Telegraphische berichten. Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Brussel. De heer Frère Orban heeft heden in de kamer medegedeelddat hij Dinsdag a. de regeering zal interpelleeren over de bedenkelijke taal van den pauselijken nuntius, wiens woorden door den senator Casier de Hemptinne zijn mede gedeeld, bij gelegenheid eener demonstratie van voormalige pausselijke zouaven bij de pseudo-grot van Lourdes te Oostakker. Om al deze redenen kan liet ontwerp-Heems- kerk, dat overigens ook de tegenstanders van het openbaar onderwijs niet bevredigt, geen oplossing der schoolquaestie geven. Toch moet die oplossing gevonden worden, willen wij niet ten eeuwigen dage aan hetzelfde vraagstuk vastgeketend en alle vooruitgang, ook op ander gebied, eene onmogelijkheid blijven. Het eenige middel om daartoe te geraken iseene duidelijk uitgesprokene gezindheid der kiezers bij de stembus. Daardoor wordt de oplossing mogelijk, hetzij met, hetzij zonder ministerie-Heemskerk. Wij voor ons, die de voortdurende afwisseling van ministers betreuren als de vloek van ons land, verlangen de aftre ding van het kabinet niet. Ook zullen wij den minister niet met verwijtingen over zijne inconsequentie vervolgen, indien hij den eenigen weg inslaat die tot overeenstemming met de meerderheid der staten-generaal voeren kan, den weg dien de regeering reeds met goed gevolg ten aanzien van het hooger onderwijs, de spoorwegen, de coöperatie en de militaire academie bewandeld heeft. Wij zouden hem integendeel eene gouden brug willen bouwen, om naar ons over te komen. Maar wil de minister dat niet, dan moet ter wille van de verbetering der volksschool, die niet langer wachten kan, het ministerie plaats maken voor een ander, dat door de thans gereorganiseerde liberale par tij in de tweede kamer gesteund, de school quaestie voor het oogenblik tot een einde brengen kan. Daarom is een algemeene opkomst van het liberale kiezersvolk bij de stembus op het oogenblik van zoo overwegend gewicht. Onver schillig welke de uitslag zij, moet men opko men om getuigenis af te leggen van zijn be ginsel. De onbewegelijkheid, onder welke onze staatkunde voor het oogenblik gebukt gaat, komt voor rekening van ieder, die verzuimt door zijn eigen daad zijne instemming aan te duiden met het eenige middel, dat aan die onbewegelijkheid een einde kan maken. De berichten der verschillende bladen omtrent den toestand van H. M. de koningin gedurende den dag van gisteren, deden niet vermoeden dat de ziekte heden een ongunstigen keer zou nemen. Zooals ons gisteren reeds per telegraaf werd mede gedeeld, gevoelde de zieke zich zeer zwak en een Wmonwil. doch scheen er geen bezwaar tegen te bestaan dat Z. M. de koning en prins Hendrik zich naar Harlingen zouden begeven. In de synagogen der Israëlitische gemeenten zijn gisteren ochtend de gebeden voor het herstel der vorstin aangevangen. In de Staats-courant van heden is opgenomen het verslag van den archivaris der provincie Zeeland, den heer J. P. van Visvliet, aangaande het oud-provinciaal archief gedurende het jaar 1876. Als eene met het archief in verband staande bijzonderheid wordt o. a. vermeld, dat tijdens de opheffing van het provinciaal gerechtshof van Zeelanden wel op 4 Januari 1876door den griffier van dat hof, ingevolge machtiging van den minister van justitieaan den archivaris zijn over gegeven de archieven van de vóór 1838 te Mid delburg gezeteld hebbende rechtscollegiënmet name het departementaal gerechtshof, de rechtbank van eersten aanleg en de rechtbank van koophan del, om tijdelijk onder zijne