N°. 129. 120® Jaargang. I877J Maandag 4 Juni. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s J met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent? Advertentiêni 20 Cent per regel.1 Geboorte- Trouw- Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte? Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 2 Juni. Mr. D. VAM ECA. J. J. VAM KERKWIJK. FETJILLETOIT. DERDE DEEL. een brief van mademoiselle. allebwege zonneschijn. Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kunstnieuws. Bij de verkiezing van twee leden der tweede kamer, op Dinsdag den 12 n Juni a., worden door ons aanbevolen op gronden, nader te ontwikkelen, de aftredende leden: Voor bet hoofdkiesdistrict Middelburg de heer Voor het hoofdkiesdistriet Zierikzee de heer De Staats-courant van heden bevat het volgende bulletin, gedagteekend van gisteren namiddag 4 nren: „Hare Majesteit de koningin, die sedert drie of vier dagen lijdende was aan verkoudheid, is vooral gisteren zoo hevig benauwd en krachteloos gewor den, dat hoogstderzelver toestand spoedig veel ernstige zorg baarde en werkelijk in den verloo- pen nacht en morgen een nog dreigender voorko men kreeg. „Sedert tien uren, van morgen, is er eenige stilstand in het toenemen der gevaarlijke verschijn selen gekomen. „Dr. vlnkhuyzen." Het Vaderland schrijft het volgende: „De berichten betreffende den toestand van H. M. de koningin bleven Donderdag den gehee- len dag gunstig en men begon hoop te koesteren op het behoud der vorstin. De avond was echter minder gunstig. Een vernieuwde aanval van benauwdheden volgde. Deze verminderden wel in den nacht, maar namen in den ochtend in zulk een hevige mate toe, dat men het ergste moest vreezen. „Reeds in den zeer vroegen ochtend had de prins van Oranje zich naar het Huis ten Bosch begeven, terwijl Z, M. de Koning, op de telegra fische berichten uit de residentie, zich per extra- trein herwaarts begaf en te halftwaalf op het Huis ten Bosch aankwam, alwaar Z. M. op het bordes ontvangen werd door prins Frederlk der Neder landen, die zich reeds in den ochtend derwaarts had gespoed. Z. M. en andere leden der vorstelijke familie zijn na een uur toevens naar de residentie vertrokken, daar de berichten toen eenigszins gunstiger luidden en de lijderes eenige rust genoot." Z. K. H. prins Alexander is nog steeds on- Naar het Engelsch van mevrouw Henry Wood. Hoofdstuk X. (Vervolg). „Waarom zet ge u zelf niet in het Westeinde als dokter neêr vroeg Atkinson. „Omdat ik niets heb om meê te beginnen," zei Frank; „dat is altijd mijn struikelblok geweest. Ge begrijpt, wij moeten middelen hebben om te leven, zoolang de praktijk zich nog pas vormt." „Ge zoudt dat met zeven duizend pond wel kunnen doen." „Zeven duizend pond!" herhaalde Frank; „met de helft wel, of een vierdepart! Maar ik heb in 't geheel geen geld." „Jawel, mijnheer Raynor, dat hebt gij wél. Althans binnen eenige dagen zult ge het hebben." Frank glimlachte eens, want hij hield het voor eene aardigheid van Atkinson. „Hoor eens," zei deze. „Ge zult toch, hoop ik, geen oogenblik gedacht hebben, dat ik dat terug gevonden geld van uwe tante Atkinson zou behouden. Naar de wet is het mijn eigendom, want zij heeft het mij vermaakt; maar ik zal het in drie portiën verdeelen en die uitkeeren aan gesteld en was gisteren in den loop van den dag genoodzaakt zich weder te bed te begeven. Omtrent een vroeger stadgenoot, wiens nage dachtenis ook hier ter stede bij veien in eere ge houden wordt, lezen wij in de Arnh. Ct. het vol gende „In den afgeloopen nacht overleed alhier op bijna vijftigjarigen