zoo wenschelijk zijn dat hij, ofschoon naar het schijnt door geen tegenstander ernstig bedreigd, met eene aanzienlijke, indrukwek kende meerderheid herkozen werd. Het actief liberalisme moet aangemoedigd, het toeziende met ernst gewaarschuwd worden. Dit denk beeld vinden wij hij allen die, met het oog op den algemeenen staatkundigen toestand des lands, de aanstaande verkiezingen tot het onder werp hunner beschouwingen gemaakt hebben. Zoo schrijft een „liberaal" uit den kring der mannen van het „Zedelijk ideaal in de politiek" in zijn „Woord aan de Kiezers" het volgende: „Het land heeft behoefte aan eene krachtige regeering. Aan een ministerie, dat de groote vraagstukken van den dag, onderwijs, kies wet, defensie, belasting-herziening, met vaste hand aanvat en tot oplossing weet te brengen. De optreding van zulk een ministerie zal ook tot eene hervorming der liberale partij leiden. Er moet dan eene achterhoede ontstaan, die niet mede wilHet is in 't belang van het land dat er licht ra de duisternis kome. Eene natie zonder opgewekt politiek leven is eene doode natie. Maar politiek leven kan slechts daar aanwezig zijn, waar partijen met scherp geteekende beginselen en duidelijk uitgesproken eischen bestaan," enz. Een ander schrijver, in het pas verschenen nommer van de „Vragen des Tijds," zegt: „De liberale party zal nog het bewijs moeten leveren eene regeerings-meerderheid te wezen. Zij heeft door de opneming van conservatieve elementen sterk geleden. De zucht om tegen over de ultramontaansch-conservatieve combi natie het veld te behouden, heeft de keuze der candidaten voor de liberale partij al te zeer naar rechts verplaatst.Bij ingrijpende maatregelen op financieel en ander gebied zouden eenigen kunnen afvallen. Een nieuw liberaal ministerie moet actief zijn; het kan niet stilzitten of zich tot groote woorden en beloften bepalen. Maar bij elke hervorming zal het op tegenstand van meerdere liberalen moeten bedacht zijn. De liberale partij is (thans) groot genoeg om, hetgeen zij niet wil, te keeren, maar zij vormt nog geen meerderheid waarmede men iets doen kan, geen working majority. De middelmannen zouden, bij de tegenwoordige samenstelling der kamer, den pas aangeven en deze zou te langzaam zijn om het grootste deel der liberalen in en buiten de kamer tevreden te houden. Een liberaal ministerie dat niets deed, zou onder hun aan val binnen kort weder smadelijk ineenstorten." Laten deze beschouwingen ook de waarheid onaangetast, dat bij de aanstaande verkiezingen Uitgave van Blom en Olivierse te Culemborgj uitgevers der door ons meermalen besproken «Stemmen over staatkundige en maatschappelijke Vraagstukken." het gevoelen der candidaten omtrent de school quaestie, als het belangrijkste beginsel van het oogenblik, den doorslag behoort te geven, bevatten zij tevens de ernstige waarschuwing aan de liberalen om, ook na de verkiezing, de handen niet naar het bewind uit te strekken wanneer zij niet volkomen zeker zijn eene regeerings-meerderheid achter zich te hebben, zij toonen tevens ten duidelijkste aan hoe wenschelijk het is dat het land zijne instem ming uitspreke met het beginsel van het werkzaam, vooruitstrevend liberalisme. In die uitspraak kunnen de Zierikzeesche liberalen, die stellig niet tot de partij van het toe kijken en bespiegelen behooren, een krachtigen toon doen hooren, door met meer dan gewone voltalligheid den 12cn dezer hunne stem uit te brengen op hun aftredend verdienstelijk kamer lid, den heer J. J. van Kubkwijk. e. - In de gesloten zitting van den geneeskundigen raad voor Zeeland is gisteren tot correspondeerend lid benoemd de heer mr. A. E. Dronkers alhier. In 1876 werden op de Zeeuwsehe spoor» weglijn vervoerd: Van Middelburg naar Vlissingen 52,639 reizigers. Vlissingen naar Middelburg 53,749 Arnemuiden n. Middelburg 61,950 Middelburg "n. Arnemuiden 57,999 Gemiddeld werden per dag vervoerd op de baan vakken Goes—Middelburg. 153 MiddelburgGoes154 Bergen op ZoomGoes. 151 GoesBergen op Zoom. 147 RoosendaalBergen op Zoom 202 Bergen op ZoomRoosendaal 201 reizigers. Van Middelburg zijn vertrokken 56,546, aldaar aangekomen 51,531 reizigers; te Vlissingen vertrokken 36,334 en aangekomen 41,080 reizigers; te Goes vertrokken 38,509 en aangekomen 44,976 reizigers. Aan- het halte-station aan de Beurs te Bot terdam bestaat van den 10en dezer af voor de reizigers gelegenheid tot het verzenden van tele grammen. De Staats courant van heden bevat het aan den minister van financiën uitgebracht verslag omtrent het vergelijkend examen voor de betrekking vaa surnumerair der registratie en domeinen, ge houden te Arnhem den 18en April 1877 en vol gende dagen. Aan den gemeenteraad van Leiden is voorge steld den prijs van het gas van tien op acht cent per kub. meter te brengen. Jammer dat wij Middelburgers, tot 1883, ons gas niet uit Leiden kunnen laten komen In den Haagschen gemeenteraad kwam dezer dagen ter sprake de verbetering van de grachten en wateren in de gemeente, die meer van opeu riolen dan van frissche stroomen hebben. De zaak is reeds lang aan eene commissie opgedragen, die zichzelve bewust i3 dat zij met den grootsten ijver voortdurend werkzaam is. Maar er zijn verschil lende stelsels voor de verbetering, die alle grondig en onpartijdig onderzocht moeten worden. Daar door duurt het zoo lang. Intusschen blijven de grachten stinken, in afwachting dat eene epidemie doet inzien dat tijdige verbetering naar het een of ander stelsel beter zou zijn geweest dan in 't geheel geen verbetering. Ongeveer als met de Middelburgsche Heeren gracht. Bij de verkiezing van twee leden der tweede kamerop Dinsdag den 12tn Juni a.worden door ons aanbevolen de aftredende leden: Voor het hoofdkiesdistrict Middelburg de heer Mr VAN ECËL. Voor het hoofdkiesdistrict Zierikzee de heer J. J. VAN KERKWIJK, 1 I ■«-"»!

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1