bewaring te blijven totdat daarover op andere wijze zal worden be schikt. Het archief bevindt zich in voldoenden staat en voor zijne instandhouding wordt steeds zorg gedragen. Heden werden alhier op de werf de Vol» harding, van de heeren den Bouwmeester, Bor- sius van der Leijé, de stevens gericht van een barkschip van ongeveer 450 ton, hoofdzakelijk bestemd voor de kleine vaart, voor rekening eener reeder ij, onder beheer dier firma. Het wordt gebouwd volgens het plan en onder de leiding van den heer J. van Vliet, en draagt den naam „Jacobus Johannes", als hulde aan de nagedachtenis van het ten vorigen jare overleden lid dier firma, wijlen den heer J. J. den Bouw< meester. Het Provinciaal blad van Zeeland n° 61 bevat het tarief voor het vervoer van militairen, vast gesteld door het ministerie van oorlog, in overleg met de directie der stoomboot Concordia te Arnhem. Aan het voornemen tot oprichting van een omnibusdienst tusschen Middelburg en Dom burg v. v. kan geen gevolg worden gegeven daar de deelneming niet voldoende is. Naar wij verne men bedraagt het aantal niet geplaatste aandeelen 28zoodat eene som van f 700 ontbreekt. Bevorderd te Leiden tot doctor in de rechten de heer P. J. van der Feen, geboren te Middelburg, met stellingen. Wij achten ons verplicht te vermelden dat de heer P. A. Janssen in het Zeenwsch Dagblad van heden verklaart, dat men hem door een druk fout heeft laten zeggen dat hij tot het reactio naire overhelde. Bedoeld en geschreven was, volgens den heer J., tot het r a d i c a le. Waarom deze drukfout, door welke de geheele zin veranderd werd, niet in een der twee eerstvolgende nommers van het Z. D. uit eigen beweging hersteld is, hetzij door de redactie, hetzij door den schrij ver, wordt door den heer J. niet opgehelderd. Den 29™ Mei jl. heeft te Berlijn de uitwisseling plaats gehad der akten van bekrachtiging der overeenkomst tusschen Nederland en Duitsch- landnopens verbindingen tusschen Nederlandsche en Pruisische kanalenden 12™ October 1876 aldaar gesloten. De minister van binnenlandsche zaken brengt in de Staats-courant van heden ter kennis van belanghebbendendat de commissie belast met het afnemen van het eerste natuurkundig exa- Mao» j TOï-naoU «*r4. O «rof won ft -Ty(|j 1 ft74- (Staatsblad n° 97), en van het natuurkundig examen voor hulp-apothekers, vermeld in art. 5 dier wet, zitting zal houden op Maandag 4 Juni e. k. en volgende dagen te Leidenen de commis sie belast met het afnemen van de praktische examens van hulp-apothekervermeld in art. 5 der genoemde wet, op Donderdag 28 Juni e. k. en volgende dagen te Amsterdam. Uit vertrouwbare bron vernemen wij, dat aan de aandeelhouders der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen over het jaar 1876 een dividend van f 12.93i per aandeel zal worden uitgekeerd. Over 1875 bedroeg dit f 11,25. De candidaat der anti-revolutionaire kiezersver- eeniging te Zutfen is mr. A. T. B. C. baron van der Borch van Verwolde; te Enkhuizen (Hoorn) is als zoodanig verkozen mr. de Savornin Lohman te Botterdam treden op m'. L. W. C. Keuchenius spijt, hare ontzetting (Mademoiselle had al die drie woorden onderschrapt) geen boeken, maar dezen zwarten lessenaar gevonden, dien zij zich zeer goed horinnerde dat aan majoor Baynor had toe behoord. Die domme Jane moest gedacht hebben dat het haar lessenaar was en hem daarom bij haar goed hebben gevoegd. Mademoiselle eindigde met de vraag, of de vergissing haar bij mogelijk heid kon vergeven worden; zoo er nog een straaltje van troost voor haar bestond, voegde zij er bij dan was het dat de