leeftijd de heer H. Boonen, emeritus-predikantlid van den gemeenteraad, curator en secretaris van het college van curatoren en lid van verschillende kringen, die tot bevorde ring van het algemeen welzijn strekken. Zijn ambteloos leven toch wijdde de heer Boonen aan de belangen der maatschappij en verleende hulp, waar die ook gevraagd werd, aan ieder die er aanspraak op mocht maken. Ook voor zijne tal rijke vrienden is zijn dood een groot verlies." Naar wij vernemen is door de te Neuzen ge vestigde Vereeniging tot bevordering der belangen van Zeeuwsch-Vlaanderen besloten, aan gedepu teerde staten te verzoeken den stoombootdienst op de Wester-Sehelde zoodanig te regelen, dat van Neuzen iederen dag Jes morgens zóo tijdig een boot naar Ylissingen vertrekt, dat die aldaar om trent 9 uren kan aankomen, en van daar om trent 4 of 5 uren in den namiddag naar Neuzen kan terugkeeren. (IV. Ct.) De hoogleeraar Vreede heeft in het Utr. Dag blad een protest, in de Fransche taal, geplaatst tegen de inlijving der Transvaal-republiek. In dat stuk wordt de hoop uitgedrukt „dat de En- gelsche regeering tot haar plicht geroepen zal worden door het godsdienstige en grootmoedige volk, dat op ditzelfde oogenblik de Turken verdedigt en ondersteunt, en zich niet voor altijd zal willen schandvlekken door een dergelijke misdaad tegen over Christenen en geloofsgeuooten." De heer Vreede hoopt op dit adres een aantal bandteekeningen te verkrijgen en het daarna aan de Engelsche regeering in te dienen. In de Nieuwe Maas is bij Bolnes het Rijnschip van W. Neuhau3, van Mülheim a/d. Ruhr, met 1T8100 kilog. ijzererts voor de firma Krupp te Essen beladen, gezonken. Vad De heer F. Werdmüller von Elgg heeft voor de hem door de conservatieve kiesvereeniging te Kuilenburg aangebodene candidatuur voor het lidmaatschap der tweed» hamer bedankt. In de jongste vergadering van den raad van staten is o. a. medegedeeld 's konings beslissing degenen die hare wettige erfgenamen zijn, name lijk de gezinnen van hare broeders. Eèn deel komt dus aan mevrouw Raynor; het tweede aan u; en het derde aan Edina, die engel van goedheid „Ja, een engel is zij," riep Frank nit, op den warmsten toon met haar lof instemmende. „Hoe wij allen er zouden gekomen zijn zonder haar, weet ik niet. Maar, mijnheer Atkinson, dat moet ge niet doen, wat ge daar zoo even hebt gezegd, althans voor zooveel mij betreft. Dat zou al te ridderlijk edelmoedig zijn!" „Waarom niet wat u betreft?" „Omdat ik het niet mag aannemen. Ik heb niet de minste aanspraken op u. Waarom zoudt ge m ij hevoordeelen „Ik bevoordeel u als zoon van uw vader. Wanneer hij nog leefde zou dit geld aan hem komen en nu komt het aan u. Spreek er maar niet meer van; gij kunt mij niet verbieden te doen wat recht is. Ge zult de volgende week zeven duizend pond bezitten en er uwe plannen naar kunnen inrichten." „Hoe kan ik n naar eisch dankenriep Frank uit, wiens stem bijna door de aandoening in zijne keel gesmoord werd. „Eerst geeft ge den Arends horst weg en vervolgens een en twintig duizend pond! Gij handelt als Edina! En wat zal Brown wel zeggen als hij hoort dat ik hem voor goed verlaat, want dat verwacht hij niet!" „Laat Brown gaan kuieren op het beroep, door het bestuur Van"den ealamiteuzen Hoofdplaatpolder ingesteld tegen het besluit van Ged. staten van Zeeland van 19 April 1876, Strekkende ter bepaling van het bedrag, dat van 1 Mei 3,875 tot en met 30 April 1882 telken jare uit de inkomsten en de bezittingen van genoemden polder ter beschikking van het bestuur van den waterpbiiier zal gesteld worden. Met wijziging van het beklaagde besluit van Gedep. staten is die som voor 1875/76 bepaald op /1470 en voor elk der zes volgende dienstjaren op ƒ2105. De opening der nieuwe haven te Harlingen, ofschoon door de afwezigheid van Z. M. den koning en de treurige reden welke daarvan oorzaak was min of meer ontluisterd, heeft gisteren feestelijk plaats gehad. Onder de voornaamste gasten worden genoemd Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden, mr. J. Heemskerk Az., minister van binnenlandsche zaken; jhr. mr. van der Heim, minister van financiën; G. F. G. Jansen, staatsraad, minister van binnenlandsche zaken van Oldenburg; Hofmeister geheim Oberregierungsrath van Oldenburg Casius, Oberbaudirector van Oldenburg; Nienburg, Ober- deiehgraf van Oldenburg; Wolf, Baurath bij het bestuur van de spoorwegen in Oldenburg; Meijer, Oberbau inspector bij de spoorwegen in Oldenburg; mr. J. E. baron van Panhuijs, commissaris des konings in Friesland; mr. L. graaf van Heiden Reinestein, commissaris des konings in Groningen; mr. J. van Kuijk, commissaris des konings in Drenthe enz. Nadat prins Hendrik in het raadhuis te Leeuw arden des morgens audiëntie verleend en een dejeuner gebruikt had, stoomde des middags te éen uur de feesttrein van Leeuwarden onder het gejuich der saamgestroomde bevolking en het spelen der muziekkorpsen naar Harlingen. Onder weg was geen molen, geen boerderij zonder vlag, en de trein die het station zonder op te houden voorbij snelde, hield op vlak voor de havenwerken. Duizenden, geheel Harlingen ongeveer, waren in den omtrek vereenigd en met oorverdoovend gejuich werd de prins begroet. De burgemeester, de heer van Heemstra, verwelkomde hem, en de oorzaak betreurende, die den koning van de reis had terug gehouden, hief hij het „Leve de Koning" aan, dat met warmte door allen werd ingestemd. De heer Heemskerk nam vervolgens het woord. Hij schetste het hooge belang van het werk, dat 's rijks waterstaat uitgevoerd heeft, ook in verband met de spoorwegverbihding naar Duitschland, en deelde mede, dat hoewel de eerste pogingen om de ondiepte der Pollen weg te nemen, mislukt waren, thans door middel van doorstrooming betere resultaten werden verkregen. Hij verzocht den prins den naam der haven te bepalen. Prins Hoofdstuk XI. Het was een warme, liefelijke Septemberdag. De blauwe hemel werd door geen wolkje ontsierd; op het loover, dat door den beginnenden herfst reeds tal van kleurschakeeringen gekregen had, speelden de zonnestralen en strekten zich over het fluweelzachte groote grasperk van den Arends horst uit. Op dat perk stonden een aantal perso nen in feestgewaad, want het was een feestelijke dag: William Stane en Alice Raynor waren namelijk dien morgen getrouwd en nu juist weg gereden. Atkinson was voornemens geweest den Arends horst reeds in het laatst van Juni over te geven, bijna onmiddellijk nadat üij zijn plan daartoe had kenbaar gemaakt. Doch dat voornemen, gelijk zoovele andere in deze onvolmaakte wereld, was verijdeld. De Raynor's konden niet zoo spoedig overkomen om het landgoed in bezit te nemen, Charles had dadelijk zijne betrekking bij Prest- leigh eu Preen opgezegd, maar was dringend ver zocht nog tot de tweede week van Augustus te blijven, omdat er op het kantoor nog zeer veel te doen was, voordat de vacantie der gerechtshoven begon; en daar Charles nu langzamerhand geleerd had meer op de belangen van anderen dan op zijne eigene te letten, bewilligde hij gaarne om nog te blijven. Het was een oogenblik van zelf voldoening voor hem, toen een dier klerken, die Hendrik, die ook hier herhaaldelijk de ondubbel- zinnigste blijken ontving van de bijzondere ge hechtheid des vólks aan zijn persoon, verklaarde daarop in naam des konings, dat de haven den naam van „Nieuwe Willemshaven" zou dragen. Een schier eindeloos gejubel vervulde na deze mededeeling de lucht. De burgemeester nam nu de haven, namens de gemeente Harlingen, van het rijk over, zooals hij zeide met al de lusten en lasten daaraan verbonden. Na de openingsplechtig heid begaven alle gasten, ook de prins, zich aan boord van eenige stoomschepen, om een tochtje op de Zuiderzee te maken. (Hbl.) onderscheidingen. Benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen leeuw W. H. F. baron van Heemstra, burgemeester der gemeente Harlingen; M. Kingma Hz., staatsraad in buiten gewonen dienst en lid der gedeputeerde staten van Friesland, en A. J. Brevet, ingenieur van den waterstaat le klasse. koloniën. Op verzoek eervol ontslag uit 's lands dienst verleend, met toekenning van pensioen, aan den Oost-Indischen ambtenaar H. Veuger Kuiper, laatstelijk inspecteur van het lager onder wijs voor Europeanen en met dezen gelijkgestelden in Nederlandsch-Indië, thans met verlof hier te lande. Curatoren der Latijnsche school te Sneek hebben hij den gemeenteraad een plan ingediend tot reorganisatie dier inrichting. Het aantal leeraars wordt gesteld op 1 rector, 1 conrector, 3 praeceptors voor het onderwijs in de oude talen, de Nederland8che taal, de geschiedenis en de aardrijkskunde, benevens 1 leeraar voor de wis kunde. Voor andere vakken zou gebruik gemaakt worden van de leerkrachten der hoogere burger school. De kosten worden geraamd op 16,200. De gemeenteraad zal het plan onderzoeken. De Haagsche kroniekschrijver van het Handels blad schrijft onder dagteekening van 30 Mei jU het volgende: „Wie had twee jaar geleden durven voorspellen,' dat op een zeer warmen Mei-avond een deftig en beschaafd residentiepubliek de geheele zaal van den Nederlandschen schouwburg zou innemen, om eene bloemlezing uit het winter-répertoire te zien opvoeren en warm toe te juichen? Vermoedelijk op hem hadden neergezien, de akte kopieerde waarbij George Atkinson den Arendshorst aan hem overdroeg en hem tot den wettigen eigenaar van dat landgoed maakte. Charles, die intusschen wat van het recht geleerd had, was op de gedachten gekomen nu in ernst voor advocaat te gaan stu- deeren; hij was aan werken gewoon geworden en wenschte niet ledig te blijven. Doch George Atkinson, die nu hun ware vriend en raadsman was, ried hem dit af en zei dat de heer van den Arendshorst geen leeglooper behoefde te wezen, maar, als hij zijn plicht getrouw waarnam, het veeleer te druk zou hebben. Zijns inziens was het voor Charles beter zulk eene bezitting te leeren besturen dan voor een rechtscollege te pleiten. Charles zag in, dat dit een verstandige raad was en besloot dien op te volgen. Ook Alice kon Londen niet zoo spoedig verlaten als zij verwacht had, want mevrouw Preen moest haar vertrek eenige weken uitstellen en verzocht Alice daarom ook zooveel langer te blijven. Alice had daar eehter niets tegen, want zij zag William Stane dikwijls en mevrouw Preen sloeg intusschen krachtig de handen aan het werk om voor haar bruidseostuum te zorgen. Het voorname beletsel tegen het algemeene ver trek naar den Arendshorst kwam echter van Lauwerhof, de schamele woning waar het gezin zoo lang eene toevlucht had gevonden, 't Zij dat de lotsverandering te machtig voor mevrouw Raynor was geweest, 't zij dat de hoofdpijn waar aan zij op den avond van Edina's terugkomst van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1