lessenaar leêg was. Zij had hem onmiddellijk na de ontdekking naar den Arendshorst teruggezonden en verzocht den heer die daar woonde (en wiens naam haar tot haar diep leedwezen geheel ontgaan was) zoo vriendelijk te willen zijn hem, te gelijk met dit ophelderend briefje van hare hand, aan mevrouw Baynor to doen toekomen, wier tegenwoordige woonplaats haar onbekend was. En daarna had zij de eer met hoogachting te zijn, enz. „G& niet heen, Thomas," zei de heer Atkinson. „Ik wensch dat ge er bij zijt, terwijl ik den dub belen bodem van den lessenaar onderzoek, want ik houd het er voor, dat de vermiste papieren daar in zitten. Laat eens zien: ja, zóo moet het gaan: hier is de veer." „Op een enkelen druk van den vinger week de dubbele bodem en daaronder lagen rustig de verloren effecten en papieren, benevens eene kopie van mevrouw Atkinson's laatste testament, dat zij ten gunste van George Atkinson gemaakt had, met nog eenige aan hem gerichte regelen. „Ziet gij dat, Thomas? Ziet gij, dat ik dat alles hierin gevonden heb?" „Ja, mijnheer. „Nu, dan is het goed. Men zegt terecht dat de werkelijkheid soms ongeloofelijker is dan een roman," mompelde de heer Atkinson met een glim lach, terwijl de knecht zich verwijderde. Hij zag daarop de papieren na en bevond tot zijne groote verbazing dat het geld op zijn naam gesteld en in éene, zeer voordeelige onderneming belegd was. Het bleek, dat mevrouw Atkinson daarbij de bepaling gemaakt had, dat de jaarlijk- sche intrest bij het kapitaal moest gevoegd wórden, tot op het tijdstip wanneer George Atkinson het geheele bedrag zou komen opeischen. „Geen wonder, dat wij het geld niet konden vindensprak hij bij zich zeiven. „Maarwat moet er nu meê gedaan worden?" Na eenige oogenblikken bedenkens schreef hij daarop den brief aan Frank Baynor, waarvan wij in het vorige hoofdstuk gesproken hebben en die ten gevolge had dat Frank in persoon overkwam. „Ik heb nooit iets zoo romantisch gehoord!" riep deze op zijn vroolijksten toon uit, met dien innemenden glimlach, die ieders hart won, evenals nu de heer Atkinson er door gewonnen werd. „Ik wensch u van harte geluk," vervolgde hij. „Wat heeft die arme oom Francis eene vruchtelooze jacht op die effecten gemaaktEn dan te moeten bedenken, dat zij al dien tijd binnen het bereik zijner hand lagen!" n Ik geloof niet, dat er veel voor mij overgeble en d'. T. C. L. Wijnmalen; te Zwolle de heer van Dedum en te Zwijndrecht (Dordrecht) de heer J. Voorhoeve HCZn. De katholieke vereeniging te Schiedam (Delft) heeft gesteld den heer S. Gille Heringa, vroeger directeur van het postkantoor en schoolopziener aldaar. De heer Fabius, aftredend lid voor Amsterdam, is van conservatieve zijde candidaat gesteld te Alkmaar. Verschillende bladen, en ook wij, hebben zich vergist ten opzichte van een veronderstelden brief van den heer Haffmans aan de kiezers in Boxmeer. De bedoelde brief, onderteekend Eug. Haffmans, schijnt een oud stuk te wezen, door een broeder van het kamerlid bij gelegenheid eener verkiezing voor de provinciale staten geschreven. Hierdoor vervalt natuurlijk alles wat wij ten opzichte van den afgevaardigde voor Boxmeer in ons nommer van Donderdag gezegd hebben. onderscheidingen. Agreatie verleend der door het kapittel der Duitsche orde, Balije van Utrecht, gedane admissie van C. A. E. H. prins van Hessen- Philippsthal en van E. E. K. A. B. P. landgraaf van Hessen-Philippsthalals ridders-expectanten der Duitsche orde, Balije van Utrecht, gerechtigd tot het dragen van het Kleine kruis der orde. koopvaardij. Benoemd tot president van den raad van tucht voor de koopvaardij te Amsterdam de kapitein-luitenant ter zee jhr. A. F. Meijer. De heer dr. Suringar, rector aan het gymna sium te Leiden, is op zijn verzoek eervol ontslag verleend. Door een groot aantal studenten te Leiden is een adres geteekend aan den koninghoudende bezwaren tegen de uitvoering der wet op het hooger onderwijs, inzonderheid wat betreft de overgangsbepalingen. Bij de onlangs gehouden voorjaarsexamens hebben 339 candidaten zich aan het hulpönder- wijzersexamen onderworpen, waarvan 212 zijn toe gelaten. Bij de voorjaarsexamens in 1876 zijn van de 332 aspiranten 213 toegelaten. Vooruitgang is er dus nog niet te bespeuren. Voor de hoofdonderwijzers is de verhouding nog ongunstiger. Van de 270 aspiranten zijn 160 af gewezen. In Zuid-Holland zijn van de 54 slechts 14 toegelaten. Naar aanleiding van het besluit der staten van Overijsel om maatregelen te nemen tot be vordering van het on dor wij a in de beginselen der landbouwkunde in dat gewest, zullen aan de Twentsche industrie- en handelsschool te Enschede vanwege de provincie lessen geopend worden in eenige vakken van middelbaar onderwijs, tot de landbouwkunde in betrekking staande, teneinde de hoofd- en hulponderwijzers aan de scholen voor lager onderwijs in de gelegenheid te stellen zich voor het examen in de landbouwkunde te bekwamen; de af deeling natuurkunde en natuur lijke geschiedenis zal aan dr. van Deinse en voor scheikunde aan dr. Mann worden opgedragen. {Vad.) De hoofdonderwijzer aan de openbare school te Hijdaard is, wegens het veelvuldig zich schul dig maken aan het misbruik van sterken drank, bij besluit van den raad van de gemeente Hen- naarderadeelvoor den tijd van 6 weken uit zijne betrekking geschorstmet geheel verlies der bezoldiging gedurende het schorsingstijdperk. ven zou zijn als hij ze gevonden had," merkte de heer Atkinson glimlachend aan. „Om de waarheid te zeggen, geloof ik het ook niet," antwoordde Frank lachend. „Is het veel?" „Buim een en twintig duizend pond sterling, althans volgens eene voorloopige berekening die ik gemaakt heb en dan met inbegrip van al de verschenen intresten." „Wat een hoop geld!" riep Frank uit. „Nu kunt ge wel een koets met zes paarden gaan houden!" „Dat zou ik ook kunneu. Maar van wat anders gesproken, mijnheer Baynor hoe kwaamt gij er toe mij zoo barsch te behandelen, toen ik hier den Tijger speelde? den naam dien het u en Charles geliefde mij te geven." „O, 't was Charles die u dien naam gaf," zei Frank, wien bij de herinnering de vroolijkheid uit de blauwe oogen straalde. „Hij hield u voor een deurwaarder, die hem bij de kraag wilde pakken. Ik heb nooit zoo verwonderd gestaan als toen Charles mij onlangs vertelde, dat de Tijger eigen lijk mijnheer George Atkinson was geweest." „Ik kan begrijpen, dat hij, dat denkende, bang voor mij was. Maar waarom waart gij het? Gij hadt toch, onderstel ik, voor geen deurwaarders te vreezèn?" „Neen," zei Frank, wiens gelaat plotseling ern stig was geworden, „maar ik had andere redenen van bezorgdheid. Ik had te duchten, dat ik bespied werd, dat men mijne gangen volgde, en ik dacht dat gij dat deedt. Het doet mij genoegen binnenland. 's Gravenhage. (9 u. 44 m.) H. M. de ko ningin bevindt zich in hoogst gevaarlijken toestand. Gisteren avond vertoonden zich hevige benauwd heden, welke zich heden ochtend herhaalden. De toestand wordt als wanhopig beschouwd. Alle aanwezige leden der koninklijke familie zijn op het huis ten Bosch vereenigd. Z. M. de koning wordt ieder oogenblik verwacht. {Reedt per bulletin medegedeeld). Later telegram. (2 u. 45 m.) Z. M. de koning is te ruim 11 uren te 's Hage aangekomen en dadelijk naar het huis ten Bosch vertrokken. De toestand blijft zeer gevaarlijk. Men vreest een spoedig einde. BUITENLAND. liondcn. Beuters office verneemt uit Kon- stantinopel van den 31™ Mei, dat de regeering toen nog geen bevestiging had ontvangen van het bericht der herovering van Ardahan. Sf. Petersburg. Een telegram uit den Kaukasus meldt dat de bergbevolking een vrede lievender stemming aan den dag legt. De regen blijft de bewegingen der "hoofdmacht bij Kars belemmeren. In het gebied van Terek is in enkele dorpen opnieuw opstand uitgebroken. Twee kolonnes hebben de opstandelingen uiteenge jaagd. Bij Siuch heeft een gevecht plaats gehad met 500 opstandelingen, waarvan 80 zijn gedood en 100 gevangen. Het gisteren avond in den tuin van het Schut tershof alhier gegeven jaarlijksche concert van het harmonie-gezelschap „Accelerando," onder directie van den heer J. F. Liesoy, was niet druk bezocht. De uitvoering was, de geringe krachten van het gezelschap in aanmerking genomen, zeer bevre digend. Als een bewijs van schandelijke baldadigheid wordt uit Sluis gemeld dat een verguld ijzeren kruis, onlangs geplaatst op het graf der overleden echtgenoote van den heer W., des nachts stuk geslagen en in een naburig koolzaadveld geworpen is. De heer W. heeft eene premie van f 25 uit geloofd voor hon die de bedrijvers van deze laag heid weten aan te wijzen. Het Engelscbe schip Eliza Laughlan, dat den 21en Februari op de kust geworpen werd, is in den nacht van 28 op 29 Mei jl. in de geul bij Betranchement gebracht en wacht op een hoog tij water om van daar te vertrekken. Men leest het volgende in het Sluisch Weekblad „Steeds vorderen de werkzaamheden met het ontgraven der voormalige Westpoort te Sluis, welke door velen met belangstelling worden gevolgd. Onder den hoofduitgang of rijweg ter breedte van 3 m. 30 centim., in welke nog de plaats der in witten hardsteen gebouwde poort zichtbaar is, gaat men voort met de ontgraving van een sous-terrain ter breedte van 2 m. 50 centim. waarvan het ge welf ingestort was. i „Het puin is thans zooverre opgeruimd, dat men op eene lengte van 16 m. het einde van het ge welf heeft gevonden. Daar echter heeft men we der in de rechtstanden ter rechter- en ter linkerzij gewelven ontdekt, die wel de vermoedelijke toe- te kunnen zeggen, dat ook ik mij daarin vergiste," en bij die woorden helderde zijn gelaat weêr op, „maar dat heb ik eerst veel later vernomen, 't Is mjj jaren lang eene groote kwelling geweest en heeft mij in de wereld nedergehouden, en toch had ik niets gedaan om dat te verdienen. Ik kan mij echter niet nader verklaren, en zou gaarne van dit onderwerp willen afstappen," eindigde hij, zijne oogen trouwhartig naar Atkinson opslaande. „Ik vraag u oprecht verschooning voor de onbe leefdheid, waaraan ik mij heb schuldig gemaakt, 't Is tegen mijn aard iemand onbeleefd te behan delen zelfs een Tijger." „Dat geloof ik ook, maar het gaf mij een verkeer den indruk van u, en deed mij denken dat al de Baynor's even onhandelbaar waren. Ik was toen voornemens een goed vriend voor u te zijn, als ge het mij vergund hadt. En vertel mij nu uwe plannen eens." Openhartig en zonder omwegen deelde Frank alles mede wat daarvan te vertellen was, onder anderen dat hij niet in de zaak van Max Brown wilde blijven, omdat Madeliefje niet van die buurt hield, en dat hg dus in het Westeinde van Londen naar eene plaats als assistent zou uitzien. {Wordt vtrvolfd